....and live goes on and on....zong Freddie en dat merkte ik, toen ik om 6u het geluid van slaande deuren en portieren hoorde en het lawaai van boormachines, hamers, kloppen en over en weer lopen, enfin alle geluiden van een bouwwerf in het klein, bij de buren. Het is een mooie dag en ga niet klagen dat ik ten volle van deze zonnige dag kan genieten. Daarom dat ik eerst mijn blog moet doen en verder gaan met de 'oude' ambachten die stilletjes aan, één voor één verdwijnen. Een beroep dat waarschijnlijk weinigen nog zullen gekend hebben is 'porder'. Want werkte de boer op het ritme van dag en nacht en het klokkengeluid om wakker te worden, sinds de Industriële Revolutie moest iedereen op een bepaald uur in de fabriek zijn. De bazen en de arbeiders betaalden iemand om te zorgen dat ze tijdig aanwezig waren om hun taak uit te voeren. Dat was een job, die vóór dag en dauw werd uitgeoefend. Het betaalde goed, per cliënt (baas of arbeider) kreeg de porder tot 7ct/week. De porder was een 'levende' en 'menselijke' wekker. Heel succesvol in die tijd want hij had gemiddeld een 30-100 klanten per dag waar hij op de deur of slaapkamervenster moest gaan 'porren' met een hengesltok, een knuppel of andere lange stok. Het was een beroep dat veel uitgeoefend werd door weduwen die als alleenstaande en paria in de maatschappij, het financieel zeer moeilijk hadden.Tot in 1945 er de opkomst was van de 'betaalbare' echte wekkers en het beroep voorgoed verdween in de annalen van de geschiedenis. Nog zo'n vergankelijk beroep is 'touwslager'. De garens voor de touwen waren meestal van hennep en gebeurden in de buitenlucht. Lange dreven, soms meer dan 300m en die soms met zeilen overdekt waren om voor beschutting te zorgen bij regen, waren nodig om de touwen te 'slagen'. Een bepaalde hoeveelheid afgewerkte touwen werden in 'kuilen' opgeslagen en 'kuil' geeft nog altijd een standaardlengte (220m) aan voor de dikke trossen en andere touwen. Omdat ze vooral voor tuigage van zeilschepen werden geslagen en dienstig waren, vonden die bedrijvigheden vooral plaats in de havens. Nu geeft alleen nog de straatnaam de plaats aan waar dergelijke touwen werden vervaardigd zoals in Oostende 'Lijnbaanstraat', of de 'Lijndraaiersstraat'. De bekendste is wel de Reeperbahn in Hamburg. Een 930m lange straat waar de 'touwslagers/Reepschlägern' hun bedrijvigheden hadden. Nu vooral gekend als uitgaansbuurt met disco's, dancings, cafés maar zeker en vast ook voor de tippelaars, de raamprostitutie en de eroscentra. Morgen weer een ander 'oud ambacht'.
"De kortste woorden 'ja' en 'nee', vereisen het meeste nadenken" zei Pythagoras (ca 570vC- ca 500vC). Maar gelijk heeft hij zowel voor z'n gezegde als voor zijn formule. Dat is de man die me in het 2e middelbaar opzadelde met a²+b²=c²oftewel één van de 'ezelsbrugskes' voor de wiskunde. Tot morgen
|