Dinsdagnamiddag hebben Karoline en ik een gesprek met Marianne, de stafmedewerker Zorg en Kwaliteit en met Bea, de hoofdver-pleegster. In een rustig gesprek wordt de tafelherschikking op mamas afdeling besproken. Er wordt naar ons geluisterd en wij luisteren naar hen. Wij staan er op dat Marcel en mama weer hun vaste en zó bekende plekje terugkrijgen. De hoofdver-pleegster heeft haar argumenten om de herschikking deels te bewaren. Die zorgt er volgens haar voor dat het werk van de verplegende vlotter verloopt. Daar kunnen wij inkomen, maar wij houden toch voet bij stuk.
De volgende dag zitten Marcel en mama, samen met hun vroegere tafelgenote, weer gezellig samen aan hun vertrouwde tafeltje. Het staat wel niet meer op dezelfde plek, maar daar kunnen wij mee leven: dat went wel. Mama is goedgezind en vrolijk. Als Karoline s avonds tegen Marcel zegt: Hier zitten jullie weer goed, hé antwoordt Marcel met de weinige woorden die hij nog kent: t zal wel zijn! En alleen al die enkele woordjes maken Karoline en mij blij. Wij zijn tevreden dat we zijn opgekomen voor onze twee lievelingen.
|