Na een zalige vakantie in de immer zonnige Provence, kwamen we, wel uitgerust en ontspannen, laat woensdagavond terug thuis. Donderdagnamiddag vlug naar mama. Arsène en ik verlangen er erg naar haar terug te zien. Hoe zal ze reageren na zeventien dagen zonder bezoek van ons?
Ze zit in de leefruimte. Ik begin al meteen naar haar te zwaaien. Ik stap op haar af en neem haar eens goed vast: Dag, mama, hoe is het? Ze kijkt me aan: Ah, jij bent het. Het lijkt alsof ik gisteren, eergisteren, gewoon elke dag bij haar op bezoek ben geweest. Ik krijg een doordeweekse kus. Haar begroeting voor Arsène is uitbundiger, ze valt hem rond de nek en neemt daarna zijn hoofd met beide handen vast: Dag jongen
Oef, ik ben meteen gerustgesteld: ze weet wie we zijn, ze herkent ons. Verder doet mama heel gewoon. Ze heeft mij, - zoals 'het thuisfront' me per e-mail steeds verzekerde -, inderdaad niet eens gemist. Denise komt even later ook toe en met zijn vieren gaan we gezellig op het terras van de cafetaria zitten. Karoline en Marcel komen er ook bijzitten. Wat 'bijpraten'
Alles is oke, ik voel mij goed. Nu maar bij een volgend verlof, geen schuldgevoel meer hebben dat ik mama achterlaat!
|