De Timmermans-tegeltjes en KSA Noordzeegouw
Jan Cocle (1924-2019) was van 1960 tot 1962 gouwproost van KSA Noordzeegouw (West-Vlaanderen). Om ‘de kas te spijzen’ verzonnen jeugdbewegingen allerlei acties zoals WC-papier of lucifers verkopen, maar Jan Cocle, die Lia Timmermans kende, kwam op het idee om tegeltjes te verkopen met tekeningen van Felix Timmermans. Ze werden niet speciaal voor KSA gemaakt, maar bestonden al, en de gouwproost besloot om daarin te investeren. De verkoop werd echter geen succes.
Gelukkig was de toenmalige leverancier van KSA-hemden, de Firma Celesta uit Wevelgem, bereid om als betaalmiddel 1.400 Timmermans-steentjes te accepteren met de bedoeling om ze tegen 70 BEF (± 1,80 euro) per stuk te verkopen, wat 98.000 BEF moest opbrengen. Maar ook dat viel tegen, wellicht mede omdat 70 BEF toentertijd veel geld was. Op een koele morgen stonden de 1.400 tegeltjes terug in de poort van het secretariaat van KSA-Noordzeegouw in de Leenstraat 50 in Roeselare. De leverancier wilde zijn rekening toch liever betaald zien in klinkende munt. Dat heeft zelfs tot een rechtszaak geleid waarover in een vonnis van 19 november 1964 uitspraak is gedaan in het nadeel van KSA.
(De vier tegeltjes tegen de muur geplakt)
In 1963-1964 verhuisde de gouwleiding van de Leenstraat 50 naar het Centrum Licht en Ruimte in de Oostnieuwkerksesteenweg 51, eveneens in Roeselare. De leiding had toen wel andere zorgen dan de tegeltjes van Timmermans, die bovendien verpakt waren in loodzware dozen die ook verhuisd moesten worden. Op den duur werden de steentjes een blok aan het been in plaats van een kans om de kas te vullen. Ze verdwenen in de kelders van Centrum Licht en Ruimte en hoe vaker ze verplaatst werden, des te minder bleven er over want ze wilden ook al eens breken. Waterschade deed de dozen waarin ze verpakt waren ook al geen goed. In maart 1997 werd de archiefgroep van KSA Noordzeegouw opgericht onder de naam ‘Altijd jarig’. De enige nog overblijvende doos steentjes is toen geïnventariseerd. Ik heb meer dan tien jaar geleden drie tegeltjes vastgelijmd in het torengebouw van KSA-heem Monsalvaet in Heuvelland. Een vierde tegeltje werd mij in 2018 bezorgd door toenmalig gouwleider Pol Vandenbulcke en dat heb ik naast de vorige drie eveneens stevig vastgeplakt zodat ze daar nu alle vier te bewonderen zijn.
Ward Poppe Gewezen Gouwsecretaris KSA Noordzeegouw en gewezen voorzitter vzw K.S.A-heem Monsalvaet
In het jaar 1964 trad Guido Gielen aan als gouwleider van KSA Noordzeegouw. Hij was mijn leraar Latijn in het Onze-Lieve-Vrouwecollege in Assebroek, waar ik van 1968 tot 1974 school heb gelopen. In mijn tweede of derde humaniorajaar vroeg Guido Gielen me of ik ‘zijn’ tegeltjes wilde verkopen. Ik zie me nog vooraan staan in de studiezaal vanwaar ik, gewapend met een loodzware zware houten koffer vol Timmermans-steentjes, mijn medeleerlingen ervan probeerde te overtuigen om allemaal minstens eentje te kopen. Het is me nog gelukt ook. Voor zover ik me herinner, heb ik ze allemaal verkocht, niet alleen op school, maar ook daarbuiten.
Ik had vier verschillende tegeltjes in de aanbieding: boom met kapelletje, landschap met maan en zon, Ave Maria en een à la Santa Maria van Columbus. Blauwe tekeningen op een witte achtergrond, formaat 9 x 9 centimeter. Precies dezelfde als de vier die Ward Poppe in Monsalvaet heeft vereeuwigd. Ze hebben bij ons thuis altijd in de keuken op de schouw gestaan. Twee zijn eraf gevallen en in tweeën gebroken. Mijn moeder heeft ze geplakt en onder alle vier een reepje vilt gelijmd zodat ze niet meer konden wegglijden zoals op deze foto te zien is.
Hoeveel ik van Guido Gielen voor een tegeltje moest vragen, weet ik niet meer. Ward Poppe vermoedt dat de opbrengst bestemd was voor het ‘kamp Tirol’, een kamp voor de leerlingen van het Onze-Lieve-Vrouwecollege dat georganiseerd werd door KSA-gouwleider Gielen. De leiding bestond uit enkele leraars, maar vooral uit KSA-leiders. Dat Gielen op die manier de vakantiekampen van zijn eigen KSA beconcurreerde, werd hem door de leiding van Noordzeegouw niet in dank afgenomen.
Op 10 mei 2018 heb ik met vrienden en collega’s een uitstap georganiseerd naar Lier, waar Walter Sluydts, vrijwilliger in het stadsarchief en Timmermans-fan, ons op een onvergetelijke manier heeft rondgeleid. Ik had vooraf geïnformeerd bij Mon Van den heuvel, eveneens vrijwilliger in het stadsarchief en een nog groter Timmermans-fan, of hij in zijn archieven de vier tegeltjes van mijn moeder had. Hij had ze niet. Ik wel. Maar twee ervan waren, zoals gezegd, gebroken. Gelukkig was Astrid Hooyberg, archivaris van de archiefgroep ‘Altijd jarig’, bereid om mijn vier tegels te ruilen tegen vier ongeschonden exemplaren uit de enige overgebleven doos. Die heb ik op 10 mei 2018 na de rondleiding in Lier geschonken aan de Timmermans-enthousiastelingen Mon en Walter en ze waren er erg mee in hun nopjes.
Het Timmermans-archief bleek nog vijf andere tegeltjes te bezitten met daarop: een kruik bier, een drinkebroer, druiven, twee molentjes en een torenhaan met kruis. De collectie was nu compleet. Althans, dat dachten wij. Maar op 2 augustus 2021 liet Jan Schroven, ook een fervent bewonderaar van Timmermans, mij weten dat hij een tiende tegeltje had met twee fluitspelers en een half zichtbaar kapelletje. Mon Van den heuvel merkte echter meteen op dat het tiende tegeltje niet ondertekend was met de initiaal van Timmermans waarin zowel een T als een F te herkennen zijn. Het tiende tegeltje heeft alleen de F. Bovendien is de stijl van de tekening niet die van Timmermans. We mogen dus met vrij grote zekerheid aannemen dat we hier niet te maken hebben met een authentieke Timmermans-tekening. Hieronder een uitsnede van beide initialen.
Maar Mon Van den heuvel heeft nog meer ontdekt. De in het Frans schrijvende Vlaamse schrijfster Marie Gevers (1883-1975) geeft in 1929 haar Almanach perpétuel des Jeux d’enfants. Chansons de Marie Gevers uit. Het boekje bevat voor elke maand een vers over een populair kinderspel. In 1936 verschijnt een Nederlandse vertaling en in 1938 een Duitse. Timmermans heeft er de illustraties voor getekend. Voor de maand juni maakte hij ‘De fluitspelers’, een tekening met twee fluit spelende kinderen. De tekening op het tegeltje is een slechte kopie daarvan, gemaakt door een (tot nu toe) onbekende hand. Hieronder het origineel en de kopie.
Naast de negen blauw-witte tegeltjes van 9 x 9 die met zekerheid van de hand van Timmermans zijn, bestaan er, zo liet Jan Schroven mij nog weten, minstens drie tegels van 15 x 15 centimeter met daarop, in paarse tint, een molen, een kaarsenaansteker en een kraai. Op de achterzijde van die tegels staat ‘Royal Sphinx Maastricht’. Op 3 augustus heeft Mon Van den heuvel daaraan toegevoegd dat hij een veelkleurige tegel heeft van 24 x 12 centimeter met het motto ‘En toch’. Dat zijn in totaal veertien tegels met tekeningen van de Fé, waarvan één met een kopie door een onbekende.
Bij de voorbereiding van de rondleiding in mei 2018 heb ik voor het eerst opgemerkt dat op de keerzijde van de 9 x 9-tegeltjes gestempeld was ‘Copyright G. Timmermans’. Dat kan niemand anders zijn dan Gommaar Timmermans, de enige zoon van Felix. Mon Van den heuvel heeft het hem gevraagd en hij blijkt inderdaad de opdrachtgever te zijn geweest.
Zo zijn de Lierse tegeltjes die door Felix Timmermans getekend en door zijn zoon Gommaar geproduceerd werden, via een ijverige aalmoezenier en een teleurgestelde leverancier in een Assebroeks college terechtgekomen, alwaar ze verkocht zijn om een jongerenkamp te bekostigen in Tirol. Als de Fé dat nog had kunnen beleven, hij zou er een spannend verhaal van hebben gemaakt.
Philip Vermoortel - (Bonds)leider van KSA Sint-Trudo (Assebroek) van 1971 tot 1983 Augustus 2021
Alle tegeltjes die in deze bijdrage ter sprake zijn gekomen
|