Timmermans over het verbod van Pallieter.
De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad - 22-10-1920
De schrijver van Pallieter, de heer Felix Timmermans, heeft het noodig geoordeeld in het liberale "Vaderland", van welk Haagsch blad hij medewerker is, eenige kritische beschouwingen ten beste te geven over het verbod der lezing van zijn boek, door de Kerkelijke Overheid te Rome aan H.H. D.D. H.H. de Bisschoppen van Nederland en België ter toepassing voor de geloovigen medegedeeld. Ziehier hoe hij zich tegen dezen kerklijken maatregelverweert :
Het eerste nieuws kreeg ik begin Augustus, ik zat toen om drie uren aan Anna-Marie te schrijven en ik smoorde lijk een expres. Er ging een dun onweerken opkomen, als de facteur, haastig om voor 't onweer thuis te zijn, twee brieven in mijn bus liet vallen. Op mijn zeven gemakken ging ik ze halen, deed er een open; hij kwam van den heer de Lorm uit de Bazaarstraat, den Haag, ge weet wel dat fijn kunstwinkeltje. Ik las, las ik goed? "Index", "Indexcering". Pallieter verbannen, verdoemd. Ik kost mijn oogen niet gelooven, las nog eens, zag naar den almanak of het geen 1ste April was. 't Stond er klaar en duidelijk : Pallieter op den Index. "Goede Pallieter", zei ik, "wie heeft u dat nu gelapt! " Haastig scheurde ik den anderen brief open, die was van Maria Viola. "Onderwerp je, zooals Pallieter zich zou onderwerpen."
't Was dus waar! Ge kunt peinzen hoe ik verschoot! Zooveel jaren aan Pallieter geschreven, hem zooveel jaren gedrukt weten, en altijd gedacht hebben, dat boek heb ik als Katholiek geschreven, het is als Katholiek door Katholieken geprezen en nu duwt men, door opstook van een macht, die nooit zeggen zal: "Dat heb ik gedaan." Pallieter zoo maar in een hoek. Dat is niet fair, en ik geef gelijk waar Leon Bloy zegt : "L'Index est un guichet derrière lequel 1'Eglise se déshonore." (De Index is een loket, waarachter de Kerk zich onteert). Als Katholiek, of beter als iemand, die een goede Katholiek probeert te zijn, was dat een hevige stoot op mijn gemoed. En 't eerste wat ik zei was: "Ik onderwerp mij voorwaardelijk! Eerst moet ik zien, hoe de zaak ineen zit, waarom en waarvoor."
Hebt gij er verder geen nieuws over gekregen? Ik ook niet.
't Zijn alleen een paar vrienden, die mij derde-handsnieuws brachten, maar ik verzeker u dat dit nieuws toch betrouwbaar is. En ik kan u. mij op hun betrouwbaar woord steunend, zeggen, dat noch de aartsbisschop van Utrecht, noch de aartsbisschop van Mechelen, er voor gewerkt heeft om het op den Index te krijgen, maar dat het wel van Holland uitgaat.
Ik versta die veroordeeling niet, en menig Vlaamsen priester, en Hollandsche ook niet. Ik spreek niet alleen van letterkundige priesters, maar van gewone priesters, die niets van letterkunde kennen; en er zijn daar asceten en opvoeders onder. Als die het niet verstaan, hoe zou ik het dan verstaan? En mijn en hun redenen zijn menigvuldig. En Rabelais dan? En Rubens, waar de braafste Katholiek toch ook zijn oogen niet voor toe doet. Zie maar eens zijn mythologische onderwerpen! Maar er is een heele boel redenen, een heel Vaderland vol, en 't papier is te duur.
Zeker is het niet altijd een boek om aan kleine kinderen te laten lezen. Maar ik schrijf niet voor kinderen. Ik schrijf voor menschen. En als kinderen het dan nog lezen, dan verstaan ze er toch den zin niet van. En groote menschen zullen er geen graten in vinden, omdat er geen in zijn. Tenzij het azijnp....rs waren. Vergeet niet dat wij Vlamingen zijn!
En wat den godsdienst betreft? Ik heb slechts gelachen en niet gespot met het domme bijgeloof in onzen schoonen godsdienst en 't ware goed, dat dit veel gedaan wierd ter eere van den godsdienst zelf. Dat wil nu niet zeggen, dat ik een vierkantig voorbeeld van Katholiek ben. Ik probeer slechts een goede Katholiek te zijn. En de waarheden des geloofs heb ik niet aangeroerd, Nergens. Gerard of Eduard Brom — ik ben den voornaam vergeten — heeft over de eerste uitgave mij er op gewezen, dat er "walgelijke godslasteringen" in stonden. Dat "van mijn God op te eten". Ik had het goed bedoeld, omdat ik het zelf heb gehoord uit den mond van een Katholiek, die 's morgens was ter communie geweest. Gewillig heb ik het uit de andere uitgaven weggelaten, omdat het een zin was, die in 't algemeen slecht begrepen wierd. En dan "Pantheïsme! " Met dat stokske heeft men Sint Franciscus, Ruysbroeck en Guido Gezelle ook willen buiten kegelen. Ik kan u verzekeren, dat ik innerlijk niet pantheïstisch voel, en wat men niet voelt kan men niet het zijne maken. En.... Maar is 't nu precies niet dat ik mij verderf? Dat wil ik niet doen. En spijts dit alles, dat ik goed weet, dat mijn bedoelingen zuiver, ik durf bijna zegen edel zijn, zou ik mij toch onderwerpen, omdat ik een goed Katholiek probeer te zijn. Al is het dan nog; zoo hard om te slikken.
Maar wil ik u eens wat zeggen? Nu ik dezen brief overschrijf, omdat mijn geschrift toch zoo slecht is, is mij tusschen die twee het nieuws toegekomen, weeral derde-hands-nieuws, maar zoo betrouwbaar lijk ik weet niet wat, dat Pallieter niet op den Index staat! Maar slechts op een lijst van boeken, waarvan het geraadzaam is voor Katholieken ze niet te lezen tot ze verbeterd zijn. Nu weet ik wel, die raad is zoo goed als een verbod — geldig voor Holland en België. (In België hebben het de Bisschoppen niet afgekondigd). En daar ik een goed Katholiek probeer te zijn (is dat nu reeds de vijfde maal niet dat ik dat zeg?) wil ik weer zoo gewillig zijn, Pallieter, die zelf ook gewillig is, zoodoende te verbeteren dat hij zoo niet geraadzaam, dan toch niet ongeraadzaam om te lezen is. Dit doe ik alleen, omdat ik een goed...., maar neen, ik zeg het geen zesden keer meer.
Ik hoop alleen dat Pallieter dan niet zal heeten : Pallieter, een boek voor kinderen en.... Katholieken.
Indien de heer Timmermans meent, dat hij zijn Katholicisme vooral moet bewijzen door tot vervelens toe te herhalen, dat hij zoo katholiek is, in plaats dit Katholicisme door katholieke daden te toonen, dan moge hij door zulk een manoeuvre de lezers van liberale dagbladen misleiden, te wier gerieve hij schrijft, maar hij wete tevens, dat zijn houding Katholieken slechts kan bedroeven en ergeren.
Een geloofsgenoote, die waarlijk getoond had ook zijn bewonderenswaardige kunst te vereeren, Maria Viola, gaf hem den raad, den verstandigen raad eener welmeenende vriendschap: "Onderwerp je." Maar in stee dien raad offervaardig uit te voeren — want Katholiek zijn beteekent offers brengen — volgt de heer Timmermans de ingevingen van een alles behalve katholiek ego en begint hij een pleit tegen de kerkelijke overheid in een liberaal blad, waar zijn schimpscheuten tegen den index, " 'n loket, waarachter de Kerk zich onteert" enz., bijzonder weerzinwekkend aandoen.
Als hij zich dan ook in de plaats van zijn kerkelijke overheid stelt, om over de zuiverheid van zijn Katholicisme te oordeelen, en telkens verzekert, dat hij "als Katholiek dat boek heeft geschreven" e.d., maken die zelf-belijdenissen in woorden zonder daad niet den minsten indruk. Indien hij zich werkelijk moeite gave een goed Katholiek te zijn, zooals hij verzekert, dan zou hij zijn wrok niet hebben gelucht in de insinuatie: "Nu duwt men, door opstook van een macht, die nooit zeggen zal "Dat heb ik gedaan", Pallieter zoo maar in een hoek, dat is niet fair." Immers de macht, die dit gedaan heeft, is zeer wel bekend, maar verre verheven boven de opstokerijen en unfairheden, welke de heer Timmermans, die een kind der Kerk wil heeten, haar in een liberaal blad durft verwijten zonder eenigen schijn of schaduw van bewijs.
Over de voorwaardelijke onderwerping, waarmee de schrijver van Pallieter zijn geloofsgenooten minder zal stichten dan ontstichten, zullen wij evenzeer het zwijgen doen als over zijn fijne zinspeling op de verbeterde uitgave van het boek, dat nu wellicht zal worden "een boek voor kinderen en Katholieken". Het verbod der lezing van Pallieter trof noch den ongemeen begaafden kunstenaar Timmermans noch zijn prachtige kunst. Nu echter de op een katholieken naam prijsstellende schrijver een alles behalve katholieke mentaliteit toont te bezitten in het eigen geding, dat hij tegen de beschikkingen der kerkelijke overheid komt uitspelen ten genoegen van een liberaal milieu, wordt het noodig, dat hem in een katholiek blad te verstaan worde gegeven, hoe anti-katholiek en onbetamelijk zulk een houding is.
******
|