De Fé herleeft in Lier
Door Paul Depondt en Pierre De Moor uit informatieblad van Lier – 1986.
Als nooit tevoren zal dit jaar Lierke Plezierke, het stadje van de vlaaien en het Caves-bier, zijn naam eer aan doen. Wie dit jaar de «Poort der Kempen» opent, duikelt rechtstreeks in Pallieterland. Precies honderd jaar geleden zal het zijn, dat op 5 juli Felix Timmermans, de Fé, in de stad der schapekoppen werd geboren. Als geen ander heeft de schrijver van Pallieter, Boerenpsalm en Adriaan Brouwer, die tot ver over de grenzen bekendheid geniet, zich door het volkse leven van zijn stad laten inspireren.
In niet minder dan zevenentwintig talen is Timmermans een literair begrip geworden.
LIER 1986, dat is een tochtje waard. Jo Cooymans, de secretaris van het Timmermans-comité dat een hele reeks manifestaties op touw heeft gezet, geeft er ons een voorproefje van. Op 18 april wordt in het Timmermans-Opsomerhuis een retrospectieve tentoonstelling van het literair en grafisch oeuvre van Felix Timmermans georganiseerd. Het betreft een thematische tentoonstelling, die belooft uniek te worden omdat de kinderen van de schrijver er hun volle medewerking aan verlenen en uit hun privé-bezit foto's, olieverfschilderijen, aquarellen en tekeningen ter beschikking hebben gesteld. Nooit zal zoveel plastisch werk van Felix uitgestald zijn geweest. Timmermans heeft immers altijd veel gevoel voor het plastische gehad. Toen hij op veertienjarige leeftijd van de school afscheid nam — hij had de reputatie een slechte leerling te zijn — volgde hij avondlessen aan de Lierse tekenschool. Maar ook in die branche heeft de schrijver van Pallieter zich aan zijn held gespiegeld.
Hij voelde er wel voor om na de Lierse Tekenschool dag-lessen te volgen aan de Antwerpse Academie, maar toen hij vernam dat hij daarvoor elke dag heel vroeg zou moeten opstaan, zag hij van die plannen af en verkoos hij thuis te blijven, waar hij zijn ouders in de kantzaak van dienst kon zijn. Jo Cooymans, die tevens stadsbibliothecaris is, toont ons trots de kasten waar het verzameld werk van Timmermans, de oudste edities, de merkwaardigste vertalingen (tot in het Japans) worden bewaard. Boven op de kast staart ons zwaar het borstbeeld van de schrijver aan, die als een waakhond zijn domein heeft afgebakend. Na 1986 zal Timmermans het stadsbeeld meer dan ooit beheersen: op 25 mei wordt aan de Netelaan het Pallieterbeeld van Jan Keustermans onthuld, een sobere en originele sculptuur, waarin de held verheerlijkt wordt die eens een boom had willen zijn om die volle davering van het ontwakende aardeleven door zijn lijf te voelen gaan.
LIER, dat is toch Timmermans, je ontmoet hem overal. De heer Roofhooft, voorzitter van de plaatselijke VVV en bezieler van het Zimmer-comité, troont ons mee naar het Zimmerplein, genaamd naar de maker van het astronomisch wonder dat door Lodewijk Zimmer in 1930 aan zijn geboortestad geschonken werd. De symbolische figuren van de jubelklok, die in de gevel is aangebracht, zijn door Felix Timmermans getekend. Zij stellen in de vorm van kind, jongeling, volwassen man en grijsaard, de jaargetijden voor. In de onmiddellijke buurt bots je op de Gevangenenpoort die in 1375 werd opgericht. Als je bij die poort de Begijnhofstraat inslaat valt je oog op het opschrift van herberg Het belofte land dat zo dikwijls in Timmermans tekeningen en schilderijen werd verwerkt. Weinig verder word je opgenomen in de serene sfeer van het Begijnhof, één der schoonste van het land. Het lijkt op een miniatuurstadie, dat je binnengaat langs een monumentale renaissance-toegangspoort.
![](http://blogimages.seniorennet.be/timmermans_fan/2443364-7770add308fa17188d9aa75db019ad4a.jpg)
Timmermans is heel zijn leven door begijnhoven gefascineerd geweest. In 1907 maakte hij met zijn vriend Flor van Reeth zelfs een begijnhovenreis, tijdens welke de twee niet minder dan zeventien Vlaamse begijnhoven in het Vlaamse land bezochten. Het was de tijd van de grote artistieke belangstelling voor de villes mortes, die bij Timmermans vooral werd gestimuleerd door zijn Franstalige vriend Victor Remouchamps, een Liers dichter van de groep Jeune Belgique. Aan die inspiratie heeft men één van Timmermans mooiste novelles te danken, De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa, begijntje, waarin juffrouw Symforosa, die verliefd is op broeder Martienus, haar verdriet verwerkt tot gelouterd geluk. Maar zo sereen is het er in het begijnhof niet altijd aan toegegaan. Een tijdlang is Timmermans onder invloed van de erudiete kunstschilder Raymond De la Haye van occultistische en astrologische buitenissigheden bezeten geweest, bij zoverre dat een groepje kunstenaars dat onder leiding van Timmermans in het Liers begijnhof vergaderde, door de pastoor aan de deur werd gezet omdat de artiesten er spiritistische séances hadden georganiseerd.
Realistischer ging de Lierenaar in eigen produktie te werk, en daaraan is een heel mooie anekdote verbonden. In 1907 was Timmermans begonnen aan een tragedie die Holdijn heette. Het spektakel speelde zich af in de elfde eeuw. Hij stuurde het stuk in voor een toneelwedstrijd voor de stad Antwerpen, maar kreeg het terug met de opmerking dat in de elfde eeuw het kaartspel nog niet in gebruik was.
Timmermans behield het kaartspel, maar schrapte de eeuw.
Door het kleine poortje aan de Grachtkant verlaten wij het begijnhof en stappen langs de Netedijk naar het Pallieterland, waar zich in de uitgestrekte bossen huize De Reinaert, de woning van Pallieter, zou bevonden hebben. Hier genoot in de verbeelding van de schrijver Pallieter van het leven, samen met zijn vriend Fransoo, de molenaar, die naar het beeld van schilder Valerius De Saedeleer getekend is. Timmermans werkte graag naar levende modellen, Lierse typen, die overigens ook de schrijvers Anton Bergmann (Ernest Staas, advokaat) en Domien Sleeckx (Tybaerts en Cie) hebben geïnspireerd. Dat stadje moet men zich voorstellen als een oord zonder proletariaat, waar kant- en schoennijverheid door thuiswerk in stand werd gehouden. Het was een stadje van burgers en winkeliers, kleer- en schoenmakers, slagers, bakkers en herbergiers, waar iedereen, iedereen bij naam en toenaam kende. Bij die mensen heeft Timmermans zijn oor te luisteren gelegd, hun taal heeft hij op straat geleerd, het sappige Liers, dat Timmermans volkomen beheerste.
Wanneer men de Nete verder tot aan het « Saske » volgt en voor de brug rechts afdraait, richting Begijnvest, komen wij doorheen het Spui, een sluisgebouw uit 1508, en vervolgens langsheen de Kardinaal Cardijnlaan in de De Heyderstraat. Daar herinnert een gedenkplaat eraan dat hier Felix Timmermans gewoond heeft en gestorven is, zoals zovelen van zijn romanfiguren: Anne-Marie, die aan haar liefde ten onder gaat, Suskewiet uit En waar de sterre bleef stille staan, die als een arme derde koning door het Jezuskind het rijk der hemelen wordt binnengeleid.
Wie van Lier houdt, kan zich nauwelijks beter laten gidsen dan door Timmermans zelf. In samenwerking met de Standaard-uitgeverij verschijnt in samenwerking met het herdenkingscomite een speciale editie van het boek Schoon Lier. Behalve een gewone, verschijnt ook een rijkelijk geïllustreerde luxe-editie op nauwelijks honderd exemplaren. Ze wordt gedrukt op speciaal papier en in een lederen band en beperkte genummerde oplage uitgegeven. Bibliofielen mogen op geen blauwtje kijken.
**************
|