Elk jaar weer komen ze allen samen op het familiefeest.
De allereerste keer zaten ze met vijf aan tafel, nu zijn ze al met achttien, de leeftijden variërend van tachtig tot enkele maanden.
Toch vinden ze allemaal een plaats aan de steeds langer wordende tafel in de living.
Ieder jaar wordt het drukker en rumoeriger, er wordt veel gepraat en gelachen en als het te bont wordt kunnen de kinderen de tuin in en uit rennen om wat stoom af te blazen. Gelukkig is het dit jaar mooi weer.
Aan de ene kant van de lange tafel wordt het mooie servies en de kristallen glazen gebruikt, aan de ander kant staan en hangen kinderstoeltjes en is het bestek iets minder breekbaar en kostbaar en ongevaarlijk voor de grijpgrage en onhandige kleine kinderhandjes.
Helemaal in het midden van de lange tafel zit de laatste nieuwkomer, het nieuw lief van de jongste dochter des huizes, zij zit tegenover hem aan de andere kant.
Ze hebben elkaar leren kennen op reis. Zij is slank en lijkt klein en frêle ondanks haar één meter zeventig naast zijn flink uit de kluiten gewassen twee lange, volle meters.
Over de tafel heen kijken ze elkaar verliefd in de ogen. Al de drukte en het lawaai ontgaat hen. Ze voelen zich alleen op hun liefdes-eiland temidden al die drukte.
Heel zachtjes schuift haar linkerhand over de tafel naar hem toe. Hij legt er zijn grote hand teder over en streelt zachtjes wrijvend over haar vingers, haar tweede hand volgt en zijn hand neemt die ook in bescherming.
Zo zitten ze, met hun beidjes een hele tijd verlegen diep in elkaars ogen te kijken. Hun blikken spreken boekdelen en ze vertellen uiterst stil, de meest romantische gedichten aan elkaar, gedichten over een liefde die met woorden niet te omvatten is.
Zo mooi, zo teder, zo verliefd......
Schilderij: Young Lovers
Aldo Luongo
|