Ik kom net van het blog van 'Myette' en ach, hoe erg ik het voor hen vind dat ze loodgieters kosten hebben, roept dit beeld van zich wassen in een teiltje pure nostalgie bij me op.
Tot m’n dertiende wasten wij ons op die manier. We hadden het thuis niet breed, om niet te zeggen dat we straatarm waren.
Heel de week kregen we enkel een teiltje KOUD water om ons te wassen en ’s zaterdags: ‘de grote wasdag’ werd het zinken bad van de tuinmuur gehaald en in de warme keuken neergezet.
Met een moor (waterketel ) ging eerst het kokend water in het bad en daarna volgde voldoende koud water voor een bodempje dat amper je poep (vlaamse versie) bedekte.
Aangezien we met vier kinderen waren, twee jongens en twee meisjes, werd dit badwater dan nog eens verdeeld per twee kinderen.
Zolang we klein waren gingen eerst de twee oudsten erin, ik en mijn broer en daarna in het tweede badwater de twee jongsten, mijn zus en mijn jongste broer.
Tijdens deze periode - toen we nog naar elkaar mochten kijken whoehaaa...- herinner ik me dat mijn oudste broer eens niet kon wachten op voldoende koud water en snel in het bad sprong om er een nano-seconde later gillend weer uit te springen met een vuurrood achterwerk. :-)
Ik veronderstel dat de grote afzondering er kwam toen een van ons vragen begon te stellen over ‘het onuitsprekelijke’- namelijk waarom de jongens een piemel hadden en wij niet.
Van toen af werden we gesegregeerd : de meisjes werden apart gewassen en de jongens moesten achter de gesloten deuren in de voorplaats plaatsnemen en daarna kwam de wissel.
Zaterdag was de dag van het haar wassen, nagels knippen en proper ondergoed.
God wat moeten we toen gestonken hebben vergeleken met de kinderen van nu, die elke dag twee keer een douche nemen en elke dag proper onder- en bovenkleding aan krijgen.
Nu ik er wat dieper over nadenk besef ik dat dit ritueel voornamelijk door mijn vader werd gedaan, want mijn moeder werkte ’s zaterdags.
Vader was klaarblijkelijk een ‘nieuwe man’ avant la lettre.
Hij was ook de man die ons voorlas uit boekjes voor we gingen slapen en hij was ook de man die ons in bed èn stil kreeg.
Bovendien was hij ook de man die ons kon doen lachen met zijn grapjes en aan tafel grappige verhalen en weetjes vertelde. Dikwijls gingen die verhalen over de oorlog, die toen nog vers in het geheugen lag. Hij vertelde bv. hoe men snel onder de tafel kroop wanneer er een vliegtuig overvloog. Plagen deed hij ook, want toen er eens een vliegtuig over ons huis vloog riep hij : "Pas op! Daar zijn de Duitsers met hun bommen!' waarop mijn jongste broertje van schrik van zijn stoel sprong en bibberend en bang onder de tafel ging zitten ....
pure nostalgie :-)
En moeder? Moeder was de stille, steeds werkende kracht op de achtergrond.
Zij keek altijd toe, zag dat alles goed was en glimlachte. :-)
|