Huldealbum aan Felix Timmermans.
Uit Huldealbum 1947 1957 door Gust Van Brussel.
Timmermans moet blijven leven !
Met een gevoelen van tevredenheid, omdat het Felix Timmermans betreft, vooral dan - wat mij boeit - de waarde Timmermans, schrijf ik mijn indrukken over dit huldealbum. Het gaat om een blijvende waarde : het blijvende van het fenomeen Timmermans en bij de gedachte mede te werken aan het behoud van Timmermans' werk, al was het dan nog maar in deze bescheiden mate, word ik een vreugde gewaar, welke in de tien mensen, wier hand en hart de bijdragen van dit album schreven, voorzeker in een nog sterkere kracht moet geleefd hebben... en welke de Timmermans-bewonderaar bij het lezen van dit prachtige boek zonder twijfel ondergaan zal.
Als wij zien hoe groot de hoedanigheden zijn, waarmede dit boek werd geschreven : de piëteit, de durf, de gegrondheid en de duidelijkheid der bedoelingen, dan valt het ons licht waar te nemen dat het hier niet om een Timmermans-euforie gaat, maar om een sterk en eerlijk werk, waarin een schone moraal en een edele stellingname te vinden zijn.
Hoeveel werken met dergelijke inslag zouden wij voor de vuist kunnen opnoemen? De tien medewerkers hebben allen in een zeer zuivere toets geschreven en het onderwerp anderzijds bood hen de schoonste mogelijkheden.
Felix Timmermans heeft ons veel te bieden. De dankbaarheid hierom en de bewondering hebben voorzeker de piëteitsvolle sfeer geschapen, de posthume zorg waarmede een vriend over een gestorven vriend spreekt, waarmede de broer de geest van zijn broer tracht op te roepen en waarmede de adel van de mens omwille van de adel van de evenmens de ziel tooit. Zuivere vriendenhanden stelden dit album samen.
En tezamen met de vriendenzorg toonden zij hun durf, om schroomloos een ruime plaats op te eisen voor Timmermans. Als letterkundige en als mens wordt hij door hen groot geacht; zij verhelen het niet, integendeel bewijzen het en gaan er niet voor terug openlijk stelling te nemen vóór de hoedanigheden van de mens Timmermans en tegen de laster en kuiperijen, welke Timmermans' deel geweest zijn in zijn laatste levensjaren. Het is echter geen gevoelsontlading, geen onsamenhangend betoog waarin de vriend zo vaak zijn onmacht toont wanneer hij verdedigen wil. De gevoelens hebben het niet gehaald op de nuchterheid.
Neen! De gegrondheid van het werk toont zich in de keuze van het feitenmateriaal, de zuivere situering van mens en werk, de scherpe en onbevooroordeelde ontleding en de oorspronkelijkheid der gegevens. Ieder medewerker heeft getracht bij te dragen tot de sinteze; Timmermans. Zij gaven niet toe aan de gemakkelijke zegging, zij verkozen de waardigste maar de moeilijkste houding. Het loonde immers de moeite : het ging om Timmermans.
Om de blijvende Timmermans! Op die wijze opgevat moest noodzakelijkerwijze de duidelijkheid der bedoelingen zo scherp op de voorgrond komen, dat het album een stellingname werd met een hoge morele betekenis : dit schone werk van Timmermans en die onvergelijkelijke figuur van Timmermans moeten blijven leven voor het nageslacht!
Onze jeugd moet Timmermans naar waarde schatten, omdat deze waarde; het wezen van Timmermans een Vlaamse waarde is, een zielewaarde van ons volk. Dat mag nooit verloren gaan! Omwille van de zuiverheid van ons volk moet Timmermans blijven leven!
**********
Over de Verzamelde opstellen
DE BLIJVENDE TIMMERMANS, door EMIEL JANSSEN s.j.
Emiel Janssen s.j. geeft dadelijk de toon aan : de betekenis van Timmermans is een blijvende waarde. Timmermans mag niet verloren gaan. Onze jeugd moet Timmermans beter kennen.
« Tien jaar geleden, op een vriesdag in januari, droeg men Felix Timmermans naar het graf; maar het lijkt al veel langer voorbij. De schrijver, de tekenaar en etser, de schilder archaïseerde :vanzelf plaatst men de kunstenaar in het tijdstip waarin hij zijn scheppingen plaatst. zo week Timmermans terug tot lang vóór de eerste wereldoorlog. Zo verzonk de schrijver van Pallieter en Boerenpsalm, voor de jeugd het meest, in een heel ver verleden, geheel vergaan. En daar alle aandacht thans naar het moderne gaat. hij wordt vergeten : een vergetelheid die voor hem een miskenning, voor ons een beschuldiging moet heten. Want hij móet opgenomen worden in onze altijd-levende traditie ; en intussen blijven wij arm, omdat wij onze schatten vergooien.»
Zeer nuchter ontleedt de schrijver Timmermans ; zonder de onvolkomenheden te verdoezelen van de «Brabantse Liereraar, de ouderwetse Vlaming, vriend van de armen», stelt hij voorop dat Timmermans voldoet aan de wet der grootheid, waarover hij de volgende omschrijving geeft :
«Ieder kunstenaar draagt het eeuwige in zich, scheppend laat hij het stralen als een vlam. Aan ruimte en tijd, die hem noodzakelijk omvangen, ontstijgt hij vanzelf. Zonder uit zijn periode los te breken, legt hij daarin een vonk van de eeuwigheid ; een één plaats vast, overstraalt zijn gloed landen en mensen. Felix Timmermans bleef in zijn tijd en land ; niet minder veroverde hij volkeren en eeuwen. Zijn klein bestaan, zijn beslotenheid en zijn eenvormige aanleg, alles nam hij op in het groot- en diepmenselijk beeld : de artistieke creatie.»
IN MEMORIAM FELIX TIMMERMANS, door DENIJS PEETERS
Denijs Peeters schreef het In Memoriam. In een waardige taal ; statig en met een zekere wijding spreekt hij over Timmermans :
«Hij was naar de woorden van het Evangelie een rechtvaardig mens die alleen geleefd heeft om goed te zijn voor anderen, om de blijdschap te brengen in de ziel van de mensen, om het hart van de mensen voor elkaar bloot te leggen en de goedheid ervan over te brengen aan de anderen. Hij heeft de droefheid geruild voor de vreugde en de armoede voor de rijkdom. Want groot moet zijn erfdeel geweest zijn in de hemel ; veel had hij van God te ontvangen omdat hij altijd door zijn pen en zijn penseel God heeft gediend.
«Hij is zoals Sint Franciscus door het leven gegaan. Zichzelf vergeten om alleen aan anderen te denken. En zoals Sint Franciscus bij het ontvangen van de heilige wonden zijn zonnelied zong op de Alvernoberg, zo zong Felix Timmermans in andere tonen maar met dezelfde inhoud zijn loflied voor God uit in zijn laatste werk, de dichtbundel «Adagio».
«Zeer langzaam heeft bij iedere dag de fluit van het leven bespeeld. In zijn prozawerk plaatst hij de mens voor de mens, het gelaat voor het gelaat opdat de mensen elkaar zouden beminnen en helpen naar het grootste gebod van God. In deze «Adagio-gedichten» staat de kunstenaar voor God, rechtstreeks zonder tussenruimte, zonder afleidingen van de wereld. Veel is hem misdaan en alles heeft hij vergeven omdat zijn hart goed was en geen kwaad heeft gekend. Alleen voor God heeft hij rekenschap te geven, alleen voor God, die de uitkomst is voor ieder leven en een mens, die goed heeft geleefd, optilt en door de zuivere lucht draagt naar het paradijs van de eeuwige glorie.»
Zo opvallend als de flits-beelden uit het «Adagio» is voor Denijs Peetera en Emiel Janssen s.j. ditzelfde «Adagio» de kroon op het werk. Zij beschouwen het leven als een opgang, een voortdurende veredeling, welke teneinden welt in Gods stilte. Een drang naar een uiterste verinniging, waarin de aanvaarding van de dood gewonnen wordt. Timmermans zag de parabool van het eeuwige; «zijn regenbogen», in het menselijke leven.
FELIX TIMMERMANS, DE BIOGRAAF, door ARMAND BONI
Over de kennis van dit menselijke leven schrijft Armand Boni, terwijl hij Timmermans verwerkelijkingen : Sint Franciscus, Pieter Breughel en Adriaan Brouwer beschouwt :
«In Assisi's heilige trof hem het meest de breed spontane bron van Franciscus menselijkheid. Franciscus' figuur schilderde hij boven de dorre wet uit in de sfeer van het zuiver spontaan idealisme. Uit al zijn gevarieerde kleuren penseelt Felix Timmermans een geest, de subtiele, de zwevende, de zonnelicht-ademende zoon van Assisi, de troubadour van het Evangelie. Hij is er in geslaagd de Umbrische heilige uit de natuur naar de mystiek van de bovennatuur op te voeren. En de synthese dan! Is «De harp van Sint Franciscus» niet een geweldige synthese van Assisi's persoonlijkheid?
Wat zijn mystiek-aangelegde ziel in Franciscus begeerde, dat vond hij ten overvloede als breed-humaan element in zijn Breughel en Brouwer. Wat die mannen bezielde, hun ziel, dat beschreef hij.»
En tenslotte geeft Armand Boni aan de Brouwer van Timmermans een profetische betekenis wanneer hij schrijft : «Het is alsof Felix Timmermans in dit laatste boek zich te weer heeft willen stellen tegen de elementen van vreemde aard, die de eigen schoonheid bedreigen.»
FELIX TIMMERMANS, DE KINDERLIJK EENVOUDIGE. door JEF CRICK
Als de voorname kracht van Felix Timmermans, wat wij wel het behoud van de mens zouden durven noemen, behandelt Jef Crick in zijn bijdragen, de eenvoud van Timmermans.
«In werkelijkheid was Felix Timmermans allesbehalve een geweldenaar» schrijft hij.
«Het paard Beiaard dat hij met zulke epische allures door zijn verhaal laat draven, zou hij stellig niet bereden hebben. Neen ! Hij, de gevierde schrijver, de fascinerende verteller, die aan zoveel dynamisme en kracht gestalte gaf, stond tegenover het leven met de broosheid en de kwetsbaarheid van een kind. Hij mocht het woord van een ander beroemd schrijver tot het zijne maken : «Ik verschijn onbeschroomd voor al de groten dezer aarde, maar het geruis van een blad kan mij doen trillen.» Deze mysterieus-subtiele ontvankelijkheid en ontroerbaarheid, die de kern van zijn wezen uitmaakten, doen onze liefde en waardering voor hem nog stijgen. Vanaf het eerste kontakt kwam men zo totaal onder de bekoring van de grote simpelheid en gulheid die hij uitstraalde.»
FELIX TIMMERMANS, DE DIEP GELOVIGE, door D. DE PAUW o.p.
De kinderlijkheid vertoonde echter zuiver de tekenen van een myttisch ziel :
«Bewonderaar van aardse en hemelse schoonheid kon Felix Timmermans nimmer nalaten toen de schoonheidsontroering hem overweldigde op te kijken naar de Schepper van alle schoonheid. Hij had dan het gevoel «alsof God zijn voeten op de wereld had gezet», zong Onze Lieve Vrouw na : «Mijn ziel verheft de «Heer», kreeg goesting om te psalmeren», riep, jubelend van geluk, bij het aanraken van Fra Angelico : «Ik heb mijn vinger in de hemel gesopt!»
«Doch het zuiverst en volledigst heeft Felix Timmermans zijn geloof uitgezongen in de mystiek-getinte gedichten van «Adagio», gedurende zijn laatste ziekte geschreven, in het licht van de dood en de eeuwigheid, in de nabijheid van de Heer. Vol deemoed en berouw, keert hij zich af van al de ijdele dingen, weet zich «een arme mens in zak en asse», voelt zich diep in God verdrinken, en bidt :
«Uw liefde steekt mij als een piek.
o zoet pijn, zij maakt mij ziek :
toch wil ik niet genezen...»
Juist door het eenvoudige beleven van zijn geloof had hij de mens lief, die immer «een vonk van God» in zich draagt, en achtte hij zich gevolgelijk genoodzaakt goed te zijn en goed te doen, anderen gelukkig te maken.»
FELIX TIMMERMANS TUSSEN RIJSTPAP EN PATERNOSTER,
door BERT PELEMAN
«Tussen «Pallieter» en «Adagio» met als bronzen brug «Boerenpsalm» ligt de hele wondere wereld die deze kunstenaar heeft betreden. Uit het rijstpapgele licht en de schelle kleurenroes uit «Pallieter» groeiden het getemperd licht en het herfstelijk goud uit «Adagio.
In dit licht herdenk ik met diepe, ongeveinsde ontroering Felix Timmermans zoals ik hem gekend heb tussen rijstpap en paternoster, als een groot Vlaming, een groot Europeër maar vooral als een «beste bruur» en een doorgoed mens. Mocht de Vlaamse jeugd zijn boodschap begrijpen en beseffen dat niet de rijstpap maar wel de paternoster, dat niet de stof maar wel de geest bij Timmermans primeerde.»
SCHOONHEID DOOR BLIJDSCHAP, door FLOR VAN REETH
Na Bert Peleman, van wie wij de weg naar de schoonheid langs, het eenvoudige leven te lezen kregen, (kinderlijkheid, eenvoud en diep geloof, zoals alle klokken van deze beiaard luiden) beschrijft Flor Van Reeth in een ekstatisch proza de betrachting van Felix Timmermans, het visioen der verbeelding dat in hem leefde, te verklanken in de gaafheid van het schone woord.
«Zijn eerste werk ontstond «Schemeringen van den Dood» alles broos en vaag, om door opbouwende krachtinspanning, veertig jaar later, te bereiken als eindpunt in «Adagio» het verpuurde visioen :
God is als bliksem, die door de rotsen slaat...
soms als een verre, witte stad,
of als een kinderlied,
soms als... maar ach, mijn ziel. ik weet het niet,
ik heb ineens zo'n schoon verdriet.
Felix Timmermans heeft op een buitengewone wijze, magistraal, woord gehouden! Uit dit begin is alles meer en meer ontluikend openqekomen, groots en naar de ruimte, om uiteindelijk zich als een sierlijke bloem te verheffen, alles meer en meer verinnigd, verpuurd naar de hoogste sferen !
DE VLAMING FELIX TIMMERMANS, door LOUIS VERCAMMEN
Wat nu voor onze Vlaamse Felix Timmermans ; de volksvriend, Vlaanderen geweest is, om dat in zijn wezenlijk verband van feiten en ideeën uit te schrijven, heeft Louis Vercammen de pen opgenonen.
Dit is een zeer klare taal. De steller van de bijdrage heeft zich door geen enkele vooringenomenheid laten misleiden en voor allen en voor onze jeugd zeker zal het goed zijn, dat een zo deugdelijke verdediging van onze Timmermans, Vlaming in hart en nieren, geschreven werd. Zonder omwegen, zegt Louis Vercammen de naakte waarheid. Wij raden iedereen aan ook om dit zeer feitelijk artikel het huldealbum te lezen. In deze hulde was allerminst een verdediging of zelfs maar een verschoning van node : niettemin doet het ons deugd in dit album een hulde te vinden aan de rechtvaardigheid van Timmermans, welke ook de laster is over hem verspreid.
Het slotwoord van Louis Vercammen is dan ook een wens : «Hopen wij dat Vlaanderen Felix Timmermans eindelijk weer in het volle licht moge plaatsen, hij die als hoogstaand mens, begenadigd kunstenaar en vurig kristen een van haar trouwste zonen en schoonste sieraden geworden is.»
DE GOEDE FEE. door RENAAT VEREMANS
Alle karaktertrekken aangehaald door vorige schrijvers, gans het levensbeeld getekend in deze doordacht geschreven hulde, al deze gegevens komen nog sterker in het licht te staan, worden voor onze bevattelijkheid nog duidelijker, door deze indrukken van intiem geluk met de vriend Felix Timmermans. Het is alsof wij, nadat de verscheidene tema's uitgeschreven werden in gegeven, nu de bewerking krijgen zoals dat in muziek gebeurt en wij weten hoe aangenaam dit is en hoe diep dit de tema's in ons brengt.
Zo de liefde van Timmermans voor Gezelle... zo de wandeling door de Nazaretsche bossen, het Nethelandschap... de bezegeling van enkele stille momenten in het Allierse kapelleke... De wandeling op de Weefberg en de melancholische stemming waarin «Cecilia kwam». Tenslotte het ziekbed van de goede Fee en de zachtheid van Felix Timmermans' stem bij het voorlezen van zijn «Adagio». De kunstenaar Veremans hoorde er de echo van «De schemerinqen van den Dood» in klinken. Met ontroering schrijft hij deze laatste regels en hij herneemt eveneens als een echo, het immer herhaalde tema :
«Ik zeil langs regenbogen
Gods stilte tegemoet...»
GESPREKKEN MET FELIX TIMMERMANS. door EUGEEN YOORS
Ik houd er bijzonder aan uit deze bijdrage het korte gesprek te snijden, waarin gij dan eindelijk Marieke in levende lijve ziet : Timmermans vrouw, waarvan Felix zo zielsveel hield.
«Er was een tentoonstelling te Boechout bij Antwerpen waaraan ik deel nam.
Felix Timmermans kwam er naar toe vergezeld van een stil, lief meisje aan wie hij veel aandacht schonk, Ik stelde op die tentoonstelling een Beethovenkop ten toon, getekend in sanguine op perkament.
«Da's schoon» zei Felix Timmermans «zo iets zou ik willen hebben.»
«Da geloof ik» antwoordde het meisje «ik ook»
De dag nadien stonden zij weer voor de Beethovenkop en herhaalden opnieuw wat zij de vorige dag hadden gezegd.
Ik vroeg mij af welke de verhouding tussen die twee was en om dit te weten vertelde ik hen dat ik gedurende de voorbije nacht gedroomd had dat zij beiden ruzie hadden gemaakt voor die tekening, die ik per toeval aan elk van hen afzonderlijk als geschenk had beloofd. Door deze belofte in het nauw gedreven, had ik nochtans spoedig een schitterende oplossing gevonden met hen voor te stellen samen te trouwen.
«Dat zullen wij dan maar doen» zei de lachende Felix en Marieke knikte. Zo vernam ik tot mijn grote vreugde dat die twee elkander liefhadden en gingen trouwen.»
Moge dit «Huldealbum Felix Timmermans 1947 - 1957» in vriendschap en met veel waardering gelezen worden. Wij waarderen het opzet van Denijs Peeters en Rik De Ghein voor het ontwerp en de opmaak van deze uitgave en iedere schrijver voor de voornaamheid en de stille zorg waarmede zij over de vriend Felix Timmermans geschreven hebben.
Zij hebben daarom niet vergeten duidelijk te maken dat Felix Timmermans een zeer begaafd mens was wiens werken in onze literatuur een voorname plaats innemen en zullen blijven houden. Dat dit werk er toe bijdrage...
*****
|