Boodschappen doen blijft nog altijd een heikele bezigheid. Ik ben nog niet gewoon om goed ingepakt buiten te gaan. Maar verhongeren kan toch niet. De schroom van het masker en sjaal overwinnen en met handschoenen aan, de winkel binnen. Het was zelfs héél rustig. Vooraf is het eerst met de hond naar de zee gaan kijken. Doe ik altijd als hij alleen moet achterblijven. Eerst zijn pootjes strekken vooraleer hij op mij binnen moet wachten. Een klein uitstapje om hem tevreden te stellen. De zee was woelig en stuwde zand door het water dat daarmee en donker bruine kleur kreeg. Ondanks de blauwe lucht was er geen blauwe reflectie op het water te bespeuren, het is hier nog geen Mediterranee.
Alles komt van bij de Romeinen, ook de namen van de dagen. Ze hanteerden een simpel systeem om de dagen van de week een naam te geven, de namen van de hemellichamen die ze kenden en veelal genoemd naar hun goden. De Germanen namen de gewoonte over en benoemden hun dagen ook naar hun goden. De god Týr, tekende voor dinsdag. Nog altijd te horen in de Scandinavische naamgeving van deze dag. In de muur van Hadrianus is er ook een verlatinisering gevonden van deze dag: Thingsus. Deze vorm verwijst naar 'ding'en meer naar 'rechtsgeding'. Týr was, zowel als Mars, de god van de rechtsspraak. Door de eeuwen heen raken woorden soms letters kwijt of veranderen ze bv van een 't' naar een 'd'. Het is wel zo dat de Germaanse talen de dinsdag een afleiding van de god Týr gebruiken, Tisdag (Zweeds) en de Romaanse talen de god Mars trouw bleven, Mardi (Frans).
De kranten zijn nog altijd even dun maar hebben al wat meer variëteit in de aangeboden lectuur. Na 6 weken is iedereen wel specialist in de virussen geworden. Er moest zich een ander hot item aanbieden. Niet moeilijk te vinden in de meimaand, tijd van de processies. Maar deze is niet aangenaam om in de buurt mee te maken: de processierups. Waaruit dan ook al geen mooie vlinder tevoorschijn komt. Wel een bruin scharminkel. De rups bezorgt iedereen ellende die er in de buurt van komt en het diertje verstoord in zijn daglijkse vreetpartij. Het scheidt microscopische kleine brandhaartjes af, die mens en soms huisdieren, ontstekingsreacties geven van huid en slijmvliezen. Vooral in nabijheid van eikenbomen komen ze voor. In de nacht lopen ze traag na elkaar de bomen op, op zoek naar het groene blaadje. Het 'spreekwoord', "een processie van Echternach" (op de dinsdag na Pinksteren) is niet van toepassing op de rups. Deze stoet is gekenmerkt door, 2 stappen vooruit en een achteruit. Een gezegde hoe iets traag en inefficiënt kan verlopen. Voor het plaaginsect* is er 'sprookweerden', het omgekeerde, een "processierups van Echternach", 1 stap vooruit en 2 stappen achteruit. Een goede dag voor mij als ik weer eens wat kon opzoeken. Een gelukkig vrouwtje aan haar desk heeft dus geschreven op tisdag.
*een plaaginsect is een insect dat lastig en schadelijk voor de mens kan zijn, verspreiders van ziektenverwekkers, en ongewenst vb tseetseevlieg, malariamug, rattenvlo, mijten en teken.
|