Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen
Uit Het Volk van 7/07/1937
De strijd tussen stad en land - "De zachte keel" is af, veel ander werk is onderhanden
Felix Timmermans werd 51 jaar en hij vierde zijn verjaardag in Oisterwijk. Voor een persconferentie over zijn spel "De Harp van Sint-Franciscus" was hij in ons land, dat hij de laatste jaren minder vaak bezoekt dan vroeger. En minder vaak ook dan Duitsland, waar zijn boeken meer opgeld doen. Waarom hij niet vaker naar ons land komt? — De reden is eenvoudig, zegt Timmermans. Ik heb maar vier voordrachten. Daar reisde ik mee in Holland. Ik heb ze overal gehouden. Men vraagt mij wel om nieuwe voordrachten — ik kreeg juist nog een aanvraag uit Rotterdam voor een serie van drie lezingen over het Vlaamse volk — maar die zou ik dan eerst moeten schrijven. En drie voordrachten, dat is zes uur: dat is een boek. En ik heb geen tijd om nog een nieuw boek te schrijven. Wat betreft Duitsland ligt de zaak anders. Men vraagt daar geen voordrachten, maar is tevreden als de schrijver leest uit eigen werk Wat ze zelf beter kunnen lezen, moet ik hun komen voorlezen.
Waarom eigenlijk? Om den wilden beest te zien?
Timmermans glimlacht. Even slechts. Hij is minder uitbundig dan vroeger, verstild. Hij houdt bovendien geen voordracht, maar spreekt rustigpeinzend voor zich uit. Boven de volkomen ronding van dikke wangen en ronde kin rijst nadrukkelijk het zware voorhoofd en het krullend haar wordt grijs. De volgende dag wordt Timmermans een-en-vijftig en hij neemt alvast — als het direct geboren gerucht zich een dag vergist — op de rij af aller gelukwensen in ontvangst, maar ook het kleine binnenpretje daarom brengt hem nauwelijks uit de plooi.
Duitse belangstelling Er is grote belangstelling voor literatuur in Duitsland, zegt Timmermans. Bijna al mijn boeken zijn vertaald. Juffrouw Symforosa en Driekoningentriptiek hebben nu samen, zoals ik dezer dagen vernam, een oplaag van 360.000 exemplaren in de Inselserie. "Pallieter" en "Het Kindeke Jezus in Vlaanderen" haalden de 300.000. Slechts drie van mijn boeken zijn niet vertaald: Boudewijn, De Reis naar Italië (de Duitsers hebben nu eenmaal zo'n verlangen naar het zuiden, dat zij mijn heimwee naar Lier, naar het noorden toch niet zouden waarderen!) en Schemeringen van de Dood. Zou niet verstandig zijn, zegt mijn uitgever: men kent mij nu eenmaal daar als den humoristischen schrijver — hoewel ik geen humoristisch schrijver ben, zegt Timmermans met nadruk — en daar moet ik het nu maar bij houden. Dat is beter zegt mijn uitgever.
Waar ik in Duitsland de meeste weerklank vind? Juist niet in het katholieke Beieren — daar heeft men zijn eigen boerenhumor — maar in midden-Duitsland. In het protestantse deel tot in Oost-Pruisen. Vooral een boek als De pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt wordt door Protestanten gewaardeerd. In Memel hield ik een voordracht. En zelfs in Kattowitz in Polen ben ik geweest. Overal steeds grote belangstelling, ondanks dat ze weten, dat ik katholiek ben.
Welke Duitse auteurs van het ogenblik ik het meest bewonder? Wiechert, de nationaal-socialist Jooss, Hans Carossa. Timmermans zegt het heel gewoon. Zoals hij het ook heel gewoon vindt, dat Duitsland hem zo sterk waardeert. Voor hem zijn politiek en literatuur twee gescheiden gebieden. Hij gevoelt niet het onzuivere in een waardering, die volgens hem buiten de politiek staat en volgens ons eerder buiten de literatuur. Wantrouwen jegens de geestelijke ondergrond van zijn succes schijnt hij niet te kennen. Eerder meent hij. dat de Duitse belangstelling voor literatuur een vlucht uit de politiek is. Maar — en Timmermans brengt het gesprek van Duitsland over op Europa — : ik word ook elders regelmatig vertaald. In Frankrijk, Zwitserland, Denemarken, Amerika — in Engeland niet — en compleet zelfs in Tsjechoslowakije en Joegoslavië. Merkwaardig. Dwars tegen velerlei literaire appreciatie in het eigen taalgebied in, vormde deze Vlaming op zijn eentje een soort internationale van het boerenboek, die van Amerika tot in Joegoslavië reikt.
En men ziet Timmermans niet langer als een streekschrijver, dien men veelal in het cosmopolitische Nederland met enige geringschatting zijn provincialisme verweet, maar men moet erkennen dat aan ons nationale cosmopolitisme zijn internationaal provincialisme de loef afsteekt. Men spreekt met een Nederlands auteur, die het hoofd is van een machtige internationale boekentrust, met millioenen (aan)delen in alle provincies ter wereld. Het internationale regionalisme overschrijdt de grenzen, waarbinnen het cosmopolitisme nationaal beperkt blijft...
Schrijversplannen. Men weet. dat Felix Timmermans aan een "Familiekroniek" werkt. Hij wil er de typen van allerlei mensen, die hij in Lier en elders ontmoet heeft, in verwerken: Isidoor Opsomer, Kamiel Huysmans en hij wil de geschiedenis geven van een familie van 1760 tot onze dagen. Telkens verschijnen er dus weer andere mensen in, maar telkens met dezelfde inslag. Toch wil Timmermans daar niet de erfelijkheid van bepaalde eigenschappen mee demonstreren: "want in de erfelijkheidstheorie geloof ik niet." Het blijft een inslag, zegt hij. "Af heb ik een bundel kindervertellingen, die in het najaar verschijnt. Eerst zou hij "Op vaders knie" heten, maar dat boek bestond al. Toen "Tussen licht en donker": bestond ook al. "De wonderhoorn"...... was er al in het Duits. Ik denk, dat ik hem nu maar "In 't Halfmaantje'' zal noemen. Eén van de verhalen "De vlucht naar Egypte" verscheen al in Duitse vertaling.
Voltooid heb ik ook een spel: "De zachte keel". Dit blijkt het werk te zijn, dat uit Timmermans' aandacht voor het Lierse verenigingsleven is gegroeid: "De zachte keel" is een zangvereniging. Het spel zal het volgend seizoen zijn première in Keulen beleven. Met veel toewijding werkt Timmermans op het ogenblik aan een idyllische roman, een "lied in proza", zoals hij zegt. Het wordt het verhaal van een pure liefde en de titel is "Ik zag Cecilia komen", de eerste regel van een oud lied. "Ik zag Cecilia komen", het klinkt teer van liefde en tegelijk vol devotie. Ik zou ook kunnen zeggen: "Ik zag Maria komen"......
Timmermans' Jongste plan, het plan, dat hem het meeste bezig houdt, is een roman over de boeren, die in de buurt van de grote stad wonen. De bewoners van vier huizen halfweg op de baan van Lier naar Antwerpen hebben hem daartoe geïnspireerd. Zij werken overdag in Antwerpen, in de haven, maar keren 's avonds naar huis terug om boer te zijn. De schrijver wil de gesplitstheid van deze mensen verbeelden, half boer, half stadsmens, hij wil de strijd tussen stad en land in die figuren laten zien. De verwording van het primitieve. De stad is hier het kwaad, dat alles verslindt, zelfs het land en deszelfs eenvoudige goedheid. Timmermans heeft nog veel meer plannen. Het is het ongeluk, dat ik mij zo gemakkelijk versnipperen laat, zegt hij. Nu kwam er weer die toneelbewerking .van "De harp van Sint-Franciscus" tussendoor: ik dacht het in een week te doen, het duurde een paar maanden. Had ik maar zeven armen, dan zou ik gemakkelijker iets kunnen voltooien......
En zeven andere armen, van een regisseur, een burgemeester, een journalist, een schilder, een kapelaan, een voorzitter van vreemdelingenverkeer en nog een anderen organisator, die vandaag beslag leggen op den schrijver, voeren hem meteen mee. Het spel, een concert, een conferentie, een Brabantse koffiemaaltijd wachten...... Wij moeten Timmermans laten gaan. Wij hebben met hem slechts kunnen spreken, zoals men met een zakenman spreekt: over commerciële successen. De achtergrond bleef onbelicht. Maar Timmermans belooft ons, als hij een volgende keer naar ons land komt. ook daarover te spreken. Over wat hij, de katholiek, waardeert in Jooss, over de "inslag" van de erfelijkheid, waarachter men een Duitse theorie over bloed en bodem kan vermoeden, over zijn lof van het land, die in zijn volgende boek zich wellicht zal uiten in een uitgesproken vijandschap tegen de stad. Hier ligt een groot probleem. Een probleem, dat met een literair oordeel niet valt af te doen. Doet Timmermans volgens velen niet meer mee in de Nederlandse literatuurbeweging, in de ogen van honderdduizenden doet Nederland door hem mee aan een Europese literatuurbeweging. Een probleem dat niet verwaarloosd mag worden.
**********
|