Felix Timmermans in Baarn
Door Huub van der Aa uit het Tijdschrift van de Historische Kring Baerne - 28e jaargang nr. 1 - maart 2004
In 1917 werd de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland aan de universiteit van Utrecht aangesteld. Het was de fytopathologe (plantenziekte-kundige) dr. Johanna Westerdijk, die vele jaren in Baarn heeft gewoond en gewerkt. Zij stond aan de wieg van allerlei vernieuwingen, want de fytopathologie (plantenziektenleer) maakte in de halve eeuw van Westerdijks carrière een revolutionaire ontwikkeling door.
Een kleine collectie schimmels in reincultures, afkomstig uit het voormalige Nederlands Indië, vormde de basis voor een internationale schimmelcollectie die vanaf 1904 werd beheerd door de Utrechtse botanicus prof. Frits Went, in diens laboratorium aan de Utrechtse Lange Nieuwstraat (tegenwoordig het Universiteitsmuseum). Deze collectie, het Centraal bureau voor Schimmelcultures, werd in 1907 overgedragen aan het Phytopathologisch Laboratorium 'Willie Commelin Scholten' (in de wandeling het WCS genoemd), toen nog gevestigd in de Amsterdamse Roemer Visscherstraat 1.
Daarmee werd Westerdijk de directrice van het CBS, en ze zou dat tot ver in de jren vijftig van de vorige eeuw blijven. Westerdijk zou haar 'schimmeltuintje' koesteren en uitbouwen tot de grootste verzameling levende schimmels ter wereld.
In 1920 verhuisden Westerdijk en het CBS naar Baarn en ze streken neer in de oude villa 'Java' en bijgebouwen, een geschikte locatie lussen de universiteiten van Amsterdam en Utrecht in. De tijd die nu aanbrak, kan als de meest vruchtbare tijd van haar leven worden gezien. Er bestaat een alleraardigst boekje over prof. Westerdijk. Het is geschreven in 1963 door Maria P. Löhnis, een van haar leerlingen van het eerste uur, en bevat een verzameling anekdotes, foto's, tekeningen, gedichten etc., deels niet van de hand van de schrijfster, maar door haar verzameld.
Op pagina 35 van het boekje staat een zwartwit afbeelding van een aantal vogels, als illustratie van een beschrijving van de sfeer van het laboratorium gedurende de eerste jaren in de villa 'Java'. De tekst bij de prent luidt als volgt: 'Gevogelte (pauwen, ganzen, loopeenden, parelhoenders) verlevendigen in die prille jaren de tuin en de jonge pauw, hoewel nog niet in het bezit van zijn glorieuze staart, pronkte voor de spiegelruiten van de serre.' Over de verdere betekenis van deze tekening of over de herkomst ervan wordt in het boekje niets geschreven. Door een toeval ben ik echter achter het verhaal, achter deze tekening gekomen! Ongeveer twee jaar geleden bezocht een alleraardigste meneer H.W. Schol het CBS, dat inmiddels in de Utrechtse Uithof gevestigd was. Hij bleek de zoon te zijn van mevr. dr. M.B. Schol-Schwarz, al in de jaren twintig van de vorige eeuw bekend op het CBS. Zij was de eerste promovenda van Westerdijk; in haar proefschrift beschreef ze o.a. de schimmel die de toen al beruchte iepenziekte veroorzaakt.
Na zijn pensionering verdiepte haar zoon zich in de geschiedenis en hij liep in het kader daarvan college in de Uithof. Toen Schol ontdekte dat het vroegere instituut van zijn moeder inmiddels ook in de Uithof gevestigd was, is hij een keer komen kijken. Hij was heel vereerd toen hij bemerkte dat wij over nog heel wat archivalia beschikken, die betrekking hebben op de carrière van zijn moeder. Zo bestaat er een T-shirt met haar afbeelding erop, dat ik in mijn bezit had. Het is er een uit een serie T-shirts, afkomstig uit de VS, mei afbeeldingen van beroemdheden uit de fytopalhologie. Bladerend in bovengenoemd boekje over Westerdijk ontdekte Schol de bovenbeschreven vogel illustratie. "Weet u wie die tekening gemaakt heeft en wat er de betekenis van is?' vroeg hij. 'Nee,' was mijn antwoord, 'maar Johanna deed zoveel met gedichtjes en tekeningetjes, dat dit ook wel een van haar eigen maakseltjes zou kunnen zijn.'
Toen vertelde Schol mij dat het een tekening was van Felix Timmermans, de bekende Vlaamse schrijver en een goede vriend van Westerdijk. Deze was zoals vele Belgen tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland gevlucht en in Den Haag terechtgekomen. Van daaruit hield hij overal in het land lezingen. Zo hield hij al in 1919 een lezing in Baarn, die wegens het omstreden karakter van zijn belangrijkste werk Pallieter hier heel wat stof deed opwaaien. Hij logeerde toen bij de familie Sterneberg en de heer Joop Sterneberg bewaart nog steeds een alleraardigst boekje van Felix Timmermans, met een opdracht erin voor de toen nog kleine jongeheer Joop!
Timmermans had echter zowel in Den Haag als Amsterdam een brede kring bewonderaars. Al vóór 1920 ontmoette hij Johanna Westerdijk in Amsterdam, bij zijn vriend de graficus Anton Pieck, en sloot onmiddellijk vriendschap met haar. Na de verhuizing van het CBS naar Baarn bezocht hij haar nog vaak en overnachtte dan in de voormalige villa 'Java', waar zowel de laboratoria van WCS en CBS als professor Westerdijk zelf gehuisvest waren. In de ruime tuin rond de villa bevonden zich in die tijd allerlei grote vogels. Het was toen gebruikelijk bij vele oude villa's in Baarn om rond het huis vogels zoals ganzen en pauwen te laten rondscharrelen, omdat die bij de minste onraad luid te keer gaan! Een even eenvoudige als doeltreffende alarminstallatie dus! Maar Timmermans werd er tijdens zijn logeerpartijen op 'Java' nogal eens in zijn slaap door gestoord.
Het werd een telkens terugkerend onderwerp van gesprek en, zoals vaak, maakte hij er op een dag een tekening van. Hij illustreerde veel van zijn verhalen immers ook en had een vlotte hand van tekenen in een heel eigen stijl. Westerdijk aanvaardde het kleine kunstwerk in dank, liet het inlijsten en op een prominente plaats in het gebouw ophangen. Zo werd deze tekening - net als de vogels - een deel van de inventaris van de villa 'Java'. Omstreeks 1950, na een lange loopbaan en moeilijke kampjaren tijdens de Japanse bezetting, keerde mevrouw Schol uit Ned. Indië op het oude nest in Baarn terug. Zij was als intieme vriendin van vroeger en als ervaren fytopalhologe en mycologe meteen weer welkom bij Westerdijk. Toen Bea Schol de tekening van Timmermans in het laboratorium zag hangen, informeerde zij natuurlijk meteen naar deze Vlaamse schrijver. Zij was tenslotte een van de laatste intimi die zijn vriendschap met Westerdijk van nabij had meegemaakt.
Schol wist niet dat Timmermans in 1947 was overleden, en bovendien niet dat ervan contact tussen hem en Johanna Westerdijk de laatste jaren van zijn leven geen sprake meer was geweest. Zij had echter te nadrukkelijk naar de 'man achter de tekening' gevraagd, zodat Westerdijk nogal geïrriteerd raakte. Kennelijk vond ze het niet prettig aan deze vriendschap herinnerd te worden door haar oud-leerling en goede vriendin. Ze moet zoiets gezegd hebben als: 'Neem asjeblieft die tekening mee, ander gooi ik hem weg.' En zo is deze ingelijste tekening van Felix Timmermans bij Bea Schol terechtgekomen. Zij vertelde haar kinderen vaak over vroeger en, met het bewijsstuk aan de muur erbij, ook over de professor en de beroemde Vlaamse schrijver die zo aardig tekenen kon. Na haar dood heeft de zoon de tekening meegenomen en bewaard. Toen de inmiddels ook al bejaarde heer Schol deze afbeelding in 2002 op zijn rommelzolder had teruggevonden en meenam naar het CBS, was het glas inmiddels gebroken. Het geheel leek toe aan een grondige restauratie. Maar ik was danig geïmponeerd door deze bekende tekening, die ik alleen 'uit de boeken' kende, en waarvan ik bovendien maar sinds kort de achtergrond ken. Toen de tekening voor me op tafel lag, zag ik hoe de heer Schol zich zat te verkneukelen over het fraaie T-shirt met de foto van zijn moeder erop, dat ik had meegenomen om het hem te tonen. En toen was de deal gauw gemaakt!
Ik zal de tekening t.z.t. aan de Historische Kring vermaken, als illustratie van een typisch Baarns verschijnsel uit vroeger jaren, namelijk het gebruik om grote lawaaierige vogels als nachtwakers te laten dienen in een lijd dat er nog niet gedacht werd over de schellen en bellen die tegenwoordig de Baarnse villa's bewaken.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in CBS Post, oktober 2002 en is voor dit nummer van 'Baerne' bewerkt door Frits Booy.
|