Mgr. Pronti en Felix Timmermansxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vijf en twintig jaar geleden, bijna dag op dag, hield een onbekend Italiaans priester uit Assisie, Don Giuseppe Pronti, te Antwerpen een voordracht over Sint Franciscus. Enkele dagen geleden werd dezelfde priester, nu Mgr. G. Pronti Bisschop van Nocera-Umbra en Gualdo Tadina, door zijne majesteit Koning Boudewijn vereerd met het Officierskruis in de Leopoldsorde, ter gelegenheid van zijn verblijf in België.
De reden van deze onderscheiding is te vinden in de vijfentwintigjarige vriendschap en in de vele diensten door Mgr. Pronti aan ons land bewezen.
Deze kregen hun schoonste uitdrukking in de vriendschap tussen de Italiaanse bisschop en onze grote Vlaamse schrijver Felix Timmermans. De brug tussen deze twee harten was de Poverello van Assisie, Sint Franciscus. Zonder Mgr. Pronti had Felix Timmermans wellicht nooit zijn Harp van St. Franciscus geschreven zoals wij dit boek nu kennen.
Een grote vriend van ons land en een eenvoudig bisschop.
Wij ontmoetten Mgr. Pronti bij vrienden van hem in de nabijheid van Antwerpen en worden binnengeleid door E.P. Darquennes, ondervoorzitter der Italiaansche vereniging, die tevens zo vriendelijk was ons op voorhand enkele wetenswaardigheden over het leven van de bisschop te vertellen.
Mgr. Pronti werd geboren te Assisie op 8 augustus 1890. Zijn jeugdjaren gaven hem de gelegenheid om als het ware de ziel van deze fraciskaanse stad in zich op te nemen. Hij zal een vurig minnaar worden van de Poverello, en overal waar hij kan zijn loflied zingen.
Priester gewijd op 4 april 1915, studeert hij verder te Rome aan de Gregoriaanse Universiteit en aan het Pauselijk Seminarie van Lateranen, waar hij de titel verwerft van doctor in de godsgeleerdheid, in het kerkelijk en burgerlijk recht, en in de wijsbegeerte. Als priester ging hij terug naar Assisie en werd er achteraf kanunnik van de kathedraal en vikaris-generaal van het bisdom. Op 17 maart 1938 werd hij benoemd tot bisschop van Aquapendente in de nabijheid van Rome, het bisdom van de ouders van Zijne Heiligheid Paus Pius XII, en op 6 november 1950 tot bisschop van Nocera-Umbra en Gualdo-Tadino bij Assisie.
Mgr. Pronti is de franciskaanse vriendelijkheid en eenvoud zelf. Onmiddelijk begint hij te vertellen over zijn oude vriendschap met Felix Timmermans. Toen hij vijfentwintig jaar geleden in ons land kwam, was Lier het einddoel van zijn reis. Ook nu heeft hij deze stad bezocht, waar naastbestaande van Felix Timmermans en verschillende andere vrienden hem kennen.
Te Leuven hield Mgr. Pronti een voordracht over De ziel van Assisie, waarop Mgr. Van Wayenbergh, rector magnificus der universiteit aanwezig was. Hun vriendschap dateert ook reeds van 25 jaar terug. In de St. Ignatius Handels hogeschool sprak Mgr. Pronti over Assisie, de zonnige stad van Italië . Kostbare herinneringen.
Met begeestering en liefde vertelt ons de Italiaanse bisschop dat hij in de lente van dit jaar een aantal herinneringen optekende die bestemd waren om te verschijnen in een boek, aan de nagedachtenis van Felix Timmermans gewijd. Een Vlaamse uitgever had hem hierom verzocht. Omstandigheden hebben echter verhinderd dat ze tijdig ter perse waren, zodat zij voorlopig in het Nederlands nog niet zijn gedrukt. Mgr. Pronti vertaalde ons regel na regel de Italiaanse tekst, die zo interessant was dat wij vroegen en verkregen, deze bladzijden in het Nederlands te publiceren ter gelegenheid van zijn bezoek aan ons land, en als postume hulde aan de schrijver van De Harp van St. Franciscus.
Hier volgt de integrale tekst van Mgr. Pronti.
Hoe is De Harp van St. Franciscus ontstaan ?
Nog staat hij, Felix Timmermans, mij levendig voor ogen, zoals op de mooie fotos waar hij mij aankijkt en glimlacht, de grote pijp tussen de monkelende lippen. Zo is hij een late avond van april 1925, op de drempel van mijn woning verschenen. Het was onze eerste ontmoeting. Zij werd door hem levendig en vol biezonderheden beschreven in zijn boek Naar waar de Appelsienen groeien en heeft hem voor immer aan mijn hart gebonden.
Het wederzijds vertrouwen, dat tussen ons beiden van af dat ogenblik ontstaan was, is nimmer verminderd, doch groeide tot een warme en oprechte vriendschap. Later schreef hij onder zijn foto, welke hij mij ten geschenke gaf : Nadat gij voor mij zijt geweest als een zachte lamp in de heilige stad Assisie, zijn wij vrienden geworden.
Zo begon onze briefwisseling.
Hij is vertrokken, na dit kort lentebezoek aan de stad van St. Franciscus, met in zijn hart alle licht en harmonie van zijn natuur, zijn kunst en zijn mysticisme.
Omdat ik in de onmogelijkheid ben terug te keren naar uw duurbare stad Assisie, wat ik zielsgraag zou doen, schreef hij mij een paar jaren later, in een brief vol heimwee, bid ik u om zelf naar hier te komen, om ons de glimlach van uw heilige te brengen.
Dit was de reden, waarom ik, na herhaaldelijk aandringen, zijn zo vriendelijke uitnodiging heb aanvaard, en naar België reisde, om te Antwerpen een voordracht te houden, ter gelegenheid van de sluiting van het Sint Franciscusjaar, t.t.z. het zevende eeuwfeest van het afsterven van deze heilige.
Het was einde september 1927. De titel van de voordracht had Felix Timmermans mij gesuggereerd : De oude stad Assisie en haar Heilige. Een tachtigtal lichtbeelden illustreerde de spreekbeurt, die gehouden werd op de Meir te Antwerpen, in de toenmalige Pelgrimszaal, ter gelegenheid van een tentoonstelling van Vlaamse kunst, en waar ook een afdeling aan de franciskaanse kunst gewijd was. De aanwezigen waren artisten, schrijvers en studenten. Achteraf hield ik dezelfde voordracht in de kleine stad Lier. Het was de vierde oktober, feestdag van Sint Franciscus, dag waarop te Assisie de grootste viering van het eeuwfeest plaats had.
Beide voordrachten, alsmede het verblijf in Vlaanderen, gaven mij de gelegenheid om bijna het ganse land te bezoeken met Feix Timmermans als onderlegde en sympathieke gids. Op die wijze ontstonden allerlei vriendschapsbanden die mij duurbaar zijn gebleven.
Voor Felix Timmermans betekende mijn verblijf de grote vreugde, beelden en herinneringen van zijn bedevaart naar St Franciscus opnieuw te beleven.
Het is ook tijdens dit bezoek dat Felix Timmermans mij zijn plan ontvouwde om een boek over de heilige van Assisie te schrijven.
In de herfst van 1930 kwam ik terug naar België. Inmiddels was ik secretaris geworden van de bibliotheek der internationale Vereniging voor franciskaanse studies. Nogmaals wachtte mij bij Timmermans een vreugdevolle ontvangst. Ik vond hem werkend aan zijn boek, dat bijna af was. Het was de zeventiende september, het feest van de kruiswonden van Sint Franciscus. Toen ik hem wees op het gelukkig samentreffen van mijn bezoek en genoemde feestdag was hij daardoor ontroerd. Wij spraken lang over Joergensen, over P. Sabatier en de internationale Vereniging voor franciskaanse studies. Ten slotte las hij mij, telkens de Franse vertaling gevend, een hoofdstuk voor uit zijn Sint Franciscus.
Wat denk gij ervan, vroeg hij. Ik begrijp, antwoordde ik, dat gij een leven wilt beschrijven van St. Franciscus, met uw gaven als dichter en als schilder, zoals gij zegt, een leven waarin de geschiedenis met de legende is verweven in het kader van het Vlaamse land; daarom zal dit boek ongetwijfeld aangenaam zijn aan uw volk. Het is vooral van belang dat gij ons een St. Franciscus geeft, naar katholieke traditie, omkranst met de aureool van heiligheid, een alter Christus, een andere Kristus. Deze wens en dit verlangen druk ik uit op de dag die ons herinnert aan het mirakel van de Vernaberg (op deze berg ontving Sint Franciscus de kruiswonden).
Als antwoord hierop nam Timmermans papier en tekende met enkele snelle en gemakkelijke pennetrekken een broederfiguur, geknield op een rots, de armen opengeslagen, in extase opkijkend naar een stralend kruis. In vorm van opdracht schreef hij er in het Frans deze woorden onder :
Aan mijn grote vriend Don G. Pronti, aan wie ik zoveel verschuldigd ben voor de inspiratie en de gedachtenis van mijn boek Sint Franciscus, dat ik schrijf, denkend aan hem en aan zijn aanbiddelijke stad Assisie, waar hij is als een lamp die brandt in de geschiedenis van de grote heilige.
Zeer genegen, Felix Timmermans, Lier, 17 september 1930.
Hij gaf me dit met zijn gewone glimlach als een onderpand van onze vriendschap.
Deze herinnering heb ik meegenomen naar Assisie.
Nadien kwam als een verwacht geschenk, het was in 1933 De Harp van Sint Franciscus mij toe in Franse vertaling. Deze was verzorgd door de Belgische priester Camille Melloy.
Felix Timmermans had Melloy naar Assisie gezonden en deze laatste verbleef aldaar toen Don Pronti tot bisschop werd benoemd in maart 1938.
Omwille van dit werk heb ik gewild dat de naam van Felix Timmermans vanaf dat ogenblik zou opgetekend worden tussen de leden der internationale vereniging voor franciskaanse studies.
En op deze symbolische wijze kwam hij terug in de stad van de Poverello, die hem ontvangen heeft binnen de muren als een ijverig bedevaarder der liefde. Hij kwam terug om er te blijven, ook na zijn groot vertrek nl. zijn heengaan naar de eeuwigheid, met zijn naam en zijn harp van Sint Franciscus, waardoor hij een nieuwe strofe heeft gevoegd bij het groot symfonisch gedicht, dat door de kunst en de literatuur van elk land wordt gecomponeerd doorheen de tijden, tot glorie van Assisie en van zijn heilige.
April 1952 - Mgr. Pronti.
De Italiaanse bisschop is ontroerd, want hij denkt aan Felix Timmermans, aan de schone uren met hem doorgebracht, aan de grote vreugde die het boek over Franciscus hem heeft verschaft. Zijn vele vrienden die hij in het Vlaamse land heeft en die hij deze dagen nog zal bezoeken, zullen er ongetwijfeld voor zorgen dat Mgr. Pronti met nieuwe heerlijke herinneringen naar zijn bisschopstad in de schaduw van Assisie zal terugreizen.
L.M.
Artikel verschenen in de Gazet van Antwerpen, dinsdag 21 oktober 1952.
***
|