Op zaterdag komt de krant altijd wat later en dat is het moment om eens na te denken wat verhaaltje ik zal typen. Eerst en vooral heb ik deze morgen mijn tuin eens aanschouwd. Ik kan niet anders dan het een 'ravage' noemen. Hoe ik dat weer allemaal in orde moet krijgen is nog een groot vraagteken. Zolang er stellingen staan is er toch niet veel te beginnen en het weer is ook niet uitnodigend om van start te gaan. Eén pluspunt: tegen alle verwachtingen in hebben mijn paasbloemen de orkaan doorstaan en zijn niet afgeknakt. Ik heb tenminste kleur in de tuin, de kleur van hoop en zegen, geel. Van 't een komt 't ander, zegt men, en dat bleek vandaag ook weer het geval. Een naam van een heilige triggerden mij om hetgeen er in mijn brein verscholen zat, naar boven te halen en op te zoeken. Eufrasia, Euphrasie. Ik had het mis toen ik dacht dat het een lied was van Rob De Nijs, hij zong "Dag zuster Ursula". Er waren 2 heiligen met die naam, een Egyptische en een Indische. De laatste Eufrasie (1877-1952) werd het 'wandelend tabernakel' genoemd door haar medezusters, omdat men 'Gods nabijheid' voelde als ze passeerde. De Egyptische is veel interessanter en dateert van tussen 300-400 nC. Ik stootte op een schat van een toneelsstuk aan haar gewijd in het tijdschrift "Braga: dichterlijke mengelingen, 1844. Titel: "De Zegepraal der Huwelijkse Trouw, het dramatische verhaal en voorstelling van eene oude gebeurtenis, in vijf tafereelen". De beginregel laat al vermoeden dat het een tragische romance is: "op roerenden toon deelt Euphrasia aan hare moeder het rampzalige lot mede, dat haar getroffen heeft door den echt met Valerius...". Niet alleen dàt vond ik, maar ook een lied. Eerst in de "Nederlandse Liederenbank". Vervolgens bij Johannes Stalpaert van de Wiele (1579-1630). Een priester die lofzangen schreef voor de heiligen. Te vinden in zijn boek: Gulde-Jaers Feest-Daghen of den schat der geestlycke lofzangen gemaeckt op elcken feest. Wat vind ik daarin? Toch wel een lied over Eufrasia, Maghet ende Martelersse Christi. Met openingszin: "Men leyde Euphrasiam na't bordeel... ". Tot zover de vrouwen. Veel mooier en interessanter was de rest dat ik vond. Een kruidachtig plantje dat woekert op grassen, met trechtervormige tweelippige bloemen, Euphrasia. In het schoon Vlaams 'ogentroost'. Echt mooi te noemen en een beetje lijkend op 'brem'. Verschillende soorten met al even bizarre namen: stijve-, beklierde-, vierrijige-, kleverige-, rode-, minima- en frigida ogentroost. Men schrijft het geneeskracht toe. Het heeft in ieder geval een verzachtende en zuiverende invloed op de ogen, met goed gevolg soms voor oogontstekingen en tranende ogen. De oogdruppels worden vooral in de homeopathie gebruikt. Ik heb een heel leerzame voormiddag gehad. Nu ga ik nog wat in een boek lezen, dat is ook 'ogentroost'. Daarna op mijn lauweren rusten, naar de koers kijken en waarschijnlijk indommelen door de zachte eentonige stemmen van het tweetal van de verslaggeving.
|