Vrijdagmorgen om 7u30 wordt Arsène in het ziekenhuis opgenomen. Twee van de drie grote nierstenen, die hem behoorlijk wat pijn bezorgen, worden vandaag onder volledige verdoving verwijderd. Hij blijft tot maandag in het ziekenhuis. Als Arsène rond 9u naar de operatiekamer wordt gebracht, keer ik terug naar huis.
Rond 10u ga ik zoals gewoonlijk naar mama. Ze is weer vrolijk vandaag. We knuffelen een tijdje lang. Terwijl we heel dicht bij elkaar staan, zeg ik: Mama, Arsène ligt in het ziekenhuis. Glimlachend kijkt ze me aan. Mama, die vroeger zó bezorgd om ons was, begrijpt niet wat ik zeg. Mama, Arsène ligt in het ziekenhuis probeer ik nog een keer tegen beter weten in. De woorden dringen niet tot haar door, de naam Arsène zegt haar niets. Mama reageert niet. Ze blijft me gewoon met haar lege, maar toch lieve ogen glimlachend aankijken.
Ik geef haar een dikke zoen. Ik besef dat mama steeds verder van mij verwijderd is. Alzheimer drijft meer en meer een wig tussen ons in. Het is hard!
|