Gedreven door liefde tot Vlaanderen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Felix Timmermans:Ik heb zoals Rembrandt alle roem gekend en zal zoals Rembrandt eenzaam sterven
Door drs. A. Verhoef 1997
Waar de Grote en de Kleine Nete samenvloeien, ligt Lier. Binnen de middeleeuwse stadswallen, in de schaduw van de prachtige Gummaruskerk, verheft zich de Zimmertoren. Onder de torenklok komen op gezette tijden figuren uit de romans van Liers belangrijkste burger, Felix Timmermans (1886-1947), tevoorschijn.
Vijftig jaar geleden, op 24 januari 1947, overleed hij. Verguisd in eigen Vlaanderen.
In het Begijnhof van Lier hebben de kleine huisjes achter witte muren geen nummer maar de naam van een heilige. Hier dwalen we zomaar door een novelle van Felix Timmermans, de stimulator van de rooms-katholieke Vlaamse kunst.
Twee wereldoorlogen heeft hij over zijn geliefde stad zien golven, met al hun vernietigende kracht. Maar Timmermans' romans, novellen en verhalen spelen zich niet af tussen bomkraters en ruïnes. Wanneer ik iets over Lier vertel, zo vertrouwde hij eens aan een vriend toe, dan stel ik mij het Lier voor toen ik twaalf jaar oud was.
In dat Lier had het woord van meneer pastoor gezag.
Volksbuurt als leerschool
Leopoldus Maximilianus Felix Timmermans werd op 5 juli 1886 als dertiende kind van Gommaar en Angelina Timmermans geboren. Naar rooms gebruik werd hij de volgende dag in de Gummaruskerk al gedoopt. Daarbij wilde zijn veel oudere zus Valentina als meter optreden, maar dan wel op voorwaarde dat haar verloofde peter mocht zijn. Aan hem ene Felix- dankte Leopoldus Maximilianus zijn derde voornaam. Valentina trouwde overigens met een ander...
De leerstof van de lagere school kon de gemakzuchtige Felix absoluut niet boeien.
Onder zijn opstellen stond steevast "slecht" of "zeer slecht". Later zouden uitgevers veel werk hebben om zijn spelling en zinsbouw tot een acceptabel niveau te tillen. De sappige verteltrant leerde Felix niet op school, maar in de volksbuurten van Lier, waar hij graag rondstruinde.
Liever dan met spelling, stijl en rekenen hield Felix zich bezig met de Vlaamse schilderkunst. Als twaalfjarige voerde hij hele gesprekken over de werken van Rubens. En toen hij voor de eerste keer een schilderij van Pieter Bruegel zag, dronk hij de figuren en kleuren met een ongewone gretigheid in. Veel later zou de bewondering haar weg vinden in maar liefst drie boeken over de Vlaamse schilder.
Nazareth aan de Nete
Ik wil huwen met een meisje die zeer arm is, maar als vrouw in harmonie nevens mij in het leven zal kunnen staan, schreef Felix in 1912 aan een vriend. Hij meende het serieus, zo zelfs dat hij de wil van zijn ouders trotseerde. Mijne ouders willen het niet en ik moest weg van huis. Daar sta ik nu met lege handen, zonder geld en zonder vooruitzicht.
Het huwelijk ging door. Felix' ouders gaven uiteindelijk hun toestemming, maar kwamen niet naar de huwelijksvoltrekking.
In deze tijd oogst Timmermans ook zijn eerste literaire succes. De roman "Pallieter" krijgt in Vlaanderen en daarbuiten over het algemeen een goede pers.
Maar nog voordat "Pallieter" in het voorjaar van 1916 verschenen was, had Timmermans een begin gemaakt met de roman "Het Kindeke Jezus in Vlaanderen". Het geboorteverhaal verplaatste hij daarin naar de streek rond Lier. Nazareth ligt bij Timmermans aan de Nete, Elizabeth woont in Grobbendonk, Maria en Jozef trouwen in Lier. Later vluchten zij met het kindeke Jezus naar Holland...
Het is vrijwel zeker dat Timmermans tot deze overplaatsing van tijd en ruimte werd geïnspireerd door het schilderij "De volkstelling" van Pieter Bruegel, waarop we eenzelfde 'vervlaamsing' van het kerstevangelie aantreffen.
Kromme stok
De bekende theoloog K. Schilder wijdde in "De Reformatie" van 26 juli 1940 heel wat woorden aan deze overzetting van tijd en plaats van het geboorteverhaal. Hij noemde het daar een kromme stok waarmee een rechte slag geslagen kan worden. De roman riep voor Schilder de vraag op: Zou ik hebben kunnen gelooven, indien Christus had geloopen op den Coolsingel, als de wonderbare spijziging geschied was in de Scheveningsche Boschjes, als de Gevangenpoort Lithostrotos was geweest?
Maar hoe sympathiek Timmermans ook Jozef, Maria en het kind Jezus beschrijft, toch is het niet waarschijnlijk dat de auteur nu juist dié 'rechte slag' wilde slaan.
Felix Timmermans had zich eerder al verbonden met de Vlaamse Beweging die Vlaanderen van België af wilde scheiden. De beweging kwam tijdens de Eerste Wereldoorlog in een kwade reuk te staan, toen zij de binnengevallen Duitsers als motor voor haar politieke streven ging beschouwen. Vlak voor de bevrijding nam Felix met vele andere activisten de wijk naar Nederland : een ballingschap die tot maart 1920 zou duren.
Die verheerlijking van het door België 'onderdrukte' Vlaanderen vinden we terug in "Het Kindeke Jezus". Het is niet zomaar, dat in de roman Holland de plaats van Egypte inneemt.
Duitse soldaat
De Vlaamse kunst moest naar een hoger plan, vond Timmermans. Met dat doel voor ogen stichtte hij in oktober 1925 met elf anderen "De Pelgrim", een beweging die de kunst een sociale roeping toekende. Hoewel de beweging na vijf jaar niet meer functioneerde, bleef Timmermans de idealen van een Vláámse kunst uitdragen. Maar meer nog dan in Vlaanderen vond hij gehoor in het buitenland en met name bij de oosterburen, waar hij als auteur en voordrachtskunstenaar razend populair was geworden.
Die populariteit speelde hem parten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat moest je, als een Duitse soldaat bij de gevierde "Herr Timmermans" aanklopte om een handtekening?
Die jongen gewoon binnenlaten, meende de schrijver. Zíj hadden toch niet om die afschuwelijke oorlog gevraagd! Hoewel hij zich tijdens de Tweede Wereldoorlog verre hield van de politiek, was hij naïef genoeg om te menen dat hij een uitnodiging om in Duitsland een culturele manifestatie bij te wonen, gewoon kon accepteren. Die uitnodiging had immers niets met de oorlog te maken...
Dat hij daarmee minstens argwaan zou wekken bij zijn eigen volksgenoten, kwam blijkbaar niet in hem op. Toen Godfried Bomans hem na de oorlog bezocht, zei Timmermans hierover tamelijk onnozel tegen zijn collega-auteur : Ik had daar geen gedacht van....
Zoals Rembrandt
Felix Timmermans, zo was de algemene opinie na de oorlog, was "verkeerd" geweest. Alleen een zich verergerende hartkwaal hield hem uit de gevangenis. Terwijl zijn werk in veel Europese landen vertaald werd (en zeker niet alleen in Duitsland!), mocht het in de Belgische schoolbibliotheken niet opgenomen worden.
Verdenkingen groeiden tot een hetze uit.
De hetze nam groteske vormen aan. Het deerde Timmermans niet zo veel meer. Na zijn bezoek aan Lier schreef Bomans: ,,Zelden heb ik zo'n doodvermoeide man gezien". Langzaam vloeide het leven uit hem weg. ,,Ik heb", zo merkte hij vlak voor zijn dood op, ,,zoals Rembrandt alle roem gekend en zal zoals Rembrandt eenzaam sterven". Op de vroege morgen van 24 januari 1947 overleed hij. Met hem stierf de hetze.
Waar de Grote en de Kleine Nete samenvloeien, zijn de mensen nu trots op hún Felix...!
**********
|