Dat ik uit een groot gezin kom, is wel reeds duidelijk geworden zeker. Ik weet echter niet of ik al vermeld heb, dat ik zes broers heb, die gelukkig nog allemaal gezond en wel zijn. Zij waren en zijn allemaal erg sportief en toen ze jong waren uitte zich dat vooral in volleybal spelen. Reeds jong, werd er verwoed gespeeld op de koer achter ons huis. Er was een open plaats, niet zo erg groot, tussen de stal en het woonhuis. Later is daar een veranda gebouwd, die de beide bouwsels met elkaar verbond. Toen wij jong waren, echter, was deze ruimte nog open en werd dus gebruikt als oefenterrein voor onze sportieve exploten. Dat was niet zo evident, omdat de ruimte eigenlijk te beperkt was, maar wat moet je, als er geen andere mogelijkheid is? Er werd dus een koord gespannen van de muur van de stal naar de muur van het woonhuis, die dan dienst deed als volleybalnet. En daar werd dus gespeeld met een uithoudingsvermogen en een ernst, die bijna lachwekkend genoemd kon worden. Er werd opgeslagen, opgevangen, getoetst en gesmasht dat het een lust was om te zien, uren en uren, zonder verpozen. Het was dus onvermijdelijk dat er regelmatig een harde smash tegen het venster belandde met alle gevolgen vandien. Alle vensters waren namelijk uitgevoerd in glas in lood. Na zo'n smah stonden de gebroken ruitjes mooi gebogen naar binnen! Ze vielen er niet uit, want het lood hield ze nog netjes gevangen, maar verschillende van die ruitjes vertoonden dan een lijnrechte barst van links naar rechts! Héél voorzichtig werd de ruit dan van binnenuit terug in haar oorspronkelijke stand geduwd en klaar was kees. Toen dat echter regelmatig gebeurde kregen mijn ouders er genoeg van, want zo'n vensterraam met al die verschillende ruitjes in gekleurd glas laten herstellen, was echt niet goedkoop. Er moest dus een oplossing komen! De jongens verbieden nog te volleyballen, was geen optie, want er moest geoefend worden! Wat was de oplossing? Wel heel eenvoudig: zodra het spel begon, werd het rolluik naar beneden gelaten en zaten wij binnen in het duister. Het gebeurde dus regelmatig dat reeds om één uur in de namiddag de lichten moesten aangestoken worden, want buiten werd de match van hun leven gespeeld! Er sneuvelden nu geen ruiten meer, maar het alternatief, was zeker zo erg. Elke smah, die nu met jong geweld tegen het rolluik denderde, deed de binnenzitters uit hun stoel omhoogspringen lijk marionetten aan een touwtje! Het waren ongelooflijke kanonschoten en mijn broers hielden zich dus echt niet in! Mijn jongste broertje, die toch 15 jaar jonger was dan de oudste wilde steeds meespelen, en dat mocht, op voorwaarde dat hij niet weende!! En hij weende niet, tenminste niet in het bijzijn van de anderen. Als hij weer eens een ferme smash had geïncasseerd, en het echt niet kon uithouden, liep hij wel even om de hoek, plengde een paar traantjes en verscheen prompt terug op zijn plaats. Iedereen wist waarom hij even verdween, maar niemand leverde commentaar! De verbeten oefening in hun favoriete spelletje, heeft zijn vruchten afgeworpen. Verschillende van mijn broers hebben bij heel bekende volleybalploegen gespeeld. Ik denk dat zij het nooit zover gebracht hadden, als ze ons niet elke zondagnamiddag de daver op het lijf gejaagd hadden met hun smashen!
|