De goede Fee op zoek naar de kern.
Door Gaston Durnez uit De Standaard - 1985
MECHELEN — Felix Timmermans blijft een van onze populairste schrijvers. Dat blijkt uit de herdrukken die geregeld van de pers komen, uit de bibliofiele vlijt waarmee velen zijn werk verzamelen, uit de talrijke opvoeringen van sommige toneelstukken, uit de literair-toeristische belangstelling voor zijn "land van herkomst" en niet het minst voor het "Felix Timmermans Genootschap" dat sinds dit jaar meer dan vierhonderd leden telt, meer dan er ooit zijn geweest. De vriendschap, ja, de liefde die velen in Vlaanderen en daar buiten "de goede Fee" blijven toedragen, zal volgend jaar ongetwijfeld nog meer tot uiting komen, als men zijn honderdste geboortedag zal vieren.
Des te vreemder is het, dat Timmermans nog altijd lijdt onder een zeer onvolledig beeld van hem dat leeft bij ons publiek. Nog altijd gaat hij bij velen door voor een pallieterachtige, bruegeliaanse, zinnelijke levensgenieter, voor een Brabantse kermisvogel. Net als Ernest Claes wordt hij eenzijdig gedoodverfd als een plezierig verteller zonder diepte, niet veel meer dan een brave heimatschrijver. Men vergeet dan dat Timmermans ook met levens en geloofsproblemen heeft geworsteld (zie zijn ꞌSchemeringen van de dood', die aan een herwaardering toe zijn), dat hij fijnzinnige dingen heeft geschreven als ꞌDe schone uren van juffrouw Symforosa'. Men verwaarloost dan voor het gemak de realistische auteur van "Boerenpsalm". En men schuift de mystieke dichter van "Adagio" opzij… Een van de mensen die zich de jongste jaren bijzonder hebben ingespannen om de Timmermans-gemeenplaatsen te doorbreken, is Herman Mertens die in het jaarboek van het F.T. Genootschap enkele opgemerkte opstellen over godsdienst en geloof in het werk van de auteur heeft gepubliceerd, opstellen waarin een diepe, zoekende, kritische en tegelijk zeer vrome ziel wordt belicht. Timmermans was niet zomaar een kleur- en beeldrijke verteller, hij was ook en vooral iemand die naar "de kern van alle dingen" zocht en die uiteindelijk, in alle stilte, op weg was naar die kern. Herman Mertens (57) is een uit Klein-Brabant afkomstige theoloog die zijn doctorstitel haalde aan de Gregoriana in Rome en als gewoon hoogleraar verbonden is aan de Katholieke Universiteit Leuven. In de faculteit theologie is hij voorzitter van de afdeling dogmatiek. Zijn vrienden kennen hem tevens als een groot liefhebber, van literatuur, en niet alleen omdat deze literatuur een interessante "vindplaats" kan zijn voor de theologie. "Ik gebruik inderdaad graag literaire werken", zegt hij, maar dat betekent niet dat ik de literatuur wil zien als de dienstmaagd van de theologie! Als het daarover gaat, citeer ik mijn betreurde vriend Albert Westerlinck die schreef: 'Literatuur, kunst, is niet zijn evenmens willen overtuigen, hem aanzetten tot revolutie of hem in de kerk willen brengen.'
Beminnen is alles "Wat ik in mijn jeugd in Timmermans bewonderde en waardeerde", vertelt professor Mertens, "was zijn plastisch uitbeeldingsvermogen, zijn kleurrijk schilderspalet, zijn rake, volkse, humoristische gezegden, zijn franciscaanse spiritualiteit. Hij is altijd een van mijn lievelingsauteurs geweest Nu ik hem het jongste decennium meer systematisch ben gaan lezen en bestuderen, ben ik ook getroffen door de ernst van zijn levensboodschap, die uiteraard niet overal op dezelfde manier en in dezelfde mate aan bod komt. Anderdeels stoor ik mij nu meer dan vroeger aan bepaalde stijlslordigheden en aan de gebrekkige structuur van sommige romans. Ook het gebrek aan dieptepsychologische beschrijving van sommige romanfiguren ervaar ik nu meer dan vroeger als een manco".
Hoe ziet u Felix Timmermans als gelovige? "Hij is natuurlijk allerminst een theoloog, laat staan een zedenprediker, een stichtelijk godsdienstdidacticus! Hij is een gelovige voor wie geloven een vorm van leven (en van loven) is. Graag maak ik hierbij onderscheid tussen religie, vroomheid en geloof. De religieuze Timmermans leest en interpreteert de werkelijkheid van mensen (geschiedenis) en dingen (natuur) waarmee hij verbonden is op zulke intense en diepe wijze dat hij zijn (sociale en kosmische) gebondenheden beaamt. Een voorbeeld daarvan vind je als Pallieter in extase is in het bos bij nacht, onder de blinkende sterrenhemel. Een ander voorbeeld is Boer Wortel uit 'Boerenpsalm', verknocht aan veld en kroost. Of Franciscus en de natuurmystiek. En vanzelfsprekend de hele Adagio-bundel, vooral dan de herfst- en nachtgedichten. Velen zullen hem toch op de eerste plaats een volkse bedevaartganger noemen... "Dat is hij ook geweest. De vrome, devote Felix, de rozenkransbiddende Mariavereerder, de man van volksdevoties, de vriend van paters en pastoors. Maar er is ook en vooral de kristen die het evangelie van Jezus Kristus (met de Liefde als hoogste wet en de Eenvoud als de voorwaarde voor die liefde) onvoorwaardelijk aanvaardt…en zich hierbij toch kritische vragen stelt Symforosa beleeft haar mooiste uur als zij Martienus in het klooster gelukkig ziet. Getroffen door het levensoffer van Leontientje wordt zowel pastoor Serneels "bekeerd" tot het evangelische geloof als de geus Isidoor. Suskewiet 'verlicht' door de genade, op het moment dat hij de driekoningenbuit aan de arme mensen uit de foorwagen weggeeft weet dat aan God geven betekent aan de anderen geven. Geloof is geloof in de kern, in de Voorzienigheid (Boer Wortel, Hernat), in de Schepping (Pallieter, zie ook de laatste bladzijde in 'Adriaan Brouwer).
Wijst u dan het beeld van de naïeve Timmermans af, zoals men hem vaak heeft gezien? "Nee. Vanuit zijn werk komt hij mij voor als een in vrome man, die een kinderlijk geloof koestert, op het naïeve af. Maar anderdeels dit geloof voortdurend kritisch aftast Niet dat hij de franjes van het volksgeloof misprijst of met een door geredeneer verlicht geloof wil opschieten. Maar eerlijkheid vóór alles, geen pose. geen komedie, geen gecommercialiseerde godsdienst Als hij, op terugreis uit Italië, in Lourdes komt, ergert hij zich daar aan al die verkopers die met het heilige handel drijven, maar wat verder wordt hij diep getroffen door 'de mensheid in al haar ellende van het lichaam en in al haar liefde van de ziel'. In "De Harp van Sint Franciscus" predikt de Poverello: 'De kern van het leven is liefde. Beminnen, dat is alles. Och iedereen kan een keerske dragen in de processie, dat is niets; het enige is: altijd verheugd zijn met wat we uit Gods handen krijgen. Dat is liefde. Tussen het kerkelijk-dogmatisch levensvreemd geloof van pastoor Serneels (in "De Pastoor in de Bloeiende Wijngaard") en het zoekende, eerlijke, schone ongeloof van de humanist Isidoor staat het geloof van Leontientje, niet omdat het onkritisch is, wel omdat het 'zuiver' is, want zonder bijbedoelingen, en offervaardig."
Heeft Timmermans zijn geloof "geschoold"? "La foi du charbonnier was voor hem geenszins het ideaal Hij was te veel 'zoeker' om er vrede mee te nemen, te veel 'onrustig' hart, te eerlijk en te kritisch. Daarom heeft hij Augustinus, Ruysbroec, Thomas à Kempis, Theresia van Avilla, de Bijbel gelezen. En vaak "stillekes gebeden". Natuurlijk interpreteerde hij de Bijbel historiserend en fundamentalistisch, maar hij zocht de kern van de boodschap. Van dit levenslange, eerlijke zoeken, is 'Adagio' de rijpe en schone vrucht. Zonder de heilige tradities te verloochenen, kon Felix Timmermans de vertrouwde geloofspraktijken en kerkelijke devoties voldoende relativeren. Hij kon onderscheid maken tussen vroomheid en geloof, al riepen deze elkaar op en werden zij in één adem beleefd."
U spreekt ergens over "la deuxième naïveté" "Dat is een woord van Paul Ricoeur dat ik op Timmermans durf toepassen. Zijn geloof was kinderlijk en eenvoudig, maar beproefd, getest. Volks geloven en kritisch nadenken zijn hoegenaamd niet in tegenspraak met elkaar". "Uitgerekend omdat hij als gelovige zo naar de kern zocht, blijft Timmermans actueel als religieus schrijver", meent Herman Mertens. "Hij zou zelf duchtig hebben gelachen, mocht men hem theologische bedoelingen hebben toegeschreven. Iedere vakkundige exegese was hem vreemd. En toch spreek ik met Kerstmis graag vanuit de 'Driekoningentryptiek' en 'Het Kindeke Jezus in Vlaanderen'. Geseculariseerde vertaling van de christelijke heilsboodschap moet men bij hem niet zoeken en toch kan de scheppingstheologie vandaag de dag nuttige en aangename inspiratie vinden in 'Pallieter', 'De Pastoor...', 'Boerenpsalm', 'Adriaan Brouwer', 'Adagio', 'De Harp… In zijn recente ecologische scheppings theologie schrijft Jürgen Moltmann: 'die ganze Schöpfung ist geistgewirkt'. Maar Timmermans heeft dat in 'De Harp… veel vroeger en veel kleurrijker gezegd: 'Alles is doorgoten van zijn Geest'. Ik zou nog andere gekruide voorbeelden kunnen citeren".
Wat is in religieus opzicht het belangrijkste boek van Timmermans? "'Adagio", denk ik. "Omdat het een sublieme recapitulatie is van heel zijn schrijversleven. Westerlinck heeft er echter al op gewezen, dat je deze bundel niet los van het vorige oeuvre mag zien. De aanzetten tot 'Adagio' liggen inderdaad verspreid over de hele Timmermans-literatuur, van 'Schemeringen van de Dood' tot 'Adriaan Brouwers'. Daarom is het eigenlijk moeilijk met één titel te antwoorden op de vraag naar 'het' belangrijkste boek van FT als 'homo religiosus'. Moet ik 'Pallieter' noemen, denkend aan het scheppingsgeloof? En 'Boerenpsalmꞌ (schepping, zonde, kruis theologie)? In De Pastoor… komen het scheppingsgeloof, de geloofsgroei tot uiting. In 'De Harpꞌ is dat natuurlijk de franciscaanse spiritualiteit: liefde, natuurmystiek, soberheid. En dan is er het kinderlijke Jezusgeloof in 'Het Kindeke Jezus.' en de 'Driekoningentryptiek'. En het gerijpt Kristusgeloof en de Voorzienigheid in 'Boerenpsalm'… En wat te zeggen over 'Pieter Brueghel', waarin het kerkgeloof in conflict komt met de volksverbondenheid en de vrijheidsdrang van de halve geus?"
In verband met Bruegel verwijst u ook altijd graag naar een „flamingantische dimensie"… "Ja, als ik voordrachten geef over Timmermans, lees ik altijd een bladzijde voor uit 'Brueghel',waar pater Edgardus Pieter waarschuwt tegen de Inkwisitie. 'Wie tegen Spanje is, is tegen de kerk, dus…ꞌ Het antwoord van Pieter, 'Waarom dit dilemma?', had het antwoord van flaminganten kunnen zijn. Waarom altijd die pijnlijke keuze: of het volk, of de bisschoppen? Timmermans, zoals wij hem uit heel zijn oeuvre rieken, is voor mij het type van de cultuur flamingant van wie ik veel houd en waar ik trots op ben." Ter gelegenheid van de Boekenbeurs verschijnt het Jaarboek van het Felix Timmermans Genootschap, onder de titel "Leven in zijn Asem", een uitdrukking ontleend aan de marktpreek van Franciscus in "De Harp…" De bedoeling van samensteller Herman Mertens en van zijn collega’s is, de invloed van Timmermans' geloofshouding op diens literaire werk aantonen. Tot de medewerkers behoort Ignaas Dom, een 57-jarige priester, afkomstig uit Lier, die al een kwarteeuw pastoraal werk in Duitsland achter de rug heeft. Dom woont als pastoor in het Westduitse Niel, niet zover van Nijmegen, waar hij weldra zijn doctorale dissertatie voorlegt: een studie waarin hij de pastorale theologie toetst aan elementen uit het werk van zijn grote stadsgenoot. Zo worden nog voortdurend, aan divers se universiteiten aspecten van Timmermans bestudeerd.
Bent u niet bang dat u op de auteur met dit alles een nieuw etiket plakt? "Geloof en literatuur zijn twee verschillende zaken en men bewijst een auteur eer noch een dienst door hem religieus te etiketteren. Het omgekeerde is eveneens waar: het atheïstische imago verhoogt de literaire waarden allerminst. De autonomie van de kunst en van het schone moet worden verdedigd, al hoeft men daarom nog niet te zweren bij het liberale princiep van l’art pour l’art. Toch is er een osmose tussen het esthetische en het religieuze, en vertonen literatuur en geloof soms raakvlakken. Spelen de levensbeschouwelijke inzichten van een kunstenaar niet vaak mee in de probleemstelling van zijn artistiek werk? Hebben de religieuze aanleg en de geloofsopties van een auteur geen invloed op zijn denken, voelen, smaken, kiezen, schrijven? Met het Jaarboek bedoelen wij deze invloed te peilen en aldus dieper inzicht te verwerven in de 'zielꞌ van de auteur en de 'geest' van zijn werk". "Als theoloog ben ik bijzonder geïnteresseerd in Felix Timmermans als 'religieus' auteur omdat hij een exponent is van zowel het toenmalig heersende culturele bewustzijn als de in zijn tijd en ruimte vigerende geloofsopvattingen. Literatuur kan een interessante vindplaats zijn voor de theologie. En zelfs meer.
Een auteur als Timmermans heeft vele van zijn volks- en tijdgenoten 'opgevoed' in het authentieke geloof, al hoed ik er mij voor hem tot theoloog, katecheet of predikant te promoveren. Het was hem om literatuur en kunst te doen. Maar is 'De Ster' niet een stuk van ons volk geworden, de kristelijke kerstviering bij uitstek in Vlaanderen? Zijn sommige verzen van 'Adagio' geen gemeengoed van ons kristelijk volk?" Na de samenstelling van het Jaarboek heeft Herman Mertens nog een ander boek op zijn actief geplaatst. Binnenkort verschijnt bij de Standaard Uitgeverij in Antwerpen een nieuwe editie van het geliefde 'Adagio', waarin hij bij elk gedicht een meditatie heeft geschreven, vrucht van zijn jarenlange omgang met dit boek, als lezer en als predikant "Ik heb er mijn jongste grote vakantie aan besteed", vertelt hij.
"Nooit heb ik, als schrijvende theoloog, zozeer de indruk gehad dat mijn schrijven bidden was"
*******
|