Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
25-01-2022
Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
Begrafenis van Felix Timmermans - 28 januari 1947
Door Gaston Durnez uit het jaarboek nr. 40 van het Felix Timmermans Genootschap – 2012.
"Lier heeft zijn grote zoon niet begraven; het beste deel van Vlaanderen heeft het gedaan. Later zal Lier zich schamen over deze dag".
Dat schreef Emiel van Hemeldonck twee dagen na de begrafenis van Felix Timmermans in een brief aan hun beider vriend Stijn Streuvels. Het document is onlangs opgedoken en werd ons bezorgd door Frank Lescouhier, de secretaris van de Vrienden van het Begijnhof van Turnhout. Felix Timmermans, die op 24 januari 1947 in de leeftijd van 60 jaar overleed, werd op 28 januari ten grave gedragen, na een plechtigheid in de Sint Gummaruskerk, de hoofdkerk van Lier. Over die plechtigheid werd nadien vaak met ontroering bericht maar ook met verontwaardiging.
Louis de Lentdecker schreef in zijn verslag in het dagblad Het Volk dat de Staat niet officieel vertegenwoordigd was. Een verzoek daartoe was afgewezen. Ook de Lierse overheid liet verstek gaan. Maar, zei De Lentdecker, "gans het denkende en dichtende Vlaanderen, schrijvers, toondichters, schilders en kunstenaars, was naar Lier samengestroomd". Dat was wel overdreven gezegd. André Leysen, de latere industrieel die ook aanwezig was, zei ons in 2001, dat de kerk "honorabel bezet" was en hij herinnerde er aan, dat het de "tijd van de grote hypocrisie was, toen velen niet voor hun mening of houding durfden uit te komen".
Emiel van Hemeldonck, die wij met toestemming van zijn zoon Herman citeren, verscherpt het beeld dat van die dag bewaard bleef. De populaire romancier en inspecteur van het lager onderwijs schreef zijn brief op woensdag 30 januari 1947. Hij vertelt aan Streuvels dat hij op maandagavond in Izegem een voordracht heeft gegeven en dat hij de dinsdagmorgen letterlijk voor dag en dauw per auto naar Lier is gereden waar hij rond half elf aan kwam, dus net op tijd voor de begrafenisplechtigheid. Hij schrijft dan:
"Zielig! Geen volk, of zeer weinig. Een politieagent zei aan een van mijn vrienden, die om de weg gevraagd had : "Ik zeg u dat niet, ik heb niet voor niets zes maanden in Duitsland doorgebracht..." Gemeentebestuur had niet gecondoleerd, noch de Academie, noch de Regering. In het sterfhuis een dertigtal mensen, buiten een tiental; op de straat een paar onzijdig loerende geburen. Siberisch koud. Dan Kwamen stilaan meer mensen aan, enkele dames met bloemen. De krant zal U de meeste namen wel opgegeven hebben. Zachte weemoed bij allen, hier en daar bijtende verbittering.
De officiëlen ontbraken volledig. Tot mijn vreugde zag ik Baekelmans, de zachtzinnige, Schmook, en Opsomer, en Walschap. In de kerk stond Muls met tranen in de ogen. Van der Hallen schreide. Jef Van Hoof was daar, en Veremans, en De Vocht. Op de duur liep gans de kerk vol. Lange offer.
Koninklijk, maar met de warmte van onsterfelijke sympathie. We bevrozen in de ijskoude kerk, niemand lette er op. Largo van Händel. In paradisum. Dan de tocht naar het verre kerkhof. Lier heeft zijn grote zoon niet begraven; het beste deel van Vlaanderen heeft het gedaan. Later zal Lier zich schamen over deze dag".
Van Hemeldonck heeft het daarna nog over een paar andere onderwerpen, onder meer over de wenselijkheid van illustraties in een boek. Daar heeft hij bij een ontmoeting met Streuvels "vredelievend ruzie" over gemaakt. Van Hemeldonck verdedigt de stelling, dat illustratie wel gewenst is in een historisch werk, aangezien men niet kan verwachten dat elke lezer "genoeg historisch perspectief bezit". De Kempenaar gaat in die tijd, als hij in de streek op sprekerstournee is, blijkbaar geregeld op bezoek in Het Lijsternest.
Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier. Job laat de Fé, Streuvels en Bomans leven
Door Roger Vlemings uit Ons Lier van 27/10/2006
Ooit schreef hij twee boeken. Zijn historische verhaal en detectiveroman haalden de boekenplanken niet. Hij vond een uitgever maar liet uiteindelijk de droomboot in de veilige haven. Hoe dat kan? 'Schroom", zegt de auteur. "Het gevoel dat het misschien niet goed genoeg was." Twee uur praten met Job Deckers van het boekenantiquariaat Schoon Lier in de Florent Van Cauwenberghstraat laten ons achter met de overpeinzing dat wie zoveel kennis van zaken etaleert als het gaat om oude en moderne letteren, illustraties, geschiedenis, klassieke muziek - kortom, cultuur groot gewaaierd - zelf best iets aan het papier mag toevertrouwen. Nu is Job kunstenaar op zijn manier: de uitmuntende kenner op zoektocht naar waardevolle boeken, en tussen zijn veroverde meesterwerken de onuitputtelijke bron van wijsheid tijdens de gesprekken met de klanten. We ontmoeten de man in zijn winkel en gaan er zelf op ontdekking. Later trekken we naar Het Moment aan de Grote Markt. Van tien tot twaalf wordt het rondom onze tafel stil.
De man Job spreekt, gedreven, overtuigend. Het artistieke zit in de genen. Eduard Dujardin was zijn overgrootvader langs vaders zijde. "Een vriend en de vaste illustrator van Hendrik Conscience." Hubert Melis was zijn overgrootvader langs moeders zijde. "De maker van een bewerking van Reinaert De Vos." Grootoom Herman Deckers was samen met Felix Timmermans, Renaat Veremans en Gerard Walschap oprichter van de Vlaams-katholieke kunstenaarsvereniging De Pelgrim.
Echtgenote Veerle Spruyt maakt glasramen en schildert. "Geen grotere stimulator dan zij toen ik in 1979 mijn winkel in Lier startte. Ze ging mee op zoek naar de oude boeken die ik voor de klanten zo graag in mijn zaak had uitgestald." Job Deckers is een uitermate gepassioneerd man. Zijn fascinatie voor Felix Timmermans was voor een geboren Antwerpenaar uitzonderlijk. "Felix Timmermans, Isidoor Opsomer, Fred Bogaerts, het zijn namen die mij al heel vroeg aanspraken. En dan was er het Begijnhof, een van de vele parels binnen een weergaloos mooi oud stadje. Lier heeft mij betoverd".
Hij is van '47, naar eigen zeggen een prima wijnjaar. Job Deckers en vrouwe Veerle Spruyt hebben twee jongens. Raf, de oudste, is filmregisseur. Karel, de jongste, is architect. Na een paar koffie's moeten we Job zijn Timmermans-hoofdstuk laten afronden. Hij weet alles over de Fé. Meer nog dan zijn geschreven werken bewondert hij de man als graficus. Job kan zijn gelijk halen bij de kunstenaar zelf, die ooit verklaarde dat schrijven voor hem een opgave betekende, terwijl tekenen een waar plezier was Job zoekt de allergrootsten van de Vlaamse letteren allemaal in een ver verleden. "Stijn Streuvels beheerste heel de twintigste eeuw. Hij is een blijver.
De universitairen die voor Letteren kiezen, kunnen nog steeds niet aan hem voorbij. Streuvels wist dat vorm en inhoud van een boek één moesten zijn: goed geschreven met mooie illustraties en band, met oog voor lettertypes, voor de bladspiegel. Dat zijn de werken die mij het meest na aan het hart liggen, prachtige uitgaves, eerste drukken. Ik heb een passie voor het betere boek. Ik wil dat de sfeer en het aanbod uniek zijn. Stap mijn winkel binnen en je bent met vakantie, in het gezelschap van meer dan tienduizend titels.
Zat je als kind al met je neus in de boeken? Ik was tien toen ik op de Grote Markt tijdens een open wagenspel 'En waar de Sterre bleef stille staan' van Felix Timmermans zag opvoeren. Ik was compleet van de kaart. De indruk was onvergetelijk. Later fietste ik van Edegem naar Lier met de bedoeling er ergens Timmermans tegen het lijf te lopen. Ik wou de man zien, horen. Ik wist niet dat hij toen al tien jaar dood was, wel dat ik ooit naar deze prachtige stad zou terugkeren.
Richtte 'de Sterre' nog ravage aan? Op mijn twaalfde had ik al toneelstukken en scenario's voor poppenkast geschreven. Mijn oom had een kasteel in Bekkevoort en tijdens het seizoen van de fruitpluk voerde ik daar met neven en nichten die stukken op. Heel de buurt kwam erop af. Algemene inkom: een halve frank. Heerlijke tijden. Als jonge gast had ik een eigen bibliotheek. Ik leende boeken uit aan vrienden en buren. Je was 32 toen je 27 jaar geleden naar Lier kwam om er je boekenantiquariaat op te richten en uit te bouwen. Je had meteen een mooi uithangbord. 'Schoon Lier', naar een boek van de Fé. De familie Timmermans gaf mij daar destijds de toestemming voor. Mooier kon toch niet?
Naast het grotere werk heb je het wat lager ingeschatte aanbod? Zoals de strips. De prijzen voor oude strips zijn abnormaal de hoogte ingegaan, te hoog voor een antiquariaat. Mensen houden het nu vaak bij dingen als FC De Kampioenen, Kiekeboe en Urbanus. Weinig opvolging dus.
Jeugdboeken zijn voor jou een hoofdstuk apart. Ik hou er heel veel van. Jammer dat illustratoren van jeugdboeken in Vlaanderen onderbelicht zijn. In Nederland is er op dat vlak een traditie sinds de vorige eeuw. De illustraties van mensen als Arthur Rakham, Tjeerd Bottema, Rie Cramer en Kay Nielsen zijn bijzonder mooi en in kennerskringen buitengewoon gewaardeerd.
Waar haal jij je boeken? Privé, bij mensen thuis en op veilingen in Antwerpen, Brussel en Utrecht. Het is vaak opboksen tegen de Nederlanders.
Over Nederlanders gesproken. Heb je daar ook favorieten? Laat me het dan eens niet over de klassiekers hebben. De absolute nummer één: Godfried Bomans. Op het vlak van humor kenden onze noorderburen hun gelijke niet. Toon Hermans zag ik in de Arenberg-schouwburg. Wim Sonneveld... grote klasse. Ooit was er eens een verbaal steekspel tussen Sonneveld en Bomans. Briljant, zeker van Bomans' kant. Van hem heb ik alles wat ooit op plaat is verschenen. Ferdinand Bordewijk en Arthur van Schendel liggen overigens ook in de bovenste lade.
Nu we toch even afdwalen, Vlamingen? In de grappige sector? Vandaag vind ik Wim Helsen de beste. En die Antwerpenaar met Engelse roots, Alex Agnew. Niet vergeten, de man met de typetjes, Chris Van Den Durpel. Laat die in Engeland geboren worden en het is een absolute topper. Zoals die Kamiel Spiessens creëerde en neerzette, hoed af.
Kan je met al je ontzag voor auteurs als Timmermans, Streuvels en Claus applaus produceren voor Herman Brusselmans en anderen? Natuurlijk. Brusselmans wordt nu beter begrepen dan in zijn beginperiode, toen hij vooral lezers van beneden de dertig aansprak. Dimitri Verhulst bijvoorbeeld is een knap auteur. Ach, het gaat met auteurs net als met zangers en zangeressen. Het aanbod is groot en het is ondoenbaar om voor de vuist weg te zeggen: goed, beter, best. Ik hou van Ella Fitzgerald, Louis Armstrong en Miles Davis, maar net zo goed van Gilbert Bécaud.
Muziek, Kamiel Spiessens zou zeggen 'Tizzen obby'. Ik ben al meer dan 40 jaar koorzanger, bariton. Op ons repertoire staat onder andere de Matthäus Passion van Bach. In Schoten en Berchem brachten we onder leiding van Michael Scheck de Matthäus Passion van Telemann, een tijdgenoot van Bach. Liefst van al deed ik mee aan de koorweken in Lummen. Van negen tot negen het atelier in en daarna gezellig samenzijn, fantastisch.
Waarvan ben je nog lid? Ik schreef artikels voor Zilveren Verpozingen, een tijdschrift opgericht voor de Felix Timmermanskring. Ik verdiepte mij in de grafische bronnen in het werk van de Fé. Ik ben bestuurslid van het Timmermansgenootschap en stelde er het jaarboek 2005 samen. Verder ben ik ondervoorzitter van het Liers Genootschap voor Geschiedenis. Daar redigeer ik De Lierse Jaarkrans op het vlak van tradities, gewoonten en feesten. Een verkenning van de stad Lier en haar inwoners. Ondertussen heb ik mijn eigen uitgeverij 'Festina Lente': 'Haast u langzaam'. In 1907 gaf Timmermans zijn eerste dichtbundel uit 'Door de Dagen'. Dat heb ik heruitgegeven in een doosje op 150 exemplaren. Van Louis Paul Boon bracht ik Radioactief op de markt. Teksten die hij op de radio verzorgde.
Een behoorlijke tijd bezig en nu op weg naar afbouwen? Helemaal niet. Er verandert natuurlijk veel door de media. Ik zal niet ontkennen dat de boekenmensen momenteel op gegist bestek varen, het is zoeken welke kant uit. Maar een minderheid zal altijd blijven kiezen voor kwaliteit. Zij moeten mij kunnen blijven vinden.
Verlies je ooit je geduld als je in je winkel een boekenliefhebber aan de hand hebt, die van het woordje beslissen een mens-erger-je-niet spelletje maakt? Neen, ik ben een geduldig man die graag met de mensen praat. (De enige stille pauze in het hele gesprek). Tja, soms, in zeer uitzonderlijke gevallen, hoop ik wel eens dat zulke klanten na verloop van tijd naar de goede kant kantelen.
Die van de aankoop, mogen we aannemen? Nee, dat ze kiezen voor kwaliteit en de waan van de dag achter zich laten.
Ik ben Mon Van den heuvel
Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.