Maandagmorgen ga ik met een nieuwe zomerbroek naar mama. Van zodra ik binnenkom, strekt ze haar armen naar me uit. Ze weent. Ik vraag haar wat er toch scheelt. Met veel moeite antwoordt ze dat ze zo erg geschrokken is. De laatste tijd schrikt ze inderdaad van alles: een deur die sluit, een stoel die verschoven wordt, een stem die ze hoort maar niet weet waar ze vandaan komt, soms zelfs van een gewone aanraking.Waarvan ben je geschrokken? vraag ik. Ze haalt de schouders op, de tranen blijven over haar wangen lopen. Nogmaals vraag ik: Van wát ben jij zó geschrokken, mama? Ze kijkt me aan: De van wat, weet ik niet meer
Twee verpleegsters komen helpen om haar de nieuwe broek te laten passen. Ook dat gaat gepaard met gehuil. Als de maat goed is, ga ik de vier andere broeken die we voor haar bestelden ook ophalen. De broek, - mama heeft nu nog slechts maatje 40 -, past haar als gegoten. Maar ook het vooruitzicht op al die nieuwe kleren kunnen haar niet blij maken. Ik wil haar een Weekend Knack geven.Kijk hier eens in, dat verzet de zinnen probeer ik. Nu snikt ze het werkelijk uit: Dat kan niet meer!
|