o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
10-08-2014
kunstkring aureool
lokale artiesten of nationale artiesten? belgische of buitenlandse kunst? ik vind alle soorten kunst interessant...
moet wel bekennen dat ik al vlugger de trein neem om naar tentoonstellingen in brussel of antwerpen te gaan, want ik bezit geen auto en ik neem vlot het openbaar vervoer. evenementen in het pajottenland gaan aan mij dikwijls voorbij....
maar vorig weekend trok ik toch naar het stedelijk park hier in halle, waar de jaarlijkse tentoonstelling van de kunstgroep aureool plaatsgreep, voor de 43ste keer...
dit zijn jeanne en jenne. jeanne vervaardigt kantwerkjes en wondermooie juwelen, jenne (lucas) is de organisatrice van deze tentoonstelling.
deze juwelen zijn versierd met swarovski-parels. aan een armband of een collier werkt jeanne soms een hele maand. ze vertelde me dat er in dit ambacht vele technieken bestaan. sommige juwelen worden zelfs gebreid of gehaakt.
theo o. schilderde de rommelmarkt op het pleintje achter de basiliek. heel kleurig en levensecht!
dit lijkt wel een foto. maar neen, het is een schilderij. mevrouw lucas noemt dit genre realistisch impressionisme, omdat het een impressie is van de realiteit, het leven in de stad halle, in dit geval.
de bloemenmarkt op het possozplein. alsof je erbij staat!
ik vermoed dat dit een impressie is van een heel klein straatje in halle. hoogstwaarschijnlijk het vissestraatje, in de winter.
dat wirwarrende van lover, de grilligheid van de takken....heel mooi weergegeven door dirk van kerckhoven.
in zijn eenvoud en rechtlijnigheid is dit een subtiel stilleven...
dit surrealistisch schilderij is van mevrouw lucas. zij beschilderde de kader in de kleuren van het schilderij. wat is hier te zien? een woestijnlandschap met een diepe zandput. een geweer naast het hoofddeksel van een soldaat uit het vreemdelingenlegioen. een strandstoel en een witte parasol. een onderzeeër in de lucht.
in dit schilderij zijn er details op te merken die in de realiteit niet mogelijk zijn. een onderzeeër in een rode woestijnlucht? moet kunnen!
het onnozele parasolleke geeft geen schaduw. de camouflagekleuren bij deze ligstoel passen niet bij een woestijnlandschap. het hout is ook niet woestijns. de poten vertakken... lekker irreëel!
pavlin, de bulgaar, gebruikt feërieke kleuren... zijn stijl kan dan ook een feëriek magisch realisme genoemd worden...
maar toch is hij geboeid door het vrouwenlichaam...
moet eerlijk bekennen dat dit het leukste schilderij is. die lieve koeikes van marc sterckmans...
mooi lijnenspel, mooie studie van een koe
dit schilderij van hendrik de greef vind ik bevreemdend. hoogstwaarschijnlijk spelen ook licht- en spiegeleffecten op deze foto een rol (zie de weerkaatsing van de huizen in de parklaan rechtsboven), maar door de vlekkerige techniek, het verwarrende lijnenspel, de wazige personages is dit een bijzonder schilderij. het maakt een sterke indruk op mij. als in een droom komen wollige herinneringen in me op. plots bevind ik me weer in dat park in warchau, waar een piano werd bnnengebracht en waar zomaar een concertje werd gegeven op een warme zomerdag. ik herinner me ook het oude dametje dat naast mij op een stoel zat, haar sneeuwwitte haar gekapt in een sierlijke wrong, het tere lila van haar jurk, haar fragiliteit, haar blij luisteren...
wat een schilderij kan teweegbrengen!
dit mooie porselein werd vervaardigd door een dame die zich lin van laat noemen. ik dacht tot nu toe altijd dat zij een vietnamese was, maar zij woont wel degelijk in halle.
haar bakoven bevindt zich in frankrijk, maar lin van is een echte belgische.
wij hadden kaartjes voor een filmvoorstelling/concertje genaamd jeruzalem, in het koninklijk atheneum in oostende. de film was opgenomen vÓÓr de recente gebeurtenissen in gaza, dus eigenlijk niet meer actueel. er waren 3 schermen: in het midden werden beelden geprojecteerd van de stad jeruzalem, aan de zijkanten deden de inwoners hun zegje. wij vonden de commentaren eenzijdig en onjuist.
veel meer plezier hadden we toen we het huis henri serruys binnenliepen. daar hield alexandra verhaest een mini-tentoonstelling. haar beelden lijken wel verstilde scènes, een beetje zoals bij een tableau vivant. maar er is iets mysterieus aan de hand met deze lichtbeelden...
uit de commentaren:
Temps Mort/Idle Times is het resultaat van Alexandra Verhaests jarenlange fascinatie voor kunst uit de late middeleeuwen en de vroege renaissance, voor de symboliek, het kleurgebruik, de bevreemdende personages. Deze fascinatie vertaalt zich op een intrigerende manier in haar werk Temps Mort, waarbinnen ze een familiedrama vertelt gebruikmakend van die vormelijke referenties
de dame links vooraan knippert voortdurend met haar ogen...
de vlinder in dit stilleven beweegt echt!
een beetje afschuwelijk waren de beelden van alexandra. ook hier, op dit karkas, wonderlijk fladderende vlinders...
je ziet het hier niet, maar op het tafelkleed zwermen vieze mieren...
deze dame rimpelt voortdurend haar voorhoofd en weent dikke tranen...
deze serieuze man integendeel vertrekt geen spier...
ook deze dame lijkt in kramp...
in het leopoldpark sporen van protest voor de 373 dode kinderen in gaza, om het leven gekomen in de periode tssn 8 juli en 3 augustus 2014
Leopoldpark, Oostende
Het Leopoldpark in Oostende werd tussen 1861 en 1870 aangelegd, gedeeltelijk over de oude stadswallen van Oostende. Het park werd ontworpen door tuinarchitect Louis Fuchs (1818-1904) naar het model van een Engels park, met bruggetjes, wandelwegen en bloemperken. De fraaie muziekkiosk werd in 1885 ingehuldigd. Sinds 1963 vindt ook het wereldberoemde bloemenuurwerk er haar vaste stek. In 2006 werd het Leopoldpark beschermd als monument.
en vreemde in het water drijvende hoofden....
"Allegorische koppen", bronzen drijvende installatie daterend van 1998 naar ontwerp van de Gentse kunstenaar Leo Copers (° 1947), en gelegen in de vijver (zuidzijde) van het Leopoldpark. De kunstenaar had deze beelden aangetroffen op een Frans gemeentelijk openluchtdepot, waar ze oorspronkelijk deel uitmaakten van een monument voor de advocatuur. Geeft de koppen een nieuwe rol in zijn kunstwerk. "Rechtspraak", "Welsprekendheid", "Rechtvaardigheid" en "Geschiedenis" kijken elk een andere kant op; het water reikt hen tot aan de lippen en belet hen te spreken. Bronzen hoofden (afm. 54 x 38 x 34 cm) gemonteerd op vier vlottende elementen.
De jaarlijkse editie van Arts Elingen op de Mansveldhoeve, Oudenaaksestraat 4, op 27 juli om 19uur was dit keer een feestelijk evenement: het was de 10de keer dat de kranige zeventiger Jos De Decker een bijzondere poëzieavond inrichtte. Deze zomer was Ierland aan de beurt.
Waren te gast: de Ierse dichters Dave Lordan en Ciaran O’Cealaigh, samen met dichter-vertaler Joris Iven.
Dichter Jan Vanhaelen las het welkomstwoord.
Jos De Decker gaf uitleg...
De poëzielezingen werden afgewisseld met Ierse muziek gebracht door het huistrio Pallieter, Marieke en Yani. Het zangeresje lijkt hier een dansje te doen, maar zij droeg alleen maar een zwierige jurk....
Bekende songs als Oh Danny boy en The Wild Rover beroerden menig hart!
Het hele gezelschap: Dave Lordan, Ciaran O’Cealaigh, Joris Iven, Jos De Decker, Jan Vanhaelen...
Dave Lordan, WRITER AND CREATIVE WRITING TEACHER, is een schitterend performer...
en een kanjer van een dichter!*
Dave vonden wij er uitzien als een echte Ier...
terwijl Ciaran O’Cealaigh, met zijn puntbaardje, heel goed zou passen in een aflevering van The Tudors.
Ciaran O’Cealaigh is Linguistic Administrator bij de Europese Raad in Brussel. Hij beheerst het Gaelic* volkomen en vertaalt van en naar deze taal, die sinds januari 2007 een officieel erkende Europese taal is.
Deze twee cherubijnen zien er een beetje uit als saters: ik kreeg hun rode oogjes niet helemaal weg!
Oh Danny boy is eigenlijk een smartlap.
The Wild Roverleerde ik van mijn eigen leerlingen, op bosklassen. Wat een stamper!
Twee prachtige, sterke foto's van Joris Iven, een van onze beste Vlaamse Dichters.
Hij las gedichten voor uit De prangende verbeelding, een verzameling (door hem vertaalde) Ierse poëzie, uitgegeven bij P.
Tot slot: heb me heel goed geamuseerd!
* Iers of Iers-Gaelisch (Gaeilge) is een Keltische taal die gesproken wordt in Ierland.
Het Primitief Iers is bekend uit de vijfde en zesde eeuw door inscripties in het Ogham-alfabet. Vanaf de zesde eeuw zijn er Oudierse glossen, en vanaf 700 een rijke literatuur.
* In februari 2013 werd de belangrijke bloemlezing Ierse poëzie, De prangende verbeelding. Kopstukken van de naoorlogse Ierse poëzie gepresenteerd, gekozen, vertaald en ingeleid door Peter Flynn en Joris Iven. In deze bloemlezing werd werk opgenomen van Brendan Kennelly, Michael Longley, Seamus Heaney, Derek Mahon, Eiléan Ní Chuilleanáin, Paul Durcan, Medbh McGuckian, Paul Muldoon, Nuala Ní Dhomhnaill en Matthew Sweeney.
gisteren kreeg ik een kaartje van jou met daarop persian buttercups perzische boterbloemen een naam die zacht smaakt mijn lippen worden vochtig ik proef zowaar honing moest zo nodig de betekenis opzoeken natuurlijk zijn het boterbloemen de engelsen maakten er kopjes van (denk onmiddellijk aan de mooie porseleinen kopjes die ik van je kreeg voor mijn verjaardag kadootje wat woorden met me doen - onwaarschijnlijk) de kleur van perzische boterbloemen ranunculus asiatica is niet altijd wat men noemt crèmekleurig of geel soms kleuren ze oranje of roze vijftig tinten roze de kleur roze van jouw glaasje rosé bijvoorbeeld waarover je schrijft ook de kleur van mijn glaasje rosé gris de gris cépages de saint-tropez dat ik de laatste tijd bij voorkeur drink op het terrasje van duo op de beestenmarkt desondanks, desondanks
*
ik dacht na over de woorden van b. die bij mij was toen ik op ’t veer in de oude havenbuurt van mechelen waar vroeger mosselschepen aanmeerden pardoes op de grond stuikte ik bloedde uit mijn neus als een koe ik kroop op handen en voeten want als ik rechtkwam zou mijn prachtige linnen tuniek van exclusive bloedrood kleuren mijn witte linnen broek idem dito een kroostrijke familie roma verzamelde zich in een kring rond mij kleine zigeunermeisjes in lange bloemenrokjes jongetjes met blote bruine benen en een smoel een roma moeder gaf mij een flesje water om mijn gezicht en handen te wassen een oude mediterrane roma bracht een pak papieren servetjes om het bloed te stelpen hij belde de 100 en pardoes lag ik op spoed b. zei: ik schaamde me achteraf rot dat ik onze sjacosjen tegen me aandrukte bang als ik was voor diefstal jij bent niet kleinzerig, zei ze het is niets, dacht ik, het is niets in vergelijking met
*
ik kijk vandaag naar het nieuws op tv met een pleister op mijn neus de geesten van de dode kinderen van gaza tollen in mijn hoofdje honderden doden, duizenden vluchtelingen op de smalle gazastrook een gebied waar rond 1000 vóór christus een beroemd zeemansvolk (de filistijnen) aanmeerde zij kwamen hoogstwaarschijnlijk uit mycene of kreta vrijwel gelijktijdig en gelijkwaardig aan andere grote beschavingen van die omvang de megalithische cultuur op malta anatolië, kanaän, het oude egypte, mesopotamië en helemaal in het oosten de indusvallei de geesten van de dode vaders de dode moeders de kinderen weer eens, weer eens is het zover dode palestijnen overal bloedplassen in ziekenhuizen die niet worden opgedweild wegens tekort aan personeel daverende huizen babylijkjes opgepeuzeld door honden oorlogslogica altijd, altijd afscheid nemen
*
na de ontploffing vond zij haar dode moeder onder het tapijt vier kleuters houden de wacht bij een andere dode moeder zij kunnen niet meer staan de bezorgde vader legde ze te slapen in verspreide kamers tevergeefs, tevergeefs alain platel van ballets c de la b wil meer oppositie want tegenspreken mag tegenspreken is nodig tegenspreken is pijnlijk zonder oppositie stelt een land niks voor is niet democratisch als elke vorm van verzet de kop wordt ingedrukt ach zegt a. wat zij willen is de totale vernietiging van het palestijnse volk een door amerika getolereerde genocide want deed amerika niet hetzelfde met de indianen en de aboriginals dan in australië zelfde verhaal zelfde delirium van verloren zielen soms ben ik nog zo naïef te denken dat rechtvaardigheid bestaat dat een of andere god de moordenaars zal straffen maar zegt shylock niet in the merchant of venice
If a Jew wrong a Christian, what is his humility? Revenge! If a Christian wrong a Jew, what should his sufferance be by Christian example? Why, revenge! The villainy you teach me I will execute and it shall go hard but I will better the instruction.
wraak
oorlog draait dikwijls om wraak oog om oog tand om tand maar soms vergist men zich van vijand doodt men de zwakste naaste het lijkt of de ware schuldigen hebben vrij spel
maar de ergste vijand zit diep in onszelf
wraak
is een koude schotel fluister ik voor de spiegel en bekijk mijn pleister ik kan me er niet van weerhouden diep diep in mijn hart de moordenaars alle onheil toe te wensen zij zijn de ergste vijanden van zichzelf
ik bid
*
zegt koning filip - de tijden zijn verwarrend jij zegt dat het de chaos is de chaos in mezelf
But what does revolt mean in a writerly sense? It means, I think, to follow the passion of Harold Pinter, who, in his Nobel acceptance speech—a speech the fake-neutrals at the BBC refused to broadcast because of its anti-imperialist content—advised writers to smash the mirror. I take this to mean a committed refusal to be taken in by the pomp of queens and presidents, of generals and cardinals, of economic ‘experts’ and of chief execs. I take it to mean not turning your gaze away from the ruthless means by which the ruling class maintain their power, no matter what the bribe is. I take it to mean actively taking the side of the oppressed in your work and ignoring any absurd anti-political literary taboos. I take it to mean working in words to capture unflinchingly the shocking image of power and, shocking back, to break it up, to weaken it, to reveal it to the other, to disenchant the world for your neighbour, and to change the dead stone back into living human flesh.
Dave Lordan - The Abyss Staring Back: Shock in Literature, Literature in Shock
de wereld davert. horror op het tv-scherm: een vliegtuig met toeristen wordt in oost-oekraÏne uit de lucht geknald (tot 15 km in de omgeving nog menselijke resten gevonden!), vliegtuigen crashen (in taiwan, in algerije)...
in gaza worden onschuldige kinderen vermoord.
bevolkingsgroepen in/ vertegenwoordigers van landen als zweden, noorwegen, ierland, japan, brazilië, argentinië, colombia, chili en nu ook egypte vertolken openlijk hun weerzin.
belgië labelt dadels, appelsienen, granaatappels, cosmetica en sodastream, producten afkomstig uit de bezette gebieden. het verenigd koninkrijk, denemarken en zuid-afrika deden dat reeds in 2009 en in 2012, volgens de europese en internationale richtlijnen.*
een vredesboodschap op een plein in tokyo
de nationale voietbalploeg in chili draagt de kaart van palestina op haar truitjes
een niet mis te verstane boodschap!
onderstaande links tonen twee interviews: de eerste met de schitterende palestijns-amerikaanse journaliste rula jebreal. de tweede toont kathleen cools, die de belgische israëlier tomer eilon ondervraagt. hij beweert dat de belgische media niet objectief zijn. de brave kathleen laat zich beroepsmatig beledigen, in het oog van de storm. wat een schaap!
Hij schrijft in hoofdletters. En af en toe glipt er een uitroepteken tussen. Zo urgent is de poëzie van Yahya Hassan, de 19-jarige Palestijnse Deen die van zijn debuutbundel ‘Gedichten’ liefst honderdduizend exemplaren verkocht. Het zijn ook geen traditionele gedichten, veeleer schrijnende kortverhalen met een beat van dynamiet waarin de boze jonge dichter de valse baard van de profeet afrukt.
Sinds de publicatie van ‘Gedichten’ staat Hassan onder permanent toezicht: in het land van de Mohammed -cartoons lachen ze niet met lui die de profeet aanpakken. In het station van Kopenhagen is hij zelfs aangevallen door een man met een verleden als terrorist. Gelukkig zonder veel erg, maar sindsdien mag hij niet meer alleen de straat op. Zeker niet in de stad van wijlen Theo van Gogh.
EEN MOSLIM UIT GELLERUPPARKEN
WEET DE WEG NAAR ONZE PORTIEK TE VINDEN
LEEST DE BRIEVENBUSSEN
EN KLOPT OP DE DEUR MET DE MEESTE MEISJESNAMEN
BEOORDEELT HET NAGESLACHT
WIL MIJN KLEINE ZUSJE GRAAG ALS HUISVROUW
VOOR HAAR IN EEN ANDER BETONBLOK EEN PARADIJS CREËREN
MET ALLAH ALS RAADGEVER EN 20 JAAR LEEFTIJDSVERSCHIL
(uit ‘KLOP KLOP’)
yahya hassan is wijs, ondanks zijn rebels imago, ondanks de drammende manier van voordragen. toevallig werd hij geboren in een islamitisch migrantengezin in denemarken. als tiener werd hij in internaten geplaatst, om te beletten dat hij de criminele toer zou opgaan. maar de wereld die hij aanklaagt, kan ook naar andere werelden getransponeerd worden.
in onze westerse manier van leven en denken komt veel geweld voor. soms ook verborgen geweld, verfijnd geweld. zij het in de dominantie van de consumptiemaatschappij, waarbij mensen steeds op afgelikte manier worden voorgehouden dat kopen gelukkig maakt (zoals in het gedicht van medvedev), zij het in het mysterieuze mechanisme dat mensen uitsluit, niet toelaat deel te nemen aan het maatschappelijk leven, iemand te zijn.
vreemdelingen, migranten, illegalen, vrouwen, homo's, gevangenen, mensen met een medisch dossier.... natuurlijk zijn de westerse landen rijk genoeg om deze mensen een aalmoes te gunnen, om zo te kunnen overleven. maar om deel uit te maken van the crowd, daar zijn andere trampolines voor nodig.
ijver, inzet en talent zijn meestal niet genoeg....
en het verschil tussen arm en rijk wordt steeds maar groter.
de laatste dagen toevallig met underground-dichters kennisgemaakt, die ik de nieuwe rebellen noem: de russische kirill medvedev en de deens-palestijnse yahya hassan.
vooreerst een lang gedicht van medvedev:
(Op 1 mei 2014 verscheen de bundel 'Alles is slecht', met gedichten, essays en acties van de Russische dichter en activist Kirill Medvedev. )
in de smolenski supermarkt
in de smolenski supermarkt op de hoek van de tuinring en de arbat heb ik een potje sprotpaté gevonden dat zeven roebel kostte midden in een berg dure luxeproducten; op het potje stond dat een van de ingrediënten parelgerst was ik nam twee potjes omdat ik meende dat dit een speciale aanbieding was voor de buurtbewoners die hier iedere dag komen winkelen maar die natuurlijk niet zo rijk zijn als die volgevreten burgermannetjes die hier vanuit andere stadsdelen komen aanrijden in hun auto’s om voorraden in te slaan; ik nam de paté en begon de rekken met producten af te lopen: ik was nog op zoek naar niet al te dure vis en ik keek mijn ogen uit naar de producten die daar op de rekken lagen en naar de tijdschriften die er heel vreemd uitzagen in dat decor van voedsel ik liep daar zo lang rond dat de bewakers die de wacht hielden om diefstal te voorkomen het zat werden me in de gaten te houden ik vond het daar nu eenmaal zo mooi ik had het daar zo naar mijn zin; ik herinner me dat ik niet werd afgeleid door de andere klanten omdat ze mij niet interesseerden er waren trouwens niet zo veel klanten onverschillig bijna zonder te kijken stouwden zij die mandjes op wieltjes vol met producten terwijl ik met zorg en piëteit ieder product onderzocht en me overgaf aan de lectuur van de geraffineerde benamingen van die prachtig verpakte etenswaren, soms deden die mijn hoofd duizelen (er was bijvoorbeeld een product met de naam ‘twee regenboogforellen’) ik liep daar zo lang rond dat ik uiteindelijk ten prooi viel aan een vreemd gevoel; het was een soort melancholie; het was een akelig soort verstikkende melancholie, een soort medelijden; ik kreeg erg te doen met die vissen, met de wijn, enkele honderden soorten, die verkocht werden in die winkel, en met al die gebakjes, die tijdschriften, die snoepjes, die enorme dozen snoepjes, die gigantische stukken vlees, en vis, een tijdlang staarde ik naar al die mooie domme dure blingbling die daar verspreid lag op de rekken van de supermarkt en ik begreep dat dit wellicht de basisbrandstof was van onze maatschappij (niet omdat we allemaal in een consumptiemaatschappij leven, maar gewoon omdat de rest entourage is terwijl je van voedsel kan zeggen wat je wil maar het zijn proteïnen het is de basisgarantie voor gezinsgeluk en welvaart in wezen wordt alles veroorzaakt door voedsel, en daarom hoeft het misschien niet te verbazen dat voedsel de oorzaak is van gezinnen die uiteenvallen van relaties die stuklopen en van moorden); na zo nog wat rondgelopen te hebben drong het besef tot me door dat mijn verstikkende gevoel van medelijden met die producten ook een soort fetisjisme was en ook een vorm van materialisme; want eigenlijk is er geen reden om te doen te hebben met de producten die dat alles veroorzaken; ik betaalde voor een visfilet en voor de twee potjes van die verbazingwekkend goedkope paté die ik bij mezelf ‘de paté der armen’ noemde en toen ik op straat stond met die producten drong het tot me door hoe vaak mijn afschuw voor de grimas van de consumptiemaatschappij omslaat in sentimentaliteit
Kirill Medvedev behoort samen met de feministische punkgroep Pussy Riot en het kunstenaarscollectief Chto Delat uit Sint-Petersburg tot de jongere generatie schrijvers en kunstenaars in Rusland die zich verzet tegen het regime van Vladimir Poetin. Uit protest tegen het corrupte en ingedutte literaire milieu in zijn land kondigde Medvedev in 2003 het einde aan van zijn literaire carrière. Een jaar later gaf hij ook zijn copyright op, zodat tegenwoordig alleen nog piraatedities van zijn werk kunnen verschijnen. Een paar jaar geleden begon Medvedev in Moskou een eigen uitgeverij, die voornamelijk door hemzelf verzorgde vertalingen van westerse marxistische auteurs als Pier Paolo Pasolini, Herbert Marcuse en Alain Badiou publiceert. Daarnaast speelt hij in de band Arkady Kots, vernoemd naar de Russische dichter die DeInternationale in het Russisch vertaalde. Met die band brengt hij teksten van de bekende Russische ‘kunst-terrorist’ Aleksandr Brene ten gehore.
Kirill Medvedev. Alles is slecht. Gedichten–Essays–Acties. Leesmagazijn, 2014. Vert. uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen. ISBN: 978-94-91717-09-3. € 19,95.
Maarten van der Graaff wint C. Buddingh'-prijs 2014 donderdag 12 juni 2014
Dichter Maarten van der Graaff wint met zijn bundel ‘Vluchtautogedichten' de C. Buddingh'-prijs 2014 voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het afgelopen jaar. Van der Graaff neemt de prijs vanavond aan het slot van het feestelijke uitreikingsprogramma op het 45e Poetry International Festival Rotterdam in ontvangst. De jury, bestaande uit Anne Vegter, Patrick Peeters en Rokus Hofstede, noemt Van der Graaff 'een uiterst vindingrijk en beweeglijk dichter' en 'was onder de indruk van de spankracht van Van der Graaffs gedichten, qua compositie, woordenschat en thematiek.' Ook de debuten van Hanneke van Eijken, Josse Kok en Hannah van Wieringen waren genomineerd. Aan de C. Buddingh’-prijs is een bedrag van € 1.200,- verbonden.
ZO. DiT WAS DUS POETRY INTERNATIONAL 2014!
heb de indruk dat ik mijn berichtjes beetje slordig heb ingetikt.
heb ook niet alle optredende dichters belicht: er was ook nog Monica Aasprong, Paul Bogaert, Julian Talamantez Brolaski, Jules Deelder, Adam Dickinson, Martín Gambarotta, Roni Margulies, Véronique Pittolo, Alfred Schaffer, Habib Tengou....
maar had al van in het begin een keuze gemaakt, vermoed ik. of lag het aan mijn pc, die voortdurend kuren had bij dit bloggen, en alleen die dichters doorliet die aansloten bij mijn intiemste poetische beleving?
‘Een van de opgaven die ik als dichter heb is om naar de buitenwereld te luisteren in relatie tot iets als een binnenwereld die anders onleesbaar zou blijven. Die twee wil ik verbinden en het verband klank geven.’
Dit verklaart de schijnbaar improvisatorische gang van zijn gedichten. Regels zijn aan elkaar gekoppeld via steeds verschuivende verbanden: ritmisch, syntactisch (bijvoorbeeld in een gedicht dat voortkomt uit variaties op een enkele zin van Simone Weil), klankmatig. Zo ontstaat een golvende zangerigheid.
jaja, golvend zangerig is peter wel: bij het voordragen golft en zingt zijn lichaam, alsof hij zich aanschurkt tegen de liefde. hij is een amerikaan, misschien van italiaanse afkomst. dat zingen, die lichaamstaal: puur mediterraan!
DE GROEIENDE RAND
Er is een scherpe punt in de lucht een verre gons dat noem je gezang en hoeveel nachten dit megagroot, gestriemd gestemd, ik vraag me af of je me hoort ik bedoel ik praat via jou in mezelf kat de lucht af jij bent daar ergens vannacht en ik ook al zolang als ik weet praat ik met de lucht wat is dat hard zijn maakt ’t uit bedoel je hoe ver kan ik ernaast zitten, hoe kon het me ontgaan want dat doet het helemaal oké dan ik weet niks van de wereld zie hem nu kan echt zien dat er een scherpe punt een verre gons naar de lege klokslag herfst rommel het is grimmig, gratuit het asfaltkarakter deze gevoelens het is zondag in de ruimte en in het briesje strooisels, wezens die je voelt achter het gat in de dag, vonken grimmig puntig hier ben ik niet eerder geweest, mijn stem zoekt naar een deur dit zeeverschietlicht dat in de muil reikt wat wil het zeggen die kamer ingaan de laatste keer wist ik er nog van een on samenkomst elk stukje open hemel erin de diepe kilte die verzint, en is het troost de kou die terugkeert helder nu en kristallijn de kou en ik sta voeten op de grond ik bevroren en ik voel dat om de dood van dienst te treffen wij een lichaam in ons dragen bevroren grond wat wil het zeggen hard zijn of een gedicht schrijven ik bedoel heel die kolk van thuis die instort binnen een diepzeegehuil flits bliksem geboortestormen bleekheidsweer leven verblindend
Mohamed Al-Harthy was born in al-Mudhayrib, Oman, in 1962. He has a degree in Geology and Marine Sciences. His first poetry collection came out in 1992, and since then four more. He writes on travel in Arab newspapers. Some of his poetry has appeared in English, French, German and Malabar translation.
In 2003 he won the Ibn Battuta Award for Geographical Literature for his travel book Ain wa Janah [Eye and Wing], first published in Abu Dhabi in 2004, then by Dar al-Jamal in 2008, with the third edition being published in Kitab fi Jareeda in 2009.
je zou het als westerling niet geloven, naar er bestond ook zoiets als een pre-islamistische periode in de geschiedenis van het midden-oosten. een tijd waarin dichters prachtige poëzie schreven, die uitblonk in klankrijkdom en lyriek.
maar, zegt mohamed-el-harthy, alles is nu aan het veranderen, ook moderne poëzie komt in de mode, zoals prozagedichten.
hierboven een leuke jeugdfoto van mohamed. hij refereert in zijn gedichten dikwijls naar europese literatuur. of beter: internationale literatuur, want mohamed is een bereisde man!
EEN RUSTPUNT IN DE PAUZETUIN
Pauzes worden zoiets als rustpunten waar een mens niet buiten kan bij het lezen als hij het poëtische moment dat, onafhankelijk van de harmonie van het hele gedicht, uit elke regel tevoorschijn springt. De pauze is zeker geen typografisch instrument, in tegendeel, het is een psychologische gesteldheid. Die is soms belangrijker dan de dichtregel die eraan vooraf gaat. – de Peruviaanse dichter Alberto Hidalgo
Ik ga rusten, beste dichter, ik ga rusten… ik zal de aanwijzingen van de weg volgen - of ik wel of niet over stenen struikel niets zal me weerhouden om struikelstenen toe te voegen als ik over de drempel ben gestapt:
Een gladde stopsteen om te herademen tussen hijgende zinnen of een rots op weg naar de afgrond voordat zij in de volle leegte komt die het penseel van de schilder vergat in te kleuren tussen de steen van William Butler Yeats en de rots van de moeallaqa van Imroe ’l-Qays…* omdat elk gedicht voor zijn geboorte in zich nageslacht en voorouders draagt – of het gestommel tussen de ene en de andere regel kort of lang is…
Met of zonder reden schittert een zin tussen haakjes hij vertraagt de stroom, hij vertraagt de stroom om als vloedstroom los te barsten als de (openende en sluitende) haakjes hem niet grijpen als dat bestaat! als hij er niet is, dan bedekt of onthult de verborgen valstrik tussen de regels een plotselinge ritmebreuk
Hoed u voor de puntenregels (de regels die niets zeggen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . hoewel zij alles zeggen in de tuin van pauzes wat wel en niet gemist kan worden… want zij zijn de bewaarengelen van het gedicht in weddenschappen van de eeuwigheid die niet genoeg heeft aan de duurzaamheid van steen leve het gedicht, dat hij leve alle dagen van zijn leven dat niet eindigt tussen de bladzijden van een boek
Opmerking vertaler: *Volgens de overlevering werden in de voor-Islamitische tijd enkele bijzondere gedichten aan de Kaaba gehangen. Deze gedichten kregen de naam ‘moe’allaqa’ = ‘opgehangen’ gedicht.
vandaag post ik filmpjes van de verrukkelijke duitse dichter norbert hummelt en de zuid-afrikaanse charl-pierre naudé.
hummelt blijkt een verlegen, lieve man, die herinneringen opschrijft en ze verbindt met huidige impressies. zo weet hij niet meer of het wel herinneringen zijn. onderstaand gedicht is duidelijk erotisch.
SYRINX
een hete zucht in mijn nek die me wekte: je kwam met je tong aan mijn oor ik was al aan het dromen toen je bij me kwam liggen dauwfris gedoucht en zonder nachtjapon.
toen lagen we naar het plafond te staren. het zwijgende verwijt hield je me voor. ik zei alleen dat ik nu niets meer zeg. toen begonnen we te praten en stortten almaar dieper
neer. de volkomen duisternis waarin ik loop. zelfs de trams zijn leeg omstreeks dit uur. alleen mijn stappen op de stenen galmen. het eerste licht komt uit
de bakkerijen. de eerste vogels worden wakker. je slaapt misschien. maar ik ben de koudste van allen en kan het me niet vergeven: verlossen kan me alleen je hete zucht.
maar ik wil dit gedicht er nog aan toevoegen, vind ik 1 van zijn beste:
PAN IN HET RIET
hoe deze hete wind, sirocco, alles lamlegt .. modderige bodem, oeverriet, wortelstelsel, alles zo tergend traag, olijfgrijs getint dat iedereen van de hitte kreunt zoals die keer toen ik in palermo was, bij het ochtendgloren in de eerste bar, toen de espresso me terug in het leven haalde; ik kon niet slapen want ik besefte dat ik waar ik ook heenga sterven moet. kon zo niet in de catacomben van de kapucijnen, niet bij de mummies, schedels en skeletten. ik wilde liever nog een keer naar zee en doen alsof ik de ogen kon sluiten, de wind, de warmte, golven om me heen, en dommelen, dobberen .. zijn wij het eerst aan de kleine baai? kom je mee zwemmen? het water is niet diep. maar iemand zit daar al voor ons in het riet, keert ons zijn blote rug toe. ’t is nu wel beter als je hem niet stoort: het is die vent waar de hond bij hoort, de dog. maar hij merkt ons niet op, hij heeft oortjes in. je roept me toe: zwem niet te ver van de oever. maar weer hoor ik hem in mij zingen .. onder mijn voeten zijn nu slingerplanten. voor mijn ogen bliksemt het: de libel. nog twee, drie slagen, doet niet erg zeer. hoe snel kan ik mijn hele leven zien en dan raak ik de grond niet meer.
My motor stippel deur die knewel van ’n berg- tonnel;
’n spoormetaal in klip wat gestolde lig stort.
Ek bring ’n klip en dit bring vir my
geklonte spikkels wat deur die newel glip.
dit is denk ik maar een fragment, vond het filmjke op internet. charl-pierre droeg het niet voor op poetry international 2014, maar op soort zuid-afrikaanse dichters in de prinsentuin, in het breytenbach centrum in wellington, zuid-afrika.
charl-pierre is trouwens een oude bekende van me.
in mijn dagboekaantekeningen vond ik ik deze nota:
zaterdag 12 maart 2005
Tot nu toe heb ik altijd gedacht dat poëzie te maken had met taal. Poëzie was talig, een bijna organisch en vooral subliem gestructureerd spel met de taal. In vrouwentaal: poezie was niets minder dan een ingenieus breiwerk, gaande van het dooreenweven van draden in de rijstpapsteek tot het nog redelijk eenvoudige rechts-links rechts-links, tot de meest ingewikkelde jaquardpatronen waarin de breister zich verliezen kan.
Nu denk ik helemaal anders over poezie. In poëzie is taal alleen maar een middel, geen doel op zichzelf. Taal is een van de vele wegen naar poëzie. Taal is de wagen waarop poëzie kan worden vervoerd, taal is een vervoermiddel, een mogelijkheid tot het bereiken van.
Taal is het lichaam van de poëzie. Poëzie zit binnenin dit lichaam, poëzie is het hart, poëzie is de ziel.
En volgens de Zuid-Afrikaanse dichter Charl-Pierre Naudé heeft poézie alles, maar dan ook alles te maken met verbeelding.
Ik voeg hierbij een citaat uit de poëziekrant:
‘Bij zijn verder dichtwerk trekt Charl-Pierre Naude deze narratieve lijn door. Hij neemt meer en meer afstand van de traditionele dichtkunst: ‘Digkuns is nie meer vir my sininiem met die manipulering van die tekstuur van taal nie. Dis nie vir my sinoniem met klank nie. Digkuns is vir my eender ’n manipulering van die moonlikhede van verbeelding.’
(Poëziekrant 5de jaargang nr 20 september-oktober 2004, p. 68)
ann jäderlund las gisteren haar gedichten voor. het profiel van een sjamaan, alhoewel ze een mooie voilen tuniek droeg, en een 7/8ste broek (beige). op sandalen, bizar. ze is ouder dan op deze foto, maar daarom niet minder mooi. ze leest heel verlegen, ondersteunt haar hoofd, net of ze pijn heeft. heel aarzelend. in het interview zei ze: al wat evil, strange and unfair is wil ik beschrijven, want het leven is zo. to express complexity. en ook dit is schoonheid. ze cirkelt en cirkelt rond haar gedicht; als je in iets geïnteresseerd bent komt het naar je toe. nu wil ze over the lack of love schrijven, the love that nevertheless exists. I have become narrowminded.
ZELF BEN IK TOTAAL VAN KAART DOOR DE KRATERS DIE ZE CREEERT TUSSEN HAAR WOORDEN. HAAR VERZEN. VOOR EEN NIEUW VERS BEGINT, EEN WERELD.
WAAROM ZIJN WE NIET IN HET PARADIJS? Ik ga dood. Diep erbuiten. Buiten mezelf om. Ik ging dood gisteren en sinds mijn geboorte. Ik werd niet uit mezelf geboren. Ik word verknoeid. Mijn lichaam ontbindt alles wat ik bezit. Ik kan er niet in zijn.
Wie recht het hoofd in gaat. Recht omhoog in een van de smalste kanalen. Als de lichamen vernietigd worden. Wie binnengaat. Als je iemand ziet die eigenlijk niet kan geven. Die niet gelooft. Dode lichamen van voedselgeschenken voorziet. Of als het lichaam te veel opgesmukt wordt. Verminkt als het verminkt wordt. Vernietigd door de haat zelf. Dan is niets daarvan daarin. Wat kan komen zal komen. Onveranderd van vorm. Wendt zich naar de binnenste achterkant van de ogen in het hoofd. Misschien voor altijd opnieuw
Wat in het water is. Maar niet het water is. Wat het water niet kent. Maar het water van binnenuit is. Wat niemand kent. Maar alles van binnenuit is. Wat niet bestaat. Waarvan het lichaam niet bestaat. Geen reuk gehoor. Gezicht noch spraak. En niet vergankelijk is.
Daniel Falb kijkt heel teder als hij aan een nieuw gedicht begint. praat hoogstaande wartaal. toch heb ik begrepen dat hij woorden, zinnen uit verscheidene taalregisters in elkaar laat vloeien en zo vreemde effecten bekomt. heeft veel plezier met zijn eigen poëzie. is fysicus en filosoof. wordt beschouwd als een politiek dichter, alhoewel hij dat zelf niet echt gelooft. hij schrijft wel over hoe structuren en rituelen het maatschappelijk leven bepalen.
I dwell in Possibility... Emily Dickinson ***
zie die doenerige families eens wonen. vandaag is het de dag van de zes miljard. historische veldslagen achtervolgen ons en wij hen.
door histamines overweldigd komen velen dus natuurlijk ter wereld... een jarenlang gerepeteerde, jarenlang niet opgevoerde parade.
……….....superieure vormen van je schamen, van sterilisatie als je een kitten bent. de presentatie van een gezicht als ontharing en wereldtentoonstelling.
crystal palace toont het vuur zelf van de naties en het geboortedom……....... dat is het adres van een struik, een blaadje, een dotje cellen.
ik betrad het landenpaviljoen en kwam er als uitgebreide familie weer uit. ik trans- planteerde in 1967 het eerste menselijke hart, in een tweeling.
comfortabele wandelpaden verbinden de zandgronden, makkelijke wandeltijden verlichten haar vlammend, de biënnale. eenkleurig beschilderde macrofagen.
…..……..welke werkfase is dit en wat ervan overblijft. het afstoten van de organen. het afstoten, van de hand, van de kunstenares.
Optreden van de verrukkelijke countertenor Oscar Verhaar, die teksten zong van Constantijn Huygens... ik voeg er nog een utube filmke bij, want dit is een engel...
mijn selectie dichters, gespot op de openingsavond van poetry international 2014...
lees het sublieme bijengedicht, maak kennis met de hilarische strapatsen van de braziliaanse dichteres ana, huiver bij het sérieux van daniel, glimlach om de kafkaiaanse mohamed, en ijl doorheen de afstanden van ann...
Norbert Hummelts rechte, blokvormige gedichten vol nevenschikkende zinnen lijken op het eerste gezicht neutraal geformuleerde vluchtige notities. Toch is het juist die vorm die bijdraagt aan de spanning die in al zijn gedichten voelbaar is. De ruimte die het gedicht op papier inneemt, heeft hetzelfde kleine, soms zelfs benauwde van de ruimte die met de gedichten wordt opgeroepen. Tegelijkertijd sluit de begrensde ruimte van het gedicht ook aan bij de veilige en overzichtelijke ruimte van de herinnering. Hummelt haalt (fictieve) herinneringen naar boven en laat die botsen met de gewaarwording of ervaring van een actueel moment. Ook de manier waarop de ene gedachte in de andere haakt, het gebruik van half afgemaakte redeneringen en elliptische formuleringen herkennen we maar al te goed. Ja, zo werkt de geest, zo werken associaties. Hummelt laat zien hoe de ene gedachte de andere voortbrengt en daarmee hoe zich onverwacht een scherp inzicht kan aftekenen.
de bijen zitten in de wintertros, je ziet ze nu om deze tijd niet meer ; hun gezoem dringt nauwelijks door de mond van de lade als ver gedreun aan mijn zwakke oor .. ze zitten er dicht bijeen te gonzen en houden zichzelf met hun gonzen warm. en voor de dagen als het vriest, vertelt de imker, bereid ik het suikerwater voor. het suikerwater: ja, dat werkte altijd. lang geleden zat ik zelf in zo een tros, de stemmen zoemden altijd om me heen, zo naadloos was het gepraat. ik zat als kind aan de gedekte tafel. waterig de koffie het mocht geen naam hebben, die kon je als kind al drinken. de waterketel stond steeds op het fornuis. de kamer was naar buiten afgeschermd. het hele jaar gaf een lamp er licht. maar de kersentaart was weergaloos en er was geen zondag zonder taart. de bodem kruimeldeeg en dan de room, telkens zo vers geklopt .. ik wilde nooit van deze tros vandaan. ik hoor nauwelijks nog wat de imker zegt: als op het eind van mei het koolzaad in bloei staat .. toen je voor elk volk tien mark ontving. de honing is geslingerd voor dit jaar. de bijen zitten in de wintertros, ze houden zichzelf met hun gonzen warm; zelfs mijn kindergeloof verwarmt mij niet meer ik kan niet gonzen en mij steunt geen zwerm. ik sta slechts en loop een paar passen van de braamstruik naar de bijenkast en mag een tijdje in de tuin blijven tot men me voor de koffie roept: ogenblikje, ik ben er zo .. ik sta voor de korf met lege handen. de regen klettert op het dak van het prieel. de bijen zitten in de wintertros.
Ann Jäderlund is dichter en toneelschrijver. Haar poëtica is intrigerend, soms introvert en somber, soms ironisch en grappig, altijd fascinerend. Jäderlunds gedichten laten zich niet vluchtig lezen. Ze bieden weerwerk en zorgen voor verwarring bij de lezer. Jäderlund maakt vooral in haar vroege werk gebruik van intertekstualiteit. Ze verwijst naar bijbelverzen, een Zweeds legendarium of naar vergeten vrouwelijke auteurs. Na haar poëziedebuut Vimpelstaden (1985) verschenen Snart går jag i Sommaren ut (1990) en cilinder i vattnet av vattengråt (2006). Jäderlund werd in 2004 bekroond met De Nios Stora pris en in 2004 met de Dobloug Prize .
Op die wanhopige afstanden. Die noch hier kunnen zijn noch daar. Ze glanzen vanuit hun domeinen. Tillen zichzelf omhoog en worden zwart. Het is zo dik. Het zijn enkel deze laatste dagen die naar hun plaats teruggaan. Men kan van plaats verwisselen. Maar niemand die het doet. De atomen zelf kunnen wel van plaats verwisselen. En alles zelf.
Hu Xudong werd onlangs genoemd als een van de tien Top New Poets in China. Hij schrijft poëzie en essays, maar is ook werkzaam als columnist, vertaler en tv-presentator. Xudong is gepromoveerd in de Chinese hedendaagse letterkunde en doceert aan de Universiteit van Peking. Zijn poëzie is sterk narratief en weet in rake bewoordingen een uitgesponnen verhaal te vertellen. Xudong incorporeert verschillende taalsituaties in zijn gedichten. Zo maakt hij gebruik van provinciale dialecten maar refereert hij ook veelvuldig aan klassieke (Chinese) teksten of advertenties.
MAMA ANA PAULA SCHRIJFT OOK POËZIE
Mama Ana Paula schrijft ook poëzie. Met een sigaret van maiskolfblad in haar mond smeet ze me een dikke dichtbundel toe en zei : ‘Lees maar.’ Het is waar, mama Ana Paula, onstuimig als de Atlantische Oceaan, de moeder van mijn student José, twee ronde Braziliën op haar borst, een stuk Zuid-Amerika op haar billen en een buik vol bier, schrijft ook poëzie. De dag dat ik haar voor het eerst ontmoette en ze me optilde, als een arend die een prooi greep, wist ik niet dat ze poëzie schreef. Toen ze me begroette met een mondvol ‘lul’, met haar grote palmboomhanden over mijn gezicht aaide, met haar marihuanatong mijn paniekerige oren likte, wist ik niet dat ze poëzie schreef . Iedereen, inclusief haar zoon José en haar schoondochter Gisèle, zei dat ze een losbol was, maar niemand zei me dat ze poëzie schreef. José zei: ‘Zet mijn leraar neer, lieve losbol van me.’ Dus zette ze me neer, bleef naar willekeur ‘lul’ uitspuwen en ging een andere prooi pakken. Kijkend naar haar sterke rug, die zelfs als ze dronken was nog altijd een stier dodelijk kon vloeren, kon ik me totaal niet voorstellen dat ze poëzie schreef. Ook vandaag, een dag dat mama Ana Paula buitengewoon kalm is, kan ik me niet voorstellen dat ze poëzie schrijft. Toen ik met José het huis binnenliep en een glimp van haar opving, rokend bij het zwembad, met gespreide armen en benen, kon ik me ook niet voorstellen dat ze poëzie schreef. Toen ik in de woonkamer een gespierde kerel met Bob Marley rastahaar tegenkwam en Gisèle me vertelde dat hij het vriendje van haar schoonmoeder was van de avond ervoor, geloofde ik helemaal niet meer dat mama Ana Paula die elke dag een gespierde kerel had ook poëzie kon schrijven. Maar het is absoluut waar dat mama Ana Paula ook poëzie schrijft. Waarom zou de boerende en scheten latende mama Ana Paula geen vrouwenpoëzie zonder boeren en scheten mogen schrijven? Ik bladerde de dichtbundel van mama Ana Paula helemaal door. Inderdaad, mama Ana Paula schrijft poëzie. Geen vette poëzie vol drank , geen poëzie met marihuana en lullen, of gespierde poëzie met gespierde kerels. In een gedicht met de titel ‘Drie seconden stilte in een gedicht’, heeft ze geschreven: ‘Geef me drie seconden stilte in een gedicht, dan kan ik daarin de donkere wolken van de lucht beschrijven.’
Daniel Falb, in 1977 geboren in Kassel en sedert 1998 woonachtig in Berlijn, behoort tot de grote stemmen van de jonge Duitse dichtersgeneratie. Ook met schrijven begint hij in 1998. Hij neemt deel aan het auteursforum ‘lauter niemand’ en publiceert in eerste instantie in tijdschriften en bloemlezingen, onder meer in ‘EDIT’, ‘Zwischen den Zeilen’ en de bloemlezing ‘Lyrik von JETZT’ (DuMont 2003). Zijn debuutbundel, ‘die Räumung dieser parks’, uit 2003, was indertijd ook de eerste publicatie van de sindsdien veelgeprezen en meermalen bekroonde uitgeverij kookbooks. In 2009 verscheen zijn tweede bundel BANCOR (kookbooks 2009).
de meetbare diepte van de organisatie die ons animeerde. de oermeter ijken. de huizen bestaan uit cake.
montagne sainte-victoire’s twenty four expiring versions per time unit. let op de houdbaarheidsdatum van de dingen om ons heen .
de natuur produceert kant-en-klaargerechten. door publieke functies gaat het geoogste dus, gaat het lichaamsgewicht gekleed heen.
we lagen bovenop elkaar, in de generatietijd. op mij drukte een president en de eindeloze rij van zijn ferventste doubles.
zegt de ene erwt tegen de andere. de bevoorradingslijnen zijn tot de nok toe be¬dekt met woongebieden. gazons van burgerbureaus.
als structuren de straat op gaan, wat is dan de straat. en het fruit, aan de struik seconden lang optimaal geconserveerd.
in de levensmiddelenafdeling rekende ik af en kreeg van de automaat geld terug dat aan de bomen groeit.
Mohamed Al-Harthy schrijft gedichten en reisverhalen. Zijn poëzie wordt, in tegenstelling tot veel andere Arabische dichters en tot de Arabische traditie, gekenmerkt door vrije verzen. Ook wat betreft thematiek wijkt Al-Harthy af van de Arabische conventies en zijn poëzie wordt omschreven als surrealistisch.
CAFÉ KAFKA
Nee, ik houd me niet bezig met het verhaal over dit beroemde café vlak bij de oude joodse wijk, in Širokastraat 12 in Praag, en ook niet met wat ik in Muscat duidelijk zag op het filmdoek van de fantasie (met zijn houten stoelen en katoenen parasols op het terras) Duitse toeristen bezochten hem en rijke Indiërs met gouden kettingen en de meestal failliete Omanis hoewel ze nog steeds voor het caféterras hun ronkende snelle auto’s zadelen…
Blijf ver van de werkeloze Kafka-adepten als zij de lach van de serveerster oproepen (na hun snelle mislukking om korte verhalen te schrijven) dat zij in het cabinet van de Sultan werken of bij de bank van Muscat of – loyaal aan Kafka – bij een verzekeringsmaatschappij terwijl ze, met gemaakte Muscaatse nonchalance, de zakdoeken voor hun tranen verbergen achter de glimlach van hun fladderende geesten die niet stoppen met roken
Over dit café en dat andere café heb ik het niet maar over een café waarvan ik dikwijls droomde ondanks dat ik nooit in staat zal zijn om een café te openen op Shatti Al-Qurum in Muscat omdat ik niet de nodige liquide middelen op mijn rekening heb die dezer dagen net zo leeg is als de waterlopen om niet te spreken van mijn armzalig onvermogen het café te runnen met een geïmporteerde lach uit Nepal of de Filipijnen…
Zo probeerde ik, met het voorbijgaan van de dagen, te vergeten dat het knoflook van de gedachte niet zo scherp meer was als in vroeger dagen ondanks dat ik mezelf en de koffie van het huis verwaarloosde, werden de spijkers van verdriet over het schrift van Hemmingway uitgegoten (waarin ik tenslotte mijn gedichten met potlood placht te schrijven) om ze daarna uit te typen op de tekstverwerker die mijn vriend Oerwa Ibn al-Ward had uitgevonden voor de komst van de Islam
Terwijl het meer van de fantasie niet wanhoopte over de knoflookgeur van de gedachte – overviel die fantasie mij met het plan op deze bladzijden een café te openen zonder dat er stoelen in de schaduw of een goddelijke zon moet zijn boven en behalve het welkomstbord voor gasten
Welkom. U bent welkom Geniet hier van uw mooiste uren en drink een kopje van uw favoriete koffie (met een welkomstKafkakoekje)
Luister naar een tussen de regels verborgen fragment van Johann Sebastian Bach… en als je, en als je geen portret van Charley Chaplin ziet op de papieren wikkel zie hem dan in je gedachten en vergelijk hem met zijn evenbeeld en lach en als je dat niet kunt – als je dat niet kunt, dan mag je de glimlach nadoen van de acteur die op de televisie voor tandpasta reclame maakt mits je doet alsof je de gebeurtenissen van het verhaal dat nu eindigt, bent vergeten door de rekening te betalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . uw vriend Franz Kafka betaalde al
niet het onweer en de hagelbuien, maar poetry international 2014!
ik hou volgende dagen vrij om de esbattementen te volgen op livestream.
toch in meander reeds een voorproefje ontdekt:
Antoine de Kom Dichter en forensisch psychiater Antoine de Kom (Den Haag, 1956) begon in de jaren negentig met het publiceren van poëzie. Hij debuteerde in 1991 met de dichtbundel ‘Tropen’, later volgden de bundels ‘De kilte in Brasilia’, ‘Zebrahoeven’, ‘Chocoladetranen’ en ‘De lieve geur van zijn of haar’. Antoine de Kom is van Surinaams-Nederlandse afkomst en bracht een groot deel van zijn jeugd in Suriname door. Zijn gemengde afkomst en de ervaringen uit zijn jeugd hebben in belangrijke mate zijn poëzie bepaald. Met zijn zesde bundel ‘Ritmisch zonder string’ won hij de VSB poëzieprijs in januari van dit jaar. Op 10, 13 en 14 juni aanstaande zal de dichter optreden in Rotterdam tijdens het Poetry International Festival.
wat ik vooral mis? het licht dat op een zwarte ouderwetse lincolnjas te warm is van zichzelf te heet voor de tijd van het jaar: in elke hoek van de zachtgele kamer heb ik een ventilator die me de wenkbrauwen doet fronsen, een knagend schuldgevoel iets dat opwindt in de stilte rond rotan het kraken van stoelen terwijl in de tuin de kleuren eindelijk tot bedaren zijn gekomen.
ik ben de vliegen hier in dit huis. en met de spiegels ben ik één. al ontbonden een voetstap het knielen de kus op de grond dierbaar ten teken van wat groen groen doet lijken.
we zullen allemaal een voor een op onze eigen dag in zwarte warme duisternis verdwijnen. je mag dan wel tien instrumenten om je nek bespelen – when the saints go marching in. de heilige theresia van lisieux stelt me voor raadselen. ergens in de filipijnen vroeg iemand waarom het rozen regent als bruine tantes ritmisch dansend zonder string en in hun handen klappend op het altaar goddelijk genot in goddelijk genot veranderen. rozen die zwaar geuren en zwoel de naaktheid van hun dans bloter maken dan bloot dalen op ons neer.
Kopters zijn dieren bijzonder bedreven in het ontkurken van de grote stilte. zij bewegen fluisterend en beloven nooit. rond het middaguur werpen zij lange overlijdensadvertenties af. opdat men zich berge en verblind door hun lichten geen palm meer ziet. aan de sushibar probeerde ik weer de onvindbare vis terwijl een begeerlijke chinese zich gelukkig achter haar haren verborg. ik at inktsoep. zei iets. eigenlijk gaat dit gedicht over de noordzee waar als booreiland zich een designer toont en hij ontwierp in hun volle omvang de berghellingen van de vijzelstraat. daar ging een man overboord die vertelde dat de zee bij lihue heden ten dage volstrekt onbegaanbaar is. in haar parkje ontmoette ik de koningin die niet meer was. zij stond waardig maar wenend tussen haar rozen. op het bordes een vonkend dovende diamant. dichten is zulk doven. zij nam potlood en peillood. keek met aarzelende ogen naar een man die haar (onder ons gezegd) net iets te vaak bedankte. bedanken is wel hoffelijk maar vooral voor de vaak zei ze en een verkoolde steen rustte in de palm van haar hand. nergens is het beter dichten dan op aanrollende golven. men neme een stevige regel en houde zich daaraan vast. de golven breken op. de regel wordt schuimend gedicht en als de golf op het punt van omslaan komt is de bladzij altijd sneller. dichten is zulk omslaan golven zijn al brekend en ontrollen dan pas echt hun poezie. bij een eiland hoort een witte broek. de blote voeten in het zand zeggen dat zon en lichte afzondering het bestaan draaglijker maken. voeten in zand. handen in ontroostbaar water.
voor de rest: een getroebleerde periode achter de rug. mijn waterkoker slaat voortdurend aan, zonder dat wij hem aanzetten, mijn horlogebandje kapot (zweette ik zo erg?), mensen vertellen weer hun afschuwelijke verhalen (ik wil altijd zeggen: kijk, mensen, naar de wereld, hoe mooi!), mijn pc wordt overrompeld door rare popups (eergisteren begon een meisje zomaar een liedje te zingen!), a. heeft kletterende ruzie met zijn zus en soms kraakt mijn rechteroor. maar een lieve dame stuurde me al twee keer een mail: wil je artisjokken?
voorts ontwikkelde ik de laatste dagen de vreemde gewoonte om thee op te eten ipv te zetten, en finaal maakte ik gisteren deze rozenkiekjes in coloma. mijn batterijen waren zowat leeg, dus ik moest me beperken tot enige fotookes, anders was dit een afzonderlijke reportage geworden...
de foto is een beetje wazig, naar daarom niet minder mysterieus!