In de Kluis van de Fé.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit de Standaard door Gaston Durnez
Vroeger, vertelt Ingrid van de Wijer, zag ik Timmermans veeleer als een "boerenschrijver", ekskuseer het woord, als een volkskunstenaar, een intuïtieve verteller.
Dat beeld is veranderd toen ik zijn dagboeken en zijn manuskripten las. Nooit had ik mij kunnen voorstellen dat hij zo intellektualistisch met zijn oeuvre bezig is geweest, als blijkt uit die papieren! Timmermans werkte zeer hard aan zijn verhalen, romans en artikels, hij informeerde zich over alles en nog wat, las voortdurend, kende de belangrijkste kunstwerken en boeken van zijn tijd. Ik heb zijn notities over zijn lektuur vergeleken met de lijsten van de toen gangbare boeken en ik zag welke brede belangstelling hij koesterde voor wat toen "in" was, maar ook voor de klassiekers. Bovendien ging hij veel naar tentoonstellingen en teater, ontmoette talrijke vrienden en bekenden uit de kulturele en wetenschappelijke wereld van binnen- en buitenland. Rond zijn naam cirkelden vele Groten.
Ingrid van de Wijer is een 31-jarige doctor in de Germaanse filologie die ons in het Timmermans-Jaar het mooiste geschenk mag geven dat de vrienden van "de Goede Fee" zich kunnen voorstellen : een vrijkaart voor de Schatkamer waarin zijn nagelaten handschriften en vele andere literaire dokumenten worden bewaard, papieren waarvan zeer vele nooit buiten zijn huiskring zijn geweest De honderdste geboortedag van de kunstenaar wordt in het Nete-landschap (en elders) gevierd met diverse publikaties en talrijke manifestaties, in Schoon Lier loopt een grote tentoonstelling over zijn leven en werk, en morgen, zondag, wordt in het hart van zijn Vlaaikensstad zelfs een standbeeld voor zijn levenslustige zoon Pallieter onthuld. Maar het beste Monument voor de schilderende schrijver zal het dikke boek zijn, een kruising van een wetenschappelijke studie en een rijk geïllustreerd album, dat Ingrid van de Wijer half juni bij Den Gulden Engel in Wommelgem zal laten verschijnen.
AI mijn dagen heet dit boek (uiteraard naar een uitspraak van Timmermans zelf) en het brengt het verhaal van het ontstaan zijner teksten, hun overlevering, kompositorische en stilistische varianten uit handschriften en drukken, in een volledige inventaris van het archief, met een inleidende studie van die manuskripten. De editie van zijn dagboeken gaat er aan vooraf en kleurt, zoals de uitgeefster het zegt, "het beeld van de schrijver met onvermoede nuances in". Fotokopieën, vele prenten uit het familie-album en reprodukties van schilderijen illustreren het werk.
Benediktinessenwerk
De naam van de jonge ontdekkingsreizigster in het Onbekende Rijk van Timmermans zal de oudere generatie vertrouwd in de oren klinken. Ingrid van de Wijer is inderdaad de kleindochter van de befaamde, bijna legendarische Leuvense professor en taalkundige, die ook de drijvende kracht was achter het tussenoorlogse weekblad Nieuw Vlaanderen.
Ijverend voor een toenadering tussen de Vlaamsgezinden ten bate van een nieuwe, federalistische staatsinrichting. "Mijn grootvader heb ik nog goed gekend", vertelt zij.
Hij is in 1968 gestorven, toen ik dertien was Het ontroert mij nu speciaal, dat hij bestuurder was van de Koninklijke Akademie voor Taal- en Letterkunde toen zijn kollega Felix Timmermans na de oorlog moeilijkheden kreeg. Regeringsinstanties wilden de Akademie onder druk zetten om zgn. "onwaardige Belgen" uit haar rangen weg te zuiveren maar mijn grootvader antwoordde waardig, dat de regering hier mee haar bevoegdheid te buiten ging. Dank zij hem is Felix Timmermans niet buitengezet.
Ingrid van de Wijer studeerde aan de KU Leuven en haalde in 1977 haar doctorstitel met een teksteditie van een Middelnederlands handschrift. Seghelijn, een oorspronkelijk Nederlands epos. Nadien is zij assistente geweest in de afdeling Nederlandse Literatuur, waarvan zij nu vrij medewerkster is. Zij doceert aan de Antwerpse en de Brusselse tolkenscholen, maar slaat weldra een nieuwe richting in : haar Timmermansstudie heeft haar in kontakt gebracht met de pas opgerichte uitgeverij Den Gulden Engel en het resultaat is, dat zij binnen enkele dagen de leiding krijgt van het "algemeen en literair fonds" van deze firma In dat fonds zullen zowel facsimile-edities van waardevolle kunstwerken als wetenschappelijke boeken voor een breed publiek èn literair proza verschijnen.
Eer zij aan Seghelijn begon had Ingrid van de Wijer gedacht aan een editie van Pallieter, waarover zij had gelezen dat er verschillende versies van bestonden, die zij hoopte te kunnen vergelijken. Dat is toen niet doorgegaan, maar later zocht de familie Timmermans een deskundige voor de editie van het hele archief en herinnerde zich haar naam.
Van de Wijer kreeg toegang tot de bankkluizen waarin dit archief wordt bewaard en zij konstateerde tot haar blije verrassing, dat het ging om een verzameling van zowat 10.000 bladzijden tekst! Timmermans bewaarde alles wat hij schreef, invallen, beelden, historietjes, kladjes...
Drie volle weken besteedde de jong geleerde eraan om alles zorgvuldig te fotokopiëren, waarna de originele dokumenten terug de kluis in gingen. De kopieën werden geordend, een werk waarvoor het o.m. nodig was heel het oeuvre van Timmermans te (her)lezen.
Volgens de regels van de kunst heeft zij daarna een inventaris opgesteld, de vele ter sprake komende persoonsnamen en zaken geïdentificeerd en de dagboeken gekonfronteerd met wat "de Fee" in en over die periode heeft geschreven, ook dus met literair uitgewerkte reisverhalen en "vakantiekrabbels" als Naar waar de appelsienen groeien en Minneke Poes. Een waar benediktinessenwerk! Later zullen de kopieën naar de afdeling Nederlandse Literatuur van de KU Leuven gaan, waar ze onder toezicht van Ingrid van de Wijer voor studiedoeleinden ter beschikking zullen zijn.
Hard Labeur
Is het de bedoeling alles uit te geven wat zich in dat rijke archief bevindt?
"Nee. Ik denk wel dat er iets te doen is met het Jeugdwerk, dat bestaat uit tot nog toe onbekende gedichten en toneelstukken Vooral de romantische impressionistische gedichten trekken mij aan. Zij voegen wel niets toe aan de artistieke betekenis van Timmermans, maar zij hebben literair historisch belang Uit de latere periode zal weinig of niets nog gepubliceerd moeten worden Wat belang had, heeft hij zelf allemaal uitgegeven. Toen hij een bekende auteur was geworden, kon hij alles kwijt wat hij wilde. Wat hij in de lade liet, moest daar ook blijven. Ik droom er wel van, een facsimile-uitgave te brengen van een der handschriften van Boerenpsalm, zoals hij dat zelf heeft overgeschreven en klaar gemaakt. Een zeer mooi handschrift, door zowel de "lay-out" als de prentjes. Ik weet nog niet wanneer zulke publikatie mogelijk zal zijn.
Timmermans' werk schijnt los en spontaan uit de pen te zijn gevloeid, maar het is bekend dat hij hard op zijn geschriften kon zwoegen. Ik keek er van op dat hij er zo sterk mee bezig is geweest.
Zelf bekende hij wel meer dan eens, dat schrijven hem moeite kostte, maar dat het zo ver ging nee, dat kon ik niet vermoeden! Sommige verhalen of bijdragen heeft hij tot zeven keer herschreven. Hij schrapte, voegde bij, herbegon, tot hij de tekst kreeg waar hij die hebben wilde. Hij kon ook selektief zijn. Van zijn laatste werk, de dichtbundel Adagio, vond ik een wemeling van werk-manuskripten, in vier schriften of op een groot aantal losse blaadjes van uiteenlopend formaat Daaruit heeft hij een strenge keuze laten maken voor de publikatie, die hij niet meer zelf mocht beleven. "
Blijkt uit zijn aantekeningen zijn voorkeur voor het teken- en schilderwerk?
"Die voorkeur heeft hij meer dan eens in gepubliceerde teksten uitgesproken en dat doet hij ook in zijn nagelaten papieren. Hij zegt ergens dat hij veel last heeft met het schrijven en dat tekenen en schilderen hem beter af gaan. Wat niet belet, dat hij in een reeks krantebijdragen, Pallieter in Holland, een soort van dagboek uit zijn Nederlandse tijd na de Eerste Wereldoorlog, het schrijven, "de hemel van zijn leven" noemt."
Zitten er in de kluizen ook onbekende tekeningen en schilderijen?
Nee, behalve hier en daar een krabbel op een manuskript. Zijn plastisch werk en niet het minst zijn tekeningen vind ik uniek. Zoals hij bv. zijn eigen boeken en soms die van vrienden illustreert, dat is volkomen origineel, dat ontmoet je nergens anders! Ik kan dus niet goed verdragen, dat andere tekenaars zijn werk verluchten. Zijn prenten zijn met zijn literair werk vergroeid. En ook over zijn plastisch en grafisch werk heeft hij zich goed bezonnen.
In 1930 noteert hij ergens hoe hij heeft gezocht en geprobeerd om zijn eigen stijl te vinden en hoe hij denkt hem eindelijk beet te hebben"
Er moet nog een heleboel plastisch werk bestaan dat nooit of zelden aan het publiek werd getoond. Verschilt het van het bekende Timmermans-imago?
"Bij de familie is beeldend werk bewaard gebleven dat weinigen tot nogtoe hebben gezien. Dit werk laat mij toe te zeggen, dat er nog een andere Timmermans is geweest. Ik zeg niét dat het over het algemeen beter is dan wat wij al kennen. Er zijn mooie impressionistische schilderwerkjes, zeegezichten, landschappen, in een trant die we van hem niet gewend zijn. Het mooiste dat ik van hem heb gezien is een zeegezicht, een akwarel, dat hij schilderde toen hij na de Eerste Wereldoorlog in Scheveningen woonde. Hij maakte het op het strand en omdat hij het belachelijk vond, water mee te nemen naar zee, doopte hij zijn penseel gewoon in het zeewater... Zijn oudste dochter Lia kan bijna bij elk schilderij een verhaal vertellen. Want ieder werkje heeft zijn eigen geschiedenis. Het was nooit zomaar een schilderij, nooit zomaar een prent die hij maakte. Het groeide uit zijn levenskring, uit de atmosfeer waarin hij leefde."
Kultuurgeschiedenis
Timmermans heeft zich op bepaalde momenten sociaal en politiek geëngageerd. Zitten erin het door u onderzochte archief dokumenten die daar betrekking op hebben?
"Nee, het archief is zuiver literair. Wel ontdek je bv. achter zijn dagboeknotities uit zijn Nederlandse tijd een stukje kultuurgeschiedenis van Vlaanderen. De halve Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zat op dat ogenblik in het Noorden, gevlucht voor de repressie! Timmermans noteert wie hij daar ontmoet, soms met de bedenking dat het bij deze Vlamingen altijd bij "babbelen" blijft. Op zondag 6 juli 1919 noteert hij ; "Niet naar de vergadering geweest der Aktivisten. De tijd is daarvoor voorbij. Er moet in Vlaanderen aan het nieuwe gewerkt worden. Daarbij er wordt altijd ruzie gemaakt"...
Veel beschouwingen geeft hij overigens in zijn dagboeken niet. Men komt er niets in te weten over bv. zijn politieke opvattingen. Anderdeels blijkt welk sukses hij in een bepaalde periode geniet en hoe dit sukses hem opdrijft, van de ene voordracht naar de andere ontmoeting, zodat hij bijna geen tijd meer heeft om rustig te werken. Vaak leefde hij in een opgejaagd ritme."
Hoe beoordeelt u nu, na uw studie, de waarde van zijn literair werk?
"Wat ik nu bij Felix Timmermans het beste vind, is de manier waarop hij de dingen kon verwoorden, de ongelooflijke beelden die hij vond, de associaities die hem werden ingegeven. Vooral dan in zijn proza. In zijn poëzie klinkt het voor mij allemaal meer gezocht. Daarom kan ik mij niet voorstellen dat men Timmermans korrekt kan vertalen.
Een groot aantal dingen uit zijn werk kunnen zelfs gewoon niet in een andere taal overgebracht worden. Ik weet het wel, er zijn talrijke vertalingen van hem verschenen. Niemand van onze auteurs is zoveel vertaald als hij. Ik ben een beetje bang om die anderstalige versies ter hand te nemen. Ik stel mij voor, dat hij soms radeloze vertalers moet gehad hebben!... Ondertussen blijf ik Timmermans een van onze Literaire Groten vinden. Niet altijd voor de inhoud van zijn verhalen dus, maar voor de manier waarop. En voor het goede dat er inzit, het hart dat erin klopt."
Welk boek van "de Fee" heeft u, vertegenwoordigster van een jonge en akademisch gevormde generatie, het meest getroffen ?
"Boerenpsalm heb ik het liefste gelezen. Die roman is zo echt, zo ongekunsteld geschreven. Alsof Timmermans er niet moest bij nadenken. Alsof het boek recht uit de grond kwam. Pallieter is mij minder bevallen. Ik denk dat ik dat boek met te veel verwachtingen ben gaan lezen : zijn bejubelde meesterwerk, je weet wel... Het moést mij ontgoochelen.
Naar mijn smaak zitten er te veel beelden in. Pallieter brengt echt te veel van het goeie"
Te veel rijstpap, zei Westerlinck eens...
"Ja. Het omgekeerde effekt heb ik ondervonden met Multatuli. Ik begon zijn Max Havelaar te lezen met de idee van alle studenten voor wie het verplichte lektuur is : "Nu maar eens ondergedoken in de Saaiheid zelve!
Maar ik beet door en hoe meer ik vorderde, des te beter vond ik dat boek..."
Welk beeld hebt u nu van de mens Timmermans?
"Ik zie hem als iemand die zeer graag onder de mensen was, een man uit het volk, iemand die in 't leven stond, die aandacht had en belangstelling koesterde voor wat anderen deden. Zeer veel hield hij van zijn vrouw en zijn kinderen, hij had wel altijd bij hen willen blijven. Scheiding van de zijnen, voor zijn vele voordrachtreizen, deed hem echt pijn. Maar hij had een groot hart voor iedereen, kon niemand iets weigeren, maakte zich in zijn notities ook nooit eens echt kwaad. Hij was een ware mensenvriend.
Daarom moet hij onder en na de Tweede Wereldoorlog zo geleden hebben.
In het archief zit een brief van Marieke, zijn vrouw. Op 22 april 1949 schrijft zij aan het eveneens beproefde echtpaar Ernest Claes : Natuurlijk volgen wij (...) nauwgezet wat ze U hebben aangedaan en ik kan U verzekeren dat er niemand is, die uw toestand begrijpt als wij, omdat we in 't zelfde geval zijn geweest. Ongelukkiglijk verloor ik Felix erbij.
Hij heeft al die ellende niet kunnen dragen (...)."
************
|