Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
30-01-2017
Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
Hieronder een brief die Gommer Lemmens reeds in 2013 heeft geschreven naar het toenmalige schepencollege, om aan te klagen dat het, in de toekomst, verdwijnen van het Timmermans-Opsomerhuis in Lier niet kan. Of er ooit een antwoord op gegeven is weet ik niet. Ook voor de locatie van de toeristische dienst geeft hij een aantal sugesties.
Gommer Lemmens 2500 Lier
Lier, 11 juni 2013
Aan het College van Burgemeester en Schepenen te Lier.
Betreft : Timmermans-Opsomermuseum / Toeristisch bureau
Geacht College,
Naar aanleiding van het feit dat het vorige stadsbestuur van oordeel was om het T.O. museum te sluiten en in dit gebouw het Toeristisch Bureau te vestigen heb ik wel een aantal gemotiveerde opmerkingen en voorstellen die mij ingegeven zijn door mijn jarenlange ondervinding als secretaris en nu als lid van de deelraad toerisme(12 jaar) en ook als voormalig bestuurslid van de Federatie van toeristische gidsengroeperingen(FTG). Tijdens een kort onderhoud met de Heer Burgemeester heb ik trouwens deze zaak reeds kenbaar gemaakt.
Het T.O. museum sluiten staat gelijk met een afbreuk aan het Lierse culturele leven en dit kan of mag niet om volgende redenen :
Dit museum is opgericht om hulde en bekendheid te geven aan uitsluitend Lierse kunstenaars.
- Kunstsmid Van Boeckel wegnemen uit dit museum staat gelijk met volledig naamverlies van deze wereldbekende figuur er is ook geen andere plaats beschikbaar om dit werk onder te brengen. - Kunstschilder Opsomer zou ook verdwijnen. Er is zelfs geen plaats beschikbaar in het andere museum. Graag niet vergeten dat het werk van Opsomer verspreid is in 42 musea over de wereld. Hij moet dus zeker behouden blijven in het T.O. museum. - Felix Timmermans moet sowieso blijven. Het Wes-onderzoek heeft trouwens ook bewezen dat hij het gezicht van de stad is en blijft. Vele bezoekers komen nog steeds naar Lier om nader kennis te maken met Timmermans. Deze week nog was er een leesgroep met 25 dames uit Limburg. - Tijdelijke erfgoedtentoonstellingen vinden hier alleen de nodige ruimte. - Het T.O. museum laten verdwijnen staat gelijk met het opschorten van de subsidies. - Dit gebouw naast de kleine Nete valt bij de bezoekers ook in de smaak omdat het een huiselijk karakter heeft. - Doelgroep voor bezoekers zijn groepen van senioren. Om al deze reden moet dit museum behouden blijven met de optie dat het wel iets meer moet geactualiseerd worden en een upgrading noodzakelijk is.
De inplanting van een toeristisch bureau zou ook een zeer zware financiële inspanning vergen in een tijd van besparingen. Het overbrengen van het toeristisch bureau(TB) naar het Hof van Geetruyen zou geen zaak zijn omdat dit dan volledig buiten het centrum zal liggen. Het is toch evident dat de bereikbaarheid van het TB in het centrum van de stad moet liggen dus op de Grote Markt. Heb trouwens ondervonden dat in Kortrijk het TB ook niet centraal op de markt gelegen is en dat na vraagstelling aan vier personen we uiteindelijk langs een paar zijstraten aan ons doel raakten. Spijtige zaak dus.
In onze stad heeft reeds verscheidene keren de gelegenheid bestaan om het TB ergens anders op de Grote Markt in te planten. Spijtig genoeg heeft het College dit nooit willen uitvoeren waarschijnlijk omdat dit een zeer zware kostenrekening zou meegebracht hebben o.a. aankoop van een huis en de noodzakelijke installatie. Vandaag bestaat er nu wel een dubbele mogelijkheid om het TB op de Grote Markt te behouden en die zich later nooit meer zullen voordoen.
1. Vermits in de nabije toekomst de stadsdiensten verhuizen naar de Dungelhoefsite komt het Schaeckberd vrij en ook het er naast staande huis de''de rode fles," dit huis is een aparte entiteit en maakt geen deel uit van het Schaeckberd, was vroeger zelfs vredegerecht en voordien koffiebranderij Van Ouytsel. Dit huis is thans ook eigendom van de stad. Het is dus ongelooflijk ideaal gelegen om er een TB te maken. Ook financieel zouden de aanpassingen veel voordeliger uitvallen dan een verhuis naar het hof van Geetruyen en dus zeer aanbevelingswaardig.
2. Indien niet geopteerd zou worden voor de "rode fles" bestaat er een nog goedkopere mogelijkheid. Vermits het conciërge-appartement onder het stadhuis ook vrijkomt zou het TB dus kunnen blijven waar het nu is. Hier bestaan dus en aantal mogelijkheden voor uitbreiding van de burelen en ontvangstruimte en de nodige aanpassingen die Toerisme Vlaanderen oplegt om in een hogere categorie te vallen en ook de subsidie te krijgen voor deze uitbreiding. Interessant is ook dat op de eerste verdieping misschien een of twee burelen kunnen gemaakt worden (is er trouwens reeds) en er aldus een belangrijke en constante controle is op het bezoek in het stadhuis.
(De enige die nu nog kan blijven lachen is Louis Zimmer, hij kan blijven wonen. Voor de andere drie is de toekomst zeer duister en onzeker)
Het is ook geen probleem dat groepsbezoeken met autocar doorgang krijgen vanuit de Florent van Cauwenbergstraat om de bezoekers op de Grote Markt af te zetten. Het toerisme is voor Lier enorm belangrijk voor de Horeca en de Middenstand en toeristen kunnen in dit verband ook alle informatie bekomen op een TB dat zeer centraal gelegen is. Op basis van deze argumentatie en motivatie zou het College hierover een grondig onderzoek kunnen uitvoeren met uiteindelijk de meest gunstige en de meest voordeligste oplossing voor een centrale ligging van het TB.
Met de hoop dat mijn visie mag bijdragen tot een beter inzicht in het probleem wens ik U, geacht College veel succes voor de toekomst.
Op 24 januari 2017 zal het 70 jaar geleden zijn dat de Fé is overleden. Bij de begrafenis was het toen een berekoude winterdag. De Sint-Gummaruskerk zat afgeladen vol met mensen die afscheid namen van hun schrijver, dichter, schilder en stadsgenoot.
Op 14 november 2014 is Timmermans, eindelijk, als ereburger van de stad Lier gehuldigd. Verleden jaar, 2016, is Lier overspoelt met vieringen en activiteiten die de 100 jarigePallieter in het middelpunt plaatsten. We houden ons hart vast wat er gaat gebeuren in 2018 als men het Timmermans-Opsomerhuis gaat sluiten en te koop stellen. Als dank voor alles wat Felix Timmermans heeft gedaan voor zijn "Schoon Lier" gaat men hem voor de tweede keer begraven. Dit is echt kl...
Bij een begrafenis.
In Memoriam – Felix Timmermans
Door R.v. d. Moortel uit De Gentenaar van 29/01/1947 Gisteren werd Felix Timmermans op plechtige wijze te Lier ten grave gedragen. Een onzer medewerkers wijdt aan den grooten Vlaamschen romancier en graaggelezen verteller een «In Memoriam » dat gewis de figuur van den « Fee » nog beter zal beletten.
* * *
De taal der poëzie is vaak de taal der hoogste werkelijkheid. In zijn laatste levensmaanden heeft ook Felix Timmermans die taal gesproken om ons, in verklaarden eenvoud, mede te deelen wat zijn uiterst gevoelige kunstenaarsziel bleef beroeren. Uit de enkele gedichten, welke we van hem te lezen kregen, blijkt dat onze zoo begaafde prozaïst in wonderbaar-verblijdende verdieping en heldere berusting den zin van het leven heeft weten te doorpeilen en doorvoeden. Hoe kon hij anders schrijven ?
De kern van alle dingen is stil en eindeloos. Alleen de dingen zingen. Ons lied is kort en broos.
En donker zingt mijn bloed, van heimwee zwaar doorwogen. Ik zeil langs regenbogen Gods stilte gemoet.
Hij die in zijn jeugdjaren tastend zijn wegen zocht doorheen het schaduw-sombere gebied van de « Schemeringen van den Dood » evolueerde tot de milde en levenswijze man, die in gerijpte bezinning zijn eigen schoonheidsdroomen overpeinst en op den drempel van de eeuwigheid, met de sublieme simplicitas van zijn kinderlijk gemoed, tot zijn Heer en Meester, het Oorbeeld aller echte Schoonheid, zeggen kan: « Ik ben bereid ». Het nevelig-herfstuur, waarin zijn ziel zich, zonder beeld of woorden, in zaligheid aan Gods wil mocht overgeven, is het blijvend nu van den tot eeuwigheid gestolden tijd geworden.
Alles wijst er op dat we uit den aangekondigden verzenbundel, die velen « Adagio » zal heeten, een dichter zien te voorschijn treden, welke er velen toe nopen zal hun beeld van den mensch en den kunstenaar Timmermans grondig te herzien. Door de schuld van een vrij oppervlakkig gebleven kritiek is dat beeld te allen tijde zeer eenzijdig geweest; men heeft zich vergaapt aan folkloristische eigenaardigheden en Pallieteriaansche zwelgpartijen, doch men vergat er bij dat er achter de kleurige tafereelen en vermakelijke buitelingen van zijn ongedisciplineerd-oerkrachtige verbeelding, een kunstenaarsvisie schuilging waaraan ook «De zeer Schoone Uren van Juffrouw Symforosa, begijntjen» — dat eenig pareltje ! — en het lyrisch-getinte, maar gave werk « Ik zag Cecilia komen » ontsproten waren.
Wanneer men eenmaal de synthese zal wagen van Timmermans' leven en werk, zal daarin ook gewag dienen gemaakt van den stillen en bezonken weemoed, die hem met verzoenen- begrijpenden glimlach deed kijken naar het rustelooze bedrijf der menschen en den wisselenden gang der dingen. Er moet een synthese komen, waarin alles wordt verwerkt tot hoogere eenheid en waarin al de disparate bestanddeelen in de eigen harmonie van een fundamenteel-persoonlijke evenwichtigheid zijn samengebracht.
Bij dit graf, dat nog maar pas in onze goede Vlaamsche aarde werd gedolven, achten we het niet gepast in te gaan op zeker giftig, onvruchtbaar en onzalig gestook, dat voor onze letterkunde geen enkel nut of voordeel kan bijbrengen, omdat het gesteund is op een spijtige verwarring tusschen essentieel verschillende sferen en belangen — waarmee bovendien enkel wordt geschermd om persoonlijke ambities vrijen teugel te kunnen laten —, doch we kunnen over Tirnmenrnans niet spreken zonder in herinnering te brengen dat hij zoowel buiten als binnen onze grenzen behoort tot de meest gelezen Vlaamsche prozaschrijvers.
Van iemand, van wie, naar het heet, in zeventien verschillende talen werk over de wereld werd verspreid, mag wel gezegd dat hij de rol speelt van kultureelen gezant bij de andere volkeren. Het is ook het oogenblik niet om de waarde van zijn oeuvre tegen die van andere belangrijke tijdgenooten af te wegen. Het weze voldoende te mogen vaststellen dat Timmermans iemand is geweest die uit innerlijken aandrang tot scheppen werd aangepord; met dit kenmerk van het echte kunstenaarschap moet ieder boek voor hem een vreugde en als het ware een gave zijn geweest. Uit de vele honderden bladzijden, die hij heeft geschreven, is er heel wat dat na weinige jaren zal vergeten geraken, doch daartegenover staat werk dat onvergankelijk blijft.
Naast zijn volste en meest menschelijke boek, dat « Boerenpsalm » is, staat er nog menig ander, dat hem niet slechts een eigen en onvervreemdbare plaats zal bezorgen in de geschiedenis van onze literatuur, maar dat zal worden tot een levend bezit van de volgende generaties. We zouden zelfs durven beweren dat dit werk, over een afstand van jaren gezien, belangrijker zal worden geacht dan nu het geval is of hier en daar wordt ondersteld. Losser van tijd, zal het meer en beter voor zichzelf kunnen spreken ; de toevallige elementen, waaraan men zoo gemakkelijk grooter belang gaat hechten dan redelijk is, zullen naar den achtergrond verdrongen worden en we zullen een juisteren kijk en beter inzicht krijgen betreffende alles wat den grond kunstenaarsvisie aangaat.
Wanneer weldra zijn nieuw werk « Brouwer » verschijnt, zullen we daar verder op ingaan. Nu konden en wilden we slechts een verren en dankbaren groet brengen aan hem, die doorgaat als een meesterlijk schrijver, en in wien we tevens den nobelen mensch met het groote en goede hart blijven zien.
Uit De Tijd, dagblad voor Nederland van 25/01/1947 De bekende Vlaamsche schrijver Felix Timmermans is in den nacht van Donderdag op Vrijdag op 61-jarigen leeftijd te Lier overleden.
Timmermans is een van de voortreffelijkste vertellers, die de Vlaamsche letteren hebben voortgebracht. Met 'Pallieter', waarin hij den lof van het leven zong, begon zijn roem, die hem over geheel Europa vertalingen van zijn werk bezorgde. En dat terecht. Want deze nu eens primitief uitbundige, dan weer kinderlijk ontroerde, stond met beide voeten op de aarde en bezat tegelijk het vermogen de schoonheid der aarde te doen bloeien onder de immer onvergankelijke schoonheid van den hemel. Zijn ''Harp van Sint Franciscus" doet hem wel het meest kennen in zijn ongecompliceerde zinnelijkheid, waarin een sterk op de natuur gespitst gevoelsleven resoneert en het blijmoedig geloof, dat aarde en hemel met elkaar verzoent, zij het met veel voorliefde voor de gulle weldaden der aarde. Zijn werk is een en al kleur en atmosfeer. Het boerenleven wordt er oorspronkelijk en dankbaar in verbeeld Het boerenleven vormt ook de stof voor vele zijner roman ; waarin hij figuren schetst als Pieter Breughel, den genialen Vlaamschen schilder in wien Timmermans zich zelf heeft gemeend te herkennen. Zijn ''Boerenpsalm" geldt als het epos van den landbouwer, het vormt wel het hoogtepunt van zijn werk, dat nimmer van een ingrijpende problematiek was, maar waarvan de eenvoud niet de geringste deugd is gebleken. In de oorlogsjaren publiceerde; Timmermans werk van aanzienlijk minder gehalte. Hij leefde de laatste jaren zeer teruggetrokken in zijn geboorteplaats Lier en eindigde zijn leven wellicht in die somberheid, die tot uiting kwam in zijn eerste werk ''Schemeringen van den dood" dat nog niets van de hartstochtelijke levensaanvaarding van later deed vermoeden. Een vooral in zijn plastisch vermogen verrassend en ongeëvenaard kunstenaar is met hem heengegaan.
Ik ben Mon Van den heuvel
Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.