Het moet toch wel een 35 jaar geleden zijn, en toch zijn de zonnige kusten van Roemenië niet uit mijn herinnering verdwenen. Het was Augustus en samen met mijn man M.en zoon S. waren we er op vakantie. We logeerden in een hotel dat door brugjes, hoog boven de grond was verbonden met twee andere hotels. Ik herinner me de namen niet meer van de hotels of de plaats waar ze gelegen waren, wel nog de sfeer. Het land werd bestuurd door Ceauscescu, en iemand vertelde ons dat hij in de buurt zijn buitenverblijf had. Daar kon je echter met geen mogelijkheid in de buurt komen, door de extreme beveiliging. Zelfs bij de landing op het vliegveld, moesten vrouwen en mannen apart in een soort "pashokjes" om gefouilleerd te worden. Ik had een vrouwelijke agente, die die taak vervulde. Ze ledigde mijn tas en nam het pakje sigaretten eruit. Dat was een boxke en ik had de gewoonte, om mijn aansteker erin te steken zodra er enkele sigaretten uit waren. Toen ze de aansteker zitten zag, begon ze wantrouwig in een radde taal, waarvan ik een jota begreep, op mij in te praten. Ze verstonden geen engels, geen duits, geen frans en wat moet je dan? Ik heb de aansteker uit de verpakking genomen en gewoon aangestoken. Ze deinsde als het ware achteruit. Misschien heeft ze wel gedacht dat ik een aanslag wilde plegen. Toen er verder niets gebeurde, vond ze het O.K. dat ik alles terug in mijn tas liet verdwijnen. Het hotel was goed en dat was ook het eten. We werden bediend door jonge mensen, waarvan de meesten, zo vernamen we later, studenten waren. Het gebeurde regelmatig dat onze tafel helemaal versierd was met bloemblaadjes. De eetzaal had verschillende niveau's en ons tafeltje stond net bij zo'n niveauverschil en ernaast stond een kastje, met enkele laden in. Hierin werden tot mijn grote verbazing de vuile bestekken gedaan, die van de tafels afgeruimd werden. Waarschijnlijk werden laden en bestekken samen afgewassen! Door het feit dat we direct naast dat kastje zaten, merkten we ook, dat de jonge mensen de fooien, die ze van de gasten kregen, bij de bestekken in de laden deden. Ik snapte er niets van! Dat geld werd vettig en vies! Waarom deden ze dat in godsnaam? De oplossing van het raadsel liet niet lang op zich wachten. Om de paar dagen kwam er een man door het restaurant gelopen, geflankeerd door enkele van de bedienden uit het hotel. Hij zag eruit als een zwijn en dat was hij blijkbaar ook. Groot, rond, dik, met een vuurrood hoofd en rosse haren marcheerde hij door de eetzaal in zijn roze-beige kostuum en de kelners en kelnerinnen schoten als schichtige konijntjes van links naar rechts. CONTROLE!!! Er werd gesnauwd en afgeblaft en dat de gasten hiervan getuigen waren, deerde hem blijkbaar niet. Later vertelde een van de slachtoffers ons, dat ze werden gefouilleerd op fooien en toen werd meteen duidelijk waarom die verdwenen in de besteklade. Nu en dan vroegen ze aan een gast, waarin ze vertrouwen stelden, om van dat geld, dollars, iets te kopen in de dollarshop, waartoe zij geen toegang hadden, en die bestemd waren voor de gasten. Ze waren gek op kauwgom en blijkbaar begrepen ze niet dat, alleen al het feit dat ze daarop kauwden, hen verraadde! (Wordt vervolgd.)
|