IK HAD ZO GRAAG FELIX GEHETEN! TOONTJE-FELIX CLAESEN EN ZIJN "PETEREN"
Daniël De Vos uit Zilveren Verpozingen van de Felix Timmermans Kring - December 2015.
Dankzij de onvolprezen internetblog van ons bestuurslid Mon Van den heuvel kwamen we op het spoor van één van de petekinderen van Felix Timmermans. In de Sellekaertsstraat in Overpelt wonen mevrouw en de heer Claesen. Wie twijfelt aan het huisnummer, hoeft maar even naar de kleurrijke afbeelding van Het Belofte Land boven de ingangsdeur te kijken: de band van de inwoners met Lier is overduidelijk. De hartelijke ontvangst in de stijlvolle villa stelt ons direct op ons gemak.
Ook de nieuwsgierige, gevlekte hond komt ons verwelkomen. Dat is ons Marieke, steekt mevrouw Claesen van wal. Toen we in Frankrijk woonden, hebben we haar in een asiel gevonden. Ze is echt een heel braaf beest en onze kinderen vonden haar een “lief mieke”. Dat werd uiteindelijk “Marieke”, naar de echtgenote van Felix Timmermans, die mijn man “tante Marieke” noemde. En het huis waarin we woonden, doopten we maar “Pallieter” en zo kregen we een stuk Vlaanderen in Frankrijk.
Onze gastheer werd geboren op 28 maart 1941 als zesde kindje in het gezin van Jos Claesen. Op 1 april 1941 komt Timmermans naar het doopfeest van zijn petekind.
T.C.: Ik ben een oorlogskind, geboren in 1941, en kreeg heel bewust niet de voornaam Felix. Dat lag gevoelig, ook reeds aan het begin van de oorlog. Mijn ouders hebben ook moeilijkheden gekend, omdat mijn vader een neef was van Felix Timmermans. Wij waren een Vlaams-voelend gezin, maar niet overdreven. We waren thuis met 9 kinderen (ik was de middelste in de rij): 2 meisjes en 7 jongens! Vader was enig kind, dus er moest binnen de familie flink gezocht worden om meters en peters te vinden. Neef Felix Timmermans wou dat voor mij wel doen. Hij kwam af en toe bij ons in Geel met zijn gezin op bezoek. Hij voelde zich bij ons goed thuis, omdat mijn moeder Antoinette (Tony) Fittelaer ook kunstenares was en ze praatten dan graag samen overschilderkunst. Moeder heeft ook het portret van mijn peter geschilderd. Het doek heeft lange tijd bij Clara aan de muur gehangen.
Mijn vader Jos, kwam in Neerpelt wonen omdat hij een job kreeg bij de Metallurgie in Overpelt. Vader was familie van Felix Timmermans. Vader sprak altijd over “kozijn Felix”. Onze families kwamen geregeld bij elkaar en er was ook een levendige correspondentie. Edward Claesen (1866-1951), een neef van vader Jos Claesen (1896-1973), was pastoor van Winkelomheide en literair actief o.m. als dichter. Hij gaf Felix Timmermans de raad om het werk van Stijn Streuvels te lezen. De jonge auteur was er enthousiast over en wenste absoluut in Streuvels’ voetsporen te treden.
T.C.: Ik heet voluit Tony, Felix, Eugene en dat werd dan spontaan Toontje-Felix. Maar ikzelf had dolgraag gewoon Felix geheten!
Felix Timmermans had nog 2 andere petekinderen: er was Felix Van Loock, zoon uit het 2e huwelijk van Angèle Paaps (die getrouwd was met een Timmermans). Deze mevrouw Paaps had vele jaren lang een kantwinkel in Lier en Felix Van Loock is nog steeds actief in de kantindustrie. En daarnaast was er natuurlijk Felix Coolen, zoon van de Nederlandse successchrijver Antoon Coolen.
Portret van Toontje-Felix: bezocht het Sint-Hubertuscollege in Neerpelt – studeerde aan het Sint Jozefinstituut (technische school) in Geel – werd kleurenadviseur bij een verfbedrijf in Hasselt – stichtte zijn eigen bedrijf in kantoormeubelen : Claesen Collection in Lier – verhuisde met zijn bedrijf naar Herentals – begon in 1994 in Zandhoven met de firma CICO welke hij in 2003 verkocht – verhuisde naar Frankrijk. – keerde in 2007, omwille van het heimwee, terug naar Overpelt.
Z.V.: U bent zelf ook schilder? T.C.: Altijd graag gedaan! Als jonge kerel maakte ik ooit een buste van F.T. in papier-maché. Mijn broer had dit beeld in witte lak geverfd en momenteel probeer ik het beeld te bronzeren. Tekenen was van jongs af mijn grote passie en mijn moeder stimuleerde me om te schilderen. Ze kocht mij een ezel en schildersmateriaal. Ik ben beginnen schilderen en ben er nooit mee opgehouden: het was mijn uitlaatklep tijdens mijn druk leven als zelfstandige. Vooral portretten, meestal naar foto’s, zijn mijn specialiteit. Ik ben volledig autodidact. Een opleiding heb ik nooit gevolgd, maar ik heb wel talloze musea bezocht en kon dan uren staan staren naar favoriete doeken. De grote Isidoor Opsomer was zeker één van mijn grote voorbeelden. Meer dan 500 doeken werden het, voornamelijk portretten.
Z.V.: Onze gastheer haalt foto’s boven van een hele reeks schitterende portretten: Rainier van Monaco, een fraaie Hugo Claus, mensen uit Overpelt enz… Het zijn haast foto’s, maar veel mooier en bijzonder gedetailleerd. Het portret van Felix Timmermans staat voor de gelegenheid opgesteld in de veranda. Ook een formidabel zelfportret behoort tot het oeuvre van het sympathieke petekind.
Z.V.: Bent u vertrouwd met het grafisch werk van uw peter? T.C.: Absoluut. En een moeder die schilderde en een peter die schreef én schilderde, dat alles heeft mij enorm gemotiveerd om mijn best te doen. Ooit vroeg mijn peter aan mijn moeder: bezorg mij eens wat gegevens over Toontje-Felix, dan ga ik misschien wel eens iets schrijven over hem (dat was kort voor zijn dood). Zo had er misschien een boekje over mij als knaap kunnen geschreven worden! Ooit heb ik de tekening met de drie sterzangers uit de Driekoningentryptiek, uit zijn laatste brief, als illustratie gebruikt op een nieuwjaarskaart voor mijn klanten. En ik liet ook medailles maken, met de kop van Felix Timmermans vooraan, en op de keerzijde het logo van mijn firma Claesen Collection, als cadeau voor de klanten.
Z.V.: Uw ouders waren ook kunstzinnig? T.C.: Moeder schilderde en mijn vader had aan het Lemmensinstituut gestudeerd. Hij was pianist en was ooit organist in Geel, samen met Armand Preud’homme. Ze hadden samen gestudeerd en de vrouw van Preud’homme was ook van Geel afkomstig. Ikzelf heb aan het Geelse Conservatorium, bij Alice Van Haren, klassieke zang gestudeerd en één van mijn broers zong als tenor bij trouwmissen e.d. Wij zongen dan wel eens samen, begeleid door ons vader op de piano. Klassieke muziek en kunst waren heel normale zaken in ons gezin.
Vader Jos Claesen ijverde in 1927 voor een lezing van zijn neef Felix in Geel. De Lierse schrijver sprak in De Beurs (het lokaal van de katholieke verenigingen) voor de Gheelsche Sociale Kring, en dan nog wel op een zondag, wat hij normaal nooit deed! Toontje-Felix toont ons foto’s, brieven en kaarten die hij zorgvuldig bewaart in een map, en het pronkstuk is natuurlijk de brief van Timmermans aan zijn petekind, van 22 januari 1947, 2 dagen voor zijn overlijden. Het werd zijn allerlaatste brief!
Het is het antwoord op een nieuwjaarsbrief van zijn petekind. Over zijn gezondheid schrijft hij daarin het volgende: Eindelijk weer een beetje aan de beterhand, zodat ik u persoonlijk, met de pen in de hand, kan danken voor uw kort, kernachtig en schoon nieuwjaarsbriefken. En hij ondertekende met: Zeer hartelijk en genegen. Uwen Peteren, Felix Timmermans.
Z.V.: Wat betekent het voor u om een petekind van de grote schrijver te zijn? T.C.: Ik ben daar enorm fier op! Ik zie in mijn herinnering, mijn peter nog binnenkomen bij ons thuis, maar meer is er eigenlijk niet: ik was ook maar 6 jaar toen hij overleed. Ik heb een bandopname van de radio waarop ik zijn stem herken. Als hij op bezoek kwam, was dat meestal op zondag en met het ganse gezin. Ze kwamen dan met de trein. Timmermans vond de trein heel bijzonder: hij vertelde ooit dat hij naar Hasselt had gespoord en dezelfde dag nog had kunnen terugkeren: stel je dat eens voor! Met de auto rijden heeft hij wellicht zelf nooit gedaan. Na zijn overlijden ging ik elk jaar op bezoek bij “tante Marieke”, zo rond de jaarwisseling.
Toontje toont een mooie, zelfgemaakte foto met zijn moeder, tante Marieke, zijn echtgenote Simonne Segers, Maurice Wagner en Clara Timmermans. Marieke woonde toen bij haar dochter Clara. Hij heeft Marieke nog geregeld geschreven, o.a. toen hij op internaat was.
Z.V.: Waren er later nog contacten met de kinderen Timmermans? T.C.: Ik kwam wel eens bij Clara. Gommaar had zijn drukke bezigheden en ik als zelfstandige had ook mijn handen vol. Nichten Lia en Tonet woonden in Oostende, daar was minder gelegenheid tot bezoek, maar we schreven wel nieuwjaarskaarten.
Toontje-Felix bladert door zijn rijke schat aan brieven en kaarten en toont ons een kaart uit Averbode. Vooraan een foto van de abdij, achteraan staan de namen van Jos Claesen, Felix Timmermans en Renaat Veremans. De vader van Tony hoorde dus ook bij het gezelschap dat jaarlijks in de Goede Week naar Averbode toog. Helemaal enthousiast worden we bij het zien van een schitterende familiefoto van Marieke met haar 4 kinderen inclusief de 2 oudsten van Clara!
Z.V.: Heeft u ooit boeken van uw peter gelezen? T.C.: Zeker, ik heb er uren mee doorgebracht. Ik heb er van hem ook enkele gekregen, telkens met opdracht en illustratie. Zoals bijvoorbeeld dit gehavend maar voor mij heel kostbare exemplaar van Vertelsels uit 1944.
Z.V.: Heeft u een favoriet boek? T.C.: Adriaan Brouwer! Het ongelofelijke levensverhaal van een grote schilder!
********
|