Vakantie bij de oude boeken...
Door Gaston Durnez uit De Standaard van 31/3/1990
Job Deckers, antikwaar. De beste klanten komen stil binnen. Zij zeggen goeiendag en nemen meteen een boek uit het rek waarin zij beginnen te kijken. Aan de manier waarop zij dat doen, herken ik de echte liefhebbers en zie ik of ze gaan kopen of niet. Er zijn mensen die de winkel binnenstappen met de handen op de rug, wat rondkijken en naar mij toe schuifelen. Die komen alleen voor een babbeltje. Welkom, natuurlijk! Ik praat graag met de mensen, zeker over boeken en schrijvers. Maar kopers zijn het niet. Of toch zelden. Wie ze ook zijn, mijn klanten zien er goedgezind uit. Heb je dat al opgemerkt? In antikwariaten bots je zelden op slecht gezinde mensen. Wie in een oude-boekenwinkel komt en rondsnuffelt in de rekken en kijkt naar de prenten aan de muur, voelt zich altijd een beetje in vakantiesfeer, buiten de drukte van de nieuwe winkels waar de tijd je op de hielen zit. Tenminste, zo voel ik het aan. Trouwens, in de vakantiemaanden krijg ik dubbel zoveel bezoek als op gewone dagen. Ook van de kinderen.
Job Deckers, een 42-jarige Antwerpenaar die in Lier een oude-boeken winkel drijft, kent zijn publiek. Hij zit nu al een tiental jaren in het vak, observeert vijf dagen per week de gaande en de komende man, voert lange gesprekken met oude en jonge Stripfanaten, Timmermans-verzamelaars, eerste-drukkenjagers, Anton Pieck vrienden, kollektioneurs van Liebig-prentjes, Hollandse nostalgiezoekers, alle soorten van bibliofielen en bibliomanen,beleggers in boeken en simpele kijkers en lezers, niet te vergeten de grijze gepensioneerden die eindelijk tijd hebben om dat Onvergetelijke Jeugdboek op te sporen dat zij bij hun Plechtige Kommunie cadeau hebben gekregen en dat zij in de loop van een leven vol verhuizingen verloren speelden.
''Een oude-boeken winkel is een heel speciale wereld", zegt Job Deckers. ''Ik ben blij dat ik er deel van uitmaak, niet alleen als winkelier, ook en vooral als boekenliefhebber. Want ik verzamel zelf ook, voor mij persoonlijk. A propos, hebt u toevallig voor mij niet een eksemplaar van Dingen, daar zoek ik nu al jaren naar..."
Artiestenbloed Job Deckers, op 23 oktober 1947 geboren in de Sinjorenstad, stamt uit een kunstenaarsfamilie. Zijn grootoom, Herman Deckers, staat in onze literatuur bekend als de stichter van De Pelgrim, de beweging voor een kostelijke kunst die in de jaren twintig namen als Felix Timmermans, Flor van Reeth en Gerard Walschap verenigde. Een andere grootoom was de beeldhouwer Edouard Deckers. Een betovergrootvader heette Edward Dujardin, de illustrator van Hendrik Conscience. Langs moederszijde was er overgrootvader Hubert Melis, auteur, in de Vlaamse Beweging vooral bekend als de stadssekretaris van Antwerpen die in de Eerste Wereldoorlog een rol speelde in het aktivisme. ''Het zat dus in mijn bloed, maar het is er vrij laat uitgekomen", vertelt Job Deckers, die al kon lezen voor hij naar school ging. Na de humaniora trok hij voor een halfjaar naar Amerika, speelde daar manusje-van-alles, werkte nadien als agent van een Nederlands elektronikabedrijf in Frankrijk en Zwitserland.
''Ik was veel weg, altijd in een ander milieu. Tot ik er genoeg van kreeg en eindelijk ging doen wat ik graag wilde. Ik werd handelaar in oude boeken. Ik heb altijd van boeken gehouden en mij tussendoor een serieuze eigen verzameling opgebouwd. Vooral van kunstgeschiedenis en andere historie. Geschiedenis is een van mijn liefhebberijen. Ik speel dus mee in een groep die de plaatselijke geschiedenis uitspit." Job Deckers vestigde zich in een pand(je) tussen de grote ''meesterswoningen" aan een zijstraat van de Grote Markt. ''In Lier, uiteraard. Ik was verliefd op Lier en ik ben dat gebleven. He stad heeft atmosfeer, karakter, traditie. Dat telt mee in ons vak."
De naam van de winkel lag dan ook voor de hand: Schoon Lier. Naar de titel van een Timmermans-lofzang. ''Vijf jaar heeft het geduurd eer ik stevig gevestigd was. Toen kon ik op een mooie dag een goeie biblioteek aankopen. Dat was mijn definitieve start. Het duurde dus een tijdje, misschien omdat ik streng selekteer. Ik wil niet alles verkopen. Ik moet er achter kunnen staan. Dus heb ik mij op de eerste plaats gericht op Vlaamse schrijvers. Met de klemtoon op de generatie vóór de mijne. Dat wil niet zeggen, dat de Vlaamse auteurs over het algemeen het best verkopen in het zogenaamde tweede circuit. Er zijn toppers en laagvliegers bij. Maar een mens moet plezier hebben in zijn werk. Mijn ondervinding zegt mij wel, dat de belangstelling voor de letterkunde uit Vlaanderen in mijn branche gestegen is. Ik denk wel eens dat de groeiende Vlaamse autonomie en het daarmee gepaard gaande Vlaamse bewustzijn daar iets mee te maken hebben."
Geldt dat ook voor tweedehandsboeken over de Vlaamse Beweging? ''Vreemd genoeg konstateren mijn kollega's en ik sinds twee of drie jaar een dalende belangstelling voor dit genre. Dat staat dus in tegenstelling tot wat ik zeg over onze autonomie. Het onderwerp ''Vlaamse kollaboratie" kende wel een opflakkerende interesse. Dat heeft vooral te maken met de tv-uitzendingen. Die stimuleren de weetgierigheid over het onderwerp. Ondertussen is de markt op dit gebied wel verzadigd, denk ik."
Strips en SF Is het waar dat de interesse voor beeldverhalen afgenomen is? ''In elk geval kennen de albums bij de uitgevers een terugval. Als ik mij niet bedrieg, verschijnen er thans tot dertig procent minder nieuwe of herdrukte titels dan enkele jaren geleden. 't Is waar dat het genre in de beginjaren tachtig een wildgroei heeft meegemaakt. Nu haakt menig oververzadigde verzamelaar af. Alleen de vraag naar oude titels is fel gestegen, titels dan van auteurs als Willy van der Steen, Hergé, Marc Sleen en Pom. Een stripauteur wiens aandelen stijgen, is Bob de Moor, de medewerker van Hergé, die na de dood van de Meester meer in de kijker is gekomen. Prijzen? Ik ga ze u niet noemen, ik zou ze alleen maar de hoogte injagen! In elk geval liggen de prijzen van antikwarische strips veel te hoog, in vergelijking met bepaalde belangrijke genres als bv. de boeken uit de 17de en 18de eeuw. Hetzelfde geldt voor boeken over Art Deco en antiek. Zij worden overgewaardeerd. Wacht maar, straks is de markt uitgeput en zal ze instorten."
Ik zie in de rekken nogal wat Science Fiction. Blijft dat genre standhouden? ''Nee, niet goed. SF-boeken kennen in het antikwariaat een inzinking. Tien jaar geleden moest je daar kasten vol van hebben. Nu niet meer. Misschien is de SF achterhaald door de werkelijkheid. Over het algemeen merk ik een verschuiving naar de non-fiction, terwijl de parapsychologie veld verliest ten voordele van de filozofie. De mensen willen beter geïnformeerd zijn. Ook de jeugd. Ik constateer dat de jonge bezoekers van nu meer kennis van boeken hebben dan die van tien jaar geleden, echt waar. Ze zijn meer allround geïnteresseerd, ze weten waarvoor ze naar de winkel komen."
En uw eigen hobby, de geschiedenis en de heemkunde? ''Boeken over plaatselijke geschiedenis, over volks- en heemkunde, blijven het goed doen in het antikwariaat. Meestal verschijnen zij op kleine oplagen, voor een beperkte gewestelijke kring, maar na een vijftal jaar duiken ze in het antikwariaat op. Liefhebbers zijn meestal mensen van boven de veertig. Tot hun grote zoek-objekten behoren, in de Kempen maar ook in menig andere streek, alle geschriften van Jozef Weyns, de eerste konservator en vormgever van ''Bokrijk". In de Kempen is zijn streekgenoot René Lambrechts van Heist-op-den-Berg een veelgevraagde auteur, vooral met zijn Bezem en Kruis''.
Schatten op zolder
Job Deckers filozofeert graag over zijn beroep. ''Als je hier dagenlang zit, heb je tijd om over de dingen na te denken". Hij zingt de lof van boeken waarin vorm en inhoud goed samengaan, en van auteurs als Stijn Streuvels die een erepunt maakten van een goede technische vormgeving hunner geestesprodukten. ''Ik droom van een Streuvels Genootschap", voegt hij er aan toe. ''Wat een groot auteur is dat geweest en gebleven! Maar het publiek kent hem nog zo weinig." Tegen mensen die boeken kopen bij wijze van belegging heeft Deckers ''eigenlijk" iets. ''Boeken moet je kopen omdat je ervan houdt. Boeken, daar moet je kunnen tegen spreken."
Hoe geraakt u aan de voorraad voor ''Schoon Lier" ? ''Wel, antikwaren hebben allemaal zo hun geheimpjes die zij niet gemakkelijk verklappen. Daarbuiten bezoek ik openbare verkopingen en veilingen. En ik vind heel wat bij partikulieren. Af en toe plaats ik advertenties in huis-aan-huisbladen, terwijl de volksmond evenzeer een belangrijk propagandist voor mij is. De meeste mensen die boeken kwijt willen, bellen mij op en als het de moeite waard is, ga ik hun kast inspekteren. Meestal gebeurt dat in de jaarlijkse schoonmaakperiode, na sterfgevallen of kort voor de vakanties als men geld nodig heeft... Er bestaat ook een vorm van ongeorganizeerde samenwerking onder antikwaars.
Wij kennen elkaars belangstellingspunten en specialiteiten. Wij wisselen uit. Bij voorbeeld op gebied van plaatselijke geschiedenis. In Lier heeft het niet veel zin dat ik boeken over de historie van Hasselt of Sint-Truiden aanbied. Die verwissel ik dan bij kollega's voor publikaties over onze stad en omgeving Opmerkelijk is hoe bepaalde boeken of boekensoorten op een bepaald moment als het ware uit het niets opduiken en door het publiek gevraagd worden, nadat ze jarenlang in 't vagevuur hebben verbleven. Het gebeurt dat boeken het in de gewone winkels helemaal niet doen en dat de uitgever ze dan maar in armoede naar de ramsj voert, als hij ze niet wil vernietigen, waarna ze voor een aantal jaren een verborgen leven leiden en tenslotte, niemand weet goed hoe en waarom, in het antikwariaat suksesnummers worden."
Bestaan de Schatten op Zolder echt? ''Jazeker. Elke handelaar kan u daar voorbeelden van geven. Als hij wil... Een van mijn betere vondsten heb ik gedaan op de kapotte, doorregende zolder van een oude brouwerij. ''Pak al die rommel maar mee!" zei men mij. En dat deed ik: een massa oude tijdschriften en boeken, maar ook een zeldzame Hergé-kalender uit 1940, prenten en... landbouwalaam van weleer. Eens heb ik 18de-eeuwse plannen ontdekt van de bezittingen van de abdij van Nazaret, bij Lier: vier handgekleurde kaarten, die ik voor een zacht prijsje kon overlaten aan het Rijksarchief."
Spelen illustraties een grote rol in uw branche? ''Inderdaad, heel wat boeken worden gekocht vanwege de illustraties die er in staan. Anton Pieck scoort zeer hoog, ook Willy van der Steen en de zgn. Grote Vijf, de grafici Frans Masereel, de gebroeders Cantré, Henri van Straaten en Joris Minne. Bij de prentenverzamelaars behoren die namen evenzeer tot de meest gevraagden in de oude-boeken winkels. Voeg daar nog Dirk Baksteen bij, Jacob Smits, Jos Speybrouck, Alfred Ost, Frans van Immerseel, om Felix Timmermans natuurlijk niet te vergeten. Frans Masereel heeft een inzinking gekend, maar keert nu terug."
En de ingebonden jaargangen van wat vroeger ''illustraties" heette, de eerste grote geïllustreerde weekbladen? ''Vooral de tussenoorlogse weekbladen Ons Volk Ontwaakt, De Stad Antwerpen en Ons Land blijken in de antikwariaten gevraagd te worden, wegens de auteurs die erin schreven en wegens de oude foto's en vergane stadsgezichten, plus... de relazen van oude proceszaken. Jammer genoeg is de bron de jongste tijd vrijwel opgedroogd. Er worden ons nog maar weinig jaargangen aangeboden."
Uitdraai
Bezoekers van antikwariaten hebben vaak een lijstje bij zich: hun persoonlijke kataloog. Dankzij de huiscomputer kunnen zij nu hun ''boekhouding" gemakkelijker bijwerken en kontroleren. Sommigen bezorgen gewoon ''een uitdraai", zoals dat tegenwoordig heet, aan de verschillende Heiligdommen van het Gedrukte Woord die zij geregeld bezoeken. Zo kent Job Deckers lijsten van een kollektioneur die gewoon alles van en over Hendrik Conscience zoekt, een verzamelaar die zonder verpinken ''de Vlaamse Literatuur" opspoort, anderen die ''alle drukken" van De Witte en van Pallieter wensen te bezitten. Bepaalde liefhebbers snorren alleen gesigneerde eerste drukken van hedendaagse auteurs op, of specializeren zich in gehandtekende Van Wilderodes, met als uitschieter zijn debuutbundel De Moerbeitoppen ruischten...
Van Wilderode is waarschijnlijk een der meest verzamelde levende Vlaamse auteurs. Andere bestsellers in het antikwariaat zijn ''de Hansjes", de kinderverhalen en romans van Abraham Hans, evenals de vroegere ''Vlaamse Filmpjes". En Felix Timmermans? ''Op alle gebied heerst de Fee over een aparte wereld, zowel bij de literatuurliefhebbers als bij de verzamelaars van eerste drukken en de kollektioneurs van prenten en boekillustraties. Er zijn heel wat mensen die zich alleen voor hem interesseren, zonder naar andere auteurs en tekenaars om te kijken. Opmerkelijk is wel, dat hij, die destijds in Nederland werd gelanceerd en ginder een ongekende bijval heeft genoten, nu voor een groot deel uit de aandacht van Holland is verdwenen. Zijn liefhebbers zitten nu vooral in Noord-Brahant en natuurlijk in Vlaanderen. Bekend is het verhaal dat Hollanders in Antwerpen en in Lier hun Timmermansboeken komen ruilen voor boeken van Louis-Panl Boon, die ginder nu een cult-figuur is geworden maar ook in het Zuiden steeds meer de gunst van verzamelaars geniet. Een der meest gezochte Timmermans-edities is natuurlijk de eerste druk van Pallieter waar een speciaal inlegvel bij hoort."
Het tweede boekencircuit in Vlaanderen is mooi gegroeid. Kunnen de antikwariaten naar aantal en kwaliteit de vergelijking met Nederland doorstaan? ''Moeilijk te zeggen. Voor zover ik het kan zien, hebben de Nederlanders in onze branche uiteraard meer traditie en zijn ze meer gespecialiseerd. Zij hebben al lang ontdekt dat hier nog een en ander te vinden was en proberen onze markt af te romen. De gewone boekenspeurders hebben op hun beurt de weg geleerd. Antwerpen kennen zij natuurlijk al lang. Nederlandse amateurs komen bij ons vaak zoeken naar nostalgie: oude kinderboeken van schrijvers als Joh. C. Kievit, de vader van Dik Trom, Chr. van Abcoude, de auteur van Pietje Bell. Bepaalde pocket-reeksen uit de jaren vijftig behoren eveneens tot de heimwee-verzamelingen. Zij zijn bovendien goedkoper dan de grotere uitgaven en dat past in de Nederlandse portemonnee. Bezoekers uit het Noorden spenderen meer geld voor hun hobby dan de Vlamingen, maar dan wel onder het motto: ''Meer boeken voor hetzelfde geld". Vlamingen kijken meer uit naar mooi uitgegeven en gebonden boeken. Krijgen zij de keuze tussen een gebonden en een ingenaaide editie, dan kiezen zij gemakkelijk de eerste. Zelfs als de prijs twee keer zo hoog ligt. Zo zijn wij nu eenmaal. A propos, hebt u al de bibliofiele editie gezien die ik te samen met mijn Antwerpse kollega M.L. Vanherck heb uitgegeven? "
Job Deckers wekt mijn diepste begeerten op door mij het vollinnen doosje met goudstempel te laten zien waarin, als in een schrijn, een onooglijk roos boekje te blozen ligt: Door de Dagen van Polleke van Mher. Dat is de fotografische nadruk van een uiterst zeldzaam en veel gezocht dokument. Polleke van Mher was niemand anders dan Felix Timmermans die onder dat pseudoniem in 1907 zijn eerste verzen in de trant van Omer Karel de Laey heeft gebundeld. ''Honderdvijftig eksemplaren hebben wij daar laten van drukken. Het was de eerste publikatie van onze gelegenheidsuitgeverij. Nu denken wij aan een boekje met onuitgegeven werk van Boon. Het moet in het najaar verschijnen, op honderd eksemplarcn. Hoe de naam van onze uitgaven luidt? Festina Lente. Een goede leuze voor boekenliefhebbers: Haast u langzaam. En er zit iets in van feest en van lente."
*******
|