Mama is flink opgeknapt. Arsène en ik nemen haar mee naar de tentoonstelling, georganiseerd naar aanleiding van de Week van de Amateurkunsten. We hebben natuurlijk veel aandacht voor mamas schilderijen. Maar mama zegt het totaal niets. Ze kan zich helemaal niet herinneren dat zij diegene is die deze schilderijen maakte.
Slechts één keer blijft ze geïnteresseerd staan bij één van haar werken. Haar arm in de zij, bekijkt ze het doek kritisch. En wat vind je ervan? vraag ik haar. t Is mooi zegt ze. Ik wijs de naam Mies aan, onderaan het schilderij. Met deze naam ondertekende ze steeds haar werken, maar ook dat zegt haar niets meer. Ze is vooral opgetogen en blij met de doos lekkere Belgische pralines die ze krijgt aangeboden van het rusthuis, omdat ze aan de tentoonstelling heeft meegewerkt. Wat een leuke attentie! Ze kiest er meteen de grootste pralines uit en smult ervan.
Als we even later met ons drieën buiten op het terras iets gaan drinken, is ze in opperbeste stemming. Af en toe krijgt Arsène een schouderklopje, ze is blij dat hij er bij is. Mama lacht en ziet er gelukkig uit. En dat is het enige wat telt voor ons.
|