naast de beek die pas kan lopen trekken de huizen zich terug om droog te liggen de merels wandelen met hun armen op de rug en niemand ziet hoe een hond een hap neemt uit de avondzon de straat slentert door het dorp en valt even verder op de kasseien languit in slaap het licht rinkelt als goudstukken door je haar en de takken naar beneden ik leg mijn woorden tussen je lippen je handen bladeren lauw en voorzichtig door mijn huid in mijn droom val ik in slaap
in mijn wilde tuin zaai ik wispelturige letters die kiemen tot klanken fezelend tussen het loof van mijn woorden pluk ze als ze rijp zijn als handvolle vruchten en bereid me een avondmaal van geuren en late strelingen ik heb zo'n honger
Zie ze daar hangen ... De druiven in de Champagne vragen stilaan om geplukt te worden. Volgende week vrijdag rijden we richting Damery om er weer gedurende een lange week de schaar in te zetten. Hopelijk zijn ze er weer allemaal, de vrienden en vriendinnen van vele voorbije jaren ... Zet de bubbels al maar klaar !
met prikkeldraad rond mijn ogen was ik altijd op zoek naar de vrede tastte ik naar woorden en vond een messcherpe pijl in mijn hand op drijfzand bouwde ik muren naar de zon
als ik ziek word of gek spot dan niet met mij of leg me niet aan de ketting zoals een felgeel bootje wanneer ik reik naar de wind maak me dan niet af al is mijn gezicht een verbrand boek en mijn lichaam een verwoeste stad
als ik een schilder was ik zou een huis voor je willen maken met een houten vensterbank om naar de zon te kijken en naar de treinen te zwaaien vanachter zonnebloemen, margrieten,geraniums terwijl een kleine kat kopjes tegen je benen geeft terwijl mussen buiten op de draden op een rij zitten als noten op een notenbalk terwijl op het einde van de straat een piano klinkt als zuiver water o ja, ik zou het nog vergeten... tulpen zou ik ook schilderen alleen voor jou
de liefde heeft iets weg van boksen het is een kwestie van de juiste afstand als je te dicht komt wind ik me op word ik bang raak ik verward en zeg gekke dingen maar als je ver weg van me bent word ik droevig lig ik wakker en schrijf ik zonder ophouden gedichten zoals nu
ik weet niet of er woorden bestaan die de geur van je huid kunnen vangen, het beweeglijke licht in je ogen, de warmte die in me klimt zodra je me aanraakt, het gevoel van je haar aan mijn vingertoppen, de huid van je handen op mijn lippen
als daar woorden voor waren kon ik alles vastleggen op papier
met de grijze armen van de wind om haar heupen kleedt ze haar opgespaarde dromen uit kamt ze met vleivingers door mijn haar tot ik met de inkt van vroeger weer tedere woorden schrijf ik heb mijn tenten opgezet tussen de stilte van haar lippen
je praat de vlinders aan elkaar en drinkt de zon als een glas champagne als je niet bestond zou ik je wel verzinnen je lauwe borsten geven om al het zoete uit je lijf te zuigen je begrijpt me met allebei je handen en als ik schrijf voel ik hoe je over de letters wrijft moet ik wachten tot de vissen in mijn buik niet meer spartelen tot de zee niet meer op mijn schoenen drupt en de meeuwen landen in mijn hoofd kom terug zodat ik je kan vangen want je bent te gek om los te lopen
Morgen vertrekken we met enkele vrienden en vriendinnen naar Damery, een dorp in de Champagne, om er zoals elk jaar een week te helpen bij de palissage, dit is het opbinden van de druivenranken. Hopelijk zit het weer een beetje mee en krijgen we ontspannende en prettige dagen bij de familie Casters. Tot bubbels !
kom binnen zeg ik in mijn huis van wind en wolken dag verzamelaar van mijn behangpapier met spreuken uit de voorbije winter luister naar de ademhaling van het land hier sliepen gisteren de insecten als pelsdieren in de gietvorm van de eeuwigheid zie hoe het licht wiegt als water warmwaait naar de klanken die mekaar met smaak naar binnen spelen hoor de zon kookt de tongen van de vrouwen als mossels los ik spring van vreugde op mijn schouders onze magazijnen zitten vol zomer
Nog enkele dagen scheiden ons van de verkiezingen... en de beloftes vliegen ons bij herhaling als muggen rond de oren. Moesten ze het kunnen, de politici, ze zouden het mooie weer opnemen in hun pro- gramma: zon gegarandeerd de hele week ! Hemelsblauw zouden de affiches kleuren van zowat alle partijen en ze kregen zeker mijn stem en waarschijnlijk ook die van u. Wie wil er nu geen altijd schijnende zon ? De boeren misschien ? Er zal zeker wel een partij opstaaan die verspreide regen voor alle schouders zou beloven, zodat de droogte met veel blabla zou kunnen bestreden worden. Vermoedelijk zouden de niet te vermijden buien ook wat in goede banen geleid worden : enkel op maandag bijvoorbeeld. Maandag ... Toch al een dag waar je niet vrolijker van wordt. Ofwel enkel tijdens de nacht. Maar dat zou dan weer enkele tegendraadse dichters natuurlijk serieus op hun systeem werken. "Niets is zo onproductief als druppels tellen, die trage tranen langs de ramen op het ritme van het eeuwige verdriet", zouden die dan schrijven in lange pamfletten vol zweverige prietpraat en voor dat soort malle figuren zou dan wel gauw een vaag splinterpartijtje worden opgericht. Of die de kiesdrempel haalt ? Wie zal het zeggen ? Zou een gezinspartij pleiten voor zon op woensdagnamiddag als de kinderen thuis zijn ? De partij van de schaatsers, zou die het ganse jaar bevroren kanalen beloven ? Wordt Jill of Frank ( of beter nog Sabine ) dan de nieuwe premier ? En hoe gespreid valt de regen in Brussel-Halle-Vilvoorde ? Wat druppels hier en wat buien daar ? Of blijft het één pot nat ? Krijgen we de depressies van de Walen over ons heen ? Zou er een coalitie kunnen gevormd worden met al dat "eigen wolk eerst'-gedoe" ? Ik vraag het me af ... Ondertussen wijkt de zon voor grijsheid en ik weet niet hoe ik daartegen een duidelijke proteststem moet uitbrengen. Aan de horizont doemt in de mist een wit paard op met daarop een man met een hoge mijter en een even hoge dunk van zichzelf. Kwistig strooit hij cadeautjes en beloftes in het rond. Ik roep nog : "Sinterklaas, u bent een half jaar te vroeg!" Maar hij hoort het niet en lacht met zijn tandpasta-glimlach naar iedereen die aan zijn kant staat. Zal ik maar op hem stemmen ?
ik wil graag weten of je voelt wat ik voel of je ook lijdt aan schaamte, eenzaamheid hunkering naar gisteren misschien vanbinnen, zonder dat iemand het ziet ik zal het niet vragen en je moet ook niet antwoorden maar we zullen het weten
nog dikwijls loop ik in een witte kamer langs een blinde muur ergens is er een deur, bijna onzichtbaar ik weet het, ik heb ze al gezien ik zoek ze opnieuw en ik zal ze vinden als ik ze opendoe, zal ik bij je zijn ik zal in je ogen kijken en we zullen niet meer alleen zijn kijk de zon knipoogt naar de zomer