Felix Timmermans in vertaling.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Door Bert Laenens - uit Volk en Kultuur 27/06/1942, weekblad voor volksche kunst en wetenschap
De « Vereeniging van Kempischc Schrijvers » is gelukkig haar huldegroet te mogen brengen aan Felix Timmermans, haar medelid, naar aanleiding van zijn eervolle bekroning met den Rembrandt-prijs.
Van harte !
Jozef Simons Voorzitter
In Mei 1931 verscheen van de hand van den heer Prosper Arents, een lijvig boekdeel, getiteld: « De Vlaamsche schrijvers in vertaling ». Deze bibliografie omvat de vertaalde schriften die in boekvorm zijn verschenen. Zij loopt over een tijdspanne van ruim een eeuw, van 1830 tot 1931. Zij werd bewerkt op verzoek van de Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen, alsook van de Vlaamsche P.E.N.-Club. Het is het nauwgezette werk van een medewerker der Stedelijkc Hoofd-bibliotheek te Antwerpen.
In 1935 verscheen, in de Verslagen en Mededeelingen van de Kon. V1. Academie, een completeerend deeltje van denzelfden werker, na reeds enkele addenda te hebben gevoegd aan de uitgave van 1931. Dit deeltje loopt over vertalingen in het Fransch van 1900 tot 1935 verschenen. Nog steeds wordt aan de vervollediging gewerkt.
Wanneer wij het boek naslaan voor Felix Timmermans in vertaling, geeft ons P. Arents voor het Duitsch het volgende : « Das Jesuskind in Flandern ». in de vertaling van A. Kippenberg, dat in 1929 bij het Insel-Verlag te Leipzig van 't 18de tot 't 21ste duizendtal verspreid werd. « Pallieter » kende in de vertaling van A. Valenton-Hoos, bij het Insel-Verlag, in 1931 zijn 35-36ste duizendtal. «Das Triptichon von den Heiligen Drei Köningen» in de vertaling van A. Kippenberg, kwam bij dezelfde Uitgeverij van de pers.
« St Nikolaus in Not », in vertaling van A. Valenton-Hoos, verscheen in 1925.
Verdere verhalen uit « Het Keerseken in den Lanteern » werden eveneens vertaald en verschenen in « Flamische Legenden ». Het heele werk verscheen in 1926 in de vertaling van A. Valeton-Hoos (met uitzondering van het Triptichon) bij het Insel-Verlag en kende in 1928 reeds zijn 11-15de duizendtal. « Der Pfarrer von blühenden Weinberg » leverde Pieter Mertens, waarvan het Insel-Verlag in 1930 het 17-20ste duizendtal gaf. Dezelfde vertalcr bezorgde bij dezelfde Uitgeverij in 1928 « Pieter Bruegel » en in 1930 « Die Delphine » (Anna-Marie). F. M. Huebner verzorgde bij Insel « Die sehr schönen Stunden von Jungfer Symforosa, dem Beginchen »
In het Engelsch verscheen in 1924 « Pallieter » vert. C. B. Bodde, en in 1930 « DroIl Peter » (Pieter Brueghel, zoo heb ik u uit uw werken geroken) vert. M. C. Darnton.
« Pallieter » kende ook een vertaling in het Esperanto in het jaar 1931, bij W. J. Thieme te Zutphen, vert. van J. Van Schoor.
In het Fransch werden vertaald en verschenen in 1923 de vierde uitgave van « Pallieter », bij Rieder, te Parijs, in de vertaling van B. Claessens. In 1925 kwam «Enfant Jesus en Flandre» van de pers in de vertaling van N. Doff, bij denzelfden uitgever.
In 1931 « Les très belles heures de Mademoiselle Symphorosa, béguine », in de vertaling van R. Kervyn de Marcké ten Driessche in de « Editions Rex ». Bij denzelfden uitgever in hetzelfde jaar, verscheen « Triptyque de Noël » in de vertaling van C. Melloy. Deze vertaler bezorgde bij de Uitgeverij Bloud et Gay in 1935 « La Harpe de Saint François »
In het Hongaarsch kwam in 1920 te Budapest van de pers, bij Pantheon Frodalmi Intézet Részvy «A zvermek Jézus Flandriàban» in de vertaling van Harsanyi-Haranghy.
In het Tsjechisch « Pallieter »; in de vertaling van R. J. Vonka, te Praha, in 1927.
Het tooneelspel « En waar de ster bleef stille staan » verscheen in 1926 in het Duitsch, in de vertaling van A. Kippenberg. De Fransche vertaling verscheen in 1928.
« Schoon Lier » verscheen in het Duitsch in 1929, bij het Insel-Verlag, in de vertaling van P. Mertens, « Aus dem schonen Lier ».
Fragmenten van verschillende werken verschenen In verschillende talen in den loop der laatste jaren, samen met volIedige werken.
Een zin wenschen wij hier ter overweging te geven ; « Wie de dichter wil begrijven, moet het land van den dichter leeren kennen.»
Wij waren laatst op bezoek bij Timmermans en wij spraken over zijn werk in vertaling.
Op onze vraag : of hij in contact was met sommige zijner vertalers, antwoordde hij ons :
« De meeste vertalers ken ik niet. Pieter Mertens, die mijn boeken voor het Insel-Verlag te Leipzig vertaalde, is een zeer goede vriend. Hijzelf is Vlaming, van Vianen, nabij Geeraadsbergen, en werkt voor het Insel-Verlag.
Ook de heer Prof. Kippenberg bezitter van Insel-Verlag, heeft eenige boeken van mij vertaald, o.a. « Drie Koningentryptiek » en het « Kindeken Jezus ». Betty Collin vertaalde van mij « Symforosa » en andere novellen. Ik ken haar niet. Evenmin ken ik persoonlijk Nel Doff die « L'enfant Jesus » bezorgde en Bob Claessen die «Pallieter» in het Fransch vertaalde. »
« Camille Melloy, de Pater Jozefiet uit Melle...»
« Dat was een goede vriend. Hij is onlangs overleden. Wij konden best met elkaar over de baan. Hij bezorgde « St. Francois », « Symforosa », « Timmermans raconte ».
Ook Marie Gevers heeft van mij werk vertaald, zooals ge misschien wel weet, nl. «Driekoningentryptiek». Ook een goede kennis, De Deensche vertaler Peter Helium was een tijd in Lier, en wij waren zeer goed bevriend. Italiaanschc, Spaansche, Hongaarsche, Joegoslaafsche en Zweedsche vertalers ken ik niet. Wel de Tjeek Vonka, die al eens naar Lier kwam.»
« Wij weten wel uit de bibliografische nota's links en rechts, en te zien aan uwe mooie verzameling, dat er heel wat werk van U in vreemde talen werd vertaald.»
« Ja. Om dat bondig samen te vatten : in het Engelsch, het Fransch, het Duitsch, het Spaansch, het Italiaansch, het Deensch, het Zweedsch, het Hongaarsch, het Tsjechisch» het Kroatisch, het Joegoslavisch in het Nederduitsch, het Esperanto, het Poolsch, het Petro-Romanisch (een Zwitsersch dialect). Wat mij altijd is bijgebleven is dat er menschen zijn die mijn werk liever in vertaling lezen, zooals die Pater Jezuiet uit Maastricht, die vond het voornamer in het Duitsch, door die hoofdletters, bij elk naamwoord, scheen alles plechtiger binnen te treden.
Dr. Jacobs, uit Essen, met wie ik een paar tooneelspelen schreef, is een goede vriend, en vertaalt bijzonder kleine vertellingen en schetsen in de dagbladen. Eigenaardig is wel, dat er vele Duitschers denken, dat ik rechtstreeks in het Duitsch schrijf. Dit komt waarschijniijk, omdat de naam van den vertaler op de allerlaatste bladzijde staat... en... die laatste bladzijde leest men niet...»
« U zei ons dat er werk in het Engelsch verscheen... »
« Wel in de Engelsche taal. In Engeland zelf verscheen geen enkel werk. « Brueghel» en «Pallieter» zijn in Amerika verschenen. En ja, «Pallieter» kreeg ook nog eens een Engelsch kostuum, in de uitgave verschenen in Australie.»
«Welk is uw persoonlijke meening over de verschillende vertalingen. Want wij weten, er bestaat immers een Latijnsch spreekwoord dat ons zegt dat « Vertalers - Verraders » zijn.»
« Ikzelf kan geen oordeel vellen of de vertalingen goed zijn. Elke taal heeft zijn eigenaardigheden; de kleur en de gestalte van elken zin is gansch anders dan het oorspronkelijke. Dus is 't geen verduitscht Vlaamsch, geen verfranscht Vlaamsch enz. Daarom doet het mij wel genoegen, dat de boeken dan nog graag gelezen worden. Volgens de oplagen althans te bepalen en ook volgens sympathiebetuigingen die ik soms ontvang.
De locale kleur is er zoo wat van weg maar de Vlaamsche eigendommelijkheid blijft echter behouden. De Vlaamsche ziel kan men er niet uit wegwerken. Want moest dat wel zijn, dan ware er wel sprake van verraderswerk. Dat men echter in het buitenland dan toch nog iets anders in het werk vindt, verheugt mij.»
« Dat verheugt ook ons. En wij kunnen U wel vertellen dat onze menschen, die uw werk op prijs stellen, u van harte feliciteeren, nu bijzonder, ter gelegenheid van Uwe bekroning met den Rembrandt-prijs. Wij zien dan ook wel met spanning den dag tegemoet dat er een nieuw werk van U van de pers zal komen. En mocht dit niet zijn... dan willen wij hier onderlijnen wat Frans Mertens ons onlangs nog zegde, dat het een bewijs is voor den auteur en zijn werk, dat men na jaren een werk van hem terug ter hand neemt en met een gulle spanning terug leest om er telkens weer iets nieuws in te lezen of iets dat men graag in zijn eigen gemoed laat naklinken en herleven. »
*****
|