Op bezoek bij Pallieter Timmermans.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
uit De Stad, weekblad van Lier - 31 juli 1931.
De Fée is pas van Holland thuisgekomen. Hij praat nog met zijn vrouw en kinderen die
gulle, rustige stem gonst door het huis en wij wachten al op hem in zijn groote kamer met de citroenachtige beschilderde deuren en met Fée's schilderijen aan den muur.
Als schilder gaat de Fée er ongetwijfeld op vooruit. Zijn koloriet is dieper van toon geworden, kreeg distinctie en de mis en page is ditmaal beheerscht en overwogen.
Geen oeval kunst.
Maar daar is de Fée zelf : buik vooruit. Hij heeft het zich gemiakkelijk gemaakt : hij is in hemdsmouwen en ach, als hij er ons ook maar eens toe uitnoodigde! Want, het weder is echt zomersch (stijl Conscience). De zon praalt hoog aan den blauwen trans en zendt hare verzengende stralen over 't aardrijk neer.
In de kamer van de Fée verwijlt een blond licht en op de tafel prijkt een schotel aardbeziën, die een voorsmaakje schijnen te zijn van 't land van belofte!
Zij beloven inderdaad heel wat en zullen hun belofte houden....
Wij zijn spoedig gezeten met een schuldig kloppend hart. De Fée is pas terug.
Wij rukken hem alreeds uit de schoot van zijn familie. De Fee heeft al duizenden gazetmenschen moeten te woord staan en ziehier wij alweer bij hem voor een interview.
Gelukkig : de Fée draagt zijn lot gelaten. Hij is niet hooghartig! Want er schuilt vaak meer hoogmoed in het afwijzen van een interview dan in het aanvaarden ervan.
Zoo zit daar Felix, rustig, eenvoudig, zoo natuurlijk echt voor ons hij, op wie de literatoren, de echte, de groote, de stylisten zoo smalen. Geen kwestie van, dat ze jaloersch zijn op zijn populariteit! Lieve God, néén....!
En toch : hoe men ook over zijn werk denken moge, in den grond van zijn hart houdt ieder in Vlaanderen van dezen man, is men fier op zijn buitenlandsch sukses, omdat hij een van de weinigen is, die Vlaanderen naar buiten vermogen te dragen.
Zijn werk is in alle talen omgezet. Zoo pas bleek, dat drie van zijn boeken in het Servisch werden vertaald! Ernest Claes volgt Timmermans in het buitenland. De Witte is naar Duitschland verhuisd.
Wij hebben in Vlaanderen beter werk dan De Witte, zelfs Ernest Claes heeft dat, maar er is nu een aanvang. Een begin. De rest zal volgen, hopen we.
![](http://desmond.imageshack.us/Himg402/scaled.php?server=402&filename=feinkamermedium.jpg&res=landing)
Wij hoorden, alzoo vingen we ons babbeltje aan, dat uw boek over Sint Franciscus af is?
Ja. Eindelijk.
Lijvig?
Zeer lijvig, niettegenstaande Franciscus nogal mager moet geweest zijn.
lk houd van dikke boeken. En het volk ook. Wanneer verschijnt het ?
ln het voorjaar. In Holland en Duitschland.. Ik heb mij voor dit werk veel opzoekingen getroost, historische en andere. Ik wilde geen fouten bedrijven tegen den tijdgeest, geen historische dwalingen begaan .. .. Ik ben er ook voor naar Italië geweest. Maar slecht weer, dat we hehben gehad! Koude! Regen! In Rome koffie met een scheutje genever gedronken om warmte te krijgen. Ik heb mij Italië en Assisie moeten verbeelden, het land van de blauwe luchten, het Italië van de zon! Toen we te Florence naar een schilderij van Fra Angelico stonden te kijken, schoon jongen, hemelsch schoon, begon plots de zon te schijnen.
Wat moest ik doen? De schilderij of de zon? De schilderij won het, en toen ik buiten kwam, zag ik nog juist de zon de straat uitloopen....
Hoe hebt gij uw werk geschreven?
In grooten eenvoud, mijn vriend. Er staat geen woord in, dat niet in Lier intra muros zal begrepen worden. Ik heb de bloemekens wat geweerd en strakker van stijl geschreven....
Hoe hebt ge Franciscus opgevat?
Ik heb dezen prachtigen mensch en heilige gezien als persoon en in zijn tijd. De atmosfeer, en hij daar zoo schoon in. Ik heb niet zoozeer belang gehecht aan de omgeving. Voor mijn part, 'k geloof, dat Sint Franciscus zelfs in Peru had kunnen leven....
Hebt gij lang er aan geschreven?
Schrijven is het voornaamste niet. ik heb in zijn geheel aan dit werk vijf jaar gewerkt.
Verwacht gij er veel van
lk ben blij dat het af is. Wat denkt ge van die aardbeziën? Eigen gewin. Proef, wacht....
Timmermans gaat ze wasschen, brengt ze ons terug, nog meer belovend dan daar straks.
Ik riek geerne den reuk van die aardbeziën. Zoo zoet, zegt Pallieter.
Wij gelooven hem : het klinkt alles zoo oprecht, wat hij zegt, zoo gemoedelijk en joviaal, zoo eigendommelijk-Vlaamsch, zoo volkomen van ons ras.
Nu een strikvraag :
Van welk van uw boeken houdt gij het meest?
Ge zoudt denken, dat hij antwoorden gaat : van allemaal.
Maar geestig klinkt het ; Van Pallieter en Synforosa. Breughel had ik willen eenvoudiger schrijven. Direkter. Bv. Als Breughel voor de eerste maal in het huis van Pieter Coecke komt duurt het nog al lang, eer hij op het atelier belandt. Ik zal mijn best doen, om eenvoudiger te schrijven.
Gij moet uw aard geen geweld aandoen orakelen we.
Het klonk pedant, maar het was goed gemeend. Merci, pak nog een jarebees.
Gaat ge nog veel voordrachten en lezingen geven?
Minder, veel minder.
Wij weten, dat Timmermans op zijn reizen in Duitschland en elders veel propaganda maakt voor onze schilderkunst en onze literatuur. Onze Vlaamsche minister in het buitenland!
Wat gaat ge nu schrijven?
Kleine, eenvoudige vertellingen. Mijn observatie-veld is vlak bij. Hier ligt ongelooflijk veel stof. (niet letterlijk opnemen!) Formidabel.
Aan dezen mensch durven we nu een vraag stellen, die hij onbevangen en eerlijk beantwoorden zal, we zijn er zeker van :
Leest gij veel?
Weinig
Geen pose van interessantigheid. Hij leest weinig! Had hij evengoed niet hoog kunnen opgeven van zijn lectuur?
Ik lees weinig, omdat ik weinig tijd heb. En als ik eens een dag niet schrijfgezind ben, de boog kan niet altijd gespannen staan, ga ik wandelen of ik schilder wat. Ik schilder geerne. Schilderen is plezant. Het ontspant mij. Maar toekomende maand ga ik lezen. Dan laat ik de laatste werken komen. Een heele maand en langer doe ik niets dan lezen.Weet gij het laatste nieuws, broeder?
Het is Timmermans, die nu vraagt. Wij zijn een beetje op onze hoede. Want Timmermans is bekwaam ons er eens te laten inloopen.
Raad eens?...... Neen.
lk ben jurylid voor het toekennen van den vijf-jaarlijkschen wedstrijd voor essays en kritische beschouwingen! Wij lachen allebei!
Timmermans, sinds jaren bestendig slachtoffer van de kritikanten, thans jurylid om de kritikanten te beoordeelen! Het is amuzant!
Gaat ge u wreken, Fée? Wacht, ik zal het u zeggen - gij gaat ze allen een lesje in mildheid geven! Wij kennen u.
Natuurlijk spreken we over Vlaanderen en Vlaamsche toestanden.
Wij gaan vooruit, meent Timmermans, absoluut, we gaan vooruit. Wij hebben den wind in de zeilen ....
Hoe was het Pen-congres, Fée?
Schitterend. Maar er waren te weinig Vlamingen. Veel te weinig. De Mane (Emmanuel de Bom!) was er grandioos. Ik heb me goed met hem geamuseerd. Wat een plezante guit toch, dien mane! Maar het kongres, als kongres zelf, was zeer belangrijk. Er is over oorlog en vrede gesproken, over behandeling van politieke gevangenen. De schrijvers staan niet buiten de maatschappij, maar er midden in. De politiek leidt hen en leidt de wereld.
De schrijvers moeten invloed ten goede doen gelden op de politick.
We praatten toen nog lang in het straatdeurtgat van Fée's huis, want wij konden maar geen afscheid nemen.
Maar eindelijk lieten we den gullen en goedhartigen Timmermans alleen in den zilveren avond. Niet, dan na hem veel sukses met zijn nieuw en toekomend werk gewenscht te hebben.
Want de Fée : hij mag er zijn en zal er steeds mogen blijven zijn.
***************
|