Felix Timmermans te Lier gehuldigd.
Dagblad van het zuiden voor Eindhoven - 8/7/1942
STADSWANDELING HERDOOPT. GEDENKSTEEN ONTHULD EN HERINNERINGSBOOM GEPLANT.
Het Nethestadje Lier vierde dezer dagen zijn grooten zoon, Felix Timmermans naar aanleiding van het feit, dat hij den Rembramdtprijs voor het jaar 1942 heeft ontvangen. In den ochtend vond een ontvangst plaats in het stadhuis, waarbij talrijke vooraanstaande Vlaamsche en Duitsche personen aanwezig waren, personen aanwezig waren, o.a. dr. J. Grauls, gouverneur der prov. Antwerpen, U. van de Voorde namens het ministerie van onderwijs, dr. A. Borms, prof. Anton Jacob, Baron Is. Opsomer, Ernest Claes, Ernest van der Halle, Renaat Veremans, J Sterckens
Na een hartelijke toespraak door burgemeester Alfred van der Halle sprak Kreiscommandant Majoor von Maercker, om den schrijver van "Boerenpsalm" te eeren. Namens de provincie bracht ook Dr. Jan Grauls hulde aan den schrijver. In naam van den rector en de professoren van de Hansische Universiteit te Hamburg hield Prof. Dr. Noack een rede waarbij hij op de cultureele wisselwerking wees tusschen Vlaanderen en het Duitsche Rijk. Mevrouw Timmermans deelde met bloemen in de hulde, waarop de .,fee" op de hem eigen sappige wijze dankte : "In mijn voordracht te Antwerpen, vertelde ik, dat ik blij was, dat Onze Lieve Heer me op de werekd had geblazen. Ik had eigenlijk willen zeggen dat ik blij was dat ik te Lier geboren was. Maar te Antwerpen mocht ik dat toch zoo botweg niet zeggen. Ik werd er toch zo goed ontvangen en die mannen uit de grootstad, willen van iedereen "ne sinjoor" maken.
Hier op mijn eigen kassei, kan ik het evenwel zeggen, want ik houd toch zoo veel van Lier. Als er een nieuwen Bisschop, of een nieuwen Minister of nen nieuwen Baron benoemd of aangesteld wordt, dan ben ik blij, dat die Bisschop, of die Minister of die Baron van Lier zijn. Ik kan over Lier hooren spreken en er naar luisteren, als naar 't schoonste vertelsel. In den vreemde, bij het beste glas, heb ik heimwee naar Lier. En Timmermans besloot zijn rede met de woorden: "Ik ben blij, dat ik vandaag — nu ik 56 jaar oud geworden ben — ook sedert 56 jaar de lucht van Lier inasem. Hoe de hemel er uit ziet, weet ik niet, maar ik hoop dat het een tweede schoon Lier is en, in dit geloof wil ik leven en nog niet sterven".... En daarop werd de eerewijn geschonken.
De verdere huldiging. 's Namiddags had, onder overgroote belangstelling in het museum Wuyts-van Campen de academische zitting plaats, ingericht door het Vlaamsche kunstenaarsgilde der stad Lier. Redevoeringen werden uitgesproken door Ernest van der Hallen, voorzitter der kamer van letterkundigen, onderafdeeling van het kunstenaarsgilde, Ernest Claes en Thomas de Backer, voorzitter van den provincialen cultuurdienst. De schrijver van "De Witte" sprak daarop tot Timmermans, als de "vriend". Over uw oeuvre is alles reeds gezegd. Menschen, die er nog meer over willen weten, moeten maar uw boeken lezen. Het is de vriend en de mensen, die ik heden huldigen wil. Timmermans, u staat thans in de periode van volle rijpheid. U weet thans wat goed is en wat u kunt.........
In Vlaanderen beleven wij thans een zware tijd. Als wij werkelijk Vlaanderen sterk willen maken, dan moeten wij steunen op de oude beproefde waarden, n.l. op onze kunst en onze kunstenaars. Hoe grooter onze kunstenaars zijn, hoe meer rechten Vlaanderen zal kunnen doen gelden op eigen zelfstandigheid. "De Fee" heeft veel gedaan tot de vestiging van die zelfstandigheid in Vlaanderen. Op dit gebied heeft Timmermans zelfs meer diensten bewezen, dan 20 Vlaamsche ministeries.
Vriend Timmermans, aan al die feestvieringen komt thans ook een einde. Morgen is het weer werkdag. God geve u de gezondheid om uw werk voort te zetten. Dit wenscht u uw trouwste vriend. Muziek en zang; sloten dezen middag af. Den geheelen avond werden verder de feestelijkheden nog voortgezet.
Te 17 uur 30 begaven de genoodigden zich naar de stadswandeling "Begijnhof-Pallieterland", welke officieel door den burgemeester tot "Felix Timmermans Wandeling" werd gedoopt. Aan de Begijnhofstraat werd vervolgens een gedenksteen, geplaatst, waarbij de heer Alfred van der Halle, een toespraak hield. Hierna moest de schrijver eigenhandig een lindenboom planten, welke voor het nageslacht, de gedachtenis van Timmmermans zal bestendigen. Al deze plechtigheden werden door een dichte mensenmassa gevolgd. Het Vlaamsch gemengd koor "t En zal", van Lier en het koper-ensemble Jan Bolle zorgden voor een passende muzikale omlijsting. , 's Avonds werd de woning van Timmermans door buren en afvaardigingen van de verschillende stadswijken in de bloemekens gezet.
********
|