Felix Timmermans bekwam de Hanzische Rembrandtprijs.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Door Prof Antoon Jacob - uit Volk en Kultuur 27/06/1942, weekblad voor volksche kunst en wetenschap
Ten vierden male in zijn zevenjarig bestaan gaat de Hanzische Rembrandtprijs naar Vlaanderen.
Voor Felix Timmermans aan wien hij dit jaar te beurt valt, werd de Rembrandtprijs achtereenvolgens toegekend, het allereerst aan het Vlaamsche driemanschap dat de rij opent in 1935-1936 : Cyriel Verschaeve, Stijn Streuvels, Rene de Clercq ; vervolgens aan Hendrik Luyten in 1939 en aan Raf Verhulst in 1940.
De plechtigheden van de overhandiging van de Oorkonden uit 1939 en 1940, die te Antwerpen plaats grepen, zijn in dezen tijd van overstelpende ontwikkelingen, die ook Vlaanderen meemaakt nog geenszins uit het geheugen gegaan aan den vooravond van de hulde, die thans op 28 Juni eveneens in de Scheldestad Felix Timmermans wacht op zijn eere-dag, waarbij op verblijdende wijze ook Stad en Provincie zich niet onbetuigd laten.
De Rembrandtprijzen, die tusschen de aan de Vlamingen gevallen prijzen in liggen, zijn naar Friesland en Holland gegaan; naar Friesland in 1937, waar het bedrag van den prijs, 10.000 RM, ten dienste werd gesteld voor een nieuwe bewerking van het Oudfriesche Woordenboek ; naar Holland in 1938, naar Willem Mengelberg, den dirigent en, in 1941, naar den musicus Henk Badings.
De Hanzische Rembrandtprijs is een van de drie van de Hanzische Stichting uitgaande cultuurprijzen, die op voorstel van telkens een der Curatoria der Stichting door de Hanzische Universiteit worden toegekend. De andere twee zijn : de Shakespeareprijs en, voor de Scandinavische landen, IJsland, Noorwegen, Denemarken, Zweden en Finland bestemd, de Hendrik Steffensprijs. Het zijn allen Hamburgsche prijzen, behoorende, naast den algemeenen cultuurprijs van den Rijksstad-houder, den Dietrich Eckartprijs, en den eigenlijken letterkundigen prijs der stad, den Lessingprijs, tot de grootscheepsche cultureele bewerktuiging, waarvan de Hanzastad Hamburg, sedert de naastingen van 1937 een eenheidsgemeente van 1,7 millioen zielen, voorzien is in de lijn van de groote perspectieven, die in deze stad een kenmerk van het openbare leven zijn.
Zitting in het Curatorium van den Rembrandtprijs hebben, naast drie Duitschers, onder wie als voorzitter de president der Hanzische Stichting, tevens een Vlaming en een Hollander. Het besluit van het Curatorium, om den Rembrandtprijs voor 1942 aan Felix Timmermans toe te wijzen, werd met eenparigheid van stemmen genomen.
Het is de uitdrukkelijke opvatting van den Stichter van den prijs een Hamburgsch grootkoopman, dat de prijzen der Hanzische Stichting evenvele blijken zullen zijn van den dank, waartoe Duitschland zich verplicht acht jegens de stamverwante broedervolken, wegens den stroom van kracht, dien zij het door de inwerking van hun cultuur hebben toegevoerd.
Hamburg, waaruit thans een afvaardiging van de Universiteit, die de overhandiging van de oorkonde en hiermede de onderscheiding aan Timmermans zal voltrekken binnen onze muren vertoeft, heeft met onze landen steeds sterke banden gehad. Indien deze stad in het geteisterde Duitschland van den Dertigjarigen Oorlog daar lag als een veilige oase in de woestenij, zoo had zij dit te danken aan het bolwerk, dat een Nederlandsch vestingbouwer om haar had opgetrokken. En zoo de vermaarde brand van 1842 niet het grootste gedeelte van de stadskern had vernield, zou meer nog dan thans het inwendigste stadsdeel, en evenzeer als thans nog Gotenburg in Zweden, door zijn typischen stedenbouw getuigen van de Nederlandsche expansie. De grootboeken van zijn voornaamste handelshuizen waren tot aan den drempel van den Franschen tijd, de leerboeken aan zijn zeevaartschool tot omstreeks Waterloo, in de Nederlandsche taal gesteld. Zijn weeshuis was een Vlaamsche schepping.
De bibliotheek van zijn Patriotisch Genootschap uit de achttiende eeuw, zijn beroemde Handelsschool waren ons in hooge mate schatplichtig. Zoo mogelijk was dat nog meer het geval in de zeventiende eeuw, in de dagen van zijn illustere school. Ja, in zijn verste verleden, toen aan de langs de Elbe loopende Germaansche gevechtslinie tegen de Slavische Wenden als een bruggenhoofd de Hammaburg verrees, was daar reeds de samenhang met onze landen: heeft men Hamburg niet, met het oog op zijn oorsprong, een gedachte genoemd, ontsprongen aan het brein van Karel den Groote, den Keizer, den strijdbaren Frank ?
Zoo vlocht de geschiedenis ons in het verleden in elkander. Met haar geestelijke draden weeft de Rembrandtprijs voort. De uitstralingen, die hij opvangt en die van hem uitgaan, staan buiten het toevallige ; zij grijpen in de kern van het wezen der door de gemeenschap des bloeds verbonden Duitsche en Vlaamsche landen.
Wij mogen nooit vergeten dat wij tot de wereldliteratuur zijn doorgedrongen, dat wij tot het buitenland zijn gaan spreken, niet door het verbeterd gehalte van ons vernieuwd essay, noch door de zuiverheid onzer poëzie, maar juist door schrijvers als Felix Timmermans, die het dichtst bij hun volk stonden en hun werk haast geheel uit onze folklore hebben opgediept.
De locale kleur, het eigenlandsche, het frisch uit de volkslagen opborrelende heeft het buitenland geboeid.
Op Felix Timmermans is het woord van Verwey toepasselijk :
In de oorspronkelijkheid van een volk ligt de waarborg van zijn voortbestaan.
Jozef Muls
directeur-generaal aan het Ministerie voor Openbaar Onderwijs
|