Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    06-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1

    De Muziek in het werk van Timmermans

    Door Louis Vercammen uit het eerste jaarboek van het Felix Timmermans Genootschap - 1973

    Het uitgegeven werk van Felix Timmermans onderzoeken, betekent meer dan vijfduizend grote en kleine bladzijden tekst doornemen. Honderden en honderden vindplaatsen zijn te noteren, waar rechtstreeks of in beeldspraak instrumenten, zang en muziek worden vermeld. Na voorselectie bleven er nog altijd een vijfhonderd citaten over. Door die massa dienden we lanen en straten te trekken, om het materiaal verder te kunnen schiften en het geheel overzichtelijk en hanteerbaar te maken. In het eerste deel overlopen we in 't kort de voornaamste uitvoeringen en componisten, in het tweede behandelen we Timmermans' woordenschat bij elk der instrumenten, in het derde deel gaan we na hoe alle wezens mee hun stem verheffen in het jubelkoor.
    Vertalingen door Timmermans zelf, bewerkingen en losse bijdragen werden niet bij dit onderzoek betrokken. Slechts twee uitzonderingen hebben we ons veroorloofd: het verhaal De bombardon (in: F.T. verhaalt, Amsterdam 1931. 69-72) en het gedicht Aan de muziek (Dietsche Warande & Belfort 1949, 1), in dit Jaarboek overgedrukt. De cijfers verwijzen naar de titels van Timmermans' werk, waarvan de lijst volgt achteraan deze bijdrage. Wegens het grote aantal citaten werd afgezien van de bladzijdevermelding.

    § 1. Van Bach tot Veremans

    Voor een muziekliefhebber als Timmermans is het wel verwonderlijk, dat hij zo zelden spreekt over grote ensembles of uitvoeringen als koor, orkest, symfonie, concerto, oratorio, opera, ballet, e.d. Zijn voorkeur is meer afgestemd op het populaire genre : harmonie, fanfare, beiaard, kerkzang, volkslied. Daarom treffen we bij hem weinig kamer- of concertmuziek, maar des te meer liefhebbersmuziek in openlucht of voor privé gebruik.
    Het aantal met name genoemde werken en componisten ligt dan ook aan de lage kant.

    In Schemeringen van de dood hoort Herman zijn aanstaande vrouw piano spelen. „Als een hoge zilveren maan ever een slapend meer, welden de diepe zangen van Beethoven in de stille avondstraat ; als het steeds afwisselend lied der zee, nu eens zoet en blij als een lente-uchtend, dan weer opkolkend en bruisend van te langgedragen smart en passie, daalde en klom de litanische (2e druk : titanische) zang van Wagner. "Dien avond ontrolde zij ene langzame dromerij van Chopin en ik weende…" In hoever Wagners orkestmuziek zich leent voor piano, zij aan deskundigen overgelaten; de composities worden niet nader aangeduid. Dat gebeurt wel een bladzijde verder, waar Timmermans voor de eerste en de laatste keer in zijn hele œuvre spreekt over een uitvoering in een concertzaal, met op het programma de zevende symfonie van Beethoven. Het is dan wel erg jammer dat onze auteur precies in deze levens-blije Apotheose des Tanzes, zoals Wagner ze noemde, plots het noodlotsmotief (uit de vijfde!) in volle kracht laat losbarsten.

    In Pallieter worden slechts twee werken mét componist vermeld : de Walkurenrit van Wagner en de Dromerij van Schumann. Verder: Connais-tu le pays ? (Thomas), Die Wacht am Rhein (Wilhelm) en de wals uit Faust (Gounod) op draaiorgel en op cello niet nader genoemde werken van Beethoven, Benoit, Wagner, Palestrina en Grieg. Hoe Palestrina op cello kan worden gespeeld blijft een raadsel.
    Bepaald indrukwekkend is het huldeconcert met pauken en bazuinen door de stoet der drie koningen ter ere van Het Kindeken Jezus in Vlaanderen. Blijkbaar geldt het hier exotische muziek. Het kwartet van de Dolfijnen, bestaande uit viool, mandoline, klarinet en fluit, brengt Anna-Marie een serenade van Mozart.
    "Een zoete maneschijn", zegt Isidoor tegen de pastoor uit den bloeyenden wijngaerdt. "In zulken maneschijn heeft mijn vriend eens op een nacht, bij 't open venster, de Maneschijnsonate van Beethoven op 't klavier gespeeld. Het muziekpapier was verlicht door de maan.
    't Was een nacht zoals nu, vol geur en klaarte. 't Was geweldig, 't Is een van de schoonste uren van mijn leven geweest." Het is een herinnering aan die zomernacht van 1912, toen Renaat Veremans ten huize van Flor van Reeth te Mortsel deze sonate speelde. Dezelfde nacht schreef Timmermans het hoofdstuk Maannacht uit Pallieter.
    In beide boeken treffen we het zgn. Dionysos-effekt aan : de geestelijke roes van dronkenschap bij het horen van bedwelmende muziek. Zo zegt de pastoor : "Hebt ge dan zoal van die muziek gehoord, dat u als in een wolk zaligheid zet; dat als goud en zilver dronken om u henen sprinkelt; muziek dit langzaam openvouwt, als een wijd landschap uit de dampen van den ochtend ; muziek dat opengeurt en rijst en daal:, verwisseld en versmiltend en versmachtend, zo dat uw geluk het niet meer houden kan in uw sterfelijk lichaam, en in tranen kapot breekt uit uw ogen. Waggelt dan uw rede niet? En zeg dan maar, dat het slechts noten nevens elkaar zijn.
    Neen, het is geest, Isidoor. Het is de geest, die spreekt en leeft en triomfeert."
    In Het keerseken in de lanteern heeft Lieneke een muziekdoos gekocht, waaruit opklinkt: Connais-tu le pays où fleurit l'oranger ? en de Morgenstemming uit de Peer Gyntsuite van Grieg. De beiaard van Schoon Lier zingt uit Faust Lohengrin (Wagner), Carmen (Bizet) en Herbergprinses (Blockx). Naar waar de appelsienen groeien stelt Marieke in vedette. Voor de derde maal horen we de aria uit Mignon (Thomas), de Barcarolle uit Hoffmanns Vertellingen (Offenbach) en Vlaanderen van Veremans. Een jonge, krachtige mannenstem zingt een blij broksken uit La Traviata (Verdi).
    't Is als een zoet lamplicht in een donkere kamer. Een strijkje speelt Puccini, een trio van viool, cither en mandoline brengt een serenade en Felix draait bij zijn thuiskomst het beroemde lied van Mendelssohn op tekst van Heine : Auf Flügeln des Gesanges.

    Voor baron Simon Hernat is muziek van Mozart leven verheerlijkende klanken, hij koestert een speciale voorliefde voor een menuet dat wordt uitgevoerd door een kwartet van orgel, twee violen en fagot. Ook zijn vrouwtje Annette vertolkt Mozart op het klavecimbel. Het dochtertje van baas Pittoors speelt Beethoven, Chopin en Schubert op de piano. Karel-Jan kende de Onvoltooide van Schubert van buiten, hij dweepte er mee. Misschien nog niet zodanig omdat ze zo rijk en schoon was, dan wel omdat ze niet voltooid was...
    Dat was voor hem de grote charme...

    Minneke Poes is het relaas van een vakantieverblijf te Grobbendonk in 1939. De koster kan er zo op zijn eentje in de kerk aan Bach zitten frutselen. Iedere zaterdagavond speelt het trio : de pastoor (klarinet), de sekretaris (klein klarinet) en de koster (piano) in de pastorie. De klanken vallen door de open vensters, zij pinkelpankelen door den hof en kruipen door de hoge haag. Telkens eindigt het concert met het Ave-Maria van Gounod. Die Ave-Maria is voor alle drie de spelers het wijdingsvolle slotstuk, het immer schoner-wordende, en steeds ontroerende lied, de diepste uiting van hunne vroomheid, de snik van hun geloof, die altijd opnieuw hun hart van aandoening doet smilten.
    Alles samen worden slechts veertien componisten en vijftien composities met name vermeld, zes componisten worden vernoemd zonder specifiek werk en eveneens zes werken zonder hun componist. Door het ontbreken van belangrijke namen als bv. Brahms, Händel, Haydn, Liszt, Strauss, Tsjaikovsky, Weber en door hem graag gehoorde werken als de Matthaeuspassion, de Negende van Beethoven, Parsifal van Wagner, de Rubenscantate van Benoit e.a., blijkt dadelijk dat men alleen aan de hand van de wel geciteerde komponisten en titels Timmermans' muzikale voorkeur niet kan opmaken. Zijn keuze is veel meer gevarieerd en rijker. In zijn werk heeft hij slechts een tipje van de sluier opgeheven.

    § 2. De taal der instrumenten

    Van het veertigtal vermelde muziektuigen horen nog niet de helft thuis in een symfonisch orkest. De meeste instrumenten worden dan ook solo bespeeld ; elders komen ze voor in beeldspraak, waarmee zowel de uitwendige vorm van het speeltuig als het spel zelf kan bedoeld zijn. We volgen min of meer de klassieke indeling in snaar-, blaas-, slag- en mechanische instrumenten, hoewel de scheidingslijn niet altijd even zuiver te trekken is.

    vedel
    Deze middeleeuwse voorloper van de viool komt bij Timmermans alleen voor in Het Kindeken en Boudewijn : precies beide werken die geïnspireerd en gesitueerd zijn in de middeleeuwen. Het geluid is blij en fijn, uitgelaten als een kinderschaar (6).

           

    viool
    Het instrument dat een hele gamma van gevoelens kan vertolken, klinkt blij, zoet als een vrouwenstem (6), welluidend (31), hartelijk en menselijk (22), zacht en weemoedig. Ze kan zingen, spreken, juichen, jubelen, sprankelen, stralen, trippelen en kwelen, helder opcirkelen (41), omvedelen (22), maar ook weeklagen (6), treuren en dromen. De violist speelt, droomt urenlang op zijn viool, improviseert (41) en strijkt (6), maar de torenwachter krabt liederen op zijn oude viool (18). De blinde herder heeft Maria gevraagd een schoon liedeken te mogen spelen voor haar pasgeboren kind :
    Er gleed uit zijn viool een zang die gestolen scheen van de engelen (6). Franciscus speelt zelfs viool op twee dorre takken en hoort een engel viool spelen : daar kwam een klank uit, zo bovenmenselijk schoon, dat in dien enen klank al de schoonheid van den hemel bijeengevloeid zat (31). Alleen mogen we hier wel een vraagteken zetten achter de naam van het strijktuig, daar de eerste vermelding van de viool dateert van 1525.

    Het boek waarin dit instrument de eerste viool speelt is De familie Hernat. Stefan komt uit de Hongaarse Poesta en is met zijn speeltuig vergroeid. De viool straalde de klanken kristalhelder door de zondagstilte. De klanken vloeiden en sprankelden. Soms was het een klacht die donker aanzwol, en nader gekomen in een gedres van blijde druppels voorbij liep ; dan weer slepende, weemoedige melodieën, die langzaam opbloeiden in gejubel, zotte dansen en gulpen van geluk.

    cello
    De oud-pastoor van Hallaar, J.E. van Parys (1824-1899), een bekwaam cellist, had zijn laatste levensjaren doorgebracht op het Liers begijnhof. In Pallieter leeft hij voort als de pastoor van het begijnhof. De warmte van de klank horen we in de uitdrukkingen : diepgevoeld gestreel, de zoete gemoedelijke stem van den gevoeligen cello, het was lijk een gebed. De cello sprak ; 't was innig lijk een zingende mensenstem, 't klonk lijk uit de waterdiepte omhoog. 't Droeg de ijlheid van den hemel en de jongheid van de lente. Over het nachtelijke, stille land wandelde de galm van de heerlijkste muziek der aarde. 't Was alsof God zijn voeten op de wereld had gezet (5).

    harp
    Dit zeer oude tokkelinstrument wordt wel herhaaldelijk vernoemd, maar we horen weinig uitvoeringen. In den zondagschemer speelde Anna-Marie op de vergulde harp. Zachtjes, gedempt gonsden de snaren rond het stilgezongen lied. Franciscus hoort het kristallen gedruppel van harpen en cithers (31). Zoals in de titel van dit boek, gaat het meestal om de symboolwaarde.

    cither
    Wordt slechts eenmaal afzonderlijk vermeld als het kalme citherspel (18). In de andere gevallen is het: een danig schoon saamgeklank van viool, cither en mandolien en dan begonst ze zacht het lied; uit een gondel ritselt en schuift het muziek van cither, luit en viool (22), terwijl in de weelderige woning van Pieter Coecke citherspel en gemengd gezang druipte (27).

    luit
    Brouwer deed of hij de luit betokkelde en zegt Homeros na: Kom hier mijn luit en pink ponk, ik speel.

    lier
    In Schoon Lier wijdt Timmermans een hoofdstuk aan het lyrische Lier : Lier, zo heet het snareninstrument met welks muziek de dichters der oudheid hun gedichten omgonsden. En als soms de wolk hunner verbeelding te stram was om in woorden uit te druppelen, dan bespeelden en betokkelden zij hun instrument, en de muziek verweekte en verzoette de goudomrande wolk, en weldra viel de honing der woorden uit de hemelen, en zij zongen (20).

    mandoline
    Franciscus zat te paard en speelde mandolien, ze sprankelde van klanken (31) en ook aan Herodes' hof zat iemand traagzame toontjes uit een mandolien te knippen (6). Dat moet wel lastig geweest zijn, daar het instrument pas in de 18e eeuw doorbreekt. Beter is het dan ook op zijn plaats in het lokaal der Dolfijnen : Uit de stilte van een duisteren boek glom de geheimzinnige buik van een oude mandolien, belegd met perelemoer en bestrikt met bleke linten. Ze was kapot met een gebroken ziel, mankvozig, maar de Dolfijnen vonden ze uitstekend, gemoedelijk als een oude vriendin, die steeds hunne vreugde en hun verdriet in gonzende klanken mee uitzong (9). De verliefde moor serenadeerde op de haarfijne klanken (18), terwijl in een andere serenade de mandolien trillert en bibbert fijn, klaar en helder (22).

             

    gitaar
    Vóór zijn vertrek naar het land der appelsienen droomt de schrijver van krakend licht, overdadige bloemen, geuren en kleuren en 't getinkel van een gitaar. Om in te duikelen en te bedwelmen! (22).

    clavecimbel en spinet
    Beide toetsinstrumenten worden zonder meer vernoemd in Anna-Marie. Elders worden ze gewoonlijk in verband gebracht met dansmuziek en krijgen ze dezelfde klankaanduiding als de gitaar : getinkel van 't spinet (18) en het tinkelen en sprinkelen van de clavecimbel (41).

    piano
    Het zwarte klavier is ernstig (3), glanst met gele muziektanden (43). Het spel is zinnen bedwelmend, met uiterste gevoeligheid, zoet en blij, dan weer opkolkend en bruisend (3), geweldig (16) of harmonieus (22).
    Met een tikkeltje humor vertelt Timmermans over de pastorie van Bouwel: Alle jaren, als de piano de schone melodieën begint te kauwen, komt de koster om haren geliefden klankboezem, zo noemt hij dat, weer eens op te kalfateren. De koster rekt het in den geliefden boezem drie dagen (43).

    harmonium
    Het is dezelfde koster die in de lege kerk er zo in zijn eentje, stillekens op het harmonium-orgel aan Bach kan zitten frutselen (43).

    orgel
    Na klok en beiaard het meest vernoemde instrument bij Timmermans. Het orgel gonst (40), ruist (16), ronkt, neuriet (22), kranst en sprenkelt (3), bruist en stormt, spat een storm van klanken los ; een jubelzang sprong uit de piepende pijpen (4). De klanken zijn zacht-ruisend, zoet, kalm, volmondig klaar (3), slijpend (= slepend), zingend, langzaam en plechtig, teder (14), opwekkend (16), oorverdovend (4), daverend (6), hemels ; ze wellen open, zwellen en wiegen (22), zuigen het hart naar binnen (20), vertrillen (4), tot tenslotte de zware orgelpijpen het einde van de mis uittrombonden (27).
    In een zo klankrijk boek als Pallieter valt het wel op, dat er nergens over orgelmuziek wordt gesproken.
    De reden is vrij eenvoudig : Pallieter is geen kerkloper, tenzij wanneer er niemand is.

    Het orgel is bij uitstek het instrument van de mystieke ervaring. Bij het huwelijk van Maria en Jozef werd de kapel gevuld met een zwellende muziek, die van de engelen scheen te komen. ’t Was Zachaar die zijn vreugde niet in zich kon houden en in begeestering zijn handen op het klavier had gelegd en het weelderig hart der orgel opende. 't Was een stijgende zang van geluk, smiltend van extase en geloof, meeslepend en vertederend. 
    En het steeg en het zwol altijd maar schoner en schoner tot het ineens losbrak in een geestdriftig gejuich te sterk voor een mens (6). Op zijn sterfbed hoort Suskewiet orgelklanken, zwellend van aandoening en hoge extasen (14). Franciscus droomt ervan op zo'n ogenblik van liefde muziek te kunnen maken! Op een orgel kunnen spelen waarvan de enorme rotsen de orgelpijpen zijn, dat heel de wereld gonst tot in zijn fondamenten! (31)

                 

    accordeon
    In een zweetherberg zeurt een harmonica (43). Gezoef en gezucht van de harmonica klinken zoetzagerig, slepend (6), langzaam (9) en triestig uitermaten (6). Fourtpolleken speelde geweldig schoon met bibberingeskens en donkere accoorden (33). Bij Pallieter is het echter een machtig lied vol zwaarstappende akkoorden, dressen van hoge noten en gedans van heldere middentonen. 't Wemelde ondereen tot een blijde mars, die verweg klonk over de maanbeschenen landen van den geurenden nacht.

    mondharmonica
    Bol Peps speelt met zijn ogen toe, een kunstig overendweer gewieg van dubbele accoorden (33). Een voorbeeld van stafrijm, beeldvorming en ingetogenheid is Pallieters spel na het uitbundig genot van de kermisdag : Aan een plas, waarin de maan stond, haalde hij de mondharmonica uit den zak, en zuchtte en zoog er zulke zachte zilverklanken uit, dat het leek of 't de maneschijn was die zong.

    fluit
    De ivoren fluit is een begijnhofsproke. Het aantal vergelijkingen voor deze wonderfluit is dan ook zeer groot: een fontein van nooit-gedroomde muziek, zuiver als kristallen peerlen op een gouden schaal, zwellend alsof er engelen opwaarts wiekten, schuchter als de inzet van een merelaar ; het straalde hoog en rein als de jonge zon in de lentelucht, het vulde als een komeet de deemstering en sloot zich als een zonnedronken bloem.
    Heerlijk als de zoete stemmen van duizend nachtegaals, rilde het wondere lied. Het deinde mijmerend als de zee in den zomer, klom warm als een gouden vlam tot diep in den hemel en kwam dan weer naar beneden gegolfd, heel laag waar het was als een lentewind in 't jonge riet.
    Daarnaast worden nog vier soorten vermeld : ebbehouten, zilveren, riet- en panfluit. Deze laatste, zevenpijp genoemd, uiteraard bespeeld door de kerstmissater. De opgewekte tonen hebben ze alle gemeen : gegiechel (4), gegons, gedrup (6), getril (27) der fluiten en rieten klinken ongewoon fris, zinderend (9), hel, schril, fluwelen, deinend (4), vrolijk en eeuwig afwisselend (18). Pallieter haalde een ebbenhouten fluit uit den zak en begon er een blij lieken op te spelen dat klaar over de velden trippelde. Het was alsof het de lente was die zong.
    Pirroen speelde op een lange, zilveren fluit. De klanken sprinkelden als zilveren boontjes over den hof (9).

    hobo
    Hobospel komt uitsluitend voor in Pallieter. Hij zelf speelt het voor Marieke. Het meest is hij echter in de wolken met de vier zigeuners, waarvan drie doedelzakspelers en een hoboïst: het getril van de schelle hobo, het frank en helder gepiep, het rietklankig gespeel danste daartussen, trillend en wippend, wond er zich rond, bibberde fel daarover, als een regen van klank.

    klarinet
    Als duidelijk herkenbaar instrument, verschijnt de klarinet pas in de 18e eeuw. Net lijk bij de viool en de mandoline, is het dan weer een anachronisme, als Timmermans bij de geboorte van Franciscus (1182) een herder ten tonele voert, die juist van zin was voor Maria een lieke op zijn klarinet te blazen (31). Alsof het erom gedaan was, vinden we de klarinet ook terug in Het Kindeken. En om de coïncidentie af te ronden, is het weer een van de Dolfijnen, die de eer moet redden : heel ver klonk het gekabbel der heldere klarinet (9).

    doedelzak
    In Bruegel geeft de schrijver ons enige staaltjes van woordvorming : doedel, doedelblaas, doedelzakkend, doedelen, doedelarij. De doedelzakken gonsden en ronkten onafgetekend slepende akkoorden (5). In een andere straat naderde het neuzig geluid van een helderen doedelzak. Terwijl de jongen hem liet leeg lopen in een handige roulade, zei hij dat hij terug ging al pijpend en doelend naar zijn dorpken aan den Arno (9).
    De weemoedige vriend kon heelder uren uit enen doedelzak eentonige liederen langs de vlakte laten drijven (3), Bruegel daarentegen liet de hartelijke Vlaamse liederen uit den doedelzak broebelen, twee kinderen dansen mee op het getureluut van den doedelzakspeler (36), terwijl Pallieter op dit speeltuig 't liefst zijn ziel liet leven.
    Over de stille veldenvredigheid pijpte de doedelzak, juist als een zwerm bieën, die het zingen hadden geleerd. Wel is het vrij onwaarschijnlijk, dat hij tegelijkertijd met zijn doedel begeleidend zong.

    hoorn
    Verscheidene soorten komen aan bod: koehoorn, kinkhoorn of schelp, alpenhoorn, natuur- en jachthoorn. Hoewel het instrument meer dan vijfentwintig keer wordt vernoemd, is het aantal typerende adjectieven aan de lage kant: heerlijk, schoon, weemoedig, traag (5), versmachtend, gedempt (6); de substantieven zijn : gegalm, geschal (5), getromp, getoet, geblaas (6), halali (40); de aktieve werkwoorden zijn: blazen (1), toeten (5), blaaskaken (6); de tonen dragen ver, vallen uiteen, klinken, leven, galmen (5), schallen los (7), wandelen, geven een flauwe echo terug, terwijl de schelpen ronken als miljoenen bijen (6).
    Onder de indruk van het kerstgebeuren, haalde Pallieter zijn jachthoren, en op de Begijnenvest blies hij, op het koperen tuig, den witten maannacht in. De zware klanken, traag en langzaam geblazen, sleepten over de witte besneeuwde velden, en liepen in de Begijnenbossen en de zilveren verten uit. Als hij binnen was, hief zich nog in een ver dorp het hoorngeschal vaag omhoog (5).

    trompet
    De krijgers uit het gevolg van de drie koningen bliezen op kromme trompetten (6), maar de vraag is gewettigd of hier niet veeleer de kromme signaalhoorn (buccina) bedoeld is. De kleine Felix werd overdag uitbesteed bij kleermaker-herbergier Vader Jan de Graef (1832-1908) en Moeder Lies Potters (1835-1925) in de herberg "Het Sneppeken" in de Antwerpsestraat vlak bij zijn ouderlijke woonst. Vader Jan bezat een glazen trompet (47). Elders wordt het instrument niet nader bepaald. Blazen en trompetten zijn de gewone werkwoorden.

    bazuin
    Precies in de tocht der drie koningen naar het stalleke komen de bazuinen volop tot hun recht. Ze schetteren en schallen als brekend kristal. De alliteratie op de sis-klank horen we duidelijk in : slepend schalde 't geschetter der schelle bazuinen (6). Een eigenaardige combinatie treffen we aan in Lierke Plezierke: de stoet wordt geopend door vier ruiters, die de bazuin opsteken en machtige klaroenstoten boven de huizen laten tetteren.

    bugel
    Op een zondagavond speelt boer Wortel een polka op zijn bugel: dat klinkt curieus over de stille verten.
    Omdat de koe en het verken luisteren speelt ge beter dan anders, zo met gebibber en broebelingskens (35).

    piston
    De cornet à pistons, zoals hij officieel heet, moet het met één beschrijving stellen : dansmuziek weerklinkt, maar de klare piston tettert daar lustig boven uit (18).

    bombardon
    Het grootste blaasinstrument in de harmonie of fanfare mag dan ook de reeks der kepers afsluiten. Vader Jan kon erop blazen, dat de ruiten ervan trilden (47). In alle opzichten echter moet hij onderdoen voor Louis Pakee, de held uit het verhaal De bombardon. Die kan stil blazen, zo gelijk een windeke, zo lijk ne smoor van muziek, die aan uw oor blijft strelen. Maar hij kan ook blazen dat de dakpannen er van rillen, dat uw darmen tegeneen klepperen en dat, als hij ievers binnen staat, al de ruiten barsten.

           

    klok
    Het wemelt van klokkenklanken in Timmermans' werk. In alle mogelijke toonaarden deinen ze uit boven stad en land. Pallieter kon zich niet weerhouden het klokzeel te grijpen en de machtige galm bolde gonzend over de wijde morgenlanden. "De aarde bidt!
    Laat alle klokken los!" riep hij vervoerd bij de eerste sneeuw. De klepel ronkte tegen het brons. Het klokkengelui viel langs de galmgaten over de wijde, witte wereld met een zot gejubel (5).
    Het noodklokje gilt en tampt haastig en rap, lijk een zenuwachtig vrouwspersoon (20), dat heel de lucht er van gonst en singelt en de oren er van tuiten. De koster slingert het ronkelend gelui over de velden (6).
    De uurklokken hebben een aparte klank. De klok bromde tien slagen door de lucht en de klanken hommelden verre weg over de daken en de velden (5). In die stilte vielen plechtig een voor een de klokslagen, zwaar en bronzig over de stad (9).
    Nu en dan verklonk er een zilverig gebel van een haastig kloosterkloksken. Toen het klinkende kloksken van 't klooster was uitgeklept (3), is een voor de hand liggend stafrijm. In de Carceri is het klein kloksken als een schaapken dat op de bergen loopt en niemand zal de zilveren klankjes horen in de eenzaamheid (22).

    Over Lier schrijft hij met tedere ironie : die der dominicanen heeft het meest lawijd. Die der jezuïetenkerk is veel muzikaler, wat men nochtans van Jezuïeten niet zou verwachten. Die der Arme Claren is wel zo geestdriftig als Franciscus maar ook zo arm en mager van brons, als hij van lichaam. Stil, nederig, als bang dat er te veel volk zou komen, er is niet veel plaats, ziet ge, luiden de klokskens der Zwarte Zusterkens en der Cellebroeders.
    En, om nog minder plaats, luiden de Marollekens in 't geheel niet.
    De abdijklokken kleppen al hunne bronzen rijkheid in de lucht.
    Zware klanken uit den toren scheren weg (3) en trekken grote cirkels over het landschap (40).
    De kerkklokken kloppen (4), roepen en zingen en zinderen op de ruiten (20). Ze buitelen door de zonnige lichtgolven als blauwe rookwolken, die verijlen in de luchtsiddering (4). Ze galmen den groten feestdag in de lucht, de lucht schiet vol grote klokkenklanken. Klanknabootsing horen we in : de gonzende bonken bleven ronkend hangen (5) ; het zilveren kloksken hing innig te zingen (4).

    Naar gelang de mogelijkheden klinkt het angelusklokje zilverachtig (1), tampt klaar (5), klept ronkend en luid (7) hommelende klanken open (4) of de magere blikklanken knappen af, als geslaag op leder, als 't breken van pijpestelen zonder voorttrillend gegons (16). In Italië geschiedt dat uiteraard met meer brio : het middag-Angelus juicht los ! Vier, vijf klokken wiegen hun bronzen rokken, het gegalm schuimt rond den toren, springt over den berg de velden in. De zingende berg ! Onder die symfonie van klokkengelui verlaten wij Assisi.
    Lijk een apotheose beginnen ineens de honderden klokken van Rome te dansen ! De middagangelus luidt (22).
    De doodsklokken luiden hard en gonzend in de avondschemering (27), de toren verroert zijn bronzen darmen, dan luiden de grote klokken in zijn buik. zodat hij er mee van waggelt (20).
    Het meest dynamisch zijn de paasklokken: ze springen overal los en galmen over de wereld de verrijzenis van God (5), ze stampen van uit den toren hunne blijdschap in de lucht (16), ze zingen en jubelen over de stad, klinken en juichen over het begijnhof. De hevige wind grijpt de klanken vast, werpt ze omhoog, schudt ze uiteen, laat ze vallen, raapt ze weer op en blaast ze kapot tegen de haastige wolken (7).

    beiaard
    In het land waar de torens zingen, mocht de 'peperbus' van Lier niet laten verstek gaan. Men ziet de beiaardklokken in zijn hoofd hangen en de klepels verroeren, hij laat ze niet beschimmelen ! Hij zingt puur uit gewoonte. Alle zeven minuten schudt hij zijn klokken eens op, giet een liedeken uit, smijt een handsvol klinkende perels over de daken (20), rammelt een dripselend rap kwartierken uit. De heldere klokkenklanken zijn als de blijde tong van het land (5). Zaterdags en zondags opent hij den lusthof zijner verbeelding, dan beiaardiert hij, geholpen door een Lierenaarken. Dan zingt hij, omhommeld van de grote klok, uit Faust, Lohengrin, Carmen, Herbergprinses (20).
    Pallieter kon het natuurlijk niet zonder een privé-beiaard stellen. De heldere klokkenklanken klonken als tegeneenrinkelende kristallen bekers in de perelklare lucht. Door zijn hart gonsde de klokkenjubeling, en hij zong mee zo hard hij kon.

    Ook andere Vlaamse steden krijgen een stem in het koor. Het belfort van Brugge sprinkelde, fijn als een muziekdoos in een stille kamer, een kort volksliedje over de daken. Een kinderlach was 't in de van zon doorzopen stilte (12).
    Na de opdracht in de St.-Baafs te Gent keert de heilige familie met een huif karretje naar Betlehem terug : als een lied van zegen, roerden de klokken hunne klanken, er was gehuppel van ronkend brons en klingelend zilver, ernst van dikke, zware klokken met spelende stemmekens daartussen, 't Was afwisselend en heerlijk als 't geklets en 't gedrup van den dooi. De lucht zinderde ervan, de ruiten rinkelden, de stenen torens gonsden ; Gent zong !
    Eén klok zweeg. Dat was Roeland, de tong, het hart van Vlaanderen. Maar plotseling, als het karretje aan den voet van ’t belfort passeerde, ging er daarboven in de lucht een bronzen geril, en als de jubeling van den hemel, dommelde Roeland ineens met volle galmen zijn zegen over het land.
    De mensen huiverden en voelden 't gehamer door hun herten gaan (6).

    bel
    Nu eens zwijgt ze als een altaar, dan galmt ze dat heel het huis er van doorzongen wordt (9), ze is als een blijde kinderlach, die schalt in de eenzaamheid (22) of rukt de stilte aan stukken (4). In de processie klinkt zilveren belgesidder en gerinkel (7). Voor de zoveelste maal gaat Pallieter met het leeuwenaandeel aan de haal, wanneer hij zijn paard inspant voor een sledevaart: Beyaard deed in de stilte zijn bellen rinkelen.
    Die zingende bellen als Beyaard liep ! Dat was een groot klankenfeest over de stille, besneeuwde heide. 't Was of er overal bellen klinkelden ; het rinkelend zilveren geklank liep over de witte vlakten, het bleef in de bossen hangen, het tuimelde, het regende uit de bomen. De kruinen waren ermee gevuld. De witte landen zongen (5).

    trom
    Als kleine jongen heeft Felix uren gesleten bij schoenlapper Kaluiken, alias Frans van den Broeck (1856-1925). De man had een ongebreidelde fantasie. Leopold II had van zijn trommelkunst gehoord, zo vertelde hij, en hem aan het hof uitgenodigd voor een trommelsolo. "Kaluike, mijn brave soldaat, zei de koning, dat is zo schoon alsof Beethoven orgel speelt" (47). Getrom (18) en geroffel zijn nogal in de lucht; men roert ze, bonkt of klopt erop (6).

    pauk
    Het voornaamste slagwerk in de stoet der drie koningen is het paukengebrom dat feestelijk in de dalen viel.
    Ze daverden, donderden en roffelden dat de grond ervan schudde. Vanzelfsprekend komen er alliteratie en klanknabootsing bij te pas : traag en afgemeten met een oosterse luiheid, als op pas der olifantspoten, bonkte en bomde de donder der honderden pauken (6).

    gong
    De gongen zijn daar ook van de partij. Ze gonzen en ronken.

    ratel
    Als de klokken naar Rome zijn gaan eieren halen, ratelt de toren met een houten ratel, als iemand wien van de kou de tanden op elkaar klapperen (20).

    draaiorgel
    Een bibberende klank uit het oud versleten orgel klinkt lijk hondsgejank (1). Maar toen Pallieter het hoorde, waren ’t als glazen pianoklokken, als kloppen op kristallen flessen. Dat deed zo goed en heerlijk, dat Pallieters hert er van opwipte in zijn lijf.

    muziekdoos
    Driemaal beschrijft Timmermans met haast identieke woorden en beelden de aarzelende klankjes (12). Zij liet de wondere doos haar zieltje openvleugelen. Het muziekske ritselde en tinkelde zijn dunne klankjes, ach zo schoon, zo stillekens als een windeken, als een strelend waterken dat in klinkende droppels op kristal viel (18).
    Vergelijk hiermee : van onder in de doos begost er een muziekske te ritselen. Het waren korte smalle klankjes, voorzichtigjes gepitst, tedertjes en langzaam als een dun regentje dripselend op een kristallen roemer.
    't Was als het muzikale getinkel van den wassenden avond (9).

    ******

    De volgende instrumenten kregen een menselijk lichaamsdeel: de viool een schoot, de piano een boezem en tanden, het orgel hart en ziel, de trom en de mandoline een buik, de klok tenslotte darmen en als toemaatje bronzen rokken. Nog andere speeltuigen moeten het stellen met een simpele vermelding of beeldspraak : schalmei, fagot, trombone, klaroen, saxofoon, castagnetten, muziektol, flessenmuziek, rommelpot en mirliton. Dit laatste is eigenlijk geen instrument, maar een membraan waarin geneuried wordt en dat aldus meetrilt. De Dolfijnen hielden een stukje boterpapier tegen haarkammen en zongen erop. 't Waren als bieën die gonsden, ’t wierd soms door de tweestemmigheid lijk een orgel in de kerk (9).

    ***********



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!