De Fé vulde een kamer Gommaar Timmermans loopt helemaal in de voetsporen van zijn vader
Door Martine Cuyt in de Gazet van Antwerpen van 9/08/1997
Lier – Zodra Gommaar Timmermans een beetje wandelbaar was, nam papa Felix hem mee op zijn dagelijkse tochten. Vijftig jaar na de dood van de schrijver zoeken we zijn zoon op in Lier, de biotoop van de Timmermansen. Gommaar wandelt zijn vaderwandeling nog bijna dagelijks. Hij heeft net als pa destijds een werkkamer met uitzicht, maakt comic strips en columns. De appel is niet ver van de boom gevallen. "Ik was verschrikkelijk graag bij onze vader", zegt Gommaar Timmermans (67)."Hij was onze wereld. Of zoals een vriend het ooit zei: 'De Fé vult een kamer'. Zijn aanwezigheid was inderdaad kamer vullend. Ik voelde me goed bij hem. Verscheidene mensen voelden zich goed bij hem. Zo goed. dat ze hem zelfs hun leven kwamen vertellen. Hij was een man die vertrouwen wekte.
Wat is je vroegste herinnering aan je vader? Gommaar Timmermans: Ik moet zowat vier zijn geweest. We waren met vakantie in Blankenberge. We logeerden boven een schoenwinkel, maar ik herinner me vooral de pekinees met jongskes. We gingen er met zijn allen eentje kiezen. Toen de vakantie voorbij was, bleek het pekineesje niet groot genoeg om hij zijn mama weg te halen. We zijn dan zonder pekineesje naar huis vertrokken.
Maar jullie bleven niet zonder pekineesje? Neen. Mijn vader had gezegd dat we het later zouden ophalen, wat niemand echt geloofde, maar hij deed het. Met een hondenmand zijn hij en ik het hondje gaan oppikken. Je moet weten dat Blankenberge vroeger verder weg lag dan nu. De trein betekende een volle dag onderweg.We moesten via Antwerpen op de Linkeroever zien te geraken.... Ik had een tipzakje vol zwarte drop gekregen en had het beestje ook maar getrakteerd. Vader zal in de trein de hele tijd te lezen en had dat niet gemerkt. Moeder heeft de snoep uit zijn pelsje moeten knippen.
En vader boos? Ik heb hem nooit echt kwaad geweten. De enige reprimande die wij kregen, was toen we te laat thuis kwamen. Hij was een heel ongerust mens, maar kon veel hebben. Ik was niet de allerbeste leerling. En ik ben verschillende keren van school gestuurd omdat ik het te bont had gemaakt. Zijn antwoord was dan: 'Ach. Die schoolmeesters toch' en 'Jongen, wat er inzit, komt er wel uit'. Bij goed weer schreef hij wel eens een briefje 'dat ik door familieomstandigheden niet kon komen'. En dan gingen we wandelen.
Je was zijn wandelgezel? Van zodra ik een beetje wandelbaar was. zeg maar 5, 6, 7 jaar, ging ik haast dagelijks met hem zijn toer doen. Mijn zusters zaten toen op pensionaat. Vader was een trage wandelaar. Hij wou alles opnemen: de mensen, de weerspiegeling in het water, het landschap. We liepen telkens ongeveer dezelfde wandeling. Soms gingen we iets drinken op de Grote Markt. Ik een limonade, hij een Cinzano. Op zondag trokken we verder. Ik herinner me de plak chocolade die moeder meegaf voor onderweg, de bokaal en het netje om aan de grachtkant vlinders en salamanders te gaan vangen. We liepen dan altijd richting Hof der Ringen.
Maakte hij notities tijdens het wandelen? Neen, of ik heb het niet gemerkt. Maar hij had wel altijd een stukje potlood bij. Hij liep constant met notaboekjes van de bank of van kelners op zak voor als hij een schetsje wilde maken. Als hij er echt op uit trok om te tekenen nam hij een blok mee, waterverf en een kroes om water uit de gracht te scheppen. En ik maar marbelen ondertussen.
Je wist dat hij schilderde,wist je ook dat hij schreef ? Dat heeft een tijdje geduurd. Toen ze op school vroegen: 'Wat doet uw vader?', heeft een van mijn zussen eens geantwoord: 'Hij schrijft brieven'. Hij werkt bij de post? Vroegen ze dan. 'Ja, dat zal dan wel'. Er werd nooit over gesproken.
Wanneer is het beginnen dagen? In de jaren dertig had hij al veel succes. Hij kreeg ook nogal wat bezoekers over de vloer uit Lier, Nederland, Duitsland tot uit Zwitserland. Hij maakte tijd voor zijn lezers. We hadden het toen onderhand wel door.
Had hij bepaalde schrijfrituelen? Hij schreef vaak in de voormiddag, maar pinde zich daar niet op vast. Soms zat hij ook 's middags of 's avonds te pennen. Hij schreef zelfs onderweg, toen hij voor lezingen in Duitsland was. Mijn moeder heeft eens een brief gehad waarin stond dat hij tot middernacht had geschreven aan 'Boerenpsalm'. Als hij een ingeving had, moest hij die noteren. Hij schreef in huis, maar leefde er ook. Hij bemoeide zich zelfs met de keuken. Hij sneed het gebraad. Hij vond dat hij confituur maakte als geen andere, en maakte die dan ook goed en graag.
Herinneringen zat? Ik herinner me de ochtenden en de geur van koffie, waar hij zo van hield. Hij hielp mijn zus Tonette en mij naar school. Hij troostte ons. Wij moesten elke dag worden getroost voor we naar school vertrokken. Vader was zwaarlijvig. Als hij speelgoed voor ons kocht, was dat altijd iets waar je bij kon gaan zitten: een stoommachine, een elektrische trein, een toverlantaarn.
Leerde je pa je lezen? Vader zat avond na avond te lezen, maar heeft ons nooit verplicht. Ter gelegenheid van mijn plechtige communie kocht hij me de hele reeks van Jules Verne. Weet je dat ik die nog graag herlees? Ik hou van die statige taal van rond de eeuwwisseling. En die koene kapitein van 15 jaar sprak me wel aan, natuurlijk. Toen ik die leeftijd had, heeft vader wel eens tegen me gezegd: 'Ge moet Maeterlinck eens lezen, "La vie des abeilles". Hij las veel Frans in die periode.
Hij heeft toch ook vertelsels speciaal voor jullie geschreven? Het heeft lang geduurd voor ik besefte dat het verhaal over het varkentje voor mij was geschreven. Hij sprak daar niet over. Hij las ook niet voor. De enige die hij heeft voorgelezen was mijn moeder. Stukken uit zijn boeken. Tenzij hij al lezend eens een natuurbeschrijving tegenkwam die hij bijzonder geestig vond, dan durfde hij die wel eens te tonen.
Hoe ben je zelf in de pen geklommen? Heel toevallig. Op mijn achttiende had ik een oorlogsjeepje gekocht. Ik had bij moeder geleend, zat met andere woorden in de schulden. Ik kreeg de gelegenheid om kinderverhalen te schrijven voor een jeugdblad. Ik tikte toen met twee vingers en wat eronder op het blad verscheen, waren dolle dingen, die kant noch wal raakten, maar ze vroegen er nog en nog. Toen mijn jeep afbetaald was, ben ik gestopt met schrijven.
En toen jeukten de stripverhalen in je vingers? Ik heb vijftien jaar strips of eerder comics getekend. Ik was erg geïnspireerd door de mannekesbladen van destijds en door houtsneden. Ik ben dan een figuurtje beginnen zoeken. Het waren tekeningen waar weinig actie speelde, de tekst maakte het verhaal. Door ziekte heb ik een jaar niet getekend en nu schrijf ik weer meer dan ik teken. Ik vind die GoT-column in Knack wel fijn om doen.
Wat heb je buiten het teken- en schrijftalent nog van je vader? Hij kon urenlang naar de wolken kijken. Ik ook. Ik hou van de regen zoals hij. In de zomer stond hij vaak aan de achterdeur te luisteren naar de regen op de perenbomen of hij ging net dan wandelen. De kwaliteit van de regen hoor je als hij in water plenst, vond hij. De liefde voor dieren heb ik ook vast van hem. Al hadden we maar een tuintje van 150 vierkante meter, er zaten tien kippen plus haan op, plus Engelse haan, sierduiven, een pekinees, en afhankelijk van seizoen tot seizoen, minder of meer jongere poezen. Tel daarbij nog een kauw en een schildpad.
Heb je ook slechte herinneringen aan Felix Timmermans? Eerlijk gezegd, niet één.
Zijn er vragen die je hem nu zou willen stellen, mocht het kunnen? Nee, behalve de vragen die je toch niet stelt. Ik wilde aan mijn moeder ook wel vragen hoe het voelde om ouder te worden, maar dat doe je niet.
Op de komst van het Timmermansstandbeeld wordt niet overal in Lier enthousiast gereageerd. De vriend van collaborateurs en nazi's brengt pijnlijke herinneringen boven, luidt het? Ik ben ervan overtuigd dat die mensen heel slechte herinneringen aan de oorlog hebben. Maar ik denk dat ze met een verkeerd beeld van een aantal dingen zitten. Hadden ze moeite gedaan om mijn vader beter te leren kennen, dan hadden ze gezien hoe hij echt was. Hij heeft natuurlijk vaak voor lezingen in Duitsland gezeten. En als er een Duitse fan gelegerd was in Antwerpen en vroeg om zijn boek te signeren, dan liet hij die inderdaad binnen. Ook Picasso, Ernst Jünger en Jean Cocteau hebben ontmoetingen met Duitsers gehad. Vraag is hoe reageert men erop? Mijn vader was een bijzonder zachtmoedig man. Hij was antimilitaristisch. Tegen uniformen kon hij niet.
******
|