Dinsdagnamiddag, na slechts twee uurtjes rijden, komen we toe in Zuid-Holland. Langerak is een prachtig plekje Holland: veel water en veel windmolens. Het vakantiehuisje dat we huurden is een schatje. Het ligt weggestoken achter een hoge dijk aan de rivier de Lek. Het is van alles voorzien: van bubbelbad, afwasmachine, microgolf tot stereo-installatie, televisie, dvd-speler toe. Echt kompleet. Het ziet er in de woonkamer zo gezellig uit met al zijn schemerlampjes, tientallen brandende kaarsjes en kerststukjes op de tafels, dat ik denk: hier worden het toch nog fijne kerstdagen. Maar het huisje Elck syn sin moet rookvrij blijven. Voor Arsène, een stevige roker, maar ook voor mij een hele opdracht. We trotseren de bittere koude om buiten op het aanpalende terrasje af en toe een sigaretje te roken. En het lukt wonderbaarlijk goed om veel minder te roken dan thuis.
Toch minder stress? En inderdaad, ondanks Arsène zijn steeds aanhoudende buikpijn worden het zalige dagen. Met kerstavond en kerstdag eten we thuis, een lekker flesje wijn erbij, gewoon echt genieten. Arsène vraagt mij de laatste dag: Ben je nu wel blij dat we zijn weggegaan? Had je het hier naar je zin? Ik vertel hem dat ik al de spanning zo van me had voelen afvallen bij aankomst, dat de druk, die ik thuis steeds heb, om voortdurend bij mama langs te gaan, even weg was en dat ik enorm genoten had van die enkele dagen met ons tweetjes.
Vrijdagnamiddag zijn wij rond half drie al weer thuis. Ik ga vlug boodschappen doen en dan naar mama, kijken of voor haar de kerstdagen ook goed zijn verlopen. Ze is weer flink verward als ik haar begroet: Ben jij papa? Ik geef haar een dikke kus en zeg: Neen, mama. Ik ben jouw dochter. Ze kijkt me onbegrijpend aan. Eens uit de stoel en met ons tweetjes op haar kamer gaat het beter. Karoline komt, samen met Marcel (in rolstoel) even binnen en brengt meteen verslag uit van de voorbije dagen in het rusthuis. En zij vertelt: Met kerstavond was er één lange rij tafels mooi gedekt: wit tafellaken, kerstversiering er op. Het feest begon extra vroeg om vijf uur in de namiddag. Ja, jij weet het ook hé? De oudjes moeten rond zeven uur terug op hun kamer zijn, want dan worden de meesten al in bed gestopt. Maar het was heel gezellig. Iedereen kreeg aperitief en een hapje en nadien een feestelijke broodmaaltijd. Met kerstdag was ik hier ook. Ik at s middags mee met Marcel. Lekkere soep, daarna opgevuld kalkoengebraad met warme peertjes en kroketjes en dessert. Alles in orde, echt waar. En jouw mama was zeer goed. Enkel met het middageten heb ik haar wat geholpen. Maar voor de rest was ze goed! Zo ben ik weer gerustgesteld en doe het hele verhaal aan Arsène als ik weer thuis kom.
Het werd voor iedereen toch een zalige kerst. Alleen: mijn sigaretjes worden, nu ik weer thuis ben, vaker boven gehaald!
|