Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    20-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020


    Tonet herschept werkelijkheid tot sprookje.

    Uit de Gazet van Antwerpen van 2/5/1986  -  door Erik Verstraete.

    Wie Felix Timmermans' zeer aparte, ongekunstelde tekeningen en schilderijen kent, met hun neiging naar het naïeve, en de bekoorlijke, sprookjesachtige sfeer die ze uitstralen, kan niet verwonderd zijn dat twee van zijn kinderen in de ban geraakten van die kunst en zelf begonnen te schilderen. Wij praatten met Antonia (Tonet), in Oostende.
    Deze jongste dochter van de Fé, zopas zestig geworden, woont in hetzelfde huis als haar oudste zuster Lia aan de Jozef II-straat te Oostende Zij is gehuwd met de Zuidafrikaan Engelbert Meyer. Tegenover haar blonde zus vertoont zij meer de fysionomie van haar vader zwart haar, donkere ogen en rond gelaat. Haar expressie ademt een weemoedige introvertie, zo komt ons voor, een ingekeerdheid die we bij haar papa terugvinden, uit.

    In de nacht van 23 op 24 januari 1947, om 1h15, is Felix Timmermans zachtjes die andere wereld binnengestapt, waarnaar, hij zo benieuwd was. ’s Avonds rond 20 uur kreeg hij nog een zware hartaanval en zijn dochter Clara en Tonet bleven bij hem waken. Over die laatste ogenblikken vertelt Tonet ons « Ik was toen nog alleen bij hem. Hij wat heel rustig, maar snakte ineens enkele keren eigenaardig naar adem. Ik ging naar hem en schudde zijn hoofdkussen nog wat op. Toen ik zijn hoofd in mijn arm nam, viel het opzij.

    Mijn vader was overleden. Hij is heel kalm gestorven, zonder enige doodsstrijd. Hij heeft ook niets meer gezegd».
    In brieven aan Ernest Claes, Richard De Wachter en Staf Weyts schreef hij in die koude januari 1947: «Ik wacht naar de lente en de zon » « Toch had hij het niet zo moeilijk om te sterven. Hij had zich met de dood verzoend en met de overgang naar de eeuwigheid, wat blijkt uit de Adagio-gedichten. Maar hij was ook graag blijven leven », zegt Tonet.

    Schilderen
    Schilderen, tekenen, boeken verluchten met zijn kleine, unieke vignetjes was voor de Fé een van de grootste genoegens vanzijn leven. Het was eerder een ontspanning, terwijl schrijven meer een opdracht was, een levenstaak, waaraan hij toch ook altijd vreugde beleefde. Timmermans' grote voorbeelden waren vooral Pieter Brueghel. De Prerafaëlieten als Fra Angelico, Giotto en de Vlaamse Primitieven : Van Eyck, Memling, Melchior Broederlam. Hij bewonderde ademloos en steeds opnieuw hun eenvoud, grootsheid en hun kleuren.
    Kunstbroeders steunde en stimuleerde hij altijd met alle kracht en veel goede raad: o.m. de Lierse tekenaar Fred Bogaerts en zijn goede vriend Oscar Van Rompay. Toen zijn dochter Tonet begon te schilderen, was dat voor Felix Timmermans een groot plezier. Hij was er fier om en liet al haar gekleurde tekeningen, gouaches en pastellen rondom hem in de kamer tegen de muren spelden. Hij lag toen meestal in bed wegens zijn hartziekte.
    Over het ontstaan, de groei van haar kunst zegt Tonet: « Als kinderen hebben wij allemaal veel getekend. Vader prees mijn mooie kleuren en zei wel eens : Kom ik zal tekenen, gij moogt kleuren. Maar hij duwde me niet naar dat schilderen. "Als er iets inzit, zal het er wel uitkomen", zei hij. Nu zou mijn vader zeker heel blij zijn met mijn schilderijtjes.
    Hijzelf schilderde héél, héél graag en hij had er ook niet de minste moeite mee, terwijl hij aan zijn boeken soms moest zwoegen en herwerken.
    «Het was allemaal zeer spontaan, niet direkt bedoeld om naar buiten te treden, hoewel hij geregeld boeken van vrienden-schrijvers illustreerde, zoals die van Ernest Claes. Ik weet enkel dat mijn vader eens tentoongesteld heeft bij het uitbreken van de oorlog en een keer tijdens de oorlog. Toen werden zijn twee geëxposeerde werkjes nog gestolen ook! »

    Realiteit
    Tonet bewondert het schilderwerk en de tekenkunst van haar vader « ïk hou veel van enkele grotere schilderijen van hem, zoals die "Drie Koningen", maar zijn boekvignetten vind ik geniaal ».
    Spontaan, voor haar plezier, schildert Tonet Timmermans, zoals vader. Zij  heeft echter geen akademie gevolgd zoals hij, wel een jaar lessen in het Terkamerenbos bij Brussel en in de schilderschool van Oscar Van Rompay in «'t Soete Naemken» op het Lierse begijnhof. « Ik heb dan rustig, op mijn eigen voortgedaan ».
    Haar schilderijen, samen reeds een aanzienlijk oeuvre, zijn fantazierijke, sprookjesachtige vertellingen van gebeurtenissen uit haar leven en dat van haar gezin en familie.
    Verrassend mooi, verfijnd getekend, fris van kleuren : naïeve kunst in de edele betekenis van het woord. Er zijn pareltjes van landschappen bij, in Vlaanderen en Zuid-Afrika en uiteraard Lierse hoekjes. Zoals haar vader heeft Tonet de realiteit herschapen tot een schone, zuivere droom, eenvoudig, helder, warm. Het doet goed die paneeltjes te bekijken, als tegengif tegen de ellende en de waanzin van de «hedendaagse kunst»...
    Toch heeft zij een eigen stijl en beeldende taal geschapen : nog meer verdroomd, feeëriek en ook voor deze lijd bestemd. Een terugkeer naar de eenvoud en de mildheid. Zachter en vrouwelijker is deze kunst ook. Naast sprookjesachtige tafereeltjes heeft Tonet prachtige, aristokratische portretten geschilderd, van haar moeder, Marieke Timmermans, haar zusters, haar kinderen. Toen zij haar papa vroeg of zij ook hém eens mocht portretteren: «Misschien later eens», was het antwoord. Die droom is niet in vervulling gegaan. Toch wil Tonet vader nog eens schilderen in zijn atelier, met al dat frisse groen, wit en paars.
    Bij die lieve wereld van haar schilderijen past de kinderlijk-blije sfeer van « Minneke Poes », Felix Timmermans' dagboekje van hun heerlijke zomervakantie in het gelijknamige villaatje in de Kempen, in 1939, wellicht het gelukkigste jaar van zijn leven, juist voor de oorlog... 
    « Als ik dat boek opensla, ben ik weer dertien jaar en gaan we paddestoelen plukken in het bos. »

                                                

    Toen Tonet enige tijd geleden een viertal jaar in Londen verbleef, merkte zij hoe de (Engelse) Prerafaëlieten uit de 19de eeuw, Dante, Gabriél Rossetti, W.H. Hunt, Burne Jones e.a. weer sterk bewonderd worden. « Ikzelf hou niet zo sterk van die overweldigende symboliek, mijn vader wel. "Het Bedelmeisje" van Burne Jones hing hij met een duimspijker aan zijn deur. «Vader schilderde en tekende het liefst in de sfeer van Brueghel, maar hij kon dat op alle manieren, realistisch, romantisch en symbolisch. Ik schilder alleen op mijn manier».

    Die naïeve, sprookjesachtige stijl van Tonet Timmermans zal weldra weer ruim in de aandacht komen, als de nieuwe Antwerpse uitgeverij «Den Gulden Engel" o.m. de kadervertellingen van haar vader bij dit eeuwfeest op de markt brengt. Bij elk verhaal wordt een schilderijtje van Tonet afgedrukt, dat de geest ervan weergeeft. Ook verschijnt in hetzelfde fonds een boekje «Wandelingen door Lier» van Lia, met schilderijen van haar zuster. «Tekeningskes (schilderijkes) of vertelselkes », waarin niet alleen Felix, maar ook Tonet Timmermans, «heel haar hart heeft omgeschud».

    ******

    Tonet Timmermans: de Muze heeft een gelaat.
    Door Marcel Pira uit  -  Straal 7 Mei 1986 - NR. 9

    "Fee in een kleed van lente": een titelblad kan soms een raadsel oproepen. Vooral wanneer het geschilderd werd door Tonet Timmermans, de jongste dochter van Felix. De appel valt niet ver van de stam zodat het feeërieke van haar creatie in dit Timmermansjaar reminiscenties oproept met de vaak sprookjesachtige levenssfeer waarin bepaalde figuren uit de boeken van Timmermans evolueren.
    Dan wordt Felix algauw fee, met een dubbele e. Want fee is vrouwelijk.

    Timmermans was een schrijver, verteller, schilder en vader bovenal. In de archiefstukken staan een aantal vertellingen vermeld onder de titel "Op vaders knie." Deze vertellingen zijn de bundeling van verhalen die de wereldberoemde Vlaamse auteur neerschreef voor zijn kinderen. De kleurrijke taal en de sprankelende fantasie die het hele werk van Timmermans kenmerken, zijn ook hier te vinden. De vertelsels worden nu uitgegeven in 3 delen, door de kersverse "Uitgeverij Den Gulden Engel" te Wommelgem. Per deel zijn telkens 6 vertellingen voorzien Tonet Timmermans maakte speciaal voor deze uitgave een schildenrij per verhaal.
    Deel I bevat volgende verhalen Perlamoena, De Goede Helpers, De Juwelendiefstal, De Uil, Jef Soldaat en Prinses Orianda. Deze laatste troont op de voorpagina van ons blad. Tonet Timmermans geeft hiermee de Muze een gelaat.

    BEGAAFD
    De vier kinderen van het echtpaar Timmermans uit Lier zijn allemaal erg creatief De oudste twee, Cecilia (Lia) (65) en Clara (63), grijpen bestendig naar de pen en met succes. Antonia (Tonet) (60) en Gommaar (Got) (55) schilderen en tekenen. Got kwam onlangs bij de B R.T nog op antenne in het zondagvoormiddagprogramma ꞌKramiek'.
    Hij is een pittig causeur en een befaamd striptekenaar.
    Lia schrijft in naar boek "Mijn vader" heerlijke bladzijden over de relatie van Felix met zijn dochters.
    Over Tonet: "Als wij ziek waren, zat vader naast ons bed en hield onze hand in de zijne... Vader vertelde dan zoveel wij wilden, zo boeiend, dat wij ons ziek zijn en ons zeer erdoor vergaten.

                                               

    Om de anderen, die niet ziek waren, stil te houden, verzon hij van alles. Zo werd ons Tonetje, toen zij nog heel klein was, gevaarlijk ziek. Het was juist in de vakantie en wij maakten een leven van alle duivels.
    Dan bond vader ons elk een wit servet om het hoofd, plakte er een rood kruisje op, gesneden uit de capsule van een bourgognefles, en heel de vakantie speelden wij verpleegster en liepen, zo stil als muizen, heen en weer om moeder te helpen."En over het heengaan van haar vader dit sober relaas. "Alle gevaar scheen voorbij. Hij zegde zelf dat alles goed ging en iedereen maar moest gaan slapen.
    Clara bleef in de kamer op een sofa rusten maar Tonet wilde bij hem blijven zitten. Hij lag stil en scheen rustig te slapen. Even na middernacht wilde zij zijn hoofdkussen wat beter leggen, hij liet zijn hoofd op haar schouder rusten en was dood.''

    KLEUREN
    Tonet Timmermans wordt bekoord door kleuren. In haar tere benadering van de realiteit vinden die een aristocratische uitdrukking. Omstreeks haar vijftiende ervoer ze de drang tot tekenen en vond ze hiervoor bemoedigende steun bij haar vader. Ze volgde lessen in Ter Kameren bij Georges Minne.
    Aanvankelijk genoot het lijntekenen haar belangstelling. Zo werkte ze een tijdlang voor "Kuifje" waar ze haar talent omzette in stripverhalen. Liefst schildert ze met olieverf en acryl. Etsen blijft vooralsnog een droom.
    Haar produktie wordt gekenmerkt door regelmaat en finesse. Het detail staat een massale produktie in de weg. Tentoonstellingen in Lier en Amersfoort kwamen er onder druk van de vriendenkring.
    Bescheidenheid siert haar kunstenaarsleven.

    TERAPIE
    Tonet Meyer-Timmermans verloor zeer vroeg haar echtgenoot tijdens een verkeersongeval. Hun drie kinderen blijven haar inspireren. Haar oudste zoon is een notoir wapengraveur in New York.
    De oudste dochter is psychiater, de jongste kleuteronderwijzeres.
    De levenstragiek krijgt geen toegang tot haar levensblij palet. "Ik kreeg veel échte beproevingen Ik voel geen behoefte om daarrond fantasie te kweken.
    Wel integendeel. Tekenen en schilderen hielpen me mijn moeilijkheden overwinnen.
    Ze vertegenwoordigen een waarborg voor mijn gemoedsrust.

    Felix Timmermans met zijn dochter Tonet

    ************

    20-04-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens

    1886 – Felix Timmermans - 1986
    Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst !

    Door Al. Slendsens uit De Volksbode Borsbeek en Wommelgem van 28/06/1986

    Op 5 juli is het precies 100 jaar geleden dat Felix Timmermans in Lier geboren werd. In de Pallieterstad worden al van in april allerlei manifestaties georganiseerd n.a.v. de 100ste verjaardag van Timmermans, die door Albert Westerlinck terecht «een briljant vertegenwoordiger van de volkskunst» genoemd werd. Zijn kunst is «spontaan als het spel van een kind».
    De hulde komt in feite 39 jaar te laat. Toen Timmermans einde januari op het kerkhof van Kloosterheide begraven werd, gebeurde dat op die ijzige wintermorgen in de grootste onverschilligheid en afwezigheid van prominenten. Ook Timmermans was één van de onverdiende slachtoffers van de repressie. Later, te laat, heeft men ingezien fout te zijn geweest. Voor Felix Timmermans niet alleen. Daar waren ook Ernest Claes, Jef Van Hoof, Armand Preud'homme, e.a.

    In de school was Timmermans geen goede leerling en voor opstel behaalde de knaap minder punten dan voor turnen.
    De meester maakte zich zorgen over zijn leerling. Maar geen enkel Lierenaar heeft later zijn stad zo vol romantiek beschreven als deze slechte leerling. Zijn boek «Pieter Breughel» heeft, wellicht omwille van het onderwerp, het rekordaantal van veertien vertalingen behaald. 
    Vandaag is het literaire werk van Timmermans een beetje vergeten omwille van het dialektisch taalgebruik. Maar tussen de twee wereldoorlogen in was hij, samen met Ernest Claes, één van de populairste Vlaamse schrijvers. Als graficus wist hij zijn boeken met eenvoudige en toch sprekende tekeningen te verluchten.

    Timmermans heeft zijn liefde voor zijn geboortestadje uitgezongen in de lyrische evokatie «Schoon Lier». Maar ook in tal van andere werken slaagde hij er in lokale motieven te verwerken. Ofwel zocht hij inspiratie in de onmiddellijke omgeving, met in de allereerste plaats het Netedal.
    Vader Timmermans was geen schrijver maar een goed verteller. In de huiskring bracht hij vooral kerstverhalen, wat de kleine Felix sterk heeft aangesproken. Als «slechte leerling» belandde hij in de kanthandel van zijn ouders. Omdat hij toen al enige aanleg vertoonde voor tekenen, mocht Felix bloem motieven ontwerpen op de in die tijd befaamde Lierse kant.
    Nochtans riskeerde hij zich reeds aan wat gedichtjes, die werden gepubliceerd in een Liers weekblad. 
    Dank zij kunstschilder Raymond de la Haye geraakte Timmermans op het goede spoor. Ondanks een ernstige ziekte op 21 jarige leeftijd, zette hij zich volop aan het schrijven. Zo groeide Timmermans uit tot één van de grootste figuren van Lier. Zijn naam prijkt naast een Van Boeckel, Zimmer en Opsomer.

    Te biechte gaan.
    «Pallieter» was het eerste werk van Felix Timmermans. Het boek werd tijdens wereldoorlog I in afleveringen gepubliceerd in het tijdschrift «De Nieuwe Gids». Eigenaardig genoeg kende dit werk eerst in Nederland enige belangstelling.
    Pas daarna ging Vlaanderen aandacht aan Pallieter schenken.
    Maar het boek zorgde er voor dat Timmermans van dan af van zijn pen kon gaan leven. Hij zou verhalen gaan schrijven over de meest uiteenlopende onderwerpen. Bovendien verdiende hij een aardig centje bij met lezingen in het buitenland : Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland.
    Wanneer Timmermans met de trein op weg was voor een lezing, zette hij zich op losse velletjes aan 't tekenen.
    Zo maar. De tekeningen kwamen niettemin steeds van pas.
    Het schrijven beschouwde hij als zijn werk, het tekenen als een hobby. 
    Timmermans drukte het op zijn sappige wijze uit als volgt: «Schrijven is te biechte gaan, tekenen is te kommunie gaan». Timermans verluchtte bijna al zijn werken zelf.

    Timmermans was ook een natuurliefhebber.
    «Voor mij is heel de natuur een kleed, waarmee God zich om gordt». (De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaerdt).
    De publikatie van «Boerenpsalm» was een literaire verrassing. Hier kwam een rijpe auteur aan het woord, die in een gebalde, onversierde taal boer Wortel in de ik-vorm zijn gevecht tegen de natuurelementen, familiale tegenslagen en zijn eigen zwakheden liet vertellen. 
    Felix Timmermans bezat de fantasie om bepaalde verhalen in de Kempen te laten afspelen. Het feit dat de familie in 1939 voor enkele maanden de bungalow «Minneke Poes» aan de Dennenlaan in Grobbendonk huurde, was hieraan niet vreemd.
    Die enkele maanden zijn Timmermans bijgebleven.
    Dochter Lia schreef hierover: «Als de brem in bloei stond, verhuisden wij naar het stille dorp. Onze pa was een en al opgetogen. Het was er kalm en rustig en zo echt iets voor ons. Van in de vroege morgen was vader al aan het ronddrentelen in het bos ernevens of op de heide. Elke dag bracht iets nieuw, en hij was er altijd op uit ons iets schoons te laten zien of horen in de natuur, om ons blij te maken».
    De familie Timmermans trok vaak op wandel in Grobbendonk. Dan bespeelde Felix soms een ocarina of een mondharmonica. Af en toe ging zijn verlangen om alleen te zijn in de «pluimige stilte».
    Lia: «Ik geloof dat 1939 voor onze pa een van de gelukkigste jaren van zijn leven was».
    In 1943 verscheen het boek «Minneke Poes» naar de naam van de Grobbendonkse bungalow.

    «Liers begijnhof»
    «Het begijnhof  is d' amandelboon van Lier. En om de smaak en de reuk  goed te bewaren, ligt ze wat bezijds onder de frisse gordijn der begijnenvest tegen de Nete, vlak in de waai der velden, maar omsloten en bewaakt met klimop bewassen muren en zwaargegrendelde poorten». ( Felix Timmermans in « Schoon Lier »).
    Felix Timmermans heeft de sfeer van het Liers begijnhof ondergaan toen de beslotenheid en de stilte nog niet doorbroken werden. Toen de poorten op sluitingsuur dicht gingen en het witte linnen nog gebleekt werd op het groene gras van de begijnenbeemd.
    Toen de kleurrijke processie nog door de smalle straten trok en er nog voldoende begijntjes waren om het beeld van de H. Begga te dragen. Timmermans was jong toen hij voor het eerst de rust, de stilte en de romantiek van het begijnhof zocht. Hier deed hij aan spiritisme en studentikoze grappigheid tot verwondering en ergernis van de begijnhofbewoners.
    In de periode tussen de twee wereldoorlogen in heeft hij er tweemaal een werkkamer gehuurd, eerst in nr. 4 van de Grachtkant en later, rond de jaren veertig, aan de achterkant van het huis nr. 11 van de Margaretastraat.

    In al die jaren heeft hij er vele artiesten ontmoet en aan het werk gezien.
    Het Liers begijnhof is voor Timmermans een inspiratiebron geweest.
    Eén van zijn laatste novellen «De zeer schone uren van juffrouw Symforosa, begijntje», is een parel van begijnhofstemming en Piëteit. 
    Ook zijn Pallieter ademt helemaal de begijnhofsfeer.Pallieter is immers een buurman van het hof en zijn huis «De Reynaert» staat vlak naast de begijnenvest. De pastoor is zijn vriend en zelfs als het hof gesloten is, vaart Pallieter met zijn schuit door een vlietje (dat Timmermans in het Hemdsmouwke laat vloeien) tot bij de pastorie.
    Pallieter beleeft ook met vreugde en ontroering de feestelijke gebeurtenis van de begijnhofprocessie.

    Timmermans tekende tientallen tekeningen en schilderwerken «als liefdesbriefjes aan het begijnhof».
    Voor de uitgeverij «De Sikkel» tekende hij in 1928 een begijnhofkalender, die gedeeltelijk door de Lierse uitgeverij «Van In» opnieuw werd uitgegeven in 1968.
    Pastoor Biermans, een aristokraat, kon wonderwel met Felix Timmermans opschieten. De pastoor, die statig en stijf als een grenspaal het terrein en de rechten van het begijnhof afbakende en beschermde, beschouwde Timmermans als een «interessante vriend», met wie hij op hoffelijke manier van mening kon verschillen.
    Felix Timmermans bezat een rijke fantasie, die in zijn verhalen tot uiting kwamen en «kleur» gaven aan zijn proza. Boer Wortel (Boerenpsalm) is altijd blij wanneer hij uit Geel weg is. Zijn broer is er ter verpleging.
    «Het krioelt er van zotten, de ene is O.L. Vrouwtje, de andere doet altijd tuf tuf lijk een trein, die weer denkt dat hij Napoleon is. Als ik daar lang moest blijven is er kans dat ik ook begon te spelen».

    Timmermans laat Pieter Breughel met zijn vriend Hans Franckert vanuit Antwerpen naar de kermis in St-Job trekken, om er, als boeren verkleed, mee te slampampen. Ze vierden er allebei een trouwfeest mee in het Kempense Halle. «Ze gingen verder, met de belofte, in elke herberg die ze tegen kwamen 'nen pot te drinken ter ere van de pier van Magerhal; want het is daar zo schraal en droog, dat ze de enigste pier die ze er ooit vonden, met een ketting aan 't gemeentehuis hebben vastgelegd als een natuurwonder».
    Biezonder fantasierijk gaat Timmermans te werk in zijn boek «Het Kindeken Jezus in Vlaanderen».
    Hij laat Maria langs de Netedijk naar haar nicht Elisabeth in Grobbendonk stappen, om de blijde boodschap te melden. Jozef is een timmerman uit de Kempen en Maria komt uit het Land van Ryen. In Bethlehem staat het volk « getroppeld rond een liedjeszanger, die met een doedelzakspeler aan zijn zijde, de moord op de pastoor van Nijlen bezong ».

    Na de vlucht keerden María en Jozef met het Kindeke «langs de Kempen» terug naar Nazareth. Timmermans beschrijft de streek : «De landschappen en de wegen verwisselden weinig van aangezicht, 't Was steeds een eentonige verscheidenheid van gulden geneverstruiken, verre vlakten heidepurper, verrassingen van blonde duinen en overal de donkerheid der masteboomen, met soms aan de laaihete weg een armzalig hutteke met open staldeur, waaruit 't beslijkte achterste van een mager, steertslagend koeitje».

    ********

    19-04-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez

    De goede Fee op zoek naar de kern.

    Door Gaston Durnez uit De Standaard - 1985

    MECHELEN — Felix Timmermans blijft een van onze populairste schrijvers. Dat blijkt uit de herdrukken die geregeld van de pers komen, uit de bibliofiele vlijt waarmee velen zijn werk verzamelen, uit de talrijke opvoeringen van sommige toneelstukken, uit de literair-toeristische belangstelling voor zijn "land van herkomst" en niet het minst voor het "Felix Timmermans Genootschap" dat sinds dit jaar meer dan vierhonderd leden telt, meer dan er ooit zijn geweest. De vriendschap, ja, de liefde die velen in Vlaanderen en daar buiten "de goede Fee" blijven toedragen, zal volgend jaar ongetwijfeld nog meer tot uiting komen, als men zijn honderdste geboortedag zal vieren.

               

    Des te vreemder is het, dat Timmermans nog altijd lijdt onder een zeer onvolledig beeld van hem dat leeft bij ons publiek. Nog altijd gaat hij bij velen door voor een pallieterachtige, bruegeliaanse, zinnelijke levensgenieter, voor een Brabantse kermisvogel. Net als Ernest Claes wordt hij eenzijdig gedoodverfd als een plezierig verteller zonder diepte, niet veel meer dan een brave heimatschrijver. Men vergeet dan dat Timmermans ook met levens en geloofsproblemen heeft geworsteld (zie zijn ꞌSchemeringen van de dood', die aan een herwaardering toe zijn), dat hij fijnzinnige dingen heeft geschreven als ꞌDe schone uren van juffrouw Symforosa'.
    Men verwaarloost dan voor het gemak de realistische auteur van "Boerenpsalm". En men schuift de mystieke dichter van "Adagio" opzij… Een van de mensen die zich de jongste jaren bijzonder hebben ingespannen om de Timmermans-gemeenplaatsen te doorbreken, is Herman Mertens die in het jaarboek van het F.T. Genootschap enkele opgemerkte opstellen over godsdienst en geloof in het werk van de auteur heeft gepubliceerd, opstellen waarin een diepe, zoekende, kritische en tegelijk zeer vrome ziel wordt belicht. Timmermans was niet zomaar een kleur- en beeldrijke verteller, hij was ook en vooral iemand die naar "de kern van alle dingen" zocht en die uiteindelijk, in alle stilte, op weg was naar die kern.
    Herman Mertens (57) is een uit Klein-Brabant afkomstige theoloog die zijn doctorstitel haalde aan de Gregoriana in Rome en als gewoon hoogleraar verbonden is aan de Katholieke Universiteit Leuven. In de faculteit theologie is hij voorzitter van de afdeling dogmatiek. Zijn vrienden kennen hem tevens als een groot liefhebber, van literatuur, en niet alleen omdat deze literatuur een interessante "vindplaats" kan zijn voor de theologie.
    "Ik gebruik inderdaad graag literaire werken", zegt hij, maar dat betekent niet dat ik de literatuur wil zien als de dienstmaagd van de theologie!
    Als het daarover gaat, citeer ik mijn betreurde vriend Albert Westerlinck die schreef: 'Literatuur, kunst, is niet zijn evenmens willen overtuigen, hem aanzetten tot revolutie of hem in de kerk willen brengen.'

    Beminnen is alles
    "Wat ik in mijn jeugd in Timmermans bewonderde en waardeerde", vertelt professor Mertens, "was zijn plastisch uitbeeldingsvermogen, zijn kleurrijk schilderspalet, zijn rake, volkse, humoristische gezegden, zijn franciscaanse spiritualiteit. Hij is altijd een van mijn lievelingsauteurs geweest Nu ik hem het jongste decennium meer systematisch ben gaan lezen en bestuderen, ben ik ook getroffen door de ernst van zijn levensboodschap, die uiteraard niet overal op dezelfde manier en in dezelfde mate aan bod komt.
    Anderdeels stoor ik mij nu meer dan vroeger aan bepaalde stijlslordigheden en aan de gebrekkige structuur van sommige romans. Ook het gebrek aan dieptepsychologische beschrijving van sommige romanfiguren ervaar ik nu meer dan vroeger als een manco".

    Hoe ziet u Felix Timmermans als gelovige?
    "Hij is natuurlijk allerminst een theoloog, laat staan een zedenprediker, een stichtelijk godsdienstdidacticus! Hij is een gelovige voor wie geloven een vorm van leven (en van loven) is. Graag maak ik hierbij onderscheid tussen religie, vroomheid en geloof. De religieuze Timmermans leest en interpreteert de werkelijkheid van mensen (geschiedenis) en dingen (natuur) waarmee hij verbonden is op zulke intense en diepe wijze dat hij zijn (sociale en kosmische) gebondenheden beaamt. Een voorbeeld daarvan vind je als Pallieter in extase is in het bos bij nacht, onder de blinkende sterrenhemel. Een ander voorbeeld is Boer Wortel uit 'Boerenpsalm', verknocht aan veld en kroost. Of Franciscus en de natuurmystiek. En vanzelfsprekend de hele Adagio-bundel, vooral dan de herfst- en nachtgedichten.
    Velen zullen hem toch op de eerste plaats een volkse bedevaartganger noemen...
    "Dat is hij ook geweest. De vrome, devote Felix, de rozenkransbiddende Mariavereerder, de man van volksdevoties, de vriend van paters en pastoors. Maar er is ook en vooral de kristen die het evangelie van Jezus Kristus (met de Liefde als hoogste wet en de Eenvoud als de voorwaarde voor die liefde) onvoorwaardelijk aanvaardt…en zich hierbij toch kritische vragen stelt Symforosa beleeft haar mooiste uur als zij Martienus in het klooster gelukkig ziet. Getroffen door het levensoffer van Leontientje wordt zowel pastoor Serneels "bekeerd" tot het evangelische geloof als de geus Isidoor. Suskewiet 'verlicht' door de genade, op het moment dat hij de driekoningenbuit aan de arme mensen uit de foorwagen weggeeft weet dat aan God geven betekent aan de anderen geven. Geloof is geloof in de kern, in de Voorzienigheid (Boer Wortel, Hernat), in de Schepping (Pallieter, zie ook de laatste bladzijde in 'Adriaan Brouwer).

    Wijst u dan het beeld van de naïeve Timmermans af, zoals men hem vaak heeft gezien?
    "Nee. Vanuit zijn werk komt hij mij voor als een in vrome man, die een kinderlijk geloof koestert, op het naïeve af. Maar anderdeels dit geloof voortdurend kritisch aftast Niet dat hij de franjes van het volksgeloof misprijst of met een door geredeneer verlicht geloof wil opschieten. Maar eerlijkheid vóór alles, geen pose. geen komedie, geen gecommercialiseerde godsdienst Als hij, op terugreis uit Italië, in Lourdes komt, ergert hij zich daar aan al die verkopers die met het heilige handel drijven, maar wat verder wordt hij diep getroffen door 'de mensheid in al haar ellende van het lichaam en in al haar liefde van de ziel'.
    In "De Harp van Sint Franciscus" predikt de Poverello: 'De kern van het leven is liefde. Beminnen, dat is alles. Och iedereen kan een keerske dragen in de processie, dat is niets; het enige is: altijd verheugd zijn met wat we uit Gods handen krijgen. Dat is liefde.
    Tussen het kerkelijk-dogmatisch levensvreemd geloof van pastoor Serneels (in "De Pastoor in de Bloeiende Wijngaard") en het zoekende, eerlijke, schone ongeloof van de humanist Isidoor staat het geloof van Leontientje, niet omdat het onkritisch is, wel omdat het 'zuiver' is, want zonder bijbedoelingen, en offervaardig."

    Heeft Timmermans zijn geloof "geschoold"?
    "La foi du charbonnier was voor hem geenszins het ideaal Hij was te veel 'zoeker' om er vrede mee te nemen, te veel 'onrustig' hart, te eerlijk en te kritisch. Daarom heeft hij Augustinus, Ruysbroec, Thomas à Kempis, Theresia van Avilla, de Bijbel gelezen. En vaak "stillekes gebeden". Natuurlijk interpreteerde hij de Bijbel historiserend en fundamentalistisch, maar hij zocht de kern van de boodschap. Van dit levenslange, eerlijke zoeken, is 'Adagio' de rijpe en schone vrucht. Zonder de heilige tradities te verloochenen, kon Felix Timmermans de vertrouwde geloofspraktijken en kerkelijke devoties voldoende relativeren. Hij kon onderscheid maken tussen vroomheid en geloof, al riepen deze elkaar op en werden zij in één adem beleefd."

    U spreekt ergens over "la deuxième naïveté"
    "Dat is een woord van Paul Ricoeur dat ik op Timmermans durf toepassen. Zijn geloof was kinderlijk en eenvoudig, maar beproefd, getest. Volks geloven en kritisch nadenken zijn hoegenaamd niet in tegenspraak met elkaar". "Uitgerekend omdat hij als gelovige zo naar de kern zocht, blijft Timmermans actueel als religieus schrijver", meent Herman Mertens.
    "Hij zou zelf duchtig hebben gelachen, mocht men hem theologische bedoelingen hebben toegeschreven.
    Iedere vakkundige exegese was hem vreemd. En toch spreek ik met Kerstmis graag vanuit de 'Driekoningentryptiek' en 'Het Kindeke Jezus in Vlaanderen'. Geseculariseerde vertaling van de christelijke heilsboodschap moet men bij hem niet zoeken en toch kan de scheppingstheologie vandaag de dag nuttige en aangename inspiratie vinden in 'Pallieter', 'De Pastoor...', 'Boerenpsalm', 'Adriaan Brouwer', 'Adagio', 'De Harp… In zijn recente ecologische scheppings theologie schrijft Jürgen Moltmann: 'die ganze Schöpfung ist geistgewirkt'. Maar Timmermans heeft dat in 'De Harp… veel vroeger en veel kleurrijker gezegd: 'Alles is doorgoten van zijn Geest'. Ik zou nog andere gekruide voorbeelden kunnen citeren".

    Wat is in religieus opzicht het belangrijkste boek van Timmermans?
    "'Adagio", denk ik. "Omdat het een sublieme recapitulatie is van heel zijn schrijversleven. Westerlinck heeft er echter al op gewezen, dat je deze bundel niet los van het vorige oeuvre mag zien.
    De aanzetten tot 'Adagio' liggen inderdaad verspreid over de hele Timmermans-literatuur, van 'Schemeringen van de Dood' tot 'Adriaan Brouwers'. Daarom is het eigenlijk moeilijk met één titel te antwoorden op de vraag naar 'het' belangrijkste boek van FT als 'homo religiosus'. Moet ik 'Pallieter' noemen, denkend aan het scheppingsgeloof? En 'Boerenpsalmꞌ (schepping, zonde, kruis theologie)? In De Pastoor… komen het scheppingsgeloof, de geloofsgroei tot uiting. In 'De Harpꞌ is dat natuurlijk de franciscaanse spiritualiteit: liefde, natuurmystiek, soberheid.
    En dan is er het kinderlijke Jezusgeloof in 'Het Kindeke Jezus.' en de 'Driekoningentryptiek'. En het gerijpt Kristusgeloof en de Voorzienigheid in 'Boerenpsalm'… En wat te zeggen over 'Pieter Brueghel', waarin het kerkgeloof in conflict komt met de volksverbondenheid en de vrijheidsdrang van de halve geus?"

    In verband met Bruegel verwijst u ook altijd graag naar een „flamingantische dimensie"…
    "Ja, als ik voordrachten geef over Timmermans, lees ik altijd een bladzijde voor uit 'Brueghel',waar pater Edgardus Pieter waarschuwt tegen de Inkwisitie.
    'Wie tegen Spanje is, is tegen de kerk, dus…ꞌ Het antwoord van Pieter, 'Waarom dit dilemma?', had het antwoord van flaminganten kunnen zijn. Waarom altijd die pijnlijke keuze: of het volk, of de bisschoppen? Timmermans, zoals wij hem uit heel zijn oeuvre rieken, is voor mij het type van de cultuur flamingant van wie ik veel houd en waar ik trots op ben."
    Ter gelegenheid van de Boekenbeurs verschijnt het Jaarboek van het Felix Timmermans Genootschap, onder de titel "Leven in zijn Asem", een uitdrukking ontleend aan de marktpreek van Franciscus in "De Harp…"
    De bedoeling van samensteller Herman Mertens en van zijn collega’s is, de invloed van Timmermans' geloofshouding op diens literaire werk aantonen. Tot de medewerkers behoort Ignaas Dom, een 57-jarige priester, afkomstig uit Lier, die al een kwarteeuw pastoraal werk in Duitsland achter de rug heeft. Dom woont als pastoor in het Westduitse Niel, niet zover van Nijmegen, waar hij weldra zijn doctorale dissertatie voorlegt: een studie waarin hij de pastorale theologie toetst aan elementen uit het werk van zijn grote stadsgenoot. Zo worden nog voortdurend, aan divers se universiteiten aspecten van Timmermans bestudeerd.

    Bent u niet bang dat u op de auteur met dit alles een nieuw etiket plakt?
    "Geloof en literatuur zijn twee verschillende zaken en men bewijst een auteur eer noch een dienst door hem religieus te etiketteren. Het omgekeerde is eveneens waar: het atheïstische imago verhoogt de literaire waarden allerminst. De autonomie van de kunst en van het schone moet worden verdedigd, al hoeft men daarom nog niet te zweren bij het liberale princiep van l’art pour l’art.
    Toch is er een osmose tussen het esthetische en het religieuze, en vertonen literatuur en geloof soms raakvlakken. Spelen de levensbeschouwelijke inzichten van een kunstenaar niet vaak mee in de probleemstelling van zijn artistiek werk? Hebben de religieuze aanleg en de geloofsopties van een auteur geen invloed op zijn denken, voelen, smaken, kiezen, schrijven? Met het Jaarboek bedoelen wij deze invloed te peilen en aldus dieper inzicht te verwerven in de 'zielꞌ van de auteur en de 'geest' van zijn werk".
    "Als theoloog ben ik bijzonder geïnteresseerd in Felix Timmermans als 'religieus' auteur omdat hij een exponent is van zowel het toenmalig heersende culturele bewustzijn als de in zijn tijd en ruimte vigerende geloofsopvattingen. Literatuur kan een interessante vindplaats zijn voor de theologie. En zelfs meer.

    Een auteur als Timmermans heeft vele van zijn volks- en tijdgenoten 'opgevoed' in het authentieke geloof, al hoed ik er mij voor hem tot theoloog, katecheet of predikant te promoveren. Het was hem om literatuur en kunst te doen. Maar is 'De Ster' niet een stuk van ons volk geworden, de kristelijke kerstviering bij uitstek in Vlaanderen? Zijn sommige verzen van 'Adagio' geen gemeengoed van ons kristelijk volk?"
    Na de samenstelling van het Jaarboek heeft Herman Mertens nog een ander boek op zijn actief geplaatst. Binnenkort verschijnt bij de Standaard Uitgeverij in Antwerpen een nieuwe editie van het geliefde 'Adagio', waarin hij bij elk gedicht een meditatie heeft geschreven, vrucht van zijn jarenlange omgang met dit boek, als lezer en als predikant "Ik heb er mijn jongste grote vakantie aan besteed", vertelt hij.

    "Nooit heb ik, als schrijvende theoloog, zozeer de indruk gehad dat mijn schrijven bidden was"

    *******

    18-04-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries

    Felix Timmermans : Saluut bij een honderdste verjaardag.

    Door Marc Andries uit Topics van maart 1986.

    Dit jaar, op 5 juli om precies te zijn, zou Felix Timmermans 100 jaar geworden zijn. 
    Hij werd nauwelijks 60. Vermoeid, ontgoocheld stierf hij in 1947. De ongehoorde barbaarsheid van de naoorlogse repressie had al zijn levenslust gedoofd. Tussen de twee wereldoorlogen was Timmermans Vlaanderens grootste prozaschrijver geweest. Zijn populairste werk was Pallieter, zijn absolute meesterwerk Boerenpsalm. Zijn populariteit werd verering. Timmermans was een levende legende Het schrijvende idool van een heel volk. Het werd hem niet door iedereen gegund. Ook vandaag nog niet. Toch is hij een uitzonderlijk schrijver geweest. Een kind van zijn tijd, dat is waar, maar dat is iedereen.

    Ik was te jong om Felix Timmermans persoonlijk gekend te hebben
    Toch is er altijd al een speciale band geweest. En dat is zelfs in zekere mate in mijn eigen werk terug te vinden. Het barokke van vele van mijn verhalen gaat gepaard met bepaalde jeugdherinneringen en meteen ook met mijn eerste kontakten met het werk van Timmermans. Mijn jeugd speelde zich af in de toen nog zo goed als ongerepte Netevallei tussen Lier en Duffel, waar de wielewaal zijn nest bouwde. Ik zag er zó Pallieter te paard over de dijken draven. Later liep ik school op het Gummaruskollege te Lier, maar ik was meer op de dichtbegroeide vesten te vinden en in het mysterieuze begijnhof, waar ik nog meende Juffrouw Symforosa te herkennen.

    Vele jaren later kwam ik via mijn vader, die Timmermans wel persoonlijk gekend heeft, in het bezit van twee intacte echte Timmermanskalenders, helemaal door de schrijver zelf ontworpen, getekend en van teksten voorzien. Ik heb ze nog altijd.
    De ene is die van het jaar 1930, met prachtige ingekleurde landschapjes en naïeve symbolische tekeningetjes in het kalenderrooster De andere is die van 1932: een verhalen kalender met prachtige koppen van "Pier van Boekweitstro", "Mie Vogel-Petrol-Mie" e.a. Ik koester ze als relikwieën.
    Nog veel later, het moet omstreeks 1978 zijn geweest bezocht ik met een vriend het ondertussen beroemd geworden Welshe boekenstadje Hay-on-Wye. Binnenstappend in de eerste de beste boekhandel (van de tientallen) wilde ik even controleren of de reputatie van het stadje als internationale antiquariaatsmarkt wel terecht was. Ik richtte mij tot het eerste boekenrek, toevallig de letter T. En wat stond daar? Inderdaad, een prachtige eerste druk van Timmermans "De harp van Sint-Franciscus".
    Timmermans striked again! Ik leerde bovendien uit die uitgave van 1932 dat Pallieter uit 1916 op dat moment reeds aan zijn 16de druk toe was in de gewone uitgave en aan zijn tiende in de biezondere uitgave met tekeningen van Anton Pieck!

    Start als Tekenaar
    Felix Timmermans was de zoon van een kleine Lierse handelaar in kant, destijds nog een trots product van nijvere huisvlijt Toen hij in 1886 geboren werd, bevond Lier zich in een soort winterslaap, die het overigens nog tot de jaren '60 zou volhouden. Alleen de wekelijkse marktdag trok wat volk uit de omliggende gemeenten.
    Lier was niets anders dan een uitbreiding van zijn begijnhof een verstilde samenleving, rustend in de oksel van de samenvloeiing der beide Neten.
    Het moet zijn dat kleine Felix aan leren een broertje dood had. Na het lagere middelbare onderwijs zag hij het niet meer zitten. Hij wilde toen alleen nog maar schilder worden.
    Dus ging hij bij vader in de zaak en volgde 's avonds wat teken- en schilderlessen. Om zijn leerlingen toch maar te doen inzien dat ze zeker het voorbeeld van de beroemde schrijver niet moesten volgen, doch integendeel goed hun taal moesten leren, vertelde mijn leraar aan het college later minstens een keer per week het verhaal van Timmermans' grammaticale problemen.

    Dit verhaal wil dat Felix Timmermans zijn hele leven lang zijn manuscripten, vooraleer ze aan de uitgever te bezorgen, taalkundig op poten moest laten zetten. Het is duidelijk dat Felix Timmermans zijn eerste expressiemogelijkheid als tekenaar heeft gevonden.
    Alhoewel men er meteen bij moet zeggen dat tekenen en schrijven in zijn geval van een zeldzame eenheid getuigen. De tekenstift was voor hem in de eerste plaats wat het fototoestel voor Stijn Streuvels was: een middel om de realiteit te registreren en te archiveren voor later gebruik. Maar ze was ook meer dan dat; ze was complementair, m.a.w zijn plastische en zijn literaire werk vormde een onverbrekelijke eenheid.

             

    Een goede vriend van Timmermans, de Fee - zoals hij genoemd werd, was de schilder Fred Bogaerts.
    En ook hier kruist zich mijn pad met dat van de grote Lierenaar: ik zat namelijk bij ene onvergetelijke «Juffrouw Bertha» in de kleuterklas en die was de dochter van deze Fred Bogaerts. In mijn herinnering is zij een lieve, aantrekkelijke blonde, jonge vrouw. Soms denk ik dat ik een beetje verliefd op haar was en ik koester zelfs het heimelijke verlangen dat dit wederzijds was. 
    Met Fred Bogaerts deelde Timmermans een atelier, een der grotere huizen, meen ik mij te herinneren.
    Bogaerts moet een begaafd verteller zijn geweest en over de vriendschapsjaren met de Fee daar op het begijnhof heeft hij woeste verhalen de wereld ingestuurd. Niet minder of de Fee en hij waren in die tijd de schrik van de Lierse begijntjes.

    Tussen Leven en Dood
    Rond zijn 17de publiceerde Felix Timmermans zijn eerste teksten in een Liers weekblad. Het waren verzen en poëtische prozaschetsen. Nog in 1903 verscheen ook een bijdrage in Vlaamsche arbeid en Dietsche Warande en Belfort. Het duurde evenwel tot 1907 vooraleer er wat in boekvorm zou verschijnen.
    De dichtbundel Door de dagen word evenwel onder het pseudoniem Polleke van Mher gepubliceerd, alsof Timmermans aanvoelde dat dit werk zijn naam nog niet waardig was. Ondertussen was de jonge schrijver in spe in een diepe existentiële crisis terechtgekomen. De zo vrome jongeman begon zelfs aan zijn geloof te twijfelen en stortte zich in een exotisch en romantisch boeddhistisch avontuur.
    In 1910 werd hij bovendien ernstig ziek Na een heelkundige ingreep zweefde hij zelfs maanden tussen leven en dood.
    De vrees voor de dood bracht hem dichter bij het leven. Een sterke levenswil hield hem overeind.

    Dit explosieve levensoptimisme moest naar buiten en zette hem aan het schrijven van een roman die zijn credo zou zijn. In dit verhaal gaf hij gestalte aan de adamische, de paradijselijke mens, die zich verzette tegen elke schending van het natuurlijke om intens te genieten van het leven dat de aarde hem bood. Het werd de eerste echte vitalistische roman in de Nederlandse literatuur.
    Meteen ook een onverwoestbaar meesterwerk, dat naar zijn hoofdpersonage de titel Pallieter kreeg. Toen het boek, met eigen tekeningen van de auteur versierd, in 1916, in volle oorlogstijd dus, verscheen was Felix Timmermans meteen beroemd. Hij was ook een gelukkig man; niet alleen had hij zijn ziekte overwonnen en het boek van zijn leven geschreven, hij had ook de vrouw van zijn dromen gevonden, in de persoon van Marieke Janssens.

    In Tijdloos Lier
    Toch streek er ook een schaduw neer over het leven van de succesrijke jonge auteur. Timmermans was van jongs af aan een overtuigd Vlaams-nationalist. In 1918 werd hij van activisme beschuldigd. Om aan vervolging te ontsnappen, week hij uit naar Nederland. Achteraf zou blijken dat deze repressie nauwelijks wat voorstelde in vergelijking met wat de Tweede Wereldoorlog teweeg zou brengen.
    Reeds in 1920 keerde Timmermans terug naar Lier. 
    In 1921 werd hem voor de periode 1918-1921 de driejaarlijkse staatsprijs toegekend voor Het Kindeken Jezus in Vlaanderen en De zeer schoone uren van juffrouw Symforosa, begijntjen.
    Felix Timmermans was een romanticus in hart en nieren. Dit romantische karakter komt het sterkst tot uiting in Anne-Marie, terwijl er vaak ook een religieus element aan toe werd gevoegd, zoals in het onovertroffen verhaal De harp van Sint-Franciscus.

    Minder geweten is waarschijnlijk dat hij zijn grootste commerciële succes haalde met een biografie, nl. het omstreden boek over Pieter Bruegel, zoo heb ik u uit uwe werken geroken (1928). Hoe dan ook, Felix Timmermans, de jongen die nauwelijks onderwijs had genoten, werd de succesrijkste schrijver die Vlaanderen ooit had voortgebracht. Onmiddellijk reeds na zijn eigenlijke debuut met Pallieter, kon hij het zich permitteren uitsluitend van zijn pen te leven. Dat hij in de eerste plaats een verteller was, bracht ook mee dat hij een gevierd voordrachtgever was.
    Tot ver over de grenzen, Duitsland, Oostenrijk, Engeland, Denemarken, Zwitserland, Polen, Hongarije enz. liepen de zalen vol om de joviale, corpulente Lierenaar te horen.
    De stad Lier was in al zijn werken het belangrijkste personage. Het was echter een tijdloos Lier dat hij neerzette. Een stad die buiten de grenzen van de tijd de paradijselijke oorsprong van de mens een scène moest bezorgen.
    Timmermans maakte daarbij exuberant gebruik van zijn kleurrijke schilderspalet en bevolkte zijn wereld met ongecompliceerde personages, die hij regelrecht zonder remmen uit de fantastische verbeelding van zijn jonge jaren scheen op te delven.
    Tom Bouws schreef daar over in zijn boekje Vlaanderen, o welig huis (Heideland 1962): «Mannen als Veremans en Van Reeth behouden iets kinderlijks, maar het maakt hen niet kinderachtig, Timmermans zou die argeloosheid niet hebben kunnen schrijven.»

    Afscheid van het Leven
    Tussen de twee wereldoorlogen werkte Felix Timmermans als bezeten. Hij publiceerde bijna 20 romans en bovendien een aantal verhalenbundels en toneelwerken.
    Onder de bekendste De pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt (1924), een verhaal dat ontstond uit een soort weddenschap met Van Reeth en Veremans tijdens een wandeling op Goede Vrijdag, toen Timmermans geconfronteerd met een biezonder lichtfenomeen in de ochtendlucht, meende een soort openbaring te beleven.
    In 1935 verscheen Boerenpalm, een klinkend antwoord aan het adres van zijn critici die hem oppervlakkigheid en naïviteit verweten Een tweede meesterwerk, dat de autenticiteit van het talent van Felix Timmermans meer dan overtuigend bevestigde. De man die deze twee boeken schreef, wordt door Hubert Lampo gekarakteriseerd als «de grootste Vlaamse schrijver dezer eeuw».
    Wellicht heeft Timmermans in die jaren te veel van zijn gestel gevergd. In 1940 kreeg hij af te rekenen met een hartkwaal die in de loop van de oorlog steeds erger zou worden. Tijdens de bezetting haastten de Duitsers zich te profiteren van de enorme populariteit van Timmermans, zowel in Vlaanderen als in Duitsland zelf.

    In 1942 bedachten ze hem met de Rembrandt-prijs van de universiteit van Hamburg. En weer was Timmermans argeloos. Op 6 augustus 1944 werd Felix Timmerman; getroffen door een kransslagadertrombose. De dokters waren formeel ; hij moest elke inspanning en elke emotie vermijden.
    Maar bij de bevrijding in september 1944 kreeg hij het etiket collaborateur naar het hoofd geslingerd.
    Alleen zijn ziekte kon voorkomen dat hij gearresteerd werd. Geconfronteerd met deze verdachtmakingen, verloor hij definitief zijn kinderlijke argeloosheid. «Ik ben er zeker van dat hij alle lust om te leven verloor, toen de keiharde werkelijkheid hem van dat kostbare goed beroofde.» schrijft Bouws.
    Met de moed der wanhoop voltooide Timmermans op zijn sterfbed zijn oeuvre.

    Hij eindigde zijn Adriaan Brouwer (1948) met de hulp van zijn familie, het geromanceerde levensverhaal van de schilder, zoals die dat zelf op zijn sterfbed overschouwt. Een terugblik van Timmermans zelf op zijn eigen leven, in diezelfde omstandigheden, want hij wist dat hij zou sterven.

    Des te ontroerender is zijn afscheid met de verzenbundel Adagio, waarin hij zich oog in oog met de vergankelijkheid van het leven toevertrouwt aan Gods wil.

    ***************

    17-04-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken

    Een ministadje uit de voltooid verleden tijd
    Het Lierse Begijnhof inspireerde de schrijvers en schilders

    Door Frans Verstreken uit de Gazet van Antwerpen van 21/5/1978.

    «Laatst brachten mijne stappen mij naar het Begijnhof. Ik wilde de stille, eenzame plaats wederzien, waar een deel mijner jeugdige jaren verliepen, het schilderachtige huisje terugvinden, waar ik mijn eerste onderwijs ontving. Groot was de teleurstelling! Ik vond nog wel de oude Begijntjes weder, maar ꞌt oud Begijnhof, helaas, niet meer. De geest onzer eeuw richtte ook hier zijne verwoestingen aan. De koorts van afbraak en vernieling, de dolheid om alles te moderniseren, hadden het heilige oord niet gespaard.»

    In deze termen uitte Tony Bergmann een goede eeuw geleden zijn ontgoocheling over verbouwingen in het Lierse begijnhof, waar hij als knaapje lessen had gevolgd aan de Oordjesschool of het «établissement pour lꞌéducation des deux sexes» en er het oog sloeg op de lieve Bertha. Bergmann heeft met zijn nog steeds vlot leesbaar autobiografisch boek «Ernest Staas» de poorten van het begijnhof voor de literatuur opengezet.
    Anderzijds liet Felix Timmermans «Juffrouw Symforosa», het begijntje dat verliefd werd op de tuinier, er haar «zeer schone uren ». dromen. Dit sublieme literaire juweeltje vol poëzie en verstilde humor, en Bergmanns onvolprezen Ernest Staas zijn de twee pieken waartussen zich plejaden letterkundigen hebben bewogen.
    In «Pallieter» en in een paar andere verhalen van Timmermans duikt het begijnhof nog in de achtergrond op.
    De beroemde Lierse schrijver, die achtereenvolgens in verscheidene huizen op het hof een werkkamer huurde, had voordien een reeks «Begijnhofsproken» gepubliceerd, in samenwerking met Antoon Thiry, die het miniatuurstadje eveneens betrok in zijn bundel «Onder Sinte Gommarus' Wake».

    Een uitstekende vertegenwoordiger van de anekdotische vertelkunst was de jonggestorven Jozef Arras, wiens «Begijnensprookjes» door Timmermans werden verlucht.De ascetische auteur en jeugdbezieler Ernest van der Hallen, die door het Davidsfonds wordt herdacht naar aanleiding van de dertigste verj aring van zijn overlijden, hield lange tijd het piepkleine Ruusbroec - huisje aan de Hellestraat in huur. Daar schreef en vergaderde hij. Thans komen er dames samen, die er bij wijze van hobby aan het kantraam zitten om het oude Lierse kunstambacht in ere te houden.
    Evenmin werd het begijnhof vergeten door Frans Verschoren, die met veel zin voor humor het kleinsteedse leventje schetste. Ten slotte denk ik aan poëzie van de Lierenaars Ernest de Weert, Karel de Winter en Walter Mets. Renaat Veremans vond er o.m. inspiratie in de openbare kruisweg, en Frans Boogaerts komponeerde zijn romantische liederen op een begijnhofkamer.

    Naglans
    Waarin schuilt de charme van het begijnhof als inspiratie bron voor de kunst ? De aparte, ommuurde stadswijk verrast de bezoeker door haar nauwe steegjes, onverwachte hoekjes en doorkijken, binnenkoertjes, besloten tuintjes en boogpoortjes met liefelijke huisnamen.
    Men komt er onder de bekoring van de monumentale toegangspoort, de eigenaardige kalvarieberg en de openluchtkruisweg. De kerk met haar lantarentorentje rijst ietwat grootsprakerig op boven de neergehurkte huizen. Kunstenaars kunnen niet wegkijken van het steeds wisselende kleurenspel op de vaak grillige bouwsels, die als het ware organisch gegroeid lijken, zonder stedebouwkundige voorschriften.
    Ondanks zijn aantrekkelijke verscheidenheid in de details, vertoont dit eiland van stilte een grote eenheid. Daarom geniet het ook globale bescherming als stedelijk landschap.
    Precies zo'n dekor beantwoordde aan de verlangens der literaire en plastische stromingen van die dagen.

    Bovendien is het Lierse begijnhof begunstigd door zijn ligging: de Nete,de (thans verdwenen) beemd en de (gevelde) olmenvest werden dan ook dankbaar beschreven en geschilderd. Tegen deze achtergrond leefden de begijnen. Schrijfstof werd geleverd door hun ongekompliceerde godsdienstbeoefening (overvloedig vermengd met folklore - elementen), hun kostwinning (kantwerk, ziekenverzorging, (hosties bakken), hun naïeve rekreatie (uitgangsdag, liedjes, spelletjes) en hun ambten (grootmeesteres, kosteres, portierster).
    Door het vergrootglas van de verbeelding werd dit alles geaksentueerd en in de verf gezet.
    Daarbuiten bevolkten de literatoren hun boeken met misdeelde stumperds en volkstypen, die men vroeger onder de hofbewoners aantrof.
    De geestverwante Lierse heimat schrijvers — beurtelings realistisch observerend, estetizerend, impressionistisch schetsend en humoristisch typerend — voelden zich allen aangesproken door de intimiteit van dit archaïsche kader, dat tot het gebruik van verkleinwoorden uitnodigt.

    Opsomer
    Al wandelend door de smalle straatjes, passeren we vroegere schrijfkamers, ateliers, woonsten en inspiratiepunten van romanciers, novellisten, dichters, komponisten, schilders, grafici en tekenaars. Precies een eeuw geleden werd Isidoor Opsomer te Lier geboren. Aan zijn schilderwerk wordt thans in het Stedelijk Museum een herdenkingstentoonstelling gewijd. Gelijklopend toont men zijn grafisch oeuvre in galerij Konvent.
    Tot kort na de eerste wereldoorlog riep deze artiest met een eerder getemperd palet het klimaat van het oude provinciestadje op.
    Nadat hij in anekdotische taferelen ook het begijnhof voor de plastische kunst had ontdekt, wierpen talloze schilders zich op dit haast onuitputtelijk onderwerp. Er ontstond een ware begijnhofkultus, waarvan we de hoog bloei kunnen situeren tussen de jongste eeuwwisseling er de dertiger jaren. 
    De intrede van het legertje artiesten leek bijna op een invasie. Citeren we Timmermans' intieme vriend architekt Flor van Reeth, intimistisch tekenaar en akwarellist, en de jonge en veelbelovende, maar in 1914 gesneuvelde luministische schilder Raymond de la Haye, die enkele platen van het begijnhof etste.

    Beeldhouwer en schilder Gommaar van den Brande heeft er gewoond, evenals Frans Ros, gewaardeerd schilder van kerkinterieurs, en Fred Bogaerts, tekenaar van armoeizaaiers. Tevens hebben de kunstenaars Raphaëla van den Brande en Willem Aerts op het hof verbleven. Begijnhofdoeken werden eveneens geborsteld door Jos Tilleux, Felix de Winter, de gebroeders Jules en Theofiel Verstreken. En vergeten we de grote invloed niet, die er uitstraalde van de schilderklas van Oscar van Rompay in het «Soete Naemken».
    Het ligt voor de hand dat ook Felix Timmermans veel heeft gewerkt op zijn vertrouwde begijnhof. Zijn tekeningen en schilderijen in felle «koleuren» zijn gekenmerkt door de ontwapend - spontane eenvoud van de volksprentkunst. Zijn dochter Tonet ontleende bewust - naïeve verbeeldingen aan het hof.
    Ten slotte Lode Verhoeven, de enige kunstschilder die momenteel deze wijk bewoont. Zijn landschappen uit de omgeving en begijnhofgezichten in een helder koloriet zijn sfeer scheppend en optimistisch van toonaard.

    Ook van over de rijksgrenzen kwamen artiesten naar Lier. De bekende Nederlander Anton Pieck verzorgde destijds een kunstmap met houtgravures van het stadje - in - de - stad, met toelichtende teksten van Felix Timmermans, wiens luxe - editie van «Pallieter» hij eveneens verluchtte. Hij liet zich bovenal bekoren door afgeschilferde muurtjes en melaatse gebouwen, gebukt onder de ouderdom.

    Genezing
    Niemand kan ontkennen dat het Lierse begijnhof langzaam maar meedogenloos aftakelt.
    Enkele privé initiatieven van monumentenzorgers hebben een paar verziekte huizen gered.
    Vooreerst is er het lichtende voorbeeld van Kunstkring Konvent, die het in 1712 uitgebreide gebouw, waar destijds jonge novicen hun proeftijd doorbrachten alvorens ze in de begijnenparochie werden opgenomen, met goede smaak heeft gerestaureerd. De voormalige huiskapel werd in een kunstgalerij herschapen.

    Later voegde men er een aangrenzend vertrek en de fraaie zolder aan toe. Galerij Konvent is een begrip geworden voor het artistieke leven in Lier en het ommeland. 
    De gilde «Heren van Lier» kwam na jaren hard werken zopas klaar met de restauratie van de verwaarloosde tweewoonst Sint - Walburgis, die achter een muurtje verdoken zit en de schilderachtige volksnaam «Piepenholleke» draagt. Het interieur werd opnieuw tot een geheel versmolten en verrijkt.
    Laten we hopen dat deze twee prijzenwaardige bijdragen tot de revalorisatie van het hof een stimulerende invloed bij de overheid zullen hebben.
    Weldra zal zich hierbij nog een derde vereniging aansluiten. Het wellicht meest gefotografeerde plekje in het centraal gelegen hoekhuis aan het Pompstraatje. Tegen het hoofdgebouw plakt een verrukkelijk aanbouwsel, dat opgesmukt wordt door een openbare pomp met siersmeedwerk. Alle wandelaars worden bekoord door dit ensemble dat de religieus - poëtische naam «De Benedictie des Heeren» draagt.
    In het begin van de vijftiende eeuw stond dit gebouw reeds vermeld als een konvent, waar minder gegoede begijntjes een gemeenschappelijk onderkomen vonden.

    Het huidige pand dateert uit 1617 en werd evenmin door de tijd gespaard. Het OCMW, dat eigenaar is, liet onlangs de bedaking herstellen. Thans is «De Benedictie» in huur genomen door Heemkring Lyrana (voorheen Lierse Heemkring Konvent). Deze vereniging wil haar lokaal, dat nieuwe perspectieven opent, in fazen opknappen maar daarbij de autenticiteit van een begijnenwoning respekteren.
    Ten voordele van het restauratiefonds geeft de heemkring een reproduktie uit van een onderhoudende pentekening van de bekende Limburgse kunstenaar Steven Wilsens.
    De prent werd met grote zorg in een beperkte oplage gedrukt op zwaar akwarelpapier.

    Ze kost 350 fr. Voor postbestellingen 50 fr. toeslag voor verpakkings- en verzendingskosten (bankrekening 405 - 1021001 - 10 op naam van Heemkring Lyrana met vermelding Begijnhofprent Steven).

    Heemkring Lyrana houdt zijn eerste open deur dagen op 27 en 28 mei en op 3, 4,10 en 11 juni (zaterdags van 14 tot 18 u., zondags van 10 tot 12 u. en van 14 tot 18 u.). Dit gaat gepaard met een bescheiden tentoonstelling «Vettigen Teen nodigt uit...», omdat de laatste bewoner Jos Henderyckx was, die de hoofdrol vertolkte in de TV- film «Onze - Lieve - Vrouw der Visschen». Naast foto's, boeken en dokumenten worden poppen en dekors getoond van het «Poppentejater Duim» uit Mortsel dat een bewerking van dit Timmermans verhaal op zijn repertoire heeft staan.

    De grote Lierse schrijver prees het begijnhof als de amandelboon van Lier. Met stille weemoed bezong hij de zwetende «klamme huizekens» : «Moe van zoveel eeuwen te staan, hangen de muurkens voorover, en als de kreunende poortjes opengaan, laten ze frisse hofkens zien die de aankondiging aan Maria verwachten.»

    De Limburger Steven Wilsens is met zijn vliegend tapijt boven het Netedal ter hoogte van de peperbus van Gummarus blijven hangen om «Het Lierse begijnhof en de wonderbare visvangst» op papier te zetten.
    Met een amusante syntese van het ministadje als achtergrond illustreerde de cartoonist het bekende Timmermans verhaal van bootvisser Vettigen Teen.
    Deze prent wordt thans door Heemkring Lyrana op groot formaat en in een beperkte oplagen uitgegeven.

    ********

    14-04-2020 om 17:31 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters

    Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder
    Door Denijs Peeters

    Door redactie van Artistenblad van januari 1956

    Wat het Davidsfonds voor ons volk betekenthoeft niet meer bewezen te worden. Reeds meer dan 75 jaar heeft het door zijn gezonde en degelijke lektuur ontzaglijk bijgedragen tot de kulturele verheffing van onze Vlaamse mensen. De laatste jaren werd de uitgave aanzienlijk uitgebreid door de vele keurboeken. Als goede opvoeders hebben de uitgevers immers begrepen dat niet alleen ontspanningslektuur mocht gegeven worden, ook nu en dan een steviger brok kan geen kwaad. Op artistiek gebied denken we o.m. aan de uitstekende studies over Hendrik Conscience en het volksleven, Ernest Claes, Ernest van der Hallen, Dieric Bouts, De boer in de kunst, Shelley, en nu pas nog over Dante en de Divina Commedia.
    De laatste Belleman van het Davidsfonds (herfst 1955) kondigt ons naast een werk van Dr. A. Stubbe over Albert Servaes, ook en vooral een kunsthistorische studie van Denijs Peeters over « Felix Timmermans, tekenaar en schilder ». Wat de naam Denijs Peeters betekent weet iedereen die op de hoogte is van de kunstkritiek ; wat de naam Davidsfonds betekent weet iedereen in Vlaanderen ; maar wat de naam Felix Timmermans betekent kan men bevragen zowel in Holland als in Zuid-Afrika,. in de U.S.A. zowel als in Brazilië, in Finland zowel als in de Balkan, in Indië zowel als in Japan.

    Daarom noemen we het zo'n verheugend feit het verschijnen van dit nieuwe werk over de schone kunstenaar Felix Timmermans (het elfde na zijn dood!). Er zijn zoveel bekoorlijke facetten te bestuderen dat het nog jaren vergen zal eer we eens de volledige syntese van deze rijke persoonlijkheid in handen zullen hebben.

    Ondertussen juichen wij van harte deze nieuwe studie toe, die een zeer belangrijk aspekt van zijn kunstenaarschap onder de loep neemt. Ik weet weldat dit nu niet voor de eerste keer geschiedt. Het eerste artikel over Timmermans grafische bedrijvigheid verscheen in Het Vlaamse Land van 26 maart 1921, geschreven door zijn goede vriend Flor van Reeth. Daarna verschenen er regelmatig hier en elders artikels over hetzelfde onderwerp in de tijdschriften. In 1935 kwam te Berlijn het boek uit van Dr Adolf von Hatzfeld « Felix Timmermans Dichter und Zeichner seines Volkes », met 75 foto's en reproducties.

    Maar uitgenomen de korte bijdrage van Felix Timmermans zelf en een van Dr Karl Jacobs werd er over de schilder en tekenaar verder geen woord gerept. In de latere werken van Dr Karl Jacobs (1949), Lia Timmermans (1951) en Bert Verbist (1953) werd er ook een hoofdstuk aan gewijd. Een systematische studie echter was nog niet geschreven.

    Denijs Peeters heeft thans die leemte aangevuld.

    « Hoe men Schilder wordt »
    Felix Timmermans als tekenaar en schilder ; wat is daar niet over te vertellen ! De tekenlust en de liefde voor hevige kleuren was hem van jongs af in het bloed gegoten. Geen papier of lege plek, of er stond seffens een manneke op, een molen of een bloem, een vogel of een hond. Als ze thuis de kleine pagadder een hele dag muisstil wilden houden, moesten ze hem maar veel papier en veel kleurpotloden in de hand stoppen. Voor zijn weinige spaarcenten ging hij de sterkgekleurde Epinal-prenten kopen om die daarna te kunnen aftekenen, liefst met nog schreeuwender kleuren. Enige jaren later viel hem bij toeval het boek van Consciense « Hoe men schilder wordt » in handen !
    De daad bij het woord voegend, gaat hij als jongen van een jaar of dertien, zonder toestemming van zijn ouders, met een kameraadje naar het Antwerps Museum om die machtige meesterwerken van dichterbij te kunnen zien. De indruk was zo overweldigend dat zijn droom erbij bezweek. Maar daar zag hij in een andere zaal het werk van Bruegel, onze Vlaamse Bruegel. Men had kunnen spreken van een liefde-op-het-eerste zicht.

    Die ontmoeting zou een onuitwisbare indruk achterlaten.

    Als leerling aan de Ecole moyenne was Felix Timmermans geen uitblinker. Hij wachtte maar naar het teken van de bel, want dan mocht hij naar de avondlessen aan de Lierse Tekenakademie. Daar was er geen spraak van verveling. Hij zou het nooit over zijn hart gekregen hebben ook maar één les over te slaan. Het was te boeiend wat hij daar te zien en te doen kreeg. Na de inleidende oefeningen leerde bij er de Grieks-Romeinse klassieke beelden natekenen met boskool en zwart krijt. Toen hij het tekenen onder de knie had, begonnen ze met het schilderwerk naar reprodukties. De Italiaanse en Vlaamse Primitiever, en vooral Bruegel natuurlijk, bekoorden hem weldra meer dan heel die godenwinkel der Oudheid en Renaissance. Nadien had hij normaal zijn studies te Antwerpen moeten voortzetten. maar... Felix Timmermans had niet veel goesting om iedere morgen om half zeven op te staan. Ging zo zijn carrière als kunstschilder teniet, langs de andere kant is hij zo bewaard gebleven voer de literatuur.

    Berijmde Schilderijkes.
    Vanaf 1901 dateren zijn eerste pennevruchten ; in 1901 verscheen zijn eerste artikel ; in 1907 zijn eerste verzenbundel « Door de dagen ». De gedichtjes die enkel dokumentaire waarde bezitten, heetten ook « Berijmde schilderijkes ». En daarmee heeft Felix Timmermans van meet af aan heel zijn later werk gekarakteriseerd. Het is inderdaad, zoals Dr Karl Jacobs het zo raak zegt :« De verteller en de schilder Timmermans zijn niet van elkaar te scheiden ; ze zijn mond en ogen van hetzelfde scheppende hart ». In zijn Rommel-kas-verhaal openbaart Felix Timmermans ons welke nood hij gevoelde aan zijn visuele verbeelding : « Alles wat ik zie beschrijf ik, de minste kleur, elk gebaar van mens en dier, 't bewegen van bomen en wolken, ꞌn rimpel op de Nete, maar ik moet het eerst kristalhelder in mijn verbeelding zien. Schrijf ik weinig of veel over iets, 'k moet het alles eerst duidelijk zien ».

    Koleuren. Koleuren !
    In de jaren vóór de eerste wereldoorlog behoorde Felix Timmermans natuurlijk tot de groep der jonge Lierse kunstenaars. De schilders waren het talrijkst vertegenwoordigd: Isidoor Opsomer, Raymond De la Haye, Fred Bogaerts, Frans Ros, Flor van Reeth. Onder hun invloed zal Felix Timmermans nog meer de waarde van de schilderkunst leren beseffen.
    Wat zij op hun panelen penseelden, zou hij met de woordkunst trachten weer te geven. We hoeven maar eens boeken als Pallieter en Het Kindeken Jezus in Vlaanderen te doorbladeren om terstonds op te merken met hoeveel kleur-nuanties Felix Timmermans te werk is gegaan.
    « Koleuren, koleuren is alles in alles ! » zal Pallieter uitroepen. De verbinding tekenaar-verteller wordt nog klaarder, wanneer Timmermans zijn eigen werken gaat illustreren. Wie kent ze niet die typische, frisse vignetjes in tal van zijn boeken ? De reeks gaat vanaf Pallieter (1916) tot Bij de Krahbekoker (1934 ). Bij de latere werken als Boerenpsalm, Ik zag Cecilia komen, De familie Hernat en Adriaan Brouwer is nog alleen het titelblad versierd. Waar hij echter nog zuiver verteller bleef als in de eerste bundel Vertelsels. Minneke Poes en Een lepel herinneringen treffen wij ze weer aan. Vooral dit laatste werkje is zeer interessant omdat het in facsimilédruk uitgegeven met het eigenaardig handschrift, verbeteringen en vignetjes in de tekst verwerkt.

    Buiten zijn eigen voortbrengselen illustreerde hij ook werken van Ernest Claes, Ernest van der Hallen, Tony Bergmann, e. a. Naast dit eenvoudige tekenwerk was hij ook etser, hout- en linosnijder, akwarellist en pastelschilder. Vooral dit laatste wekt onze belangstelling. « Schilderen en tekenen ik ben er door bezeten.
    Ik versta nog altijd niet waarom ik geen schilder geworden ben in plaats van schrijver...» getuigt hij.
    Is deze voorliefde te verklaren door het feit dat hij bij het schilderen nooit moest zoeken naar de vorm, maar onmiddellijk zijn idee kon uitwerken. Vandaar die grote haast bij het schilderen, waar hij bij het schrijven jaren nodig had voor een boek, en tienmaal een bladzijde kon herschrijven als het moest.
    Zo begrijpen wij beter dat andere woord van hem : «Schrijven doe ik omdat het moet, schilderen doe ik om mijn plezier».

    Felix Timmermans was te open van geest om genoeg te weten hoeveel zijn schilderwerk waard was ; hij deed het meer uit liefhebberij dan om echte kunstwerken te vervaardigen. Nu mogen we toch ook niet denken dat zijn schilderwerk een hobby was zonder meer. Ook daar laat de kunstenaar zich zien niet zo geniaal weliswaar als in zijn literair werk maar toch even persoonlijk, even zintuigelijk, even kleurig, even volks.
    Hier en daar treffen we zelfs een meesterstukje in zijn genre aan.

    Het Werk der Anderen.
    Wat volgens de Belleman, de schrijver in zijn studie gelukkig niet vergeten heeft, is het belangrijk aspekt : Timmermans als bewonderaar van andermans werken. Felix Timmermans was te zeer kunstenaar tot in zijn vingertoppen, om niet de kunstwerken van anderen naar hun volle waarde te kunnen schatten. Hij haalt ergens het woord van Emiel Verhaeren aan : « Admirez-vous les uns les autres».
    En bewonderen, dat kon Timmermans ! We wezen reeds op zijn jeugdige geestdriftige bewondering voor Rubens, en daarna vooral voor Bruegel, die het idool van heel zijn leven zou worden. Zou hij een dag hebben laten voorbijgaan zonder er van te spreken!
    Wat er ook van zij, belangwekkend zijn in ieder geval de biografie, het toneelstuk, de redevoeringen, artikels en bijdragen over de geliefde Meester. Voeg daarbij de biografische roman over Adriaan Brouwer en de eerste uitwerking van zijn voorgenomen werk over Jan Van Eyck.
    Lees zijn bewonderende Italiëreis van 1925 in « Naar waar de appelsienen groeien ».
    Verder hetgeen hij sprak en schreef over Fred Bogaerts, Isidoor Opsomer, Flor van Reeth, Anton Pieck, Albert Saverijs, Oskar van Rompay.

    Dit alles en nog veel meer zal behandeld worden in dit boek. Dat het een degelijke studie zal zijn, weten zij die de monografieën van Denijs Peeters over Maurits van Reeth, Frans van Immerseel en Eugeen Yoors onder handen gehad hebben. Dat het boek zeer goed verzorgd zal zijn wat betreft typografie en illustraties, mogen we met reden veronderstellen van het Davidsfonds. Dat het onderwerp tenslotte zeer boeiend en leerrijk is, daar staat de naam Felix Timmermans borg voor.
    Als eerste voorbereiding op het grote Timmermans-jaar 1957, kunnen we ons slechts om deze publikatie verheugen.

    **************

    07-04-2020 om 17:24 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In defence of Timmermans - Godfried Bomans

    In defence of Timmermans

    Door Godfried Bomans uit Elsevier van 3-12-1966

    Wie in Lier rondloopt en daar nog iets hoopt terug te vinden van wat Felix Timmermans er destijds heeft ingestopt, die komt van een kouwe kermis thuis. Ik zeg "ingestopt", want ik geloof dat het er in Timmermans' tijd ook niet was. Ik had dezelfde ervaring met Delft.
    Daar zat Dirk Coster zijn handen te warmen boven een vuur, dat al lang was uitgegaan.
    Hij schreef over het "Delftse licht" en de "mystiek van Delft", maar als je er kwam moest je alleen maar goed uitkijken dat je niet overreden werd. Zodra er van een stadje geschreven wordt dat er iets heel teers te beleven valt kun je er donder op zeggen dat het verdwenen is.
    De reden hiervan is duidelijk. Het "typische" wordt pas opgemerkt als het een tegenstelling vormt met de wereld er omheen. Precies vanaf dat moment heeft dat hele bijzondere geen eigen existentie meer.
    Het is er louter als contrastverschijnsel en dat is geen bestaansgrond.

    Met klederdrachten gaat het net zo. Als een dracht wordt "aardig" gevonden betekent dit dat alle andere mensen in gewone kleren lopen. Zo'n pakje is gedoemd te verdwijnen. Je kunt het nog even rekken omdat het inderdaad wel aardig is en ook toeristen trekt, maar hetgaat onherroepelijk voor de bijl.
    Het is, waar het ook gedragen wordt, een Volendams buisje geworden. Zo staat het ook met Lier. Je springt er nerveus over de zebrapaden van het ene geveltje naar het andere en dankt God dat je het weer gehaald hebt.
    En intussen komt de gedachte op: hoe heeft Timmermans dat klaargespeeld?
    Het antwoord is, dat Timmermans zijn ogen heeft dicht gedaan. Hij zag in het binnenste van zijn hoofd een visioen van Lier en heeft zich toen vast voorgenomen het zo te houden.
    Lier is gewoon een bladzijde uit zijn werk. hij heeft het hele stadje zelf geschreven.

     

    Hij was, behalve de architect, ook de enige inwoner. Maar zo groot is de macht van een schrijver, dat dit beeld van Lier voor altijd bevroren werd. Begijntjes, populieren, de kasseien op straat en de vriendelijke onderpastoors, die zich monkelend over die kinderhoofdjes van de ene kleurige parochiaan naar de andere begaven, ze zijn er allemaal niet geweest. En voor zover hij die dingen heeft opgemerkt is dit een bewijs, datze al op sterven lagen. De mensen vóór Timmermans, die daar allemaal niets van gezien hebben, die leefden er middenin. Ze zagen het niet, omdat het hun gewone leven was. Pas toen het 't leven van destijds werd en zich als lief begon af te tekenen, "zag" Timmermans het. Maar toen was het te laat. Te laat voor de toerist wel te verstaan. Niet te laat voor Timmermans. Voor hem was het er allemaal, in een schitterende fictie en oneindig veel mooier dan wanneer het er werkelijk geweest was. Geen realiteit haalt het bij de gedachte. Het is toch een ongehoorde prestatie wat die man geleverd heeft! Want juist de bittere teleurstelling van Lier is een enorme hulde aan "den Fé". Hij heeft die verwachting dan toch maar gewekt. Ik weet weinig van hem af, maar ik vermoed dat hij hier geboren werd en in zijn vroegste jeugd iets daarvan "geroken" heeft, zoals hij het zelf zou hebben uitgedrukt.

    Hij heeft daar toen niets bijzonders in gezien en misschien was het dat ook niet. Het is mogelijk, dat Timmermans een stukje van dat middeleeuwse leven als de normale werkelijkheid ervaren heeft. Het is ook mogelijk, dat hij als kind reeds dat wonderlijk vermogen bezat om de dingen, die daarmee in tegenspraak waren, eenvoudig niet binnen de cirkel van zijn waarneming toe te laten. In beide gevallen is het resultaat hetzelfde: een lieve, innige wereld, waarin God hetlaatste woord had. De mensen met hun kleine hebbelijkheden hurkten in hun rode pannehuisjes onder de Sint Gommarustoren, daarbuiten begon het gras en zongen de vogels en nog weer verder schenen Antwerpen en Brussel te liggen, maar dat had men alleen van horen zeggen.

    Let eens op hoe in het werk van Timmermans radio, telefoon, auto's en vliegtuigen geen enkele rol spelen, terwijl al die zaken wel degelijk omhem heen bestonden. Fabrieken, kantoren, lichtreclames, glas, staal en beton, heel die werkelijkheid ignoreert hij rustig en in plaats daarvan tovert hij zijn eigen kabouterachtige wereld te voorschijn. Hij heeft over Lier een glazen stolp gezet en al die geluiden buitengesloten. Het is er stil. Aandachtig en in zichzelf verzonken schuifelen zijn mensen door de kromme straatjes en heffen af en toe het hoofd op om naar een leeuwerik te luisteren. Want de stolp is hoog. Hij reikt tot de hemel. God zit er ook nog in. Maar zijn omtrek is klein, de Nethe valt er nog net binnen. Daarbuiten is de Boze Wereld. Om de enkele "stadsmensen" die hij in zijn boeken toelaat hangt een bang vermoeden van slechtheid. De pastoors schudden het hoofd als die mannen voorbijkomen.
    Dat kon wel eens mis gaan. Het gaat ook meestal mis. Klein is Timmermansꞌ wereld, maar hoe dicht van atmosfeer! Hij was een magiër in woorden en zo sterk is de suggestie, waarin hij Lier gevangen heeft, dat men verbaasd staat als men er werkelijk komt. Het klopt helemaal niet, men herkent het stadje nauwelijks. Wie uit die vreemde antiseptische wereld van Timmermans het echte Lier binnengaat merkt pas goed wat een kunstenaar hij was.

    Men ziet daar alles wat hij geschrapt heeft: bussen, bioscopen, warenhuizen, stoplichten en motorfietsen, het blijkt er allemaal te zijn. En van wat hij heeft opgeroepen is bijna niets aanwezig. Was het er toen? Ik vermoed van evenmin. Iets meer misschien, want de wereld wordt elk jaar kaler, maar niet veel. Timmermans heeft het eenvoudig zó willen zien en door een mate van autosuggestie, waarover alleen kinderen beschikken, was het er ook. En hier zijn we aan 'n lichtpunt gekomen in dit wonderlijke raadsel hij was een kind. Hij zag het moderne leven om zich heen als duisternis en had daar angst voor. Hij was, zoals alle kinderen zijn, "bang voor donker".
    Het lieve en vertrouwde, dat hij in zijn jeugd gekend had, wilde hij prolongeren en hij liet de chaos van daarbuiten niet toe. Eenmaal heeft die hem bedreigd, vlak na zijn puberteit, toen hij voor de keuze stond volwassen te worden of zo te blijven. Hij noemde dit later zijn "zwarte tijd".

    Plotseling stond hij voor de demonen van zijn eigen generatie: de angst, de twijfel, de verscheurdheid.
    Een vreselijk doodsverlangen overviel hem en hij redde zich op het nippertje doordie geesten uit te bannen in zijn eerste boekje: "Schemeringen van de dood"Men herkent er de latere Timmermans volstrekt niet in. Geen wonder. Het was een afrekening. Wat men er wel in ziet is wat hij had kunnen worden, als hij de moed bezeten had om daar doorheen te gaan.
    Vermoedelijk een zeer groot schrijver. Dat is hij nu ook, maar van een beperkt bereik.
    Felix Timmermans is een felle lamp geworden binnen een te kleine cirkel. Hij had het in zich een veel wijdere lichtkrans te werpen, maar hij dook weg in Lier. Wat hij daar gedaan heeft is niet gering.
    Verhalen als "De zeer schone uren van juffrouw Symforosa" zijn parels van vertelkunst. Maar tegelijk heeft het ꞌt kneuterige van een geest, die een bredere vleugelslag had en weigert op te vliegen. Er zit iets van escapisme in al zijn werk, van de man die vrijwilligde ogen sluit.

    Dit verklaart ook zijn houding in de bezetting. De feiten zijn bekend. Hij ontving officieren van de Weermacht als die een handtekening wilden hebben in de Duitse vertaling van Pallieter of Boerenpsalm en aanvaardde de prijs van de stad Hamburg, die door Antoon Coolen geweigerd was.
    Meer is er niet gebeurd. De gelijkenis met Wodehouse is niettemin treffend. Ik bedoel niet in daden, want Wodehouse heeft veel erger dingen gedaan, maar in gesteldheid. Wodehouse was ook een man, die op een bepaald punt in zijn ontwikkeling is blijven staan. Wie hem gelezen heeft kent dit punt: de wereld van onthande Lords en statige butlers, die in een vreemde verstarring door al zijn boeken lopen, compleet met monocles, rijzweep en pandjesjas. Heel die wereld was al lang vergaan toen Wodehouse begon te schrijven, maar precies als Timmermans heeft Wodehouse dit verdwijnen eenvoudig niet aanvaard.

    Hij ging door alsof er niets gebeurd was.
    In die vreemde hallucinatie behoort ook een oorlog tot de gebeurtenissen, die geïgnoreerd dienen te worden, omdat ze het eenmaal gekozen wereldbeeld verstoren. Dergelijke geboren escapisten zijn geen verraders. Het zijn kinderen met angst voor het donker. Ze willen alles vriendelijk houden, ze kunnen geen "nee" zeggen enze menen dat ook de andere partij met vriendelijke bedoelingen vervuld is. Wie bet geval Wodehouse helemaal wil kennen moet het meesterlijk essay van George Orwell "In defence of Wodehouse" eens lezen. Zijn hele betoog is ook op Timmermans van toepassing. Wie meent dat Timmermans op eigen voordeel uit was begrijpt hem niet. Hij zat gevangen in de atmosfeer van Lier, waar men een uitgestoken hand met warmte drukt.
    Dat daar toevallig een soldaat aan vastzat was "politiek". 
    En politiek hoorde tot de talrijke duistere bedrijven, die zich ergens buiten Lier voltrokken.

    "Ik had daar geen gedacht van", zei hij mij, precies een week voor hij stierf.
    Hij meende dat. 
    Het was helaas ook waar.
    Na de bevrijding heeft Timmermans de tol betaald voor zijn vrijwillige begrenzing. De oorlog vraagt om een volwassen houding en hij was daarvoor niet toegerust. Met diep verdriet en in oprechte verbazing heeft hij de verguizing ondergaan, die plotseling boven zijn krullekop losbarstte.
    Hij stond verbijsterd. "Ik ben toch het Vlaamse volk altijd welgezind geweest". Volkomen waar. Hij heeft met gulle hand gegeven, zijn hele leven lang. Dat hij die hand een keer had moeten dichthouden en er een vuist van maken, dat heeft hij niet begrepen. Eren wij hem nochtans om wat hij wèl begreep. Het is veel geweest.

    ********

    05-04-2020 om 00:00 geschreven door Mon

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!