" E Vloms keuningske "
Door Gaston Durnez uit De Standaard van 8/03/1992.
Leo Picard was een babbelgrage kollega, die zijn beschouwingen graag met een anekdote opsmukte. In de jaren vijftig heb ik de Standaard-journalist en historicus van de Vlaamse Beweging meer dan eens horen vertellen hoe hij na de Eerste Wereldoorlog Felix Timmermans ontmoette. Het moet ergens op een perron geweest zijn, waar zij samen naar een trein stonden te wachten, misschien in Nederland, waar zij beiden als vluchtelingen verbleven. Picard, die een der eerste Aktivisten was geweest sprak met "de Fee" over de mislukking van het flamingantische avontuur in de jaren 14-18. Timmermans vond het spijtig.
"Veel trok hij zich niet aan van politieke teorieën en konstrukties "mor, zei hij, "e Vloms keuningske, da zou 'k toch geren gezien hebben!" Picard heeft het indertijd in een van zijn kronieken "Van week tot week" in De Standaard verwerkt. Later, in 1972, vertelde hij de anekdote aan prof. Lode Wils, die ze in zijn boek over het Aktivisme citeerde. Zij illustreert de gesteltenis waarin Felix Timmermans deelnam aan de aktie van een groep Vlaamsgezinden die Duitse hulp wilden aanvaarden om de gemeenschapsproblemen in België op te lossen. De jonge letterkundige toonde zich voorstander van de "bestuurlijke scheiding", zoals men toen federalisme noemde, en zelfs van de Vlaamse zelfstandigheid of die moest gerealiseerd worden in relatie met noordelijke of oostelijke buren, scheen hem minder te interesseren. Maar als een romanticus droomde hij van wat volgens hem onuitgesproken leefde in elke Vlaming: "Het Koninkrijk der Vlaming! En dan is iedereen onze vriend!" Met die uitroep besloot hij op 8 december 1915 een krantenartikel.
Dat Felix Timmermans aktief deelgenomen heeft aan het Aktivisme, is algemeen bekend, maar totnogtoe weinig of niet bestudeerd. Allerlei gevoeligheden zullen dat belet hebben. Driekwarteeuw na de feiten heeft het naar hem genoemde studiegenootschap de leemte willen vullen. Een aantal beschikbare bronnen en getuigenissen werd onderzocht, terwijl geschriften van de Goede Fee in dat licht werden gelezen. Het resultaat vindt u in het pas verschenen negentiende jaarboek van de vereniging: Timmermans en het Aktivisme. Samensteller is Marc Somers, die men kent als wetenschappelijk medewerker van het Archief en Museum van het Vlaams Kultuurleven. Mede dank zij Daniël Vanacker kan hij een paar primeurtjes opdienen, die het boek sterke literair-historische waarde geven.
Daniël Vanacker, onze goede kollega op De Gentenaar, is de auteur van het verleden jaar verschenen baanbrekende werk over Het Aktivistisch Avontuur. Voor dat prachtige boek op albumformaat met talrijke foto's, kon hij als eerste de archieven inkijken van de Raad van Vlaanderen. Die Raad was een soort van aktivistenparlement dat op het einde van de oorlog erg voortvarend de zelfstandigheid van Vlaanderen uitriep, overigens tegen de zin van de Duitse bezetter. Felix Timmermans heeft aan zijn vergaderingen deelgenomen.
In het FTG-jaarboek publiceert Vanacker nu een heldere synteze van dit "avontuur" en situeert daarin de groep radikale jonge intellektuelen uit Lier die van in het begin een serieuze rol speelden. Tot die groep behoorde o.m. de later als schilder bekend geworden ingenieur Reimond Kimpe en de letterkundige Anton Thiry de jeugdvriend met wie Felix Timmermans zijn eerste boek heeft geschreven, de Begijnhofsproken.
"Als de ezel krijgt verstand..." Het onderwerp wordt naar de Netestad opengetrokken door Marc Somers die o.m. aan de hand van een plaatselijk personderzoek de ontwikkeling van de aktivistischc beweging in Lier zelf beschrijft. Felix Timmermans deed onmiddellijk mee. Dat was niet verwonderlijk. Al voor de oorlog had hij zich als een overtuigde flamingant gemanifesteerd en lang voor de Waalse socialistische leider Jules Destrée had hij in een artikel betoogd: Er zijn geen Belgen!
Uit de oorlogsjaren zijn verscheidene teksten van hem bekend (en Somers kon er nu nog een paar onbekende bijvoegen) waarin hij zijn geestdrift uitspreekt voor wat hij een nieuwe tijd acht. Het zwaartepunt van zijn engagement lag evenwel niet op het politieke en journalistieke vlak. Timmermans was geen teoreticus. Hij nam de leiding op zich van Volksopbeuring, een organizatie die zich bezighield met allerlei sociale hulp. Dit optreden, mede gericht tegen het franskiljonse monopolie terzake, heeft goede resultaten gekend. "In dit opzicht is het aktivisme in Lier niet een maat voor niets geweest", zegt Somers.
Vanzelfsprekend komt Boudewijn ter sprake, de lange fabel waarin Timmermans toen een eigen navolging van de Reinaert leverde. Het is het enige werk waarin de schrijver zich rechtstreeks met een aktueel flamingantisch tema heeft beziggehouden. En het is een van de zeer weinige literaire werken over het Vlaams-nationalisme in het algemeen en het Aktivisme in het biezonder die, artistiek gezien, vrij goed stand hebben gehouden. Hoofdfiguur in het gedicht is niet de sluwe vos, maar de brave ezel Boudewijn, zinnebeeld voor het verknechte Vlaamse volk. De fabel toont ons hoe het wereldlijk en geestelijk gezag in België de Vlaamse ezel onderdrukt, hem wel wil gebruiken om de aanvallende (Duitse) vijand te verslaan, hem daarvoor zelfs wil huldigen, maar geen rechten wil geven. Het duurt zolang tot Boudewijn zich verzet en op zijn beurt de anderen voor schut zet. Want: "Als de ezel krijgt verstand, / komt er roering in het land "...
Ignaas Dom, de Vlaamse priester die in Duitsland werkzaam is en daar de bezieler werd van een Timmermans Gesellschaft, schrijft over de intrigerende vraag, waarom Boudewijn een der weinige niet vertaalde werken van de Lierse Meester is gebleven. Het antwoord ligt in het feit dat de Duitse uitgever Kippenberg, in tegenstelling tot wat thans in Vlaanderen door sommigen wordt geloofd, zich als uitgever niets aantrok van Duitse en Vlaamse politiek, maar zakelijk en literair dacht. Dom vond in Weimar dokumenten die zijn tesis staven.
De pionier van de Timmermans-studie in Vlaanderen, José de Ceulaer, snijdt in zijn bijdrage een ander belangwekkend onderwerp aan: de verhouding van de schrijver tot zijn "Grootnederlandse" kollega Wies Moens. Timmermans, zo betoogt hij, bleef Nederland altijd dankbaar voor het onthaal dat hij daar genoot. Hij beschouwde "de Hollanders" als familieleden, "van dezelfde deeg, maar anders gebakken". Timmermans was en bleef heel zijn leven "een overtuigd Vlaams-nationalist, bij wie het welzijn van zijn volk primeerde", maar na het aktivistisch avontuur onthield hij zich van "spekulaties omtrent staatsvormen en -grenzen. (...) Hij was iemand die konflikten schuwde en zich telkens over toenaderingspogingen verheugde."
*************
|