Felix Timmermans bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond.
Uit De Gooi en Eemlander – 24/11/1924. "Moeten kunstwerken verklaard worden?" Met deze woorden leidt een bekend kunsthistoricus een interessant boekje over het verklaren van kunstwerken in. De auteur beantwoordt deze vraag bevestigend en verdedigt vervolgens zijn meening. Doch meer dan voor de kunsthistorie geldt deze vraag en bevestiging voor het geschreven woord. Van de waarheid hiervan heeft ook Felix Timmermans, gevolg gevend aan het sympathiek verzoek van den Hilversumschen Gymnasiastenbond om een lezing over zijn werk te houden, ons weer overtuigd.
Ofschoon het moeilijk is een letterkundige periode door jaartallen vast te leggen, kunnen we zeggen, dat van omstreeks 1890 de opbloei der Vlaamsche letterkunde dagteekent. Een opbloei, die zich merkwaardig snel ontwikkelde maar door den oorlog helaas een tijdlang wreedaardig werd onderbroken. Het is hier echter niet de plaats om een historische beschouwing over de Vlaamsche letterkunde te geven en wij willen dan ook volstaan met de namen van Guido Gezelle en Frank Lateur (beter bekend onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels) in herinnering te brengen, daar zij het zijn geweest, die den krachtigen stoot in de goede richting gaven en die de jongere tijdgenooten zoo sterk beïnvloed hebben.
Tot de jongere prozaschrijvers behoort ook Felix Timmermans, die men ’t best naast Streuvels kan stellen. Beiden scheppen zich een eigen stijl, voor beiden is ’t dialect een vereischte om uitdrukking aan hun gevoelens te geven. Timmermans zoowel als Streuvels zijn de fijne waarnemers van de realiteit van hun omgeving. Zij verstaan de kunst om de lezers deze werkelijkheid door hun uitbeeldingsvermogen mede te doen doorleven. Beiden trachten het innerlijk zieleleven, de diepste psychologie van de hen omringende menschen te doorgronden, Timmermans wellicht nog meer dan Streuvels. Zaterdagavond heeft Timmermans ons hiervan overtuigd.
De bijeenkomst werd geopend door den heer P. Kapteijn, praeses van den H. G. B. die den heer Felix Timmermans hartelijk welkom heette. Vervolgens bedankte spreker in het bijzonder den burgemeester mr. P. Reijmer, de curatoren en dr. G. Blokhuis, rector van het gymnasium, die door hun tegenwoordigheid blijk van belangstelling gaven. Hierna gaf de heer Kapteijn het woord aan Felix Timmermans.
"Diepgeworteld in de menschen zit mijn werk", sprak Timmermans en hij maakte ons duidelijk, hoe hij eigenlijk alleen in Lier, zijn woonplaats, geïnspireerd door de huizen, de menschen, kortom door de heele hem zoo door en door bekende omgeving, zijn geestesproducten kon vormen. Hoe goed kunnen we zijn verontschuldiging begrijpen aangaande zijn werk "Anna Maria", dat de auteur in ons land voltooide. In zijn tijdelijke woonplaats Den Haag miste hij alles, wat zijn geliefd stadje Lier hem in zoo ruime mate bood.
In den Haag bleven de mijnheeren de mijnheeren, de mevrouwen de mevrouwen. Door de behandeling van de invloeden, waaronder zijn kunstgewrochten ontstonden, heeft de auteur bereikt, dat velen zijn werken nog meer zullen waardeeren en zich in de gegeven psychologische vraagstukken inwerken. Wellicht bereikte de auteur Zaterdagavond zijn hoogtepunt, toen hij bij 't behandelen van het ontstaan van "Het Kindeke Jezus in Vlaanderen" over zjjn vader sprak, door wien hij bij dit werk het meest beïnvloed werd. Hoe wondermooi en vol soberheid schetste hij het huiselijk leven, de vreugde der kinderen, wanneer vader, die kantkoopman was, terugkeerde na een langen tocht en dan altijd van zijn reis iets bijzonders, al was het maar een doos meikevers, medebracht. Heel veel meer vertelde hij van zijn vader en wees er nog op, hoe de vertelsels van de drie Koningen en onze lieve Vrouwe, aan hem in zijn prille jeugd gedaan, 't begin vormden van het ontstaan van "Het Kindeke Jezus in Vlaanderen". Vóór de pauze besprak Timmermans "Schemering van den dood". Toen hij dit schreef, was hij in een mystieke stemming door toedoen van een vriend, die mysticus en spiritist was. Zijn pessimistische stemming werd hem zóó de baas, dat hij ziek werd, maar toen hij den dood nabij was, kreeg hij er plotseling genoeg van. Met zijn herstel ontwaakte in hem een blijde levenslust. In deze stemming ontstond "Pallieter".
Ofschoon spreker niet uitvoerig uitweidde over zijn groote werk, behandelde hij eenige episodes en figuren, die in het boek voorkomen. Hij had o.a. een reden voor een tweegevecht noodig en nu vertelde Timmermans hoe hij daaraan kwam. Een zijner vrienden liep op een landgoed, dat een graaf toebehoorde. Zijn vriend ontmoette daar den graaf, die hem aansprak en vroeg of hij niet wist, dat hij op verboden grond liep. De vriend vroeg daarop den graaf, waarom die grond hem toebehoorde, waarop de graaf antwoordde, dat zijn voorvaderen om dien grond gevochten hadden. De vriend stelde den graaf toen onmiddellijk voor om dan samen ook maar eens om dien grond te vechten.
Talrijke humoristische gebeurtenissen uit zijn leven en zijn omgeving, welke hem stof voor zijn werken hadden gegeven, haalde Felix Timmermans aan. Pastoor Van Aken, uit wien voornamelijk de figuur van den pastoor in Pallieter ontstond, deed hij door zijn karakteristieke beschrijving voor ons leven. Immers hoe juist schetste hij dezen man, die oa. een gebed samenstelde voor het geval, dat men van een toren viel, die ook bij een bezoek aan den bisschop toen deze hem prees wegens zijn net voorkomen — netheid was gewoonlijk ver te zoeken bij pastoor Van Aken — zijn handschoenen uittrok waaronder een tweede paar te voorschijn kwam zoo vies en onoogelijk, dat de bisschop er geducht van schrok!
De pastoor trachtte daarop den bisschop gerust te stellen met de verzekering, dat 't met zijn voeten nog vrij wat erger gesteld was! Ziehier een paar van de 307 gevallen, die spreker volgens zijn zeggen van pastoor Van Aken zou kunnen vertellen.
Over 't ontstaan van "Anna-Marie" deelde de auteur mede, dat zijn eerste inspiratie een klagend lied was, door een man onder zijn raam gezongen. Hij vergat het, om 't zich later weer te herinneren, toen hij 't op nieuw hoorde. Nu begon hij te fantaseeren. De hoofdfiguur, een zondige vrouw, voor wie dit lied zou geklonken hebben, haalt hij uit Italië. Hij laat haar in Vlaanderen komen om een erfenis te halen, een zeer eenvoudige reden dus. Elke vrouw zou, daar gaarne een reis voor maken!
Bij "Het Kindeke Jezus in Vlaanderen" werd de schrijver in eerste instantie, zooals reeds gezegd is, beïnvloed door de vertelsels van zijn vader. Spreker wees erop welken indruk die fantastische verhalen maakten, hoe de vader den kleinen Felix geruststelde voor den Moorenkoning door te zeggen, dat hij de drie Koningen op zijn tochten ontmoet had. Ook 't huisje, waar onze lieve Vrouwe gewoond had, wist de vader nauwkeurig te beschrijven. Later, in tweede instantie, werd Timmermans vooral beïnvloed door een schilderij van Breughel.
Vol vuur beschreef spreker het mooie, vreugdevolle leven in Lier. Hieruit sprak vooral de groote liefde van Felix Timmermans voor 't land, waarin hij opgegroeid was. In felle kleuren schilderde hij de feestelijkheden in 't kleine plaatsje, welke ten slotte toch een vromen grondslag hadden. Na de pauze besloot Timmermans dezen kunstavond met een fragment uit een nog onuitgegeven werk "Pieter Breughel" voor te lezen.
Ook hier bewonderden we den woordkunstenaar en zijn buitengewoon uitbeeldingsvermogen. Dikwijls zijn echter auteurs niet de beste reciteerders van hun eigen werk. Ook bij Felix Timmermans meenden wij dit op te merken.
De heer P. Kapteijn bedankte aan 't slot van den avond den spreker en sprak den wensch uit, dat deze lezing ertoe mocht bijdragen den band tusschen Zuid- en Noord Nederland te versterken. Op volgende avonden zal het bestuur van den H. G. B. goed doen de vertegenwoordigers der pers een betere plaats aan te wijzen, daar het volgen van de lezing hun thans noodeloos moeilijk werd gemaakt.
*********
|