Als kind van een jaar of acht, werd ik vroeger gewekt en moest dan zorgen dat ik gewassen en aangekleeed geraakte. Mijn moeder had haar handen méér dan vol aan de kinderen, die na mij kwamen en nog niet zo handig waren, dat ze dat allemaal zelf konden. Ik had als klein meisje zéér lange haren en die werden natuurlijk elke morgen door mijn moeder geborsteld en gewoonlijk in twee lange vlechten verwerkt, zodat ik er netjes bijliep voor de rest van de dag. Voor een paardestaart waren ze veel te lang. Soms kruiste zij die vlechten en leidde de linkervlecht langs rechts en de rechtervlecht langs links terug omhoog, waarop ze boven op mijn hoofd weer bijeengestoken werden, en er als het ware een krans van vlechten rond mijn hoofd lag. Mijn gezicht was ingekaderd in vlechten! Men ziet dat nog wel eens op oudere foto's of afbeeldingen van meisjes uit Duitsland of Oostenrijk. Na dat ochtendritueel, en als alle kinderen gewassen en aangekleeed waren, was het etenstijd. Want een deftig onbijt was in onze jeugd de meest normale zaak van de wereld. Naar school met een lege maag bestond niet. Later, toen we iets ouder werden, en elke morgen naar de mis gingen, moesten we natuurlijk wel nuchter zijn, en namen onze boterhammetjes, netjes in een papier gewikkeld mee naar school. Ons drinken werd in een bidon gedaan en na de mis, ging het richting klaslokaal en werd het ontbijt verorberd. In de winter werd de bidon met de melk met koffie op de kachel geplaatst, totdat het goedje een beetje opgewarmd was. De bidon zelf werd gewoonlijk véél warmer dan het drankje, dat erin zat. En menig vingertje is daaraan verbrand. Als we ons ontbijt thuis opaten, was dat normaliter: gebakken spek en bruid brood en daarbij warme melk met honig .Ik lustte geen pure melk en ik lustte geen spek. Alleen als het volledig krap uitgebakken was, vond ik het heerlijk, maar er werd een grote pan gebakken en gewoonlijk was dat spek allesbehalve krap gebakken! Ik zat dan ook steeds als laatste aan tafel om het rare goed door mijn keel te wurgen. Ik krijg nu nog de rillingen, als ik eraan denk! Alle kinderen waren vertrekkens gereed, als ik nog steeds aan tafel zat. Mijn moeder hielp hen de deur uit en dan zag ik mijn kans schoon om het spek in de zak van mijn schort te laten verwijnen! Ieder kind droeg namelijk in die tijd een zwart satijnen schort, die langs achter vastgemaakt werd door enkele knopen en een gestrikte tailleband. Als ik dan een eindje verder in de straat achter de bocht verdween en mijn moeder, die mij stond na te wuiven, uit het zicht was, gooide ik mijn spekje van de berg af en de rondscharrelende kippen deden zich daar elke dag tegoed aan. Ik had mijn "probleem" zo een tijdje kunnen oplossen tot op die bewuste avond! Ik kwam thuis uit school en mijn moeder kwam naar mij toe met uitgestoken wijsvinger en zegde: Jij gooit elke morgen je spek van de berg af! Ik was zo verbouwereerd, dat mijn gezicht boekdelen sprak en ontkennen had dus totaal geen zin. Ik kon er met mijn vetsand niet bij, hoe mijn moeder dit kon weten. Ze kon mij niet meer zien, en ik lette ook wel op dat niemand anders mijn handeling in de gaten had. Ik ben dus jaren overtuigd geweest, dat mijn moeder door de muren kon zien! Dat zij, ondanks het feit dat ik de bocht om was en zij mij letterlijk niet meer zag, door die muren heen met haar blik de bocht afsneed en mij dat spek zag weggooien! De waarheid, die zij me jaren later vertelde, was natuulijk véél simpeler. Ze was namelijk mijn zwarte schort aan het wasssen, en dat werd in de tijd nog handmatig gedaan en niet door een machine. Plots merkte ze, dat ze vettige kringen op haar handen had. Stomverwonderd vroeg ze zich af waar dat vet vandaan kon komen. Ze inspecteerde die schort eens minutieus en keerde de zakken binnenste buiten en wat bleek??? In die zak zat er natuurlijk een laagje vet van alle spekken, die er in verdwenen waren! Het mysterie van mijn moeder, die door de muren kon kijken was met één klap opgelost!
|