De Goede Fee Er zit naast de uitbundigheid ook zoveel stilte in die boeken.
Door Jaak Dreesen, Uit De Bond - 6 juni 1986. Feest alom voor Felix Timmermans want die werd honderd jaar geleden geboren, maar hoe zit dat eigenlijk met de boeken van «de goede Fee» ? Worden die nog gelezen ? Staan ze nog in de plaatselijke bibliotheken ? Zijn er nog mensen die met een boek van Timmermans naar bed gaan ? Elders in dit blad leest u de kroniek van onze medewerker «Bolinus», en ja hoor : die schrijft woordelijk dat zijn vrouw «tegenwoordig met Franciscus of Pieter op de peluw ligt». En schreven we vorig jaar in dit blad geen portret van een jong gezin dat een dartele zoon van zeven heeft die Pallieter heet ? «Ik vond dat zo een machtig boek», zei de vader, «en als ge die jongen bezig ziet, dan heeft hij z'n naam niet gestolen !»
Gaston Durnez, zelf ooit inwoner van Lier, heeft net een boekje geschreven dat «De Goede Fee» heet, en dat is een boeiend, journalistiek portret van deze «stille, rustige, zachtaardige mens, gezellig en gemoedelijk in de omgang, met een mild oordeel over zijn medemensen», zoals stadsgenoot en vriend José de Ceulaer Timmermans typeert. (Dat «De Goede Fee» ook een beetje een zelfportret is van Durnez is meegenomen).
Met Durnez gingen we praten over «De goede Fee», over zijn herinneringen als journalist die, onder meer, een prachtig interview publiceerde met Marieke Timmermans («Elke morgen sta ik even stil bij zijn foto en dan zeg ik hardop : Dag Felix» !), over de lezers die Timmermans nog altijd heeft, enzvoort. Zou die Durnez Timmermans zelf ooit ontmoet hebben ? «Nee, jammer genoeg niet», aldus Gaston. «Ik heb altijd gezegd : als er één auteur is die ik had willen ontmoeten, dan is dat Felix Timmermans. Maar dat is dus nooit gebeurd. Toen ik veertien was. Won ik eens een opstelwedstrijd, uitgeschreven door een plaatselijk weekblad. Ik kreeg als prijs «Een lepel herinneringen» van Timmermans. De redacteur van dat blad trok met dat boekje naar Timmermans en vroeg of die daar «voor Gaston Durnez iets wilde inzetten». Timmermans deed dat en schreef plechtig : ...«voor den heer Gaston Durnez. Hoogachtend», en hij tekende daar zo een boer bij. Ik kreeg dat toegestuurd thuis, en wist niet waar ik had van trots. Op slag wilde ik ook zo een boekje schrijven. Ik kocht een dikke pen en een klein schrijfboekje en ik (veertien jaar) schreef mijn jeugdherinneringen. In de stijl van Timmermans ja, compleet met de doorhalingen in de tekst, precies lijk Felix dat deed. En in de marge tekende ik ventjes en huizen.
Een glanzend land in de verte. Later, toen ik bewust begon te lezen, waren Timmermans, Claes, Streuvels en Walschap al literaire monumenten in Vlaanderen. Ik las dat allemaal, ja, en herkende veel situaties in die boeken, vooral dan in het werk van Walschap omdat die van Brabant was en zo realistisch schreef. De boeken van Timmermans, die waren echter «speciaal». Ze hadden een glans. Waren sprookjesachtig. Walschap schreef over een land dat dichtbij was, Timmermans over het glanzende land in de verte. Ik bewonderde ten zeerste zijn taalcreativiteit, en ik geloof dat het precies dit element is dat hem voor snelle veroudering behoedt.
De prachtige vergelijkingen en metaforen die hij schreef. Het is waar dat hij soms overdreef, er een gulle schep bij deed, (bijvoorbeeld in Breugel). maar anderzijds : er is in die boeken zo een groot taalkunstenaar bezig... Hij heeft ook de grote gave van de originaliteit die uit het volk komt maar die hij opneemt en ver-heft, en glans geeft. Het is niet zo dat hij die volkse dingen allemaal «zomaar» van straat opraapte. Hij smeedde zijn EIGEN taal, zoals Streuvels en Walschap dat deden. Het was dus geen copie van de realiteit, maar de herkomst was volks. Timmermans deed dat heel intuïtief.
Strikt genomen is een boek als Pallieter een opeenvolging van vaak niet eens zo geweldige anecdoten en volkse tafereeltjes, maar het is de wijze waarop Timmermans dat allemaal bij mekaar zet, er haast een mythische allure aan geeft, die Pallieter tot een meesterwerk maakt. Een tweederangs-Timmermans zou je een goede anecdote vertellen, maar meer ook niét. Of Timmermans dan nog altijd lezers heeft ? Ongetwijfeld minder lezers dan hij had in de jaren twintig, dertig en veertig, maar hij is nooit weg geweest. Zijn boeken zijn nooit «verdwenen», ze werden en worden integendeel met grote regelmaat herdrukt en uitgegeven, en ze zijn in de boekhandels altijd nog verkrijgbaar.
Boeken van auteurs die niet meer gelezen worden, is een ander lot beschoren. Je ziet trouwens dat hij ook in het buitenland nog «voortleeft». Anton Van Wilderode sprak in Lier, toen het standbeeld van Pallieter daar werd onthuld, over de duurzaamheid van het werk van Timmermans. Hij zei dat uitgevers, boekhandelaars en bibliothecarissen beter dan sommige critici weten hoezeer Timmermans een «blijver» is. «Weten de leraars dat ook ? Indien hij door de jeugd niet meer gelezen wordt, (wat bewezen moet worden), dan is dat omdat én wanneer hij in het literatuuronderricht niet meer wordt aangeboden. Waar dat wél gebeurt - en ik beschik over veertig jaar ervaring in dezen - wordt zelfs lectuur in schoolverband een genot».
Natuurlijk zijn er periodes geweest dat men op Timmermans neerkeek, dat men hem begon af te wijzen en hem in de hoek van de loutere folklore duwde, maar toch heeft hij altijd een breed publiek behouden, zodat men geregeld zijn werk kan herdrukken en vertalen. En buiten die lezers staan dan de «Feë-ologen», de bewonderaars, die zijn werk blijvend lezen en bestuderen. Het is moeilijk om nog iets te verzamelen want zovelen maken jacht op, bijvoorbeeld, de eerste edities van zijn boeken. Die gaan voor goed geld van de hand ! Vergeet ook niet dat er zoiets bestaat als een Timmermans-genootschap, en geloof me, er wordt binnen die groep heel serieus werk geleverd. Dat is meer dan een groepje Fee-fanaten. Er is nu al voor de dertiende keer een Jaarboek Felix Timmermans verschenen, en daarin vindt de lezer een schat van boeiende documentatie over het leven en het werk van deze auteur.
Veel stilte «Was Felix Timmermans zelf ook een Pallieter ?». dat is een vraag die duizenden lezers zich in de loop van al die jaren hebben gesteld. Lezers maken immers niet altijd het onderscheid tussen de kunstenaar en zijn droom. De uitbundigheid van Pallieter heeft bijvoorbeeld belet dat een aantal mensen zagen dat Pallieter ook naar de stilte, de innigheid, het contact met de natuur zocht. Dat laatste had iets heel zinnelijks, zodat sommigen van Pallieter (en Timmermans) een «heiden» hebben gemaakt, maar zij hebben hem niet goed gelezen. En mensen die Pallieter alleen maar vereenzelvigen met veel eten, drinken, uitbundigheid en feest vieren, die hebben het ook verkeerd voor. Er zit immers veel stilte in dat boek, en Timmermans zelf was een stille, emotievolle, beetje angstige, melancholische man.
Die Pallieter is dan ook geen werkelijkheid, het is een wens-droom. Timmermans maakt van de buitenkant van Lier een soort aards paradijs, en daarin schept hij een nieuwe Adam, die droomt, en geniet van al dat moois, en ook van de stilte. Onlangs had ik contact met Maarten 't Hart en ik vroeg hem : «wat lees jij nu van Vlaamse auteurs ?». Van de huidige boekenproduktie wist hij niet zoveel, maar dan noemde hij opeens de naam van Felix Timmermans, en hij citeerde de aanhef van Boerenpsalm uit het hoofd en zei : "dat is toch prachtig" ! Timmermans wordt in Nederland nog wel gewaardeerd, maar er wordt weinig over geschreven, maar - zei t Hart - «we zouden dat taboe moeten doorbreken, en misschien schrijf ik er eens iets over». Zo zie je maar. Je verwacht dat niet van Maarten 't Hart, maar misschien kan uitgerekend zo een vroegere calvinist die lyriek zeer waarderen...
Goed weer, slecht weer Timmermans als groot auteur, maar ook als echtgenoot en vader. «Ik schrijf daarover in «De goede Fee». Een van mijn dierbaarste journalistieke herinneringen is het interview met Marieke Timmermans, dat ik voor de krant schreef. Ik kwam daar binnen en zag dat er op de kast in de woonkamer van Marieke, dicht bij de deur, een portret stond van haar man, alsof het de bezoeker welkom wilde heten. «Elke morgen, vertelde Marieke, «sta ik even stil bij die foto en zeg hardop : Dag Felix! Alsof hij er nog is.» Die verbondenheid, dat vond ik heel ontroerend, ja.
Timmermans was ook een boeiende vader voor zijn kinderen. Het is heel treffend hoe die kinderen over hem gesproken en geschreven hebben. Ik weet wel dat ze daartoe worden aangemoedigd door het succes van hun vader, maar toch : waren ze bij hem niet zo gelukkig geweest, ze zouden het niet gedaan hebben. Lia schrijft een gelukkig-makend boek over hem, Gommaar heeft zulke mooie dingen gezegd in interviews en ze zelf ook neergeschreven, en hij vond ook die treffende formule : «Het was een man om bij te zijn, goed weer, slecht weer». Dat is toch prachtig ? Clara schreef zeer mooi over hem en Tonet schildert, geïnspireerd door hem. In wezen doet Gommaar dat trouwens ook, en de humor van GoT (hoe Amerikaans soms ook van inslag), komt voort uit die van zijn vader. Hij zal dat zelf trouwens niet ontkennen.
Timmermans zelf schrijft in een gedicht over Emmaüs : ...«en 't licht in ons is blijven branden». Precies dat kan je over hem zelf ook zeggen. Mensen die hem goed gekend hebben weten dat het licht van hem ook is blijven branden...
*****
|