Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven
Flor Van Reeth over Timmermans in het Vlaamse land - 26 maart 1921 Ik heb altijd Felix Timmermans gevoeld en hem gekend als voor de grafieke kunst bestemd. Het heeft mij hoogst verwonderd dat hij zijn bijval heeft behaald door als schrijver op te treden en dat zijn Pallieter zijn schilderijen is voorafgegaan. Denk eens na! Nooit te hebben leren tekenen noch schilderen en dan maar ineens een schilderij maken, een tafereel uit Maria's leven daar te stellen, voor welk schilderij, zijn eersteling, iedereen paf staat. De nu terecht gevierde kunstenaar, als letterkundige, is geroepen om aan de spits te komen onzer zo schitterende regionale schilderschool. Wat heb ik al genoten van zijn tekeningen, schetsen en menigvuldige ontwerpen voor schilderijen. "Het niet kunnen zoals de anderen, tekenen en schilderen" zegt onze grote Lierse meester Isidoor Opsomer, is juist de waarde en de plezante eigenaardigheid zijner meesterlijke uitdrukking.
Oscar van Rompay over de schilder Timmermans Timmermans was schrijver en schilder. Beiden vormden één geheel, in geest en wezen vergroeid. In de schrijver immers, vinden we steeds de schilder terug. En voelen wij niet in elk schilderwerk de adem van de volkse verteller ? Zijn wereldberoemde boeken zijn haast ondenkbaar zonder die pittige en originele illustraties. Timmermans was op de eerste plaats tekenaar. Welk een overvloed van krabbels bracht hij mede van de talrijke reizen! Met vlugge hand wist hij het tere of het krachtige van een landschap vast te leggen: het forsige van boerengestalten, het vrome van bedevaartgangers, het picturale van steden en dorpen. Sommige schetsen hebben het karakter van glasraam; zij wortelen in de geest van de gothiek die hij zo zeer waardeerde. Dan treffen wij uitingen van het volkleven aan, vol handeling en gebeuren. Hij besefte dat een werk moet sprankelen van uitbundige levensblijheid.
Zijn buitengewone aantrekking tot het karakteristieke , het uitgesprokene, het opvallende heeft hem echter niet het karikaturale verleid. Evenmin staan we hier, zoals sommigen ten onrechte menen voor een vorm van folklore in de enge zin. Het feestelijke naast het godsdienstige speelt een hoofdrol bij hem. De typische processies en boerenkermissen zijn levendig en stralend van kleur. De religieuze taferelen ontroeren door hun aangrijpende eenvoud en kinderlijkheid. Nooit bleven diepmenselijke vreugde en verdriet in woord en lijn afwezig. Zijn kunst is door en door Vlaams zoals hij zelf was. Wij zouden moeten zeggen dat de Fee "kurieus" was in de dubbele betekenis van dat woord. Niets leek deze ruime, universele geest onverschillig of onbelangrijk, terwijl hij in alles zich zelf bleef. De volkskunst van overal en alle tijden heeft Timmermans onafgebroken bezig gehouden en vreugde gebracht. Als een grote regenboog overwelfde zij deze kunstenaarsziel. Met scherpte en kunde kon Felix als artiest schilderwerk beoordelen, zowel van deze tijd als van oude meesters.
Vele jaren zag ik hem aan de arbeid en door bijna dagelijks contact heb ik de spontaniteit van zijn werkwijze van dichtbij mogen bewonderen. Met de primitiefste middelen wist hij iets te scheppen dat boeit en verblijdt. Timmermans was een echte zondagsschilder in de ruimste betekenis. Wat hier bedoeld wordt heeft hij zelf intens aangevoeld en duidelijk beschreven : " de drang om te schilderen, la jouïssance de peindre, dat laat zich niet in woorden zeggen, maar een zondagsschilder, een die postkaarten van Zwitserland naschildert, weet het. Een matroos die schepen achter glas schildert weet het ook. Het genot van te schilderen, in de verf te staan, die uit te nijpen, zien openbloeien, op het palet, de kleuren op te vangen met het penseel, die op doek te mengelen, te zien groeien, te veranderen, te strele, te liefkozen, dat kan men niet meedelen"
Wij, schilders, zijn blij en trots hem als een sterke persoonlijkheid hulde te kunnen brengen. Wij Lierenaars, des te meer, want zijn naam is het symbool van onze stad. Is Timmermans onsterfelijk als schrijver, ook als schilder zal zijn naam voortleven. Gedenken wij nog lang dit edele hart, die milde natuur, die aantrekkelijke vriend, want hij was een ware hoorn van overvloed.
Frans Verstreken Timmermans en het boek - (Dietsche Waranda en Belfort-juni 1947) De artist tekent met verbazend gemak, de breed afgesleten pen tussen zijn vlezige wijs-en middelvinger. Meestal ontstaat de schets bijna even vlug als in de geest. Een gedachte komt tot rijpheid en verschijnt dadelijk met enkele trekjes op papier. De opdrachten in de boeken voor vrienden begeleidt hij in een oogwenk met een gekrabbel: een vogel, paddestoel, bloem of zwijntje. Uiterst zelden legt hij een tekening in klad aan; slechts voor zijn schilderijen en andere vrije onderwerpen grijpt hij naar potlood. Timmermans' plastische productie is omvangrijk.
Hij maakte talrijke vrije studies, gaf een merkwaardige reeks kalenders uit (De Sikkel), een map met etsen, ontwierp een uithangbord, affiches, een polychromatische telloor en wijzerplaten voor de Zimmertoren. Voor eigen familie en vrienden tekende hij pittige gelegenheidsprentjes als geboorteberichten, verlovings- en huwelijksaankondigingen, en nieuwjaarswensen. Van zijn hand zijn verder spitsvondige briefhoofdjes en ex libris bekend. Bovendien ontwierp hij nog andere vormen van gebruiksgrafiek als een uitgevers- en tabaksmerk. Het meest verspreid zijn natuurlijk zijn eigen boekillustraties, alhoewel Timmermans ook boeken verluchtte voor andere auteurs. Ik noem M.S. Belpaire en Hilda Ram, Ernest Claes, Hendrik Van Tichelen, E. Van der Hallen, Frans Verschoren en Marie Gevers. De meeste illustraties van Timmermans zijn typisch met een vette soms wiebelende lijn uit één trek; het is gelijk of de hoeken recht zijn of niet. Het is niet oninteressant deze kadertjes onderling te vergelijken; we ontmoeten de meest grillige variaties (Breugel), dubbele, getande, gestippelde of met bibbergolfjes (Annemarie). Soms zijn de penkrabbels niet begrensd. Zo bv. in Boudewijn en Minnekepoes.
In het eerste werkje lopen ze vaak tussen de tekst op de breedte van de bladspiegel, in het tweede zijn het uiterst simpele vignetjes, vetgetekend met de redispen. Karakteristiek zijn de bladvullingen, een zon met stekelige stralen in een der boeken, een lijnenbundeltje in de lucht, of enkele vogels als een groepje letters "V". Soms wipt een torentje of een elleboog buiten het kader als een landtong op een kaart. Geen kerktoren of er staat een duidelijk verrassend groot kruis op; geen schoorsteen of hij rookte met watten wolkjes. Geen water of het kabbelt in plezierige golfjes; geen straatkeien of er groeit gras tussen.
Flor van Reeth over Timmermans De Fee werd op die manier betrokken in de groep Streven van Boechout. Wij stonden daar volledig onder de invloed van de Franse letterkundige Joséphin Peladan die de Sâr werd genoemd. Hij beweerde dat zijn geslacht afstamde van een Babylonische koning van wie hij de titel Sâr (hogepriester) zou hebben geërfd. Het was de tijd van Bloy, van Huysmans die de strijd tegen de positivistische ideeën van hun tijd hadden aangebonden. Ook Péladan was symbolist en schrijver van : "l'art idéaliste et mystique."Wij lazen al zijn boeken. Eugeen Yoors is een van zijn trouwste volgelingen gebleven. Ook de Fee is een volgeling van Péladan geworden en van die invloed is er in ons leven altijd iets gebleven.
Péladan In 1882 verhuist Péladan van Nismes naar Parijs.Hij is dan vierentwintig jaar oud en heeft het vaste voornemen een schrijver van naam te worden. Balzac is zijn grote voorbeeld. Twee jaar eerder is hij aan een reis door Italië begonnen; een reis die tot 1881 heeft geduurd om daar de kunst van de oudheid en van de Renaissance te bestuderen. Ook als criticus wil hij naam maken. Over de kwaliteit van zijn werk wordt verschillend gedacht. De omvang ervan is zonder twijfel zeer indrukwekkend. Zijn romancyclus "La décadence latine" telt twintig delen. De kritieken en studies op het gebied van de beeldende kunst, waarvan het merendeel verzameld is onder de titel "la décadence esthétique" beslaat meer dan vijfentwintig banden. Daarnaast heeft hij een grote hoeveelheid boeken en artikels over allerlei onderwerpen gepubliceerd alsmede een aantal toneelstukken. Op een gegeven moment heeft Péladan zichzelf onfeilbaar verklaard in esthetische zaken. Hij schijnt hiertoe gekomen te zijn omdat de pauselijke onfeilbaarheid in 1870 zo'n diepe indruk op hem had gemaakt...
Frans Mertens: Felix Timmermans als illustrator van zijn letterkundig werk De prentjes die Felix Timmermans maakt voor zijn Boeken,zijn zodanig zomaar raak zoals alle eenvoudige dingen raak zijn die waar, goed en schoon zijn en waaraan de mensen de treiterachige naam van kunst gegeven hebben. Wie het illustraties werk Van Timmermans nader beschouwt zal het dadelijk opvallen hoe sommige plaatjes een vinnig accent op het geuren leggen en hoe zij bepaalde toneeltjes scherp karakteriseren. Hoe tekenend weet hij b.v. in het 12de kapittel van De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaard het lamenterend, opdringerig lawaai van het verliederlijkt kermis- en processievolkje uit te beelden door een eenvoudig plaatje waarin alleen de tronie van een bedelende blinde blèter ligt uitgetekendAndere prentjes door hun rake lijnen concretiseren de stemming, verduidelijken de atmosfeer die zweeft tussen de bezielende geest van het vertelsel en het zakelijk woord waarin het gevat zit. Hoe typisch illustreert hij in het hoofdstuk "God blaast op den hoorn" uit De Harp van Sint Franciscus het beklemmend zielewee dat Franciscus roepen doet : "Mijn heer en mijn God. Gij hebt mij gekwetst met uw licht, en toch loop ik in den donkeren. Waar zijt gij nadat gij mij geschoten hebt!"
Bij dit dramatisch moment tekent hij een sober plaatje waarop een feestelijke boogschutter staat, die scherp mikt naar een punt buiten het plaatje. Dat die schutter raak schiet en diep kwetst laat geen twijfel. Maar op dit prentje staat ook een vliegend vogeltje dat dezelfde richting uitgaat als de pijl. Het laat vermoeden dat, na het kwetsend schot, Gods vreugdeboodschap komt. Dit vogeltje geeft aan deze tekening een zeer subtiele noot. Van het geheel gaat een geheimzinnige kracht uit die aan het verhalend woord een onzegbare mystieke groeikracht geeft.
Weer ander tekeningen zijn zo verrassend van visie dat wij ons bij het lezen even ophouden… Want af en toe tekent Timmermans van die tussentekstplaatjes of sluitvignetten die ons toeroepen: "Halt! Opnieuw! ge hebt niet goed gelezen en begrepen! Deze prentjes maken ons duidelijk hoe heel anders, hoe inniger, hoe subtieler of hoe eenvoudiger de sfeer is die het woord oproept dan wij aanvankelijk meenden.
Timmermans' prenten zijn een veilige gids voor het lezen zijner boeken. Als wij hen, in verband met de tekst, aldus ontleden, stellen wij verheugend vast dat zijn arbeid wel degelijk boekverluchting is. De prent is in functie van de tekst in zoverre zij bindelement is om de ontroering die het woord verwekt en de verbeelding van de lezer harmonisch te binden. Dat is illustreren! Zo kunnen er velen het niet.
Ik ben Mon Van den heuvel
Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.