Pijproken met Felix Timmermans.
Uit De Pijprokers 1973 door Frans Verstreken.
ondervoorzitter van het Felix Timmermans Genootschap.
"Het leven is een soep met vier troostende mergpijpen in : de drank, de liefde, de toebak en de kunst. En daar heb ik het mijne van genomen! " Dit is de simplistische levensfilosofie van Adriaan Brouwer in de gelijknamige schildersroman van Felix Timmermans. Behalve de pijptabak klopt dit helemaal niet met de opvatting van de bezadigde auteur.
Timmermans (1886-1947), die een unieke plaats in de Nederlandse letterkunde bekleedt, is de meest vertaalde Vlaamse schrijver. Zijn boeken worden nog steeds in 27 talen gelezen. Geen psychologische diepgraver is hij, maar zijn veertigtal werken schenken de lezer een zeldzaam geluksgevoel. Zijn blijgeestige vertelkunst werd gevoed door een sterk observatievermogen, een originele beeldspraak en een dichterlijke visie.
Zijn oorspronkelijkheid en zijn humor, o.a. door Godfried Bomans hoog gewaardeerd, bezorgden hem grote populariteit in Nederland, waar hij talloze lezingen hield. Zijn taal is doorweven met schilderachtige Zuidnederlandse woorden en gekruid met plaatselijke dialectvormen. Met graagte schrijft hij dan ook over 'smoren' en 'toebak'.
Vele boeken spelen zich af in zijn geboortestadje Lier aan de Nete. De schrijver stond dicht bij zijn volk, hij bewoog zich tussen de kleine ambachtslui en de zonnekloppers van het provinciestadje. Hij beschreef hun door-de-weekse leventje. In de anekdotisch getinte verhalenbundel "Het keersken in de lanteern" komen bij herhaling pijprokers voor.
Het vrouwtje uit de vertelling "De begrafenis van Matantje" verkocht tabak, snuif en pijpen. Tegen haar winkelgevel was een uithangbord geplaatst met 'een vetten Indiaan, die op een baal tabak gezeten, een Goudse pijp smoorde'. In de fantasie "De verliefde Moor" wekt Timmermans heiligenbeelden en figuren van uithangtekens 's nachts tot leven. Hoofdpersonage is het zwarte beeld met een tabakspot in zijn arm en rookkringetjes blazend uit een stenen pijp. De Moor verongelukt echter in zijn avontuur.
De langste smoorder van de stad.
De verzameling Pijp en toebak ontleent haar titel aan het eerste verhaal De lange stenen pijp. Schoenmaker Gommeer van 't Beukeleerken stond gekend als de beste om ter langste smoorder van de stad. Twee uren en half aan vijf gram toebak zonder dat zijn pijp uitging! Hij was het strafste lid van de smoorders-maatschappij: 'Hoe langer, hoe liever', met als kernspreuk: 'Stillekens aan'. De man won het nationaal kampioenschap in Mechelen en werd op het Lierse stadhuis ontvangen.
In de lyrische evocatie Schoon Lier komt de Gevangenenpoort ter sprake. Dit overblijfsel van de middeleeuwse stadswallen heeft een eerder vriendelijk uitzicht. Waren er zo geen dikke tralies voor de ramen, waarachter men soms een gevangene ziet zuchten, men zou geloven: 't Is voorzeker de vergaderplaats voor een maatschappij van om ter langst te smoren.
Pallieter is een uitbarsting van levensvreugde. De titelfiguur van deze beroemde bestseller stak zijn hoofd door het kijkgat van zijn windmolen. 'Hij ontstak zijn pijp, en de blauwe smoor wapperde als 'n fijne struisvogelenpluim in de gezonde lucht'.
Drie hoofdstukjes verder blies hij van geluk zeepbellen uit zijn pijpekop.
Na het eten van een boterham 'stak Pallieter zijn pijp aan en zag voldaan, hoe de blauwe smoor bijeenbleef in rondrollende krollen'. Toen de 'dagenmelker' eens tot in de kruin van een hoge populier geklauterd was, genoot hij met volle teugen van het 'paradijsschoon' landschap. Alles scheen zo klein en zuiver als een stuk nieuw speelgoed en Pallieter zei: 'Van hier gezien is de mens nog gin pijp toebak weerd! ..
Rond Anna-Marie cirkelt een uitgesproken romantische geschiedenis uit de vorige eeuw en kennelijk te Lier gesitueerd. De eigenwijze notaris Pirroen loopt in biedermeierkostuum met wandelstok, hoge hoed en onafscheidelijke pijp.
Felix Timmermans liet zich zo met zijn vrouw in de tuin fotograferen.
Dit is slechts een greep uit zijn literaire scheppingen. Op menige plaats duikt de pijp op. De auteur laat 'pijpesmoor door de kamer wandelen', elders 'buikt een Delftse tabakspot met koperen scheel op de tafel', rookslierten 'krullen uit een vuistdikke pijp' of 'krinselen naar omhoog'. Bij een heftige stortbui 'regent het pijpestelen'. Wie er het volledige werk op naleest, zal ontdekken dat er nog op vele pagina's pijpen worden gestopt.
Ook in het plastische werk.
Timmerman's voorliefde tot de pijp manifesteert zich bovendien in zijn beeldend werk.
Hij schilderde o.m. het gevoelig Stilleven met peperkoek, waar pijp en tabak evenmin ontbreken. De schrijver illustreerde zijn eigen boeken met naïef aandoende pentekeningen. Allerlei typen gunde hij rookgenot. Pijpen met rookpluimen dienden als vignetten en sluitstukjes. De Lierse kunstenaar was zelf een hartstochtelijk roker. Talloze foto's en getekende zelfportretten tonen hem met de pijp in de mond. 'Ik kan mijn man gewoon niet voorstellen zonder pijp', zegt mevrouw Timmermans.
'Zijn eerste pijp stopte hij reeds na het ontbijt.
Ik vond het prettig in huis. Hij bezat verscheidene rechte, doch meestal gebogen pijpen, van diverse oorsprong. Eens kreeg hij van een vriend een pijp cadeau met meerschuimen kop en een mondstuk in amber. Ook stenen pijpen had hij, maar dat was een fantasietje.
Hij kon zijn rookgerief niet missen, in zoverre zelfs dat zijn secretaris Emiel Lambrechts zijn geliefde, zware tabakssoort moest nasturen, als Felix in het buitenland op voordrachtreis was'.
Handen warmen.
In zijn bibliotheek stak een boek over de historiek van de tabaksteelt en over de kunst van het pijproken. Dochter Lia Aspeslagh-Timmermans, ook schrijfster, herinnert zich nog dat vader met de kinderen een winterwandeling maakte. Af en toe mochten ze hun van de kou verstijfde handjes warmen aan de pijpekop van papa. Timmermans' geboortestad eert haar beroemde literator bestendig met een uitgebreid museum, waarin o.m. de sfeer van zijn werkkamer wordt opgeroepen.
Op de schrijftafel staat een tabakspot in keramiek met de tekst 'Fynproevers rooken de tabak d'Ekster'. Dit is een verdwenen Lierse firma, waarvoor Timmermans een reclametekening heeft gemaakt. En vorig jaar werd een genootschap gesticht, dat de studie van de mens en zijn werk stimuleert en geregeld jaarboeken uitgeeft.
Steevast kon men Felix Timmermans ontmoeten mèt pijp. Deze is tot zijn imago gaan behoren, en heeft hem terecht doen kennen als een kalm en goedmoedig type.
*****
|