Reimond Kimpe Nieuwe Oosterse Straat 46 a, Middelburg (Nederland)
Renaat Veremans: ‘Reimond Kimpe was kondukteur van Bruggen en Wegen te Lier en ook een goede vriend van Felix Timmermans. Hij was zelfs getuige bij het huwelijk van de Fé. Als Fé een hoofdstuk klaar had van Pallieter, werd dat altijd bij Kimpe aan huis voorgelezen. Het boek Pallieter was aanvankelijk twee keer zo dik als het nu is. Daar is heel wat uitgevallen en veranderd. Zo wilde Timmermans aanvankelijk Pallieter laten sterven. Wij konden dat niet aanvaarden en de finale zoals ze nu is, werd door Kimpe geïnspireerd. Hij zei: “Stel u eens voor dat al die schone bomen uit het Netedal verdwijnen en dat ze vervangen worden door telefoonpalen. Wat moet Pallieter dan doen? Verdwijnen!” Fé riep: “Nu heb ik het!” En zo komt het dat Pallieter de wijde wereld ingaat.’

‘En zie! ginder, heel, héél ver, een witte stip, langs de kant waar het Zuiden openklaarde, reed de witte huifwagen de reuzenboging onderdoor. Alzo vertrok Pallieter, de dagenmelker, uit het Neteland, en ging de wijde, schone wereld in, lijk de vogels en de wind.’
Meneer Kimpe, u was het prototype voor ‘Pallieter’ van Felix Timmermans. Prototype betekent: oorspronkelijk model en dat is wellicht toch wat sterk gezegd. In feite is het zo, dat ik aan Felix Timmermans verschillende hoofdstukken van Pallieter verteld heb en dat waren vooral grappen uit Oost-Vlaanderen, waar ik vandaan kwam. Zo steunt de geschiedenis van het naakt te paard rijden op de werkelijkheid. Toen ik op de retorika was in het ateneum te Gent, zijn wij op een dag naar Zwijnaarde gegaan en hebben daar esbattementen van dat soort uitgehaald. Andere voorvallen zijn eveneens echt gebeurd: zo b.v. dat van Fransoen die averechts op de bok rijdt. De Fé, Antoon Thiry, mijn vrouw en ik waren op bezoek bij De Saedeleer en het was de Fé zelf die op de bok heeft gezeten.
Het is dus juist dat u ook het einde van het boek hebt beïnvloed? Wij hebben daar zoveel over gesproken dat het als vanzelf kwam. De Fé kwam elke week twee, drie avonden bij ons doorbrengen en dat werden dan gesprekken tot een stuk in de nacht. De volgorde van de hoofdstukken in het boek is ook niet die van het ontstaan: het derde of vierde b.v. is nummer één geworden, als gevolg van een reisje naar Vlaanderen of Holland, ik weet het niet precies meer. We leefden in die tijd als vrije vogels, bakten zelf onze kost, want als gevolg van een ziekte van mijn vrouw waren we vegetariërs geworden. Vaak kwam de Fé op een zomerse middag door een zijdeurtje onze tuin binnengestapt met zijn hondje Bobby, dat hij altijd bij zijn staart vasthield. Ook is er in het boek een weerslag van een uitstap naar Walcheren, dat toen een droom was die nu niet meer bestaat.
Heeft Felix Timmermans ooit over uw ‘geestelijke’ medewerking gesproken? Hij heeft mij een exemplaar van de eerste uitgave geschonken en daarin een blad volgeschreven over het ontstaan van Pallieter. Ik heb dat boek eens uitgeleend om plezier te doen en ik heb het natuurlijk nooit meer teruggekregen.

Hoe hebt u Felix Timmermans feitelijk leren kennen? Op een eigenaardige manier. Toen ik in Gent afgestudeerd was als burgerlijk ingenieur, kreeg ik van Bruggen en Wegen een telegram met een aanstelling in Mechelen. Ik zat diep in de put want ik had een hekel aan Mechelen: de stad is geen Brussel, geen Antwerpen, naar mijn gevoelen niets. Ik maakte me klaar om een huis te gaan zoeken in Mechelen toen ik een nieuw telegram kreeg: Mechelen is een vergissing, het is Lier. Daarmee kon ik me verzoenen, ook al omdat de grootvader van mijn vrouw een Lierenaar was geweest. Ik ging dus naar Lier om een huis te zoeken. Dat was in november 1909. Op een echt winterse dag kwam ik daar met de afschuwelijk-lelijke werkmanstrein in het oude station aan.
De trein spuwde letterlijk een massa uit en als laatste kwam ik het stationsplein opgewandeld. Er kwamen daar twee mensen op me toe en de een zegde: ‘Zijt gij bij wijle Mon Kimpe niet?’ Ik zegde ja. ‘Hier is Antoon Thiry en ik ben Felix Timmermans. Ik heb gehoord dat ge hier een huis komt zoeken. We gaan eerst een pint pakken.’ We hebben dat gedaan, het is er meer dan een geworden, en een huis heb ik die dag niet gevonden. Hoe ze wisten dat ik daar moest aankomen, weet ik niet meer. Ik had toen al een paar dingen geschreven en door dat werk kenden ze me.
Timmermans was toen ook aan het begin van zijn carrière. Hij leefde toen in het klimaat van Schemeringen van de dood, die hij wel onder de invloed van Flor van Reeth heeft geschreven. Antoon Thiry was maar een meeloper. Zodra ik definitief in Lier woonde, kwam de Fé geregeld bij mij, hij voelde dat ik iets anders was, iets dat hij nodig had. Door ons dagelijks kontakt kreeg ik meer invloed op hem en hij veranderde: hij kwam vrij van het spiritisme, van die kwezelachtige, spookachtige verhalen. Als ik het zo mag zeggen: hij en ook zijn vrienden zijn vrijzinniger geworden, wat niet betekent dat het vrijzinnigen werden. Toen Fé zijn ernstige ziekte heeft doorgemaakt en een paar maanden in het ziekenhuis lag, ben ik hem dagelijks gaan bezoeken. Hij was het andere uiterste van mij, stond, wat kunst betreft, diametraal tegenover mij, maar we waren zeer goede vrienden.
U was getuige bij zijn huwelijk. Hij is in mijn huis uitgetrouwd omdat ze er bij hem thuis tegen waren dat hij met Marieke trouwde.
Hebt u zijn later werk ook gevolgd? Hij zond mij elk boek maar wij spraken er nooit over. Hij was een geweldig artiest, die helaas om den brode veel tijd heeft verspild met voordrachten geven in Duitsland en Nederland. Hij was soms weken weg om zijn reeks lezingen af te werken en elk optreden was een gegarandeerd sukses. Hij wist hoe hij zijn publiek moest aanpakken. Van als hij in Duitsland zei: ‘Meine Madamen und Herren’ brulde heel de zaal. Ook in Nederland ging dat zo. Hij bracht bewust het folkloristische aan, ook in zijn werk.

Dat neemt toch niet weg dat ‘Boerenpsalm’ b.v. een groot boek is. Daar heb ik alleen onrechtstreeks iets mee te maken. Ik las in die tijd De stille Don van Sjolochov. Vooral het tweede deel is geweldig, het slaat alle boeken op dat gebied. Ik had gevoeld dat de Fé anders wilde gaan schrijven en daarom schreef ik hem: ‘Ge moet De stille Don lezen en dan een werk schrijven op die hoogte.’ Dat is Boerenpsalm geworden.
Hoe ligt uw waardering nu voor het oeuvre van Felix Timmermans? Mijn waardering is gewijzigd. Ik zie in het werk vier kardinale punten, vier hoogtepunten: de donkere periode vóór Pallieter, die van Pallieter, dan Boerenpsalm en ten slotte enkele gedichten uit Adagio. Ik kreeg die gedichten toegestuurd naarmate ze ontstonden. Fé kon niet meer schrijven en dikteerde ze aan Klaarken, zijn jongste dochter, die ze ons dan stuurde.
Kunt u deze gewijzigde waardering voor Timmermans verklaren? De tijd is enorm veranderd. De oude waarden zijn kapot en wij moeten de nieuwe waarden trachten te erkennen.
Dat is een tema voor een hele diskussie, dat we vandaag niet zullen aansnijden. Maar uw vriendschap voor Timmermans is gebleven tot op het einde? Tot op het einde en ze is nu nog zuiver. Drie dagen voor zijn dood kreeg ik nog een brief van hem, waarin hij schreef: ‘Als ik weer gezond wordt, Mon, dan ga ik schilderen en dan zullen ze nog nooit zo'n kleuren gezien hebben.’
Na de dood van Felix Timmermans heeft Reimond Kimpe aan hem dit In memoriam gewijd:
De luiken zijn geloken, de deuren zijn gedicht, de sterren staan ontstoken, de lampen geven licht.
Wie kwam is nu gekomen, ik zie zijn aangezicht, ik droom dezelfde dromen, mijn rug naar hem gericht.
Wij spraken zonder spreken, met woord noch wederwoord, de stilte stond op breken, geen stem heeft haar gestoord.
Wij weten wat wij wisten, maar dieper drong het door, wij gaven wat wij gisten, in hem 'k mezelve hoor.
Zo zaten wij en zwegen, en wisten van geen uur, de wijzer draait zijn wegen, gemeten aan de muur.
Wij zouden niets meer zeggen, de lampen liepen leeg, hij liet zijn handen leggen, de stilte stil en zweeg.
Ik heb zijn groet begrepen, hij stil is opgestaan, hij heeft mijn hand gegrepen, is gaandeweg gegaan.
Hij zal nog keren komen, wanneer, ik weet het wel: als 't woord hem is ontnomen, maar ik de letters spel.

*********************
|