Dinsdagmorgen, - flink uitgeslapen na de verdoving van gisteren en nu klaar wakker,- mama kan maar niet van de draadjes afblijven waarmee de wondjes in haar mond zijn toegenaaid. Voortdurend zit ze met haar vingers in haar mond aan de draden te pulken. Zeggen dat dit niet mag, heeft geen enkel zin. Ik haal haar vingers uit de mond, mama stopt ze er meteen weer in. Bang dat ze gaat bloeden, bel ik dinsdagavond vanuit het rusthuis naar mamas tandarts. Ze beloofd om woensdagmiddag om 11u30 langs te komen. Ik hoop dat mama vlug slaapt en de draadjes vergeet.
Als de tandarts woensdag bij mama komt, is mama zeer gewillig om haar mond te openen. De tandarts is verwonderd dat de wonden zo snel genezen. En nu mama zo braafjes, stil met haar mond blijft open zitten, profiteert de tandarts om meteen alle draadjes te verwijderen. Zo is mama onverwachts verlost van die irriterende dingen. Probleem meteen opgelost! Er wordt een afspraak gemaakt om binnen 6 weken een afdruk te maken, zodat mama een nieuw ondergebit kan krijgen. Het bovengebit zal worden aangepast. De tandarts hoopt er op dat mama die dag net zo gewillig zal zijn als vandaag. Als ze haar dagje niet heeft, bel dan maar af, zegt ze lachend.
|