Bloemenhulde Felix Timmermans.
Door Louis Vercammen - Lier 5 juli 1972.
Beste jongens en meisjes, Onlangs stelde een TV-reporter de vraag of Timmermans buiten schoolverband nog door onze jeugd gelezen wordt. Bibliotekarissen en boekhandelaars zijn de enigen, die daar het antwoord op kunnen geven. Maar de vraag of de jongeren nog van Timmermans houden, krijgt hier vandaag een klinkende bevestiging. Deze ontroerende bloemenhulde bij het graf getuigt dat de jeugd van Lier althans haar grote stadgenoot kent en zijn gedachtenis hooghoudt. Jullie zijn gekomen niet om een popidool of een sportvedette te eren.
Geen roem is sneller voorbijgaand. Maar dat jonge mensen een schrijver 25 jaar na zijn overlijden spontaan komen huldigen, is een bewijs dat jullie ook oog hebben voor blijvende waarden ; het is tevens een waarborg voor de toekomst van ons volk.
Vandaag precies 86 jaar geleden, op 5 juli 1886 om elf uur ’s nachts werd Leopoldus Maximilianus Felix Timmermans geboren, als dertiende kind van veertien. Misschien om dat ongeluksgetal 13 te bezweren, kreeg het jongetje als eerste voornaam die van de Belgische koning, als tweede die van de keizer van Mexico. Voor koningskind was hij echter niet in de wieg gelegd, wel voor toekomstige prins der Nederlandse letteren. Want de naam waaronder hij thans niet alleen in Lier en de Lage Landen, maar over de vijf kontinenten bekend staat, is zijn derde en eigenlijke voornaam ; Felix Timmermans, Timmermans de gelukkige.
De kleine Felix had een zwakke gezondheid en was op school geen te beste leerling. Lezen, tekenen en turnen deed hij graag, maar aan moedertaal, zang en rekenen had hij een broertje dood. Hij schreef zoals hij sprak : sappig Liers. Dat vond echter geen genade in de ogen van de meester. En wat die landmeters, winkeliers of bankiers ook te berekenen hadden, konden zij best zélf uittellen. Daar hoefden ze kleine jongens het leven niet mee zuur te maken. Met dat al was Felix 15 jaar, toen hij de lagere school achter de rug had. Een sukses was het bepaald niet te noemen. Maar dan geschiedt het wonder. Die jongen met ogenschijnlijk weinig begaafdheid heeft een grote droom: hij wil liefde en schoonheid om zich heen zaaien, hij wil de wereld optillen uit het kwaad.
In een kostbare brief aan zijn ouders schrijft hij : "Ik wil mij wijden met hart en ziel aan de volgende uitingen : kunst, wijsheid en wetenschappen... En al weet ik wel, dat dees werk mij geen stoffelijke vergoedingen schenken zal, toch zal ik niet ophouden met taaie volharding mijn doel te vervolgen en te werken zoals zij die goud willen. Hun beloning zal bestaan in het zelf weten en dat ik heb meegewerkt met aan ons medebroeders licht, liefde, waarheid en schoonheid te bezorgen. En dan mag de wereld zo fel op mijn hart beuken als hij kan, ik zal blijven lijk een rots in de zee ! Zo volmaak ik mij zelve en door mij te volmaken, volmaak ik een deel der mensheid en zal alzo een weinig van het kwaad der wereld kunnen oplichten."
Ondanks alle taalfouten een levensprogramma, dat ons verbaast door zijn idealisme, zijn rijpe ernst, zijn ver reikende konsekwenties. En wat ons nog meer verbaast is, dat het niet bij holle woorden is gebleven, Jeugdidealen zijn als beloftevolle bloesems : bedwelmend heerlijk maar ook oneindig teer en kwetsbaar. Te veel dromen verwelken zonder ooit vrucht te hebben voortgebracht. Iedere generatie komen er jonge mensen in opstand tegen het onrecht, het kwaad, de verdrukking. Het zijn echter niet de slogan-schreeuwers en nog veel minder de anarchisten of bommengooiers die de wereld veranderen, maar alleen zij die zich ook in hun later leven inzetten voor de anderen.
Ook in zijn tijd droeg Timmermans lange haren en baard, kwam hij in verzet tegen de bourgeois-mentaliteit, heeft hij geprotesteerd tegen het schenden van de natuur. Maar dadelijk heeft hij ingezien dat een negatieve houding niet volstond. Wilde hij de wereld waarlijk verbeteren, dan moest hij het beste geven van zichzelf, dan moest hij zijn talenten doen gedijen. Het is een lange en lastige weg geweest, met vallen en opstaan, mislukkingen, tegenslagen en afbrekende kritiek. Maar met volharding en werkkracht is hij geworden een geniaal literator en kunstenaar van wereldformaat. Genie, heeft iemand gezegd, genie is 25 % inspiratie en 75 % transpiratie. Het heeft Timmermans inderdaad veel zweet gekost, maar het resultaat loonde ruimschoots de moeite.
Als zijn eerste meesterwerk Pallieter verschijnt, is de auteur 30 jaar; hij is er 60 als hij zijn Adagio-gedichten voltooit. Hij schreef 47 boeken, meer dan 370 bijdragen, gaf honderden spreekbeurten in binnen- en buitenland, leverde een stroom tekeningen en schilderijen. Werk van hem verscheen in minstens 27 talen op naar schatting vijf miljoen exemplaren.
Dat heeft de jongen, die op school haast niet kon volgen, gepresteerd. Hij heeft van het ongekende provinciestadje Lier een begrip gemaakt in en buiten Europa.
Waaraan is dit sukses te danken? Niet aan de grootse taferelen, de gedachteninhoud of de spannende intriges, niet aan sex of geweld, maar omdat hij zijn lezers aanspreekt door zijn originaliteit en zintuiglijke aanleg, zijn optimisme en zijn weemoed, zijn Liersheid en zijn vlaamsheid, zijn eenvoud en dichterlijkheid, zijn geloof in de mens en zijn geloof in God.
Hij droeg in zich de droom en het heimwee naar het aards paradijs, waar de ongeschonden natuur bloeit als een voortdurende verrukking, waar de mens ongestoord kan genieten, bewonderen en danken, waar God en de lieve heiligen nog zichtbaar aanwezig zijn. Timmermans is geen naïeveling : hij kent het kwaad en de zwakheid, maar hij kent ook de kracht van de verlossing. Tegenover de zonde stelt hij de vergeving, tegenover de haat de liefde, tegenover de angst de geborgenheid in God. Hij gelooft in de uiteindelijke zegepraal van het schone en het goede.
Timmermans heeft die droom ook waar gemaakt in zijn leven. Allen die hem van nabij hebben gekend, getuigen dat hij een goed mens was. Vooral in tijden van nood onder de twee wereldoorlogen is hij in de openbaarheid getreden om sukkelaars voort te helpen. Geen groter onrecht heeft men hem kunnen aandoen, dan door die heldhaftige vorm van naastenliefde te brandmerken als verraad. Zijn voortijdige dood was er het gevolg van. Toch heeft het hem niet kunnen verbitteren. Toen hem op zijn ziekbed gevraagd werd of hij de mensen wéér zou helpen, antwoorade hij eenvoudig : - Waarom niet ? Terecht mocht hij in zijn dagboek schrijven : "Er is maar één doel in het leven : dat is goed zijn."
Dat is de boodschap van Felix Timmermans voor jong en oud, voor alle tijden, omdat het de boodschap van het evangelie zelf is. Dan pas wordt het leven zinvol. Er is niets zo eenvoudig, er is ook niets zo groots. Niet leeftijd of beroep, niet aantal diploma's of bankrekening bepaalt de waarde van de mens, maar alléén zijn goedheid. Slechts de liefde vermag deze wereld menselijker en leefbaarder te maken, want alleen zij is sterker dan het kwaad en de dood.
*************
|