Op een dag met weinig nieuwswaarde krijgt mijn hond de volle aandacht. Over dat beestje valt er wonderwel altijd veel te vertellen. Ik heb ook tijd genoeg om hem te observeren en hij heeft graag dat ik naar hem kijk. Eerder schreef ik al dat hij een olympische gouden plak zou verdienen. Nu zeg ik, niet alleen omwille van zijn oefeningen, maar ook omwille van zijn juiste spirit: spelen is belangrijker dan winnen! Al kwispelend staat hij buiten te wachten met de bal in zijn muil tot ik mijn handschoentjes aantrek. Voor hem een teken dat ik de bal wil gooien en legt hij hem voor mijn voeten. Met weinig inspanningen voor het bazinnetje wil hij me verleiden om een tijd ballen weg te smijten. Het mooiste aan dit spel is niet altijd het vangen van de bal, maar het schouwspel van de staart. Bij een hond gaat dat lichaamsdeel heen en weer als hij zich goed in zijn sas voelt en ik denk ook als hij, wat wij 'blij' noemen, is. Maar er komt een dimensie bij als hij de bal in de struiken of de haag moet zoeken of tussen de bloemen. Van opwinding is bij deze speurneus de staart verandert in een wentelwiek van een helikopter. Het toerental dat de omwenteling van zijn staart haalt, is niet te tellen. Soms heb ik zelfs schrik dat hij daardoor de lucht ingaat en wegvliegt! Maar dat gebeurt niet, hij is geen 'vliegende hond' wat een vleermuizensoort is. Nochtans hebben beiden een beetje uiterlijke kenmerken gemeen. Hun kop lijkt een beetje hetzelfde en beiden hebben een goed oriënterings- en reukvermogen. Tot daar de gelijkenissen. Het verschil is dat de 'kalong'(grootste soort) en de 'kleine epaulettenvleerhond' echt kunnen vliegen en bij mijn hond het een forse jump is om in de lucht te zijn. De wieken van de molen draaien minder snel dan zijn staart. Dus wees gerust, door dit te vertellen heb ik geen slag van de molen gehad!
Ik ben altijd blij dat de krant soms iets onder de aandacht brengt dat zo vanzelfsprekend is dat ik er nauwelijks nog bij stilsta, dat het ooit is uitgevonden. Neem nu de 'bic'. Je zou bijna geloven dat het er van bij de schepping van de aarde was. Niets is dus minder waar. Het begint bij de Amerikaan, John J. Loud, die voor het principe van de balpen, een patent aanvroeg in 1888. Voor hem was het belangrijk om op die manier het 'leder' te merken. Hij vond echter niet de juiste inkt. Dan is het wachten op de Hongaarse journalist, László Biró, die in 1938 een patent aanvroeg. Maar de commercialisering kwam pas na zijn 2e patent in 1943, de Biro Pens en het gebruik in W.O. II, door de R.A.F. De doorbraak van de stylo kwam door de Fransman Marcel Bich in 1945. Als je het bekijkt is het een heel eenvoudig principe; een buisje gevuld met inkt (een gel) met aan een uiteinde een bol (kogel gemaakt van wolfraamcarbide) een omhulsel voor het vast te houden en een klepje voor het vast te zetten in hemd, vest of papier. Het verhaal van de "Kugelschreiber" wat ik een mooi woord vind.
|