Vlaanderen in München.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Open brief aan Felix Timmermans - Maria-Francisca Van Leer
Krantenartikel uit De Standaard 1929.
Ge hebt het niet willen hooren en gelooven, Felix Timmermans, dat uwe komst naar München een gebeurtenis was. Ge vindt dat zoo alledaags en van zelf sprekend, dat ge telkens vreest hen te vervelen. En daarom moet ik aan u en Vlaanderen nog eens komen zeggen, hoe dankbaar uwe Munchener vrienden U zijn, dat ge tot ons zijt gekomen.
t Was alles zo eenvoudig : de aanplakbrieven in de straten naast groote schreeuwende reclaamplaten. « Felix Timmermans, der Flämische Dichter, erzählt aus seiner Jugend und liest aus seinen Wirke ».
Zoo hoorde ik, dat ge ging komen, uitgenodigd door het Goethe - Gezelschap
Wat was ik blij lijk een kind, dat in den vreemde iemand van thuis gaat ontmoeten.
De Cherubin zaal van het Hotel Vier Jahreszeiten was zoo bezet, dat ik bijna trotsch was, dat ge hier zoo bekend zijt.
En toen kwaamt ge : uw hart klopte, toen ge op het podium zijt gestapt.
En uwe stem was zo zacht, dat allen heel stil moesten zijn. Ik was bang dat ge misschien in schoon opgezet literair Duitsch, zooals men dat in het Goethe-Gezelschap verwacht, zou spreken. En het zou me zoo gespeten hebben. Maar uw Duitsch was niets dan letterlijk vertaald Vlaamsch, en uw gehoor raakte onder de bekoring van die taal, zonder het zelf te weten.
Eerst uwe jeugd : hoe hebt ge ons doen meegenieten van uwe kinderjaren. Wij zagen die 14 kinders, die Moeder s avonds voor t naar bed gaan, moest tellen en waarover een groot kruis geslagen werd, als ze gingen slapen. We zagen uwen lieven vader als boer verkleed op zijn hondenkar lijk een romeinsch triomphator de dorpen oprijden om hout aan de boeren te verkopen, en hoe hij thuis kwam, altijd blij, ook al had hij te weinig verdiend, met een verrassing voor elk van de veertien. Eens een hoedendoos met meikevers, een ander keer met rapen, zooals ze naast uw huis groeiden, maar... vader had ze in sinaasappel-papieren gedraaid en noemde ze russische rapen.
En de sprookjes die vader vertelde! Dezelfde die wij gehoord hebben... men strooide rozen en bad, terwijl gij spraakt, dat uwe woorden als levend zaad in de zielen mochten ontkiemen.
Want gij waart en zijt Apostel, Felix Timmermans, ook al weet niemand, dat het Brood des Levens uw dagelijksch voedsel is.
Maar daar gaat een verborgen kracht van uw woord uit, wat mij aan Pr. Poppe zaliger doet herinneren, die op zijn sterfbed schreef :
Woorden voeden maar als de ziel van den spreker is gevoed.
Het Brood van Gods woord moet ge opmaken met de kracht van het Brood des levens.
Wij danken God en Vlaanderen, die U aan ons geschonken hebben, Felix Timmermans. Wij danken U, dat ge tot ons gekomen zijt en in het duister van onze groote, moderne internationale, beiersche hoofdstad een lichtje hebt ontstoken, al was het niet grooter dan het kaarske in den brandenden lantaarn, die Schrobberbeek mee nam naar de middernachtmis. Want het zal, zoo hopen en bidden wij, een Gods-lampje zijn, dat niet meer uitdooft.
Vlaanderen in München! Felix Timmermans in het Goethe-Gezelschap! Geloof, Liefde, Deemoed te midden van verstand, geleerdheid, mensenwijsheid. Zomer in de winter.
Het Kindeke Jesus van Vlaanderen op bezoek in de Cherubijn-zaal, bij het Goethe-Gesellschaft.
Kindeke Jesus, zegen ons.
Lieve Zoete Vrouw van Vlaanderen
Bid voor ons
Felix Timmermans, gij zijt wel bedankt.
In naam Uwer Münchener vrienden.
München, 17 november 1929
********
|