o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
28-07-2014
vrede
But what does revolt mean in a writerly sense? It means, I think, to follow the passion of Harold Pinter, who, in his Nobel acceptance speech—a speech the fake-neutrals at the BBC refused to broadcast because of its anti-imperialist content—advised writers to smash the mirror. I take this to mean a committed refusal to be taken in by the pomp of queens and presidents, of generals and cardinals, of economic ‘experts’ and of chief execs. I take it to mean not turning your gaze away from the ruthless means by which the ruling class maintain their power, no matter what the bribe is. I take it to mean actively taking the side of the oppressed in your work and ignoring any absurd anti-political literary taboos. I take it to mean working in words to capture unflinchingly the shocking image of power and, shocking back, to break it up, to weaken it, to reveal it to the other, to disenchant the world for your neighbour, and to change the dead stone back into living human flesh.
Dave Lordan - The Abyss Staring Back: Shock in Literature, Literature in Shock
de wereld davert. horror op het tv-scherm: een vliegtuig met toeristen wordt in oost-oekraÏne uit de lucht geknald (tot 15 km in de omgeving nog menselijke resten gevonden!), vliegtuigen crashen (in taiwan, in algerije)...
in gaza worden onschuldige kinderen vermoord.
bevolkingsgroepen in/ vertegenwoordigers van landen als zweden, noorwegen, ierland, japan, brazilië, argentinië, colombia, chili en nu ook egypte vertolken openlijk hun weerzin.
belgië labelt dadels, appelsienen, granaatappels, cosmetica en sodastream, producten afkomstig uit de bezette gebieden. het verenigd koninkrijk, denemarken en zuid-afrika deden dat reeds in 2009 en in 2012, volgens de europese en internationale richtlijnen.*
een vredesboodschap op een plein in tokyo
de nationale voietbalploeg in chili draagt de kaart van palestina op haar truitjes
een niet mis te verstane boodschap!
onderstaande links tonen twee interviews: de eerste met de schitterende palestijns-amerikaanse journaliste rula jebreal. de tweede toont kathleen cools, die de belgische israëlier tomer eilon ondervraagt. hij beweert dat de belgische media niet objectief zijn. de brave kathleen laat zich beroepsmatig beledigen, in het oog van de storm. wat een schaap!
Hij schrijft in hoofdletters. En af en toe glipt er een uitroepteken tussen. Zo urgent is de poëzie van Yahya Hassan, de 19-jarige Palestijnse Deen die van zijn debuutbundel ‘Gedichten’ liefst honderdduizend exemplaren verkocht. Het zijn ook geen traditionele gedichten, veeleer schrijnende kortverhalen met een beat van dynamiet waarin de boze jonge dichter de valse baard van de profeet afrukt.
Sinds de publicatie van ‘Gedichten’ staat Hassan onder permanent toezicht: in het land van de Mohammed -cartoons lachen ze niet met lui die de profeet aanpakken. In het station van Kopenhagen is hij zelfs aangevallen door een man met een verleden als terrorist. Gelukkig zonder veel erg, maar sindsdien mag hij niet meer alleen de straat op. Zeker niet in de stad van wijlen Theo van Gogh.
EEN MOSLIM UIT GELLERUPPARKEN
WEET DE WEG NAAR ONZE PORTIEK TE VINDEN
LEEST DE BRIEVENBUSSEN
EN KLOPT OP DE DEUR MET DE MEESTE MEISJESNAMEN
BEOORDEELT HET NAGESLACHT
WIL MIJN KLEINE ZUSJE GRAAG ALS HUISVROUW
VOOR HAAR IN EEN ANDER BETONBLOK EEN PARADIJS CREËREN
MET ALLAH ALS RAADGEVER EN 20 JAAR LEEFTIJDSVERSCHIL
(uit ‘KLOP KLOP’)
yahya hassan is wijs, ondanks zijn rebels imago, ondanks de drammende manier van voordragen. toevallig werd hij geboren in een islamitisch migrantengezin in denemarken. als tiener werd hij in internaten geplaatst, om te beletten dat hij de criminele toer zou opgaan. maar de wereld die hij aanklaagt, kan ook naar andere werelden getransponeerd worden.
in onze westerse manier van leven en denken komt veel geweld voor. soms ook verborgen geweld, verfijnd geweld. zij het in de dominantie van de consumptiemaatschappij, waarbij mensen steeds op afgelikte manier worden voorgehouden dat kopen gelukkig maakt (zoals in het gedicht van medvedev), zij het in het mysterieuze mechanisme dat mensen uitsluit, niet toelaat deel te nemen aan het maatschappelijk leven, iemand te zijn.
vreemdelingen, migranten, illegalen, vrouwen, homo's, gevangenen, mensen met een medisch dossier.... natuurlijk zijn de westerse landen rijk genoeg om deze mensen een aalmoes te gunnen, om zo te kunnen overleven. maar om deel uit te maken van the crowd, daar zijn andere trampolines voor nodig.
ijver, inzet en talent zijn meestal niet genoeg....
en het verschil tussen arm en rijk wordt steeds maar groter.
de laatste dagen toevallig met underground-dichters kennisgemaakt, die ik de nieuwe rebellen noem: de russische kirill medvedev en de deens-palestijnse yahya hassan.
vooreerst een lang gedicht van medvedev:
(Op 1 mei 2014 verscheen de bundel 'Alles is slecht', met gedichten, essays en acties van de Russische dichter en activist Kirill Medvedev. )
in de smolenski supermarkt
in de smolenski supermarkt op de hoek van de tuinring en de arbat heb ik een potje sprotpaté gevonden dat zeven roebel kostte midden in een berg dure luxeproducten; op het potje stond dat een van de ingrediënten parelgerst was ik nam twee potjes omdat ik meende dat dit een speciale aanbieding was voor de buurtbewoners die hier iedere dag komen winkelen maar die natuurlijk niet zo rijk zijn als die volgevreten burgermannetjes die hier vanuit andere stadsdelen komen aanrijden in hun auto’s om voorraden in te slaan; ik nam de paté en begon de rekken met producten af te lopen: ik was nog op zoek naar niet al te dure vis en ik keek mijn ogen uit naar de producten die daar op de rekken lagen en naar de tijdschriften die er heel vreemd uitzagen in dat decor van voedsel ik liep daar zo lang rond dat de bewakers die de wacht hielden om diefstal te voorkomen het zat werden me in de gaten te houden ik vond het daar nu eenmaal zo mooi ik had het daar zo naar mijn zin; ik herinner me dat ik niet werd afgeleid door de andere klanten omdat ze mij niet interesseerden er waren trouwens niet zo veel klanten onverschillig bijna zonder te kijken stouwden zij die mandjes op wieltjes vol met producten terwijl ik met zorg en piëteit ieder product onderzocht en me overgaf aan de lectuur van de geraffineerde benamingen van die prachtig verpakte etenswaren, soms deden die mijn hoofd duizelen (er was bijvoorbeeld een product met de naam ‘twee regenboogforellen’) ik liep daar zo lang rond dat ik uiteindelijk ten prooi viel aan een vreemd gevoel; het was een soort melancholie; het was een akelig soort verstikkende melancholie, een soort medelijden; ik kreeg erg te doen met die vissen, met de wijn, enkele honderden soorten, die verkocht werden in die winkel, en met al die gebakjes, die tijdschriften, die snoepjes, die enorme dozen snoepjes, die gigantische stukken vlees, en vis, een tijdlang staarde ik naar al die mooie domme dure blingbling die daar verspreid lag op de rekken van de supermarkt en ik begreep dat dit wellicht de basisbrandstof was van onze maatschappij (niet omdat we allemaal in een consumptiemaatschappij leven, maar gewoon omdat de rest entourage is terwijl je van voedsel kan zeggen wat je wil maar het zijn proteïnen het is de basisgarantie voor gezinsgeluk en welvaart in wezen wordt alles veroorzaakt door voedsel, en daarom hoeft het misschien niet te verbazen dat voedsel de oorzaak is van gezinnen die uiteenvallen van relaties die stuklopen en van moorden); na zo nog wat rondgelopen te hebben drong het besef tot me door dat mijn verstikkende gevoel van medelijden met die producten ook een soort fetisjisme was en ook een vorm van materialisme; want eigenlijk is er geen reden om te doen te hebben met de producten die dat alles veroorzaken; ik betaalde voor een visfilet en voor de twee potjes van die verbazingwekkend goedkope paté die ik bij mezelf ‘de paté der armen’ noemde en toen ik op straat stond met die producten drong het tot me door hoe vaak mijn afschuw voor de grimas van de consumptiemaatschappij omslaat in sentimentaliteit
Kirill Medvedev behoort samen met de feministische punkgroep Pussy Riot en het kunstenaarscollectief Chto Delat uit Sint-Petersburg tot de jongere generatie schrijvers en kunstenaars in Rusland die zich verzet tegen het regime van Vladimir Poetin. Uit protest tegen het corrupte en ingedutte literaire milieu in zijn land kondigde Medvedev in 2003 het einde aan van zijn literaire carrière. Een jaar later gaf hij ook zijn copyright op, zodat tegenwoordig alleen nog piraatedities van zijn werk kunnen verschijnen. Een paar jaar geleden begon Medvedev in Moskou een eigen uitgeverij, die voornamelijk door hemzelf verzorgde vertalingen van westerse marxistische auteurs als Pier Paolo Pasolini, Herbert Marcuse en Alain Badiou publiceert. Daarnaast speelt hij in de band Arkady Kots, vernoemd naar de Russische dichter die DeInternationale in het Russisch vertaalde. Met die band brengt hij teksten van de bekende Russische ‘kunst-terrorist’ Aleksandr Brene ten gehore.
Kirill Medvedev. Alles is slecht. Gedichten–Essays–Acties. Leesmagazijn, 2014. Vert. uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen. ISBN: 978-94-91717-09-3. € 19,95.
Maarten van der Graaff wint C. Buddingh'-prijs 2014 donderdag 12 juni 2014
Dichter Maarten van der Graaff wint met zijn bundel ‘Vluchtautogedichten' de C. Buddingh'-prijs 2014 voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het afgelopen jaar. Van der Graaff neemt de prijs vanavond aan het slot van het feestelijke uitreikingsprogramma op het 45e Poetry International Festival Rotterdam in ontvangst. De jury, bestaande uit Anne Vegter, Patrick Peeters en Rokus Hofstede, noemt Van der Graaff 'een uiterst vindingrijk en beweeglijk dichter' en 'was onder de indruk van de spankracht van Van der Graaffs gedichten, qua compositie, woordenschat en thematiek.' Ook de debuten van Hanneke van Eijken, Josse Kok en Hannah van Wieringen waren genomineerd. Aan de C. Buddingh’-prijs is een bedrag van € 1.200,- verbonden.
ZO. DiT WAS DUS POETRY INTERNATIONAL 2014!
heb de indruk dat ik mijn berichtjes beetje slordig heb ingetikt.
heb ook niet alle optredende dichters belicht: er was ook nog Monica Aasprong, Paul Bogaert, Julian Talamantez Brolaski, Jules Deelder, Adam Dickinson, Martín Gambarotta, Roni Margulies, Véronique Pittolo, Alfred Schaffer, Habib Tengou....
maar had al van in het begin een keuze gemaakt, vermoed ik. of lag het aan mijn pc, die voortdurend kuren had bij dit bloggen, en alleen die dichters doorliet die aansloten bij mijn intiemste poetische beleving?
‘Een van de opgaven die ik als dichter heb is om naar de buitenwereld te luisteren in relatie tot iets als een binnenwereld die anders onleesbaar zou blijven. Die twee wil ik verbinden en het verband klank geven.’
Dit verklaart de schijnbaar improvisatorische gang van zijn gedichten. Regels zijn aan elkaar gekoppeld via steeds verschuivende verbanden: ritmisch, syntactisch (bijvoorbeeld in een gedicht dat voortkomt uit variaties op een enkele zin van Simone Weil), klankmatig. Zo ontstaat een golvende zangerigheid.
jaja, golvend zangerig is peter wel: bij het voordragen golft en zingt zijn lichaam, alsof hij zich aanschurkt tegen de liefde. hij is een amerikaan, misschien van italiaanse afkomst. dat zingen, die lichaamstaal: puur mediterraan!
DE GROEIENDE RAND
Er is een scherpe punt in de lucht een verre gons dat noem je gezang en hoeveel nachten dit megagroot, gestriemd gestemd, ik vraag me af of je me hoort ik bedoel ik praat via jou in mezelf kat de lucht af jij bent daar ergens vannacht en ik ook al zolang als ik weet praat ik met de lucht wat is dat hard zijn maakt ’t uit bedoel je hoe ver kan ik ernaast zitten, hoe kon het me ontgaan want dat doet het helemaal oké dan ik weet niks van de wereld zie hem nu kan echt zien dat er een scherpe punt een verre gons naar de lege klokslag herfst rommel het is grimmig, gratuit het asfaltkarakter deze gevoelens het is zondag in de ruimte en in het briesje strooisels, wezens die je voelt achter het gat in de dag, vonken grimmig puntig hier ben ik niet eerder geweest, mijn stem zoekt naar een deur dit zeeverschietlicht dat in de muil reikt wat wil het zeggen die kamer ingaan de laatste keer wist ik er nog van een on samenkomst elk stukje open hemel erin de diepe kilte die verzint, en is het troost de kou die terugkeert helder nu en kristallijn de kou en ik sta voeten op de grond ik bevroren en ik voel dat om de dood van dienst te treffen wij een lichaam in ons dragen bevroren grond wat wil het zeggen hard zijn of een gedicht schrijven ik bedoel heel die kolk van thuis die instort binnen een diepzeegehuil flits bliksem geboortestormen bleekheidsweer leven verblindend
Mohamed Al-Harthy was born in al-Mudhayrib, Oman, in 1962. He has a degree in Geology and Marine Sciences. His first poetry collection came out in 1992, and since then four more. He writes on travel in Arab newspapers. Some of his poetry has appeared in English, French, German and Malabar translation.
In 2003 he won the Ibn Battuta Award for Geographical Literature for his travel book Ain wa Janah [Eye and Wing], first published in Abu Dhabi in 2004, then by Dar al-Jamal in 2008, with the third edition being published in Kitab fi Jareeda in 2009.
je zou het als westerling niet geloven, naar er bestond ook zoiets als een pre-islamistische periode in de geschiedenis van het midden-oosten. een tijd waarin dichters prachtige poëzie schreven, die uitblonk in klankrijkdom en lyriek.
maar, zegt mohamed-el-harthy, alles is nu aan het veranderen, ook moderne poëzie komt in de mode, zoals prozagedichten.
hierboven een leuke jeugdfoto van mohamed. hij refereert in zijn gedichten dikwijls naar europese literatuur. of beter: internationale literatuur, want mohamed is een bereisde man!
EEN RUSTPUNT IN DE PAUZETUIN
Pauzes worden zoiets als rustpunten waar een mens niet buiten kan bij het lezen als hij het poëtische moment dat, onafhankelijk van de harmonie van het hele gedicht, uit elke regel tevoorschijn springt. De pauze is zeker geen typografisch instrument, in tegendeel, het is een psychologische gesteldheid. Die is soms belangrijker dan de dichtregel die eraan vooraf gaat. – de Peruviaanse dichter Alberto Hidalgo
Ik ga rusten, beste dichter, ik ga rusten… ik zal de aanwijzingen van de weg volgen - of ik wel of niet over stenen struikel niets zal me weerhouden om struikelstenen toe te voegen als ik over de drempel ben gestapt:
Een gladde stopsteen om te herademen tussen hijgende zinnen of een rots op weg naar de afgrond voordat zij in de volle leegte komt die het penseel van de schilder vergat in te kleuren tussen de steen van William Butler Yeats en de rots van de moeallaqa van Imroe ’l-Qays…* omdat elk gedicht voor zijn geboorte in zich nageslacht en voorouders draagt – of het gestommel tussen de ene en de andere regel kort of lang is…
Met of zonder reden schittert een zin tussen haakjes hij vertraagt de stroom, hij vertraagt de stroom om als vloedstroom los te barsten als de (openende en sluitende) haakjes hem niet grijpen als dat bestaat! als hij er niet is, dan bedekt of onthult de verborgen valstrik tussen de regels een plotselinge ritmebreuk
Hoed u voor de puntenregels (de regels die niets zeggen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . hoewel zij alles zeggen in de tuin van pauzes wat wel en niet gemist kan worden… want zij zijn de bewaarengelen van het gedicht in weddenschappen van de eeuwigheid die niet genoeg heeft aan de duurzaamheid van steen leve het gedicht, dat hij leve alle dagen van zijn leven dat niet eindigt tussen de bladzijden van een boek
Opmerking vertaler: *Volgens de overlevering werden in de voor-Islamitische tijd enkele bijzondere gedichten aan de Kaaba gehangen. Deze gedichten kregen de naam ‘moe’allaqa’ = ‘opgehangen’ gedicht.
vandaag post ik filmpjes van de verrukkelijke duitse dichter norbert hummelt en de zuid-afrikaanse charl-pierre naudé.
hummelt blijkt een verlegen, lieve man, die herinneringen opschrijft en ze verbindt met huidige impressies. zo weet hij niet meer of het wel herinneringen zijn. onderstaand gedicht is duidelijk erotisch.
SYRINX
een hete zucht in mijn nek die me wekte: je kwam met je tong aan mijn oor ik was al aan het dromen toen je bij me kwam liggen dauwfris gedoucht en zonder nachtjapon.
toen lagen we naar het plafond te staren. het zwijgende verwijt hield je me voor. ik zei alleen dat ik nu niets meer zeg. toen begonnen we te praten en stortten almaar dieper
neer. de volkomen duisternis waarin ik loop. zelfs de trams zijn leeg omstreeks dit uur. alleen mijn stappen op de stenen galmen. het eerste licht komt uit
de bakkerijen. de eerste vogels worden wakker. je slaapt misschien. maar ik ben de koudste van allen en kan het me niet vergeven: verlossen kan me alleen je hete zucht.
maar ik wil dit gedicht er nog aan toevoegen, vind ik 1 van zijn beste:
PAN IN HET RIET
hoe deze hete wind, sirocco, alles lamlegt .. modderige bodem, oeverriet, wortelstelsel, alles zo tergend traag, olijfgrijs getint dat iedereen van de hitte kreunt zoals die keer toen ik in palermo was, bij het ochtendgloren in de eerste bar, toen de espresso me terug in het leven haalde; ik kon niet slapen want ik besefte dat ik waar ik ook heenga sterven moet. kon zo niet in de catacomben van de kapucijnen, niet bij de mummies, schedels en skeletten. ik wilde liever nog een keer naar zee en doen alsof ik de ogen kon sluiten, de wind, de warmte, golven om me heen, en dommelen, dobberen .. zijn wij het eerst aan de kleine baai? kom je mee zwemmen? het water is niet diep. maar iemand zit daar al voor ons in het riet, keert ons zijn blote rug toe. ’t is nu wel beter als je hem niet stoort: het is die vent waar de hond bij hoort, de dog. maar hij merkt ons niet op, hij heeft oortjes in. je roept me toe: zwem niet te ver van de oever. maar weer hoor ik hem in mij zingen .. onder mijn voeten zijn nu slingerplanten. voor mijn ogen bliksemt het: de libel. nog twee, drie slagen, doet niet erg zeer. hoe snel kan ik mijn hele leven zien en dan raak ik de grond niet meer.
My motor stippel deur die knewel van ’n berg- tonnel;
’n spoormetaal in klip wat gestolde lig stort.
Ek bring ’n klip en dit bring vir my
geklonte spikkels wat deur die newel glip.
dit is denk ik maar een fragment, vond het filmjke op internet. charl-pierre droeg het niet voor op poetry international 2014, maar op soort zuid-afrikaanse dichters in de prinsentuin, in het breytenbach centrum in wellington, zuid-afrika.
charl-pierre is trouwens een oude bekende van me.
in mijn dagboekaantekeningen vond ik ik deze nota:
zaterdag 12 maart 2005
Tot nu toe heb ik altijd gedacht dat poëzie te maken had met taal. Poëzie was talig, een bijna organisch en vooral subliem gestructureerd spel met de taal. In vrouwentaal: poezie was niets minder dan een ingenieus breiwerk, gaande van het dooreenweven van draden in de rijstpapsteek tot het nog redelijk eenvoudige rechts-links rechts-links, tot de meest ingewikkelde jaquardpatronen waarin de breister zich verliezen kan.
Nu denk ik helemaal anders over poezie. In poëzie is taal alleen maar een middel, geen doel op zichzelf. Taal is een van de vele wegen naar poëzie. Taal is de wagen waarop poëzie kan worden vervoerd, taal is een vervoermiddel, een mogelijkheid tot het bereiken van.
Taal is het lichaam van de poëzie. Poëzie zit binnenin dit lichaam, poëzie is het hart, poëzie is de ziel.
En volgens de Zuid-Afrikaanse dichter Charl-Pierre Naudé heeft poézie alles, maar dan ook alles te maken met verbeelding.
Ik voeg hierbij een citaat uit de poëziekrant:
‘Bij zijn verder dichtwerk trekt Charl-Pierre Naude deze narratieve lijn door. Hij neemt meer en meer afstand van de traditionele dichtkunst: ‘Digkuns is nie meer vir my sininiem met die manipulering van die tekstuur van taal nie. Dis nie vir my sinoniem met klank nie. Digkuns is vir my eender ’n manipulering van die moonlikhede van verbeelding.’
(Poëziekrant 5de jaargang nr 20 september-oktober 2004, p. 68)
ann jäderlund las gisteren haar gedichten voor. het profiel van een sjamaan, alhoewel ze een mooie voilen tuniek droeg, en een 7/8ste broek (beige). op sandalen, bizar. ze is ouder dan op deze foto, maar daarom niet minder mooi. ze leest heel verlegen, ondersteunt haar hoofd, net of ze pijn heeft. heel aarzelend. in het interview zei ze: al wat evil, strange and unfair is wil ik beschrijven, want het leven is zo. to express complexity. en ook dit is schoonheid. ze cirkelt en cirkelt rond haar gedicht; als je in iets geïnteresseerd bent komt het naar je toe. nu wil ze over the lack of love schrijven, the love that nevertheless exists. I have become narrowminded.
ZELF BEN IK TOTAAL VAN KAART DOOR DE KRATERS DIE ZE CREEERT TUSSEN HAAR WOORDEN. HAAR VERZEN. VOOR EEN NIEUW VERS BEGINT, EEN WERELD.
WAAROM ZIJN WE NIET IN HET PARADIJS? Ik ga dood. Diep erbuiten. Buiten mezelf om. Ik ging dood gisteren en sinds mijn geboorte. Ik werd niet uit mezelf geboren. Ik word verknoeid. Mijn lichaam ontbindt alles wat ik bezit. Ik kan er niet in zijn.
Wie recht het hoofd in gaat. Recht omhoog in een van de smalste kanalen. Als de lichamen vernietigd worden. Wie binnengaat. Als je iemand ziet die eigenlijk niet kan geven. Die niet gelooft. Dode lichamen van voedselgeschenken voorziet. Of als het lichaam te veel opgesmukt wordt. Verminkt als het verminkt wordt. Vernietigd door de haat zelf. Dan is niets daarvan daarin. Wat kan komen zal komen. Onveranderd van vorm. Wendt zich naar de binnenste achterkant van de ogen in het hoofd. Misschien voor altijd opnieuw
Wat in het water is. Maar niet het water is. Wat het water niet kent. Maar het water van binnenuit is. Wat niemand kent. Maar alles van binnenuit is. Wat niet bestaat. Waarvan het lichaam niet bestaat. Geen reuk gehoor. Gezicht noch spraak. En niet vergankelijk is.
Daniel Falb kijkt heel teder als hij aan een nieuw gedicht begint. praat hoogstaande wartaal. toch heb ik begrepen dat hij woorden, zinnen uit verscheidene taalregisters in elkaar laat vloeien en zo vreemde effecten bekomt. heeft veel plezier met zijn eigen poëzie. is fysicus en filosoof. wordt beschouwd als een politiek dichter, alhoewel hij dat zelf niet echt gelooft. hij schrijft wel over hoe structuren en rituelen het maatschappelijk leven bepalen.
I dwell in Possibility... Emily Dickinson ***
zie die doenerige families eens wonen. vandaag is het de dag van de zes miljard. historische veldslagen achtervolgen ons en wij hen.
door histamines overweldigd komen velen dus natuurlijk ter wereld... een jarenlang gerepeteerde, jarenlang niet opgevoerde parade.
……….....superieure vormen van je schamen, van sterilisatie als je een kitten bent. de presentatie van een gezicht als ontharing en wereldtentoonstelling.
crystal palace toont het vuur zelf van de naties en het geboortedom……....... dat is het adres van een struik, een blaadje, een dotje cellen.
ik betrad het landenpaviljoen en kwam er als uitgebreide familie weer uit. ik trans- planteerde in 1967 het eerste menselijke hart, in een tweeling.
comfortabele wandelpaden verbinden de zandgronden, makkelijke wandeltijden verlichten haar vlammend, de biënnale. eenkleurig beschilderde macrofagen.
…..……..welke werkfase is dit en wat ervan overblijft. het afstoten van de organen. het afstoten, van de hand, van de kunstenares.
Optreden van de verrukkelijke countertenor Oscar Verhaar, die teksten zong van Constantijn Huygens... ik voeg er nog een utube filmke bij, want dit is een engel...
mijn selectie dichters, gespot op de openingsavond van poetry international 2014...
lees het sublieme bijengedicht, maak kennis met de hilarische strapatsen van de braziliaanse dichteres ana, huiver bij het sérieux van daniel, glimlach om de kafkaiaanse mohamed, en ijl doorheen de afstanden van ann...
Norbert Hummelts rechte, blokvormige gedichten vol nevenschikkende zinnen lijken op het eerste gezicht neutraal geformuleerde vluchtige notities. Toch is het juist die vorm die bijdraagt aan de spanning die in al zijn gedichten voelbaar is. De ruimte die het gedicht op papier inneemt, heeft hetzelfde kleine, soms zelfs benauwde van de ruimte die met de gedichten wordt opgeroepen. Tegelijkertijd sluit de begrensde ruimte van het gedicht ook aan bij de veilige en overzichtelijke ruimte van de herinnering. Hummelt haalt (fictieve) herinneringen naar boven en laat die botsen met de gewaarwording of ervaring van een actueel moment. Ook de manier waarop de ene gedachte in de andere haakt, het gebruik van half afgemaakte redeneringen en elliptische formuleringen herkennen we maar al te goed. Ja, zo werkt de geest, zo werken associaties. Hummelt laat zien hoe de ene gedachte de andere voortbrengt en daarmee hoe zich onverwacht een scherp inzicht kan aftekenen.
de bijen zitten in de wintertros, je ziet ze nu om deze tijd niet meer ; hun gezoem dringt nauwelijks door de mond van de lade als ver gedreun aan mijn zwakke oor .. ze zitten er dicht bijeen te gonzen en houden zichzelf met hun gonzen warm. en voor de dagen als het vriest, vertelt de imker, bereid ik het suikerwater voor. het suikerwater: ja, dat werkte altijd. lang geleden zat ik zelf in zo een tros, de stemmen zoemden altijd om me heen, zo naadloos was het gepraat. ik zat als kind aan de gedekte tafel. waterig de koffie het mocht geen naam hebben, die kon je als kind al drinken. de waterketel stond steeds op het fornuis. de kamer was naar buiten afgeschermd. het hele jaar gaf een lamp er licht. maar de kersentaart was weergaloos en er was geen zondag zonder taart. de bodem kruimeldeeg en dan de room, telkens zo vers geklopt .. ik wilde nooit van deze tros vandaan. ik hoor nauwelijks nog wat de imker zegt: als op het eind van mei het koolzaad in bloei staat .. toen je voor elk volk tien mark ontving. de honing is geslingerd voor dit jaar. de bijen zitten in de wintertros, ze houden zichzelf met hun gonzen warm; zelfs mijn kindergeloof verwarmt mij niet meer ik kan niet gonzen en mij steunt geen zwerm. ik sta slechts en loop een paar passen van de braamstruik naar de bijenkast en mag een tijdje in de tuin blijven tot men me voor de koffie roept: ogenblikje, ik ben er zo .. ik sta voor de korf met lege handen. de regen klettert op het dak van het prieel. de bijen zitten in de wintertros.
Ann Jäderlund is dichter en toneelschrijver. Haar poëtica is intrigerend, soms introvert en somber, soms ironisch en grappig, altijd fascinerend. Jäderlunds gedichten laten zich niet vluchtig lezen. Ze bieden weerwerk en zorgen voor verwarring bij de lezer. Jäderlund maakt vooral in haar vroege werk gebruik van intertekstualiteit. Ze verwijst naar bijbelverzen, een Zweeds legendarium of naar vergeten vrouwelijke auteurs. Na haar poëziedebuut Vimpelstaden (1985) verschenen Snart går jag i Sommaren ut (1990) en cilinder i vattnet av vattengråt (2006). Jäderlund werd in 2004 bekroond met De Nios Stora pris en in 2004 met de Dobloug Prize .
Op die wanhopige afstanden. Die noch hier kunnen zijn noch daar. Ze glanzen vanuit hun domeinen. Tillen zichzelf omhoog en worden zwart. Het is zo dik. Het zijn enkel deze laatste dagen die naar hun plaats teruggaan. Men kan van plaats verwisselen. Maar niemand die het doet. De atomen zelf kunnen wel van plaats verwisselen. En alles zelf.
Hu Xudong werd onlangs genoemd als een van de tien Top New Poets in China. Hij schrijft poëzie en essays, maar is ook werkzaam als columnist, vertaler en tv-presentator. Xudong is gepromoveerd in de Chinese hedendaagse letterkunde en doceert aan de Universiteit van Peking. Zijn poëzie is sterk narratief en weet in rake bewoordingen een uitgesponnen verhaal te vertellen. Xudong incorporeert verschillende taalsituaties in zijn gedichten. Zo maakt hij gebruik van provinciale dialecten maar refereert hij ook veelvuldig aan klassieke (Chinese) teksten of advertenties.
MAMA ANA PAULA SCHRIJFT OOK POËZIE
Mama Ana Paula schrijft ook poëzie. Met een sigaret van maiskolfblad in haar mond smeet ze me een dikke dichtbundel toe en zei : ‘Lees maar.’ Het is waar, mama Ana Paula, onstuimig als de Atlantische Oceaan, de moeder van mijn student José, twee ronde Braziliën op haar borst, een stuk Zuid-Amerika op haar billen en een buik vol bier, schrijft ook poëzie. De dag dat ik haar voor het eerst ontmoette en ze me optilde, als een arend die een prooi greep, wist ik niet dat ze poëzie schreef. Toen ze me begroette met een mondvol ‘lul’, met haar grote palmboomhanden over mijn gezicht aaide, met haar marihuanatong mijn paniekerige oren likte, wist ik niet dat ze poëzie schreef . Iedereen, inclusief haar zoon José en haar schoondochter Gisèle, zei dat ze een losbol was, maar niemand zei me dat ze poëzie schreef. José zei: ‘Zet mijn leraar neer, lieve losbol van me.’ Dus zette ze me neer, bleef naar willekeur ‘lul’ uitspuwen en ging een andere prooi pakken. Kijkend naar haar sterke rug, die zelfs als ze dronken was nog altijd een stier dodelijk kon vloeren, kon ik me totaal niet voorstellen dat ze poëzie schreef. Ook vandaag, een dag dat mama Ana Paula buitengewoon kalm is, kan ik me niet voorstellen dat ze poëzie schrijft. Toen ik met José het huis binnenliep en een glimp van haar opving, rokend bij het zwembad, met gespreide armen en benen, kon ik me ook niet voorstellen dat ze poëzie schreef. Toen ik in de woonkamer een gespierde kerel met Bob Marley rastahaar tegenkwam en Gisèle me vertelde dat hij het vriendje van haar schoonmoeder was van de avond ervoor, geloofde ik helemaal niet meer dat mama Ana Paula die elke dag een gespierde kerel had ook poëzie kon schrijven. Maar het is absoluut waar dat mama Ana Paula ook poëzie schrijft. Waarom zou de boerende en scheten latende mama Ana Paula geen vrouwenpoëzie zonder boeren en scheten mogen schrijven? Ik bladerde de dichtbundel van mama Ana Paula helemaal door. Inderdaad, mama Ana Paula schrijft poëzie. Geen vette poëzie vol drank , geen poëzie met marihuana en lullen, of gespierde poëzie met gespierde kerels. In een gedicht met de titel ‘Drie seconden stilte in een gedicht’, heeft ze geschreven: ‘Geef me drie seconden stilte in een gedicht, dan kan ik daarin de donkere wolken van de lucht beschrijven.’
Daniel Falb, in 1977 geboren in Kassel en sedert 1998 woonachtig in Berlijn, behoort tot de grote stemmen van de jonge Duitse dichtersgeneratie. Ook met schrijven begint hij in 1998. Hij neemt deel aan het auteursforum ‘lauter niemand’ en publiceert in eerste instantie in tijdschriften en bloemlezingen, onder meer in ‘EDIT’, ‘Zwischen den Zeilen’ en de bloemlezing ‘Lyrik von JETZT’ (DuMont 2003). Zijn debuutbundel, ‘die Räumung dieser parks’, uit 2003, was indertijd ook de eerste publicatie van de sindsdien veelgeprezen en meermalen bekroonde uitgeverij kookbooks. In 2009 verscheen zijn tweede bundel BANCOR (kookbooks 2009).
de meetbare diepte van de organisatie die ons animeerde. de oermeter ijken. de huizen bestaan uit cake.
montagne sainte-victoire’s twenty four expiring versions per time unit. let op de houdbaarheidsdatum van de dingen om ons heen .
de natuur produceert kant-en-klaargerechten. door publieke functies gaat het geoogste dus, gaat het lichaamsgewicht gekleed heen.
we lagen bovenop elkaar, in de generatietijd. op mij drukte een president en de eindeloze rij van zijn ferventste doubles.
zegt de ene erwt tegen de andere. de bevoorradingslijnen zijn tot de nok toe be¬dekt met woongebieden. gazons van burgerbureaus.
als structuren de straat op gaan, wat is dan de straat. en het fruit, aan de struik seconden lang optimaal geconserveerd.
in de levensmiddelenafdeling rekende ik af en kreeg van de automaat geld terug dat aan de bomen groeit.
Mohamed Al-Harthy schrijft gedichten en reisverhalen. Zijn poëzie wordt, in tegenstelling tot veel andere Arabische dichters en tot de Arabische traditie, gekenmerkt door vrije verzen. Ook wat betreft thematiek wijkt Al-Harthy af van de Arabische conventies en zijn poëzie wordt omschreven als surrealistisch.
CAFÉ KAFKA
Nee, ik houd me niet bezig met het verhaal over dit beroemde café vlak bij de oude joodse wijk, in Širokastraat 12 in Praag, en ook niet met wat ik in Muscat duidelijk zag op het filmdoek van de fantasie (met zijn houten stoelen en katoenen parasols op het terras) Duitse toeristen bezochten hem en rijke Indiërs met gouden kettingen en de meestal failliete Omanis hoewel ze nog steeds voor het caféterras hun ronkende snelle auto’s zadelen…
Blijf ver van de werkeloze Kafka-adepten als zij de lach van de serveerster oproepen (na hun snelle mislukking om korte verhalen te schrijven) dat zij in het cabinet van de Sultan werken of bij de bank van Muscat of – loyaal aan Kafka – bij een verzekeringsmaatschappij terwijl ze, met gemaakte Muscaatse nonchalance, de zakdoeken voor hun tranen verbergen achter de glimlach van hun fladderende geesten die niet stoppen met roken
Over dit café en dat andere café heb ik het niet maar over een café waarvan ik dikwijls droomde ondanks dat ik nooit in staat zal zijn om een café te openen op Shatti Al-Qurum in Muscat omdat ik niet de nodige liquide middelen op mijn rekening heb die dezer dagen net zo leeg is als de waterlopen om niet te spreken van mijn armzalig onvermogen het café te runnen met een geïmporteerde lach uit Nepal of de Filipijnen…
Zo probeerde ik, met het voorbijgaan van de dagen, te vergeten dat het knoflook van de gedachte niet zo scherp meer was als in vroeger dagen ondanks dat ik mezelf en de koffie van het huis verwaarloosde, werden de spijkers van verdriet over het schrift van Hemmingway uitgegoten (waarin ik tenslotte mijn gedichten met potlood placht te schrijven) om ze daarna uit te typen op de tekstverwerker die mijn vriend Oerwa Ibn al-Ward had uitgevonden voor de komst van de Islam
Terwijl het meer van de fantasie niet wanhoopte over de knoflookgeur van de gedachte – overviel die fantasie mij met het plan op deze bladzijden een café te openen zonder dat er stoelen in de schaduw of een goddelijke zon moet zijn boven en behalve het welkomstbord voor gasten
Welkom. U bent welkom Geniet hier van uw mooiste uren en drink een kopje van uw favoriete koffie (met een welkomstKafkakoekje)
Luister naar een tussen de regels verborgen fragment van Johann Sebastian Bach… en als je, en als je geen portret van Charley Chaplin ziet op de papieren wikkel zie hem dan in je gedachten en vergelijk hem met zijn evenbeeld en lach en als je dat niet kunt – als je dat niet kunt, dan mag je de glimlach nadoen van de acteur die op de televisie voor tandpasta reclame maakt mits je doet alsof je de gebeurtenissen van het verhaal dat nu eindigt, bent vergeten door de rekening te betalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . uw vriend Franz Kafka betaalde al
niet het onweer en de hagelbuien, maar poetry international 2014!
ik hou volgende dagen vrij om de esbattementen te volgen op livestream.
toch in meander reeds een voorproefje ontdekt:
Antoine de Kom Dichter en forensisch psychiater Antoine de Kom (Den Haag, 1956) begon in de jaren negentig met het publiceren van poëzie. Hij debuteerde in 1991 met de dichtbundel ‘Tropen’, later volgden de bundels ‘De kilte in Brasilia’, ‘Zebrahoeven’, ‘Chocoladetranen’ en ‘De lieve geur van zijn of haar’. Antoine de Kom is van Surinaams-Nederlandse afkomst en bracht een groot deel van zijn jeugd in Suriname door. Zijn gemengde afkomst en de ervaringen uit zijn jeugd hebben in belangrijke mate zijn poëzie bepaald. Met zijn zesde bundel ‘Ritmisch zonder string’ won hij de VSB poëzieprijs in januari van dit jaar. Op 10, 13 en 14 juni aanstaande zal de dichter optreden in Rotterdam tijdens het Poetry International Festival.
wat ik vooral mis? het licht dat op een zwarte ouderwetse lincolnjas te warm is van zichzelf te heet voor de tijd van het jaar: in elke hoek van de zachtgele kamer heb ik een ventilator die me de wenkbrauwen doet fronsen, een knagend schuldgevoel iets dat opwindt in de stilte rond rotan het kraken van stoelen terwijl in de tuin de kleuren eindelijk tot bedaren zijn gekomen.
ik ben de vliegen hier in dit huis. en met de spiegels ben ik één. al ontbonden een voetstap het knielen de kus op de grond dierbaar ten teken van wat groen groen doet lijken.
we zullen allemaal een voor een op onze eigen dag in zwarte warme duisternis verdwijnen. je mag dan wel tien instrumenten om je nek bespelen – when the saints go marching in. de heilige theresia van lisieux stelt me voor raadselen. ergens in de filipijnen vroeg iemand waarom het rozen regent als bruine tantes ritmisch dansend zonder string en in hun handen klappend op het altaar goddelijk genot in goddelijk genot veranderen. rozen die zwaar geuren en zwoel de naaktheid van hun dans bloter maken dan bloot dalen op ons neer.
Kopters zijn dieren bijzonder bedreven in het ontkurken van de grote stilte. zij bewegen fluisterend en beloven nooit. rond het middaguur werpen zij lange overlijdensadvertenties af. opdat men zich berge en verblind door hun lichten geen palm meer ziet. aan de sushibar probeerde ik weer de onvindbare vis terwijl een begeerlijke chinese zich gelukkig achter haar haren verborg. ik at inktsoep. zei iets. eigenlijk gaat dit gedicht over de noordzee waar als booreiland zich een designer toont en hij ontwierp in hun volle omvang de berghellingen van de vijzelstraat. daar ging een man overboord die vertelde dat de zee bij lihue heden ten dage volstrekt onbegaanbaar is. in haar parkje ontmoette ik de koningin die niet meer was. zij stond waardig maar wenend tussen haar rozen. op het bordes een vonkend dovende diamant. dichten is zulk doven. zij nam potlood en peillood. keek met aarzelende ogen naar een man die haar (onder ons gezegd) net iets te vaak bedankte. bedanken is wel hoffelijk maar vooral voor de vaak zei ze en een verkoolde steen rustte in de palm van haar hand. nergens is het beter dichten dan op aanrollende golven. men neme een stevige regel en houde zich daaraan vast. de golven breken op. de regel wordt schuimend gedicht en als de golf op het punt van omslaan komt is de bladzij altijd sneller. dichten is zulk omslaan golven zijn al brekend en ontrollen dan pas echt hun poezie. bij een eiland hoort een witte broek. de blote voeten in het zand zeggen dat zon en lichte afzondering het bestaan draaglijker maken. voeten in zand. handen in ontroostbaar water.
voor de rest: een getroebleerde periode achter de rug. mijn waterkoker slaat voortdurend aan, zonder dat wij hem aanzetten, mijn horlogebandje kapot (zweette ik zo erg?), mensen vertellen weer hun afschuwelijke verhalen (ik wil altijd zeggen: kijk, mensen, naar de wereld, hoe mooi!), mijn pc wordt overrompeld door rare popups (eergisteren begon een meisje zomaar een liedje te zingen!), a. heeft kletterende ruzie met zijn zus en soms kraakt mijn rechteroor. maar een lieve dame stuurde me al twee keer een mail: wil je artisjokken?
voorts ontwikkelde ik de laatste dagen de vreemde gewoonte om thee op te eten ipv te zetten, en finaal maakte ik gisteren deze rozenkiekjes in coloma. mijn batterijen waren zowat leeg, dus ik moest me beperken tot enige fotookes, anders was dit een afzonderlijke reportage geworden...
de foto is een beetje wazig, naar daarom niet minder mysterieus!
argh! al meer dan een halve week achterstand opgelopen door rugpijn. ik noem mijn pijn mister lum en praat ook met hem. het was duidelijk een lichte vorm van lumbago, die dan toch meesterlijk besliste over mijn activiteiten: ik kon een paar dagen niets anders dan liggen, want elke beweging deed pijn. een reden te meer om lui in mijn bedje te blijven en mijn huisgenoten te belasten met de huishoudelijke karweitjes. natuurlijk heerlijk veel boekskes gelezen...
bovenstaande cover is van een boek van alessandro baricco: de barbaren, een essay over de mutatie. een weird boek! alessandro bezigt een bizarrre schoolmeesterachtige stijl, die nog grappig is ook, en wil aantonen dat we in een veranderende tijd leven. hij heeft zeker een punt: zijn stelling dat de tijd van het zeggen plaats heeft moeten maken voor communicatie, vind ik wel een doordenkertje.
en chardonnay is tegenwoordig wat hij noemt een hollywoodwijn, die wijnkenners en traditionele wijnboeren grijze haren bezorgt. toch dacht ik direct: ach, dat exclusieve, welke gewone mens kan zoiets constant ervaren? ik ben heel blij met een gekoelde chardonnay op een zomers terrrasje, en het kan me worst wezen als die niet volgens de regels is gemaakt. ik luister naar mijn eigen smaakfeetje. als ik vrolijk ben en het snikheet is, vind ik elk gekoeld drankje hemels...
la superba van ilja leonard pfeijffer las ik al een tijdje geleden, maar tijdens mister lums' heerschappij vernam ik dat ilja er een prijs mee had gewonnen: de libris literatuurprijs 2014 (zie http://www.deredactie.be/permalink/1.1966416). sinds ik zijn dichtbundel dolores heb gelezen, is ilja 1 van mijn favoriete schrijvers!
een flinterdunne tanizaki, de zwevende brug der dromen. een meesterwerk. kon niet anders dan door een japanner geschreven zijn: met een sensuele pen van fluweel borstelt hij een beeld van zijn adoptieve moeder. ik post een link: http://fr.wikipedia.org/wiki/Jun%27ichir%C5%8D_Tanizaki
dit is een literaire thriller met een setting in het oude egypte! los van het ophelderen van de moordzaak en de zoektocht naar smokkelaars door luitenant bak, genoot ik van de zintuiglijkheid in dit verhaal. en vooral: de gouden gloed waarin alles wordt gedompeld door oppergod re, de zon. het gloeiend hete zand, de glimmende gebruinde (geoliede) en gespierde torso's van de mannelijke personages, de gracieuze en sensuele lichamen van de dames, de gouden enkelbanden, de lapis lazuli in ringen en armbanden, de parfums, de zon op het dak van de citadel, de azuurblauwe hemel.... de schrijfster - of is het de vertaalster? bezigt een verrukkelijk-pulpeuze stijl. alleen een vrouw kan dit zo. ahum!
een kleine pessoa. lief boekje. ben te weten gekomen dat pessoa nogal geïnteresseerd was in vrijmetselarij en in kabballa. de inleiding is superinteressant, het verhaal zelf is niet af. maar achteraan volgt een soort synopsis, door pessoa zelf geschreven. wat een tipje oplicht van de sluier: ook pessoa was in zijn schrijven georganiseerd.
laatste boekje, met dank aan mister lum. de auteur is een palestijn uit ramallah. eigenlijk een politiek boekje, maar verweven in een subliem verhaal. ik vond deze schitterende passage: je me suis abstenu d'entrer dans des conditions politiques, philosophiques ert historiques sur les révolutions, leurs commencements et leurs fins, et comme toujours, je ne me suis laissé émouvoir par aucune prétention idealiste. j'ai une longue expérience des masques. je ne penche pas spontanément pour la marge en tant qur telle. la marginalité n'est pas pour moi une valeur en soi et ceux qui s'en garganisent ne me fascinent pas. je dirais même que mes méditations m'ont révelé que la marge n'est pas moins cruelle envers la marge de la marge que le centre lui-même ne l'est envers la marge.
(uit wikipedia: een flashmob (Nederlands: "flitsmeute") is een (grote) groep mensen die plotseling op een openbare plek samenkomt, iets ongebruikelijks doet en daarna weer snel uiteenvalt. Flashmobs worden veelal georganiseerd via moderne communicatiemiddelen zoals het internet. Het aantal deelnemers staat niet van tevoren vast; hoe meer deelnemers, hoe succesvoller de flashmob.)
argh! een flashmob is dus gewoon het nieuwe woord voor happening! op een bepaalde plek, op een bepaald moment, verschijnen flashmobbers in een menigte en doen enkele ongewone acts. daarna verdwijnen ze weer en laten hun publiek stomverbaasd (stupéfait, éberlue) achter: wat was dat nu voor een voorstelling??????
zaterdagnamiddag wilden wij naar de tentoonstelling to the point, over het pointillisme (tussen haakjes: een schitterende tentoonstelling!) in het ing-cultuurcentrum op de koninklijke plaats in brussel. daar het verboden was foto's te nemen van de tentoongestelde werken, stelde anne voor 'te flashmobben'.
dit was de aanzet: anne zet een soort breakdance-move in, natasja kromt haar linkerbeen en lieve speelt de bewonderende toeschouwster. zij had mooie fragiele oorbelletjes aan, daarom laat zij zich fotograferen in zijzicht.
deze heren wisten nog niet dat zij moesten flashmobben, maar zij zijn flashy en mobby puur natuur. zij naderden zo rap dat ik hun voeten miste!
dit is een kruising tussen een leuke foto en een flashmob. spijtig dat ik niet kon meedoen, anders hadden we - meegesleept door mijn gebruikelijk enthousiasme - veel meer gemobd dan geflashed!
mijn versie van een flash: ik laat me fotograferen met de trappen van de kerk. euh! ik bedoel natuurlijk met de catalogus van de tentoonstelling. mijn sjaal (gekocht bij paprika) mobt.
dit begint er al op te lijken: samen met n. een venitiaans dansje op de koninklijke plaats!
n. wou flashen, maar zoals altijd moet ze diep nadenken voor ze in actie schiet. toch een mobbige foto!
is dit een flashmob of een fotoshoot? psssst.....! deze jeunehomme is misschien een voormalig fotomodel dat toevallig mee kwam doen!
een gelukte mob. dit is een voorstelling van de januskop uit de romeinse mythologie. janus was de god van de poorten, van het begin en het einde. hij wordt afgebeeld met twee gezichten, die de tegenovergestelde kant uitkijken. in de literatuur wordt de term januskop gebruikt om te benadrukken dat iets diverse - vaak tegengestelde - eigenschappen of karakteristieken kan hebben.
een manier om mekaar te plagen: de lepels kruisen! maar n. zit er toch maar tussen...
(argh! zucht, zucht! wanneer zullen die kleine kindjes ophouden met dat gedoe... au!....)
w. komt, wippend op 1 been en met mijn foto-etuitje zwaaiend, uit de tearoom. mooie flashmob!
l. wil absoluut nog een foto in zijaanzicht. zien jullie allemaal mijn mooie belletjes?
in het centraal station nog een laatste flashmob. a. en t. kijken demonstratief naar het aankondigingsbord.
zegt l. tegen w.: en de volgende keer koop jij nu echt een jasje. en als je thuiskomt en je eet prinsessenboontjes, oppassen dat je niet smost, want op een prinsessenboontje kun je makkelijk uitglijden...
de mooiste mob. t.'s vingers houden krampachtig de rode tas met schoenen van camper vast.
t. is bang dat hij, door een onzichtbare macht gedreven, de schoenen zal dumpen in de glas-papier-rest-pmd vuilbak, die in aantrekkelijke kleuren op elk perron flashed.
eindelijk was het zover: de damespoëzieavond in het literair cafe den hopsack op donderdag 3 april in de grote pieter potstraat in antwerpen! 9 dames, 9 muzen, 9 dichteressen hadden hun medewerking toegezegd! dagen, neen, weken, neen, maanden bij voorbaat was ik al bezig met de voorbereiding. uitnodigingen sturen, mailen, nog eens mailen, nog eens mailen, een programmaatje samenstellen, in betweenen tussen de vvl, de dames en het management van den hopsack enz... ik was zo geobsedeerd door het woord donderdag, dat ik mij voor 2 theatervoorstellingen in het cc 't vondel hier in mijn stadje van dag vergiste: de voorstellingen gingen door op vrijdag en ik stond daar reeds aan de deur op donderdag! in mijn perceptie moesten alle events op donderdag plaatsvinden!
ik had de dames op het hart gedrukt hun voordracht te beperken tot 5 minuten. 5 minuten! argh! dat leek zo weinig! maar het moest van het management, want negen dichteressen op het podium in anderhalf uur... dat was schuiven en puzzelen en vooraf inoefenen met de klok naast zich. maar tegenwoordig gaat dat zo: theater- en circusacts worden tot op de minuut voorbereid, reporters bij voorbeeld krijgen vijf en een halve minuut spreektijd, niet meer, niet minder... ik vroeg de dames dus een strakke timing aan te houden.. en het lukte! stipt om 22 uur sloten we af! van solidariteit gesproken! ik wil de dames hierbij feliciteren voor hun professionaliteit en hun enthousiaste inzet! bravo en nog eens bravo! hieronder een kleine reportage van dit heuglijk event (foto's zijn van geertje, ik schreef de commentaren). in de bijlage (naar beneden scrollen aub) wil ik een keuze van de voorgedragen gedichten en verhalen opnemen.maar dat komt nog!
oeps! bij aankomst moest ik natuurlijk pronken met mijn mooie rode tas... de dame met het hoedje is renée, de heer met de hoed is tony, voorzitter van de vvl.
in mijn intro verklapte ik waarom op de affiche stond: de tiende muze. ik citeer uit mijn speech: 9 muzen, zegt u? Op de affiche staat nochtans: De Tiende muze? Wie is dan die 10de muze? Grappenmakers zullen beweren dat ik misschien die 10de muze ben. Maar neen, ik zet een stap opzij en verwijs naar de grootste dichteres uit de klassieke oudheid, onze illustere voorgangster, Sappfo van Lesbos (ca. 625-565 v. Chr.), die door de Griekse filosoof Plato in een flitsend epigram geprezen werd als de Tiende Muze. Ik wil hierbij zeker ook vermelden, dat dichteres Renée van Hekken eigenlijk op het idee kwam een vrouwenpoëzieavond in te richten in Den Hopsack. Daarom geef ik haar zo dadelijk als eerste het woord...
jaja, renée had een schitterend idee! hierboven leest ze haar valentina-gedichten. ik kijk bewonderend naar haar mooie hoed!
edith de gilde kwam helemaal uit den haag naar den hopssack. zij begon te schrijven en te publiceren op haar vijftigste. wat een revelatie! haar poëzie is heel verdicht en zij leest haar gedichten zorgvuldig, met intense aandacht. het resultaat was wondermooi!
met opzet heb ik de rode oogjes niet weggewerkt! dit lijkt wel een bijeenkomst van vampiertjes! of waren het vamps? links ziet u ann van dessel, rechts vooraan erika de stercke uit gent. rechts, verborgen in het duister, ziet u melissa leboeuf!en de dame die op de achtergrond elegant applaudisseert is rose.
erika de stercke neemt veelvuldig deel aan slams in nederland en belgië. zij deed ook mee aan poëziefestivals zoals 'Dichters in de Prinsentuin in Groningen' en 'Onbederf’lijk Vers in Nijmegen'! maar vanavond wilde zij niet slammen! jammer! haar gedichten vond ik desondanks superleuk!
'christina guirlande ontroerde met een gedicht over haar moeder die altijd naar zee wilde maar daar nooit aan toe is gekomen....' (dit stukje nam ik over van de blog http://mededelingen.over-blog.com/article-de-tiende-muze-123212823.html. moet u zeker lezen!). christina is een waardige en stijlvolle dichteres, van wie ik een reeks verrukkelijke gedichten over rozen heb gelezen... zie mijn blogbericht van 12/04/2011!
lut natens was voor mij eigenlijk een onbekende! zij las een mooi gedicht voor over haar jonggestorven broer, met zachte stem...
zusterlijk naast elkaar op de bank: patricia de landtsheer, christina guirlande, melissa leboeuf. van patricia en melissa heb ik geen podiumfoto, jammer! maar ik wil hier onmiddellijk aan toevoegen dat ik hun professionele voordracht enorm kon waarderen! wat een prachtige, sterke dames! bravo! links nog eens de doordringende blik van ann en rechts de besnorde bert bevers...
ann van dessel is een fenomeen! haar gedichten zijn heel sterk, tegelijk grappig en tragisch en zij leest ze rechtstaand voor, heel levendig, met de nodige gebaren en een flitsende energie! waw, ann, supertof!
en hier zijn we, de negen (tien) muzen: achteraan van links naar rechts Patricia De Landtsheer, Melissa Leboeuf, Lut Natens, Christina Guirlande, Renée Van Hekken, Nicole Van Overstraeten, Edith de Gilde en Erika De Stercke. Vooraan Ann Van Dessel en Annmarie Sauer.(foto Geertje Hoefnagels)
daar annmarie sauer alleen maar op deze foto voorkomt, publi ik hier tot slot een schitterend engelstalig cherokee-gedicht, dat zij vertaalde voor publiek geheim 7. (zie ook bijlagen)
How Madwomen Survive
I come from a long line of madwomen and of this, I am proud. Strong women with determined resiliency, open minds, and hands that knew no idleness. A great grandmother who became accustomed to the whiskey-colored breath of strangers in order that her children be fed.
A grandmother who captured and killed the white chickens of neighbors for the same reason. And a mother who tried and failed and tried and failed and tried and failed and tried and failed to understand the reasoning
behind the lies of men who said they were her lovers. I come from a long line of madwomen and of this, I am proud. There is a difference in madness and craziness: Craziness causes one to twirl and twirl until a great breath sucks her spirit home leaving her mind and body to laugh on their own.
Madness allows the mind and body to function while the spirit dances to the heartbeat of the stars. I come from a long line of madwomen and of this, I am proud. Women who folded their shame into the gathers of their pride wrapped them both around their ankles and continued to dance, letting everyone know they were not afraid to dance backward if it meant survival.
I come from a long line of madwomen and of this, I am proud.