Wat bezorgde me een punthoofd?Al drie dagen maken de werkmannen bij de buren me met veel lawaai en gedruis wakker om 6u. Geen rustig ontwaken wel met een hoop luid gebabbel en gediscussieer, slaande deuren en portieren, stappen met dikke profielschoenen van de bouw met ijzeren tippen. Daarnaast was er ook de installatie van een nieuwe gsm die langs geen kanten lukte doordat er weer geen één 'password' is dat past. Ook een gure wind en een omfloerste zon. Dat waren al de noodzakelijke ingrediënten om me deze morgen met migraine op te zadelen. Toch nog altijd beter dan de 'burn out' van een Limburgse federerale minister waarvan ik zelfs niet wist dat ze minister van grootstedenbeleid en ontwikkelingssamenwerking was. Ik weet niet wat zij de voorbije jaren allemaal gedaan heeft met haar bevoegdheid om mentaal doodmoe te zijn en een rustperiode te moeten inlassen. Maar ik ben al van mijn pijn grotendeels verlost en is het méér dan tijd om een vervolg te breien aan de verloren gegane ambachten. Al zijn er die terug op de markt verschijnen en uitgeoefend worden door enkelen. Zoals de 'kolenbaas' van vroeger die eerst omgeschakeld was tot leverancier van mazout en nu hout en pellets levert aan de huisgezinnen. De 'molenaar', vroeger waren er ook maar enkelen. Nu is het veeleer een demonstratie beroep geworden. Wel kan men nog aan bepaalde molens vers gemalen graan bekomen. 'Loodklopper', dat is wel een beroep dat volledig is teloor gegaan en waar ik ten andere heel weinig info over gevonden heb. 'Rattenvanger'is een beroep dat terug in opmars is. Niet voor de muskusrat te vangen of het waterkonijn dat in sommige restaurants als delicatesse wordt klaargemaakt, of voor er een 'pelsen frak' van te maken. Nee, er moet aan de beekjes en rivieren terug ingezet worden op het vangen van de 'zwarte rat' die ook wel scheepsrat of de huisrat genoemd wordt en overbrenger is van de 'pest'. Dan is er nog het jagen op de 'bruine rat' die het bont maakt in de riolen en straten van de steden. Zij kan de ziekte 'Van Weil' overbrengen. Van een trouwe lezer kreeg ik nog een beroep dat helaas alleen nog in de geschiedeisboeken zal te vinden zijn; zaagzetter. Met een zaagzettang de tanden van een zaag, links en rechts om zetten zodat de zaag niet klemt bij het werken ermee. Het waren niet alleen de timmermannen die beroep deden op een zaagzetter maar ook beenhouwers om de beenderen van de dieren te zagen. Het was een reizend beroep en de zaagzetter en/of scharensliep trokken van straat naar dorp naar stad met hun handkar of een soort bakfiets, om de messen, scharen en zagen van de mensen te slijpen. Een scharensliep en zaagzetter, zijn uit het straatbeeld verdwenen. Het beroep wordt nog bezongen in het lied "Komt vrienden in den ronde" (niet dat van Nonkel Bob) opgetekent door Jan Bols uit Lubbeek (1842-1921) in zijn boek uit 1897 "Honderd oude Vlaamsche Liederen met woorden en zangwijzen". Tot morgen
|