REMBRANDT-PRIJS AAN FELIX TIMMERMANS
Begin van een letterkundige carrière
Op bezoek bij Pallieter in de vlaaikens-stad
Door Frans Vanel - Uit De Dag 27/6/1942
—"De Vlaaikensstad ligt te blakeren in de Juni-zon die het eindelijk over heur hert heeft kunnen krijgen om zich aan de menschen te laten zien. En nu schittert de groote Markt in een zee van warm goudgeel licht. De zon spiegelt zich in de honderden kleine ruitjes en heeft er plezier in ; ze weerkaatst op de botte kasseitjes en doet de menschen met de oogen knipperen. De warmte plakt tusschen de huizen en trekt de verf in kleine, ronde blaasjes : Een weer als een verschbakken korentenbrood ! zou Pallieter zeggen.
En met dat echte vroegzomersche weer kloppen we bij Pallieter zelf aan. — 'k Zal u verwachten ! Luidde het lakonieke bericht, op zijn eigen portret geschreven. En de Fe verwachtte ons, op, z'n pantoffels en met de reeds wereldberoemde pijp in zijn Pallieters kop. Hij is een beetje vermagerd (de Fe, niet de pijpekop) maar ik ben nog dik genoeg zegt hij. — Mr Timmermans, we kwamen u eens bezoeken in verband met de hooge onderscheiding die u te beurt gevallen is. Ze gaan u dus Zondag officieel in de bloemekens zetten ? — Ja, dat hebben we er natuurlijk allemaal bij... — Dat is nu eenmaal de keerzijde van de beroemdheid, Pallieter.
We geraken aan de praat over z’n werk, terwijl de pijp voortdurend volgestopt en leeggepaft wordt. Ja, hij heeft al zooveel geschreven ! Een ontzettende massa kopij als ge 't allemaal bij elkaar ziet. En 'k weet zelf niet hoe ik er soms toe kom om dit of dat te schrijven.
![](http://blogimages.seniorennet.be/timmermans_fan/1811929-13fa543f17917ea875a64722275ffbd5.jpg)
— Wat mogen we nog van U verwachten, mijnheer Timmermans ? — Wel, ik ben aan de levensgeschiedenis van Adriaan Brouwer bezig, door hem zelf verteld. Dan schrijf ik nog veel verhalen en kindervertellingen. — Die Adriaan Brouwer zal weer een revelatie worden ? Dat was in z'n tijd ook een vroolijke kwant, aan zijn schilderijen te zien. — Ja, over Brouwer is heel wat te vertellen, daar waar over Pieter Breughel minder bekend is.
Er wordt gebeld. Nieuw bezoek voor Pallieter : 't is Frans Verschoren, die andere bewonderaar van 't Liersche Begijnhof en van de Vlaaikensstad. We zullen de twee vrienden eens samen « trekken ». En Frans Verschoren brengt de eerste stappen van den huldigen Rembrandtprijswinnaar op het tapijt, de eerste aarzelende passen op het glibberige pad der edele dichtkunst en waarin we den invloed van Omer K. De Laey nog terugvinden. Frans Verschoren brengt ons zonder dat hij 't zelf vermoedt, op een goed spoor en we hebben het voor de aardigheid eens gevolgd.Het is inderdaad minder algemeen bekend, hoe Felix Timmermans aan 't schrijven gegaan is en als 't ware zich zelf ontdekte. We hebben «de Fe » eens in een voordracht hooren vertellen, dat hij op school heelemaal geen schitterende leerling was.
— Toen op school de prijzen uitgedeeld werden, vertelde hij, stond ik heelemaal van achter en mijn prijs was er niet bij. En toen is mijn vader gekomen, die een humorist was en die gaf me een boek met de woorden :— Hier zie, Fé, ge waart de eerste maar ze hadden uw prijs vergeten.
Ik weet niet of het echt waar is, maar het is echt waar dat de Fé dat tijdens die voordracht verteld heeft. En echt waar is het ook, dat Felix Timmermans al blij was, dat hij de school achter den rug had. En dan is hij aan 't lezen gegaan, lezen, altijd maar lezen ; zoekend naar 'k weet niet wat en hij wist het zelf nog niet. En toen begon hij zelf verzekens te fabrikeeren die waarachtig gedrukt werden.
Felix Timmermans was zeventien jaar oud — hij is van 1886 en we hebben hem vergeten te vragen of we 't mochten verklappen — toen hij zijn eerste letterkundige produkten gedrukt zag en ge kunt u voorstellen hoe fier hij was ! Zijn poëtische ontboezemingen verschenen in een Liersch weekblad « Aan beide Nethen » (1903). Hij bleef geregeld versjes insturen en die werden gretig opgenomen. En hier ligt dan het vertrekpunt van Timmermans' vruchtbare letterkundige loopbaan. Toen de uitgever van het blad in 1907 aan zijn abonne's een boekje ten geschenke wilde geven, viel zijn keus op de gedichtjes van Felix Timmermans. Het werd een heel klein, nederig boekje van een twintigtal bladzijden en er stonden 24 gedichten in. Timmermans onderteekende ze «Polleke van Mher» en het boekje heette «Door de Dagen». Dit schamel boekske was te eenvoudig voor vele abonné's en de meeste eksemplaren geraakten verloren. Na eenige jaren waren er bijna geen meer van te vinden. Met de brand van Lier gingen er nog een aantal van verloren en tenslotte vond de uitgever niet beter, dan na 1918 de overblijvende eksemplaren te vernietigen omwille van de aktivistische neigingen van Timmermans.
En zoo komt het, dat er van Felix Timmermans' eerste litteraire produkten nog slechts enkele eksemplaren bewaard bleven. De letterkundige waarde van die dingetjes moet niet overschat worden. Het is ook daarom niet, dat we er hier zoover over uitweiden. Timmermans schreef ze zonder litteraire pretentie. Maar ze hebben waarde voor ons, omdat ze het nederige begin zijn van onzen nationalen Fé Timmermans, den Rembrandtprijs-winnaar van heden, wiens werken er thans toe bijdragen om Vlaanderen ver buiten zijn grenzen bekend te maken en te doen waardeeren. Want Timmermans houdt van zijn Vlaanderen en heeft er het zijne toe bijgedragen om Vlaanderens roem naar het buitenland te eksporteeren. De Rembrandtprijs die hem thans toegekend wordt, is een bekroning van zijn werk waarin hij Vlaanderen in ’t algemeen en Lier in 't bijzonder bezong.
In de eerste versjes van Timmermans vinden we reeds den lateren kunstenaar aangekondigd. En hij schrijft zooals hij later ook zal schilderen. Halen we eens een dier gedichte schilderijtjes aan :
DE ORGELDRAAIER Langs de straten, op een Zondag, Komt een grijzerd en zijn wijf. Met een vettige draagriem hangt een oude orgel aan zijn lijf.
Uit zijn broek langs beide pijpen, Steken zwarte knieën deur En van achter kruipt zijn hemd, gelijk een vaantje uit een scheur.
't Wijf heur grijze blessen komen Steeklig uit heur kappelin en zij houdt een blekken busken met wat koopren centen in.
D' oude vent grijpt naar den draaier en een bibberende klank, Uit zijn oud versleten orgel. Klinkt op straat lijk hondsgejank.
Enkele menschen blijven luistren Naar dat eertijds schoon geluid, En het wijf met triestig oogen, Steekt haar blekken busken uit.
Ziet ge de eerste pogingen van Timmermans om een schilderijtje te maken ? En vinden we er de latere plezante teekeningen van Timmermans niet in aangegeven ? Jawel, er hapert nog heel wat aan dit werkje, maar daarom was het ook maar een begin. En juist omdat daar het begin van Felix Timmermans litteraire carrière ligt heeft het voor ons waarde. We hebben er even bij stilgestaan omdat vandaag Felix Timmermans' werk officieel bekroond wordt door de toekenning van den Rembrandtprijs.
*****
|